Philips PPF271 Fax Handleiding
Lees hieronder de π handleiding in het Nederlandse voor Philips PPF271 Fax (36 pagina's) in de categorie Fax. Deze handleiding was nuttig voor 53 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld
Pagina 1/36
1
Beste klant,
U heeft een faxtoestel gekocht, dat door middel van een inktfilm op
normaalpapier print en bovendien het gebruik van extra apparatuur, met
name draadloze telefoons, vergemakkelijkt. Verder is uw apparaat uitge-
rust met functies waarmee de installatie en de bediening aanzienlijk
worden vereenvoudigd.
Faxberichten verzenden een ontvangen
U kunt faxberichten van maximaal 10 paginas verzenden. Het document
legt u in de papierinvoer. Wanneer het papier op is, kunnen bij apparaten
met faxgeheugen faxen in het geheugen worden ontvangen.
Extra (draadloze) telefoons
Uw faxtoestel biedt u alle mogelijkheden voor gebruik van extra tele-
foons als ook andere toegelaten draadloze telefoon-toestellen, zolang ze
geschikt zijn voor het PTT-net. U kunt gesprekken van het faxapparaat
naar een (draadloze) telefoon doorsturen en omgekeerd. Ook kan vanaf
andere telefoons de faxontvangst in gang worden gezet en - bij apparaten
met ingebouwd antwoordapparaat - het antwoordapparaat worden ge-
stopt en een gesprek worden begonnen.
Hulp-Toets
Als u INSTALL/HELP kort indrukt, wordt een overzicht geprint
van alle belangrijke functies met een korte beschrijving.
Eenvoudige en snelle Installatie
De INSTALLATIE HULP helpt u ook bij het installeren van uw
faxtoestel. Als u INSTALL/HELP minstens 2 seconden ingedrukt
houdt, wordt een pagina uitgeprint. Als u de aanwijzingen op deze
pagina volgt, en de vragen in het display beantwoordt, wordt u in stappen
door het installatieprogramma gevoerd, zo wordt uw faxtoestel automa-
tisch geconfigureerd. Als u in een later stadium een extra telefoon (bv.
draadloze) wilt installeren, kunt u de INSTALLATIE HULP nogmaals
doorlopen. De instellingen van uw apparaat worden aangepast.
Fax schakelaar en klok UU
UU
U
Uw faxapparaat schakelt bij geactiveerde Timerfunctie automatisch om
van S in M. De ingebouwde klok zorgt ervoor dat het apparaat zich
om 22:00 in M en om 06:00 in S omschakelt. U kunt deze uren
uiteraard wijzigen, volgens uw eigen voorkeur, of U uitschakelen. Het
pijltje in het display toont de actuele instelling.
Modus Dag SS
SS
S en Nacht MM
MM
M
S en M bewerkstelligen dat uw faxapparaat zich afhankelijk van de
tijd van de dag verschillend gedraagt. Overdag wordt ervan uitgegaan dat
inkomende oproepen moeten rinkelen. Na een bepaalde tijd schakelt
het apparaat automatisch over op faxontvangst en op het (ingebouwde of
externe) antwoordapparaat kunnen berichten worden achtergelaten.
βs Nachts wordt ervan uitgegaan dat u zo min mogelijk gestoord wilt
worden. De faxontvangst vindt geruisloos plaats en de telefoon gaat
minder luid over. U kunt alle instellingen op uw individuele wensen
afstemmen.
Overzicht
!Stel nooit uw faxtoestel bloot aan regen of enige
andere vorm van vocht, dit om het risico op
elektrische schokken of brand te vermijden.
!Bij onweer haalt u zowel de telefoon- als de
voedingsstekker uit het stopcontact. Als u het
faxtoestel niet kan uitschakelen, gebruikt u het
gewoon niet en telefoneert u ook niet, omwille van
het gevaar op blikseminslag en/of schade aan het
toestel. Een uitzondering hierop is de draadloze
telefoon die losgekoppeld is van het basisstation.
!PAS OP, openen van de klep in de bodem van de
voorste inktfilm kamer uitsluitend door de erkende
service dealer, in verband met gevaar voor een
elektrische schok!
2
Veiligheidsinstructies
ξGelieve alle waarschuwingen en instructies door te nemen en ze
nauwgezet op te volgen.
ξSluit nooit de telefoon- of de stroomconnector aan in vochtige
ruimten, behalve als de stopcontacten speciaal ontworpen zijn voor
vochtige omstandigheden. Raak nooit de voedingsstekker, het
stopcontact of de telefoonstekker aan met natte handen.
ξRaak nooit telefoon- of stroomkabels aan die niet geΓ―soleerd zijn,
behalve als de telefoonkabel niet is aangesloten op de telefoonlijn
en/of als de stroomkabel niet is aangesloten op het elektriciteitsnet.
ξInstalleer nooit het faxtoestel in de buurt van een radiator of een
airco. Vermijd het gebruik van het faxtoestel in direct zonlicht.
ξPlaats het faxtoestel op een vlak oppervlak en zorg voor een
minimum afstand van 10 cm tussen het faxtoestel en andere
apparaten en voorwerpen.
ξZorg ervoor dat uw faxtoestel stabiel en recht op het draag-
oppervlak staat. Mocht het faxtoestel vallen, kan het beschadigd
raken en/of mensen verwonden, vooral kleine kinderen.
ξZorg ervoor dat de lucht vrij rond het faxtoestel kan circuleren.
Gebruik het faxtoestel niet in gesloten dozen, kasten, meubels,
enz. Laat een vrije ruimte van 10 cm rond de ventilatieroosters
van het faxtoestel. Dek nooit het faxtoestel af (tafelkleden, papier,
enz.). Plaats het faxtoestel niet op bedden, tafelkleden, kussens,
sofa's, tapijten of ander zachte oppervlakken, omwille van het
gevaar op oververhitting en bijgevolg op brand.
ξZorg ervoor dat de kabels veilig liggen (gevaar van struikelen,
schade aan het snoer of aan het faxtoestel).
ξHaal zowel de telefoon- als de voedingsstekker uit het stopcontact
voor u het faxtoesteloppervlak schoonmaakt.
ξGebruik nooit vloeibare of gasvormige schoonmaakmiddelen
(spuitbussen, schurende middelen, poetsmiddelen,β¦).
ξZorg ervoor dat er geen vloeistoffen in het faxtoestel terechtkomen,
anders bestaat er gevaar op elektrische schokken of andere
verwondingen en ernstige schade aan het faxtoestel. Mocht er
toevallig toch vloeistof in het faxtoestel terechtkomen, dient u
meteen de stekker uit het stopcontact te halen en het faxtoestel
binnen te brengen voor een grondig onderzoek.
ξIndien er een breuk in het display ontstaat, kan er een matig
irriterende vloeistof uitstromen. Vermijd huid- en oogcontact.
ξMocht de behuizing, en in het bijzonder de stroomkabels van het
faxtoestel beschadigd raken, haalt u de stekker uit het stopcontact
en contacteert u uw service centre. De behuizing van uw faxtoestel
mag enkel geopend worden door erkend servicepersoneel.
ξUw faxtoestel werd getest in overeenstemming met de standaar-
den UL 1950, EN 60950 of IEC 950 en mag enkel gebruikt
worden op netwerken die voldoen aan deze normen.
Internationale garantie
PHILIPS apparaaten zijn ontwikkeld en gefabriceerd naar de hoogst
mogelijke kwaliteitseisen. Mocht er ongelukkigerwijs nog iets fout gaan
met dit apparaat, dan garandeert Philips een kosteloze herstelling (of
vervanging) gedurende een periode van 12 maanden vanaf de aankoop-
datum.
Deze internationale Philips Garantie is geldig indien het apparaat is
gebruikt in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing en voor het
doel waarvoor het gemaakt is. Tevens dient de originele aankoopbon
(factuur, kassabon of kwitantie) overlegd te worden met daarop de
aankoopdatum, de naam van de handelaar en het model- (type) en
produktie- (serie) nummer van het apparaat.
De Philips-garantie vervalt indien:
ξop een van de genoemde documenten iets is veranderd, door-
gehaald, verwijderd of onleesbaar gemaakt.
ξhet model- (type) of produktie- (serie) nummer op het apparaat is
veranderd, doorgehaald, verwijderd of onleesbaar gemaakt.
ξreparaties of wijzigingen zijn uitgevoerd door niet bevoegde
service-organisaties of personen.
ξeen defect het gevolg is van externe (buiten het apparaat gelegen)
oorzaken, bijvoorbeeld blikseminslag, wateroverlast, brand,
verkeerd gebruik of onachtzaarmheid.
Wij maken u erop attent dat het produkt niet als defect kan worden
beschouwd als wijzigingen of aanpassingen nodig zijn teneinde het pro-
dukt te laten voldoen aan lokale of nationale technische normen die van
kracht zijn in landen waar het produkt oorspronkelijk niet voor ontwik-
keld of geproduceerd is.
Indien uw Philips apparaat niet goed functioneert of defect is adviseren
wij u contact op te nemen met uw Philips dealer of een voor Philips
werkende servicewerkplaats. Mocht u service nodig hebben in een ander
land dan kan het Philips Consumenten Informatie Centrum in dat land
u naar de dichtsbijzinde Philips handelaar of servicewerkplaats verwij-
zen.
Om onnodig ongemak te voorkomen, raden wij u aan om de gebruiks-
aanwijzing zorgvuldig te lezen voordat u contact opneemt met uw han-
delaar. Voor vragen die uw handelaar niet kan beantwoorden of voor
aanvullende vragen kunt u zich wenden tot de klanteninformatiedienst.
3
Inhoud
1 Inleiding
Overzicht ....................................... 1
Veiligheidsinstructies .................................................. 2
Internationale garantie ................................................ 2
1 Inleiding ........................................ 3
Overzicht van het toestel ............................................ 4
Beschrijving van het apparaat ..................................... 4
Overzicht van de functies............................................ 5
Toekenning van de toetsen.......................................... 6
2 Installeren ................................... 8
De juiste positie .......................................................... 8
Aansluiting van het faxapparaat .................................. 8
De inktfilm vervangen ................................................ 9
Inktfilm verwijderen.................................................. 1 0
Inktfilm invoeren....................................................... 1 0
Plaatsen van papier.................................................... 1 1
Papier verwijderen ..................................................... 1 2
Papier storing............................................................. 1 2
Installatie Hulp ......................................................... 1 2
Andere apparatuur aansluiten .................................. 1 2
Toon- of pulskiesfunctie/PABX................................. 1 4
3 Basis instellingen ....................... 15
Functie HULP........................................................... 1 5
Tijd en datum ........................................................... 1 5
Nummer invoeren..................................................... 1 5
Naam invoeren .......................................................... 1 5
Correctie .................................................................... 1 5
Taal van display ......................................................... 1 5
Belsignaaltypes .......................................................... 1 6
Geluidssterkte van het belsignaal ............................ 1 6
Volume van de luidspreker ....................................... 1 6
4 Faxschakelaar ............................ 17
Aansluiting: SERIEEL .............................................. 1 7
Aansluiting: PARALLEL ........................................... 1 7
Modus U.................................................................. 1 7
Modus S................................................................. 1 8
Modus M zonder ingebouwd antwoordapparaat .... 1 9
Modus M met ingebouwd antwoordapparaat......... 2 0
Faxontvangst: EXPERT ............................................ 2 0
5 Telefoon ...................................... 21
Opbellen.................................................................... 2 1
Kort kies N......................................................... 2 1
Telefoongids a.................................................. 2 1
Lijst met telefoonnummers....................................... 2 2
Gesprekken doorverbinden ....................................... 2 2
Handenvrije bediening ............................................. 2 2
Uitschakelen van de microfoon................................. 2 2
Nummerweergave ..................................................... 2 2
6 Fax .............................................. 23
Documenten invoeren .............................................. 2 3
Faxen .......................................................................... 2 3
Resolutie .................................................................... 2 3
Verzendrapport - foutrapport ................................... 2 3
Intercontinentaalfunctie............................................ 2 4
Compressie van het formaat...................................... 2 4
Faxjournaal ................................................................ 2 4
Afroep van faxberichten ............................................ 2 4
Verzenden op afroep ................................................. 2 4
Later verzenden ......................................................... 2 4
Papierloze faxontvangst ............................................. 2 4
7 Antwoordapparaat ................... 25
In- en uitschakelen.................................................... 2 5
De meldtekst opnemen ............................................ 2 5
Lengte van de opname .............................................. 2 5
Berichten afluisteren ................................................. 2 5
Volume bij het afluisteren ........................................ 2 5
Bericht wissen ........................................................... 2 5
Berichten doorsturen ................................................ 2 5
Gesprek opnemen ..................................................... 2 6
VIP code .................................................................... 2 6
Memo ........................................................................ 2 6
Afstandsbediening ..................................................... 2 7
8 Andere functies ......................... 28
KopiΓ«ren .................................................................... 2 8
EASYLINK................................................................ 2 8
9 Storingen ................................... 29
Service code ............................................................... 3 2
Instructies voor onderhoud....................................... 3 2
Vegen bij het kopiΓ«ren of verzenden van
faxberichten ............................................................... 3 2
Vegen bij het ontvangen van faxberichten ............... 3 3
10 Appendix .................................. 34
Technische specificaties ............................................. 3 4
Glossarium ................................................................ 3 4
Index .............................................. 35
4
Beschrijving van het
apparaat
1Netkabel met stekker
2Papiertoevoerklep
3Papierdoorvoermechanisme
4Papiersteun
5Krulsnoer voor hoorn
6Hoorn
1
3
24
6
57
9
10
8
Overzicht van het toestel
Controleer of de volgende onderdelen zich in de verpakking bevinden:
1Telefoonkabel met stekker
2Netsnoer met stekker
3Hoorn
4Krulsnoer voor hoorn
5Fax
6Papiersteun
7Inktfilm
8Paper A4 Formaat
9Handleiding
10Installeerhulp
7Bedieningspaneel
8Documentenuitvoeropening
9Documenteninvoeropening
10Documentengeleiders
11Papieruitvoer
12Voorste inktfilmvak
13Achterste inktfilmvak
14Grijze afdrukrol
15Blauwe openingshendels voor inktfilmkap
16Inktfilmkap
1
5
6
7
2
8
3
9
4
10 11
12 13 14
15
16
5
3 Faxschakelaar
31 Dag
(instellen van de modus S) ............................................ 18
32 Nacht
(instellen van de modus M) ........................................19, 20
33 Klok
(instellen van de modus U) ............................................. 17
34 Easylink
(codes in gebruik met extra telefoons) ................................ 28
4 Diversen
41 Faxjournaal
(journaal van de laatste 10 faxdocumenten) .......................... 24
42 Kieslijst
(opgeslagen nummers worden geprint) ................................ 22
43 Verzendrapport
(uitprinten van de verzendrapporten) .................................. 23
44 Keuze beltype
(keuze tussen vijf belsignaaltypes) ....................................... 16
45 Servicecode
(persoonlijke instellingen wissen) ....................................... 32
5 Antwoordapparaat
(alleen met ingebouwd antwoordapparaat)
51 Opnametijd
(opnameduur van boodschappen instellen) ..........................25
52 Toegangscode
(codes voor het op afstand afluisteren/beluisteren van het antwoord-
apparaat, het doorverbinden van boodschappen) ...................27
53 VIP code
(bellen ondanks een geactiveerd antwoordapparaat) ..............26
54Memo-modus
Extern (Uitgaande tekst zonder dat een boodschap
wordt opgenomen) .......................................................... 26
Intern (boodschap voor een medebewoner) .......................... 26
55 Doorsturen
(boodschappen worden naar een ander nummer
doorgegeven) ..........................................................................25, 26
Overzicht van de functies
Print u een functielijst uit, door 3 keer op FUNCTION te drukken.
1 Instellingen
11Taal instellen
(kies de taal voor de displaytekst en rapporten) ..................... 15
12 Tijd en datum
(tijd en datum instellen) ................................................... 15
13Uw telefoonnummer
(voer uw telefoonnummer in) ............................................ 15
14Uw naam
(voer uw naam in) ...........................................................15
15Kies mode
(de kiesmodus instellen en voor gebruik met een
telefooncentrale) .............................................................14
16Nummers opslaan
(namen en nummers opslaan in de telefoongids) .................... 21
2 Fax
21Langzaam
(versturen op halve snelheid) ............................................. 24
22 Afroepontvangst
(het afroepen van een fax) ................................................. 24
23Afroepverzending
(faxdocumenten klaar zetten voor afroep) ............................ 24
24Later sturen
(faxen worden later verzonden) .......................................... 24
25 Verkleinen
(ontvangen faxen worden vertikaal verkleind) .......................24
15-MEi-00 12:30
FINE PHOTO DMM
De pijlen op het display geven verschillende instellingen weer:
FINE/PHOTO
Geeft aan of u verzendt of kopiΓ«ert met een hogere resolutie of met
grijstinten. Worden ze geen van beide getoond dan is de standaard-
resolutie gekozen. Druk op FINE/PHOTO om de resolutie te wijzi-
gen.
DMM *)
Is zichtbaar als het documentgeheugen faxen bevat.
B*)
Laat zien dat het antwoordapparaat ingeschakeld is.
S / M / U
Drie verschillende pijltjes op het display tonen de huidige bedienings-
modus aan. U kunt de gewenste bedieningsmodus selecteren aan de
hand van S / M / U.
*
)
alleen voor faxtoestellen met ingebouwd antwoordapparaat
6
Faxtoestellen met ingebouwd antwoordapparaat
OK
1
4
7
2
5
8
0
3
6
9
12 34 567 8 910
11 12 13 14 15 1716
Faxtoestellen zonder ingebouwd antwoordapparaat
OK
1
4
7
2
5
8
0
3
6
9
21 2 3 4 5 6 1 8 9 10
112019 12 13 14 7 15 1718
Toekenning van de toetsen
7
1S S
S S
S / M M
M M
M / U U
U U
U
om de modus te wisselen
kort drukken: om te kiezen tussen de modi S en M
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om de modus UU
UU
U te
selecteren
2<
kort drukken: in het functiemenu te bladeren / om de geluids-
sterkte te veranderen / om een karakter te wissen
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om een volledige
regel te wissen
3Display
zie hoofdstuk Inleiding / Beschrijving van het apparaat
4FUNCTION/OK
om functies op te roepen / om ingevoerde data te bevestigen / om
snel toegang te hebben tot de faxverslagen
5>
in het functiemenu te bladeren / om de geluidssterkte te veranderen
/ om een spatie intevoegen bij de ingave van een naam
6INSTALL/HELP
kort drukken: afdruk van de bedieningsinstructies voor de belang-
rijkste functies
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): afdruk van een "In-
stallatie Hulp" gids
7TT
TT
T
het in pauze zetten van het gesprek tijdens het bellen / doorverbin-
den van een gesprek naar een serieel aangesloten extra telefoon
8Toetsen gedeelte voor het intypen van getallen en namen
9a
kort drukken: om het naamregister op te roepen
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om een naam op te
slaan
10N
kort drukken: voor kort kies van een nummer
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om een telefoon-
nummer op te slaan
11START/COPY
start uw faxtransmissie of het kopiΓ«ren van een document
12STOP
om functies te stoppen
13FINE/PHOTO
om met een hogere oplossing te zenden en te kopiΓ«ren (FINE - voor
tekst en grafieken; PHOTO - voor foto's)
14CHECK DISPLAY
als dit lampje knippert moet u het bericht op het display lezen
15 PPPP
PPPP
PP
kort drukken: om de laatste 5 gekozen nummers te herhalen/of
pauzeren tijdens het kiezen
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om de lijst van
bellers te bekijken
16DIAL
om te kiezen met de hoorn op de haak
17 RR
RR
R
voor speciale functies, bv. voor het gebruik samen met een interne
telefooncentrale (bij een moderne aansluiting om naar een ander
gesprek te schakelen) en om diverse functies te gebruiken die uw
dienstverlener aanbiedt
18 l l
l l
l *
kiezen met de hoorn op het toestel en handvrije bediening
19RECORD *
kort drukken: meldtekst weergeven
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om de uitgaande
teksten op te nemen
20CLEAR *
om boodschappen en ingevoerde data te wissen
21PLAY/PAUSE *
om boodschappen weer te geven. Bij deze toets is en knipperlichtje
actief wanneer het geheugen nieuwe boodschappen of memos bevat.
*
)
alleen voor faxtoestellen met ingebouwd antwoordapparaat
8
! Wanneer de stroom uitvalt, kunt u geen gebruik
meer maken van telefoon of fax.
! Het faxapparaat werd uitsluitend voor gebruik in
het desbetreffende land van verkoop gefabriceerd.
Het voldoet aan de bepalingen van de telefoon-
maatschappijen aldaar.
De juiste positie
1
Zorg ervoor dat het apparaat veilig en stabiel op een vlak en
horizontaal oppervlak staat (geen onderlegsel zoals tapijten, enz.).
2
Zet het apparaat niet direct in het zonlicht (de inktfilm is hitte-
gevoelig) in de buurt van radio- en televisietoestel, een verwarming
of airconditioning en zorg ervoor dat het apparaat niet in aanraking
komt met stof, water of chemische middelen.
3
Tijdens het gebruik wordt de fax warm. Dek hem niet af. Hij zou
anders te heet kunnen worden. Zorg ervoor dat de fax zodanig
opgesteld is dat de lucht ongehinderd kan circuleren.
4
Aangezien de uitvoersleuf van het papier zich aan de voorzijde
bevindt, mogen geen voorwerpen vΓ³Γ³r het apparaat worden
geplaatst. Om vastlopen van het papier te voorkomen dient u er
voor te zorgen dat het apparaat op een schone en vlakke onder-
grond staat. Bij voorkeur geen rubberachtige oppervlakken.
5
Als u een draadloze telefoon samen met uw faxtoestel wilt
aansluiten, houdt u dan tenminste 15 cm afstand tussen beide
apparaten. Anders kunnen er akoestische storingen optreden.
Aansluiting van het
faxapparaat
Op het telefoonnet
Sluit de telefoonkabel aan de onderkant van het apparaat aan op de
aansluiting met LINE.
Sluit de telefoonstekker vervolgens op een telefoonstopcontact
aan. Steek de kabel in de daartoe bestemde gleuf.
Nederland
30 cm
2 Installeren
9
BelgiΓ«
De Krulsnoer op de hoorn
De hoorn op de fax
Steek het ene uiteinde van het krulsnoer in het aansluitpunt met het
"hoorn"-symbool aan de onderzijde van het apparaat. Draai
het apparaat weer om en druk het in de speciaal daartoe voorziene
kabelsleuf.
Netaansluiting
! Let u erop, dat de hoorn opgelegd moet zijn,
voordat de netstekker in het stopcontact wordt
gestoken.
1
Nadat u het toestel aan het stroomnet heeft aangesloten, voert het
een test nit. Daarna wordt u gevraagt de datum en tijd in te stellen.
2Gebruik de cijfertoetsen om de tijd in te voeren. Druk vervolgens
op OK.
3
Voer jaar, maand en dag in en druk na elk ingevoerd gegeven op
OK.
De inktfilm vervangen
Is de inktfilm op, of is er geen inktfilm aanwezig in uw faxapparaat,
knippert CHECK DISPLAY dan verschijnt op het display:
geen inktfilm
1Voor u een nieuwe inktfilm plaatst, moet u het papier uit het
papierdoorvoermechanisme halen. Volg verder de aanwijzingen op
de inktfilmverpakking.
2
Voor een optimale kwaliteit, gebruikt u liefst enkel de inktfilms die
opgegeven staan op uw originele rol. Om veiligheidsredenen
gebruikt u best geen inktfilms van een ander merk, daar deze uw
faxtoestel zouden kunnen beschadigen.
3
Open het faxtoestel door het bedieningspaneel voorzichtig op te
tillen bij de uitsparing in het midden. Als u een lichte klik hoort, is
het paneel op zijn plaats.
11
6Sluit de inktfilmkap door haar voorzichtig naar voren terug te slaan.
Zorg ervoor dat beide openingshendels goed vastzitten.
7Sluit nu het bedieningspaneel.
Aan het begin van de inktfilm zit een zilver strip, zodat de kwaliteit
van de eerste pagina's wat minder kan zijn.
Plaatsen van papier
Voordat u documenten kunt ontvangen of kopiΓ«ren, dient uw faxapparaat
van papier voorzien te zijn. Gebruik enkel het volgende papierformaat:
standaard A4 - 210 x 297 mm. Het faxtoestel werkt met normaal schrijf-
en kopieerpapier en werd geoptimaliseerd voor glad papier van 80 g/mΒ².
Hoe gladder het papieroppervlak, hoe beter de afdrukkwaliteit van uw
faxtoestel zal zijn.
Is het papier op, of is er geen papier aanwezig in uw faxapparaat, knippert
CHECK DISPLAY dan verschijnt op het display:
PAPIER IS OP
1
Plaats de papiersteun in de daartoe voorziene gleuven achter het
papierdoorvoermechanisme. Een klik moet daarbij hoorbaar zijn.
2Om te vermijden dat meerdere vellen ineens door het toestel
gevoerd worden, waaiert u eerst de vellen uit en ordent u de stapel
vervolgens op een vlak oppervlak alvorens ze in de papierdoorvoer
te plaatsen.
3
Klap de papierdoorvoerklep eerst zover mogelijk naar voren.
4
Voer max. 50 A4-vellen (80 g) in tot aan het eindpunt van het
papierdoorvoermechanisme.
4
3
12
5
Sluit de papierdoorvoerklep.
!Voer nooit papier in terwijl het faxtoestel aan het
afdrukken is! Gebruik geen papier dat al aan een
zijde bedrukt is! In beide gevallen kan dit tot
papierstoring leiden.
Papier verwijderen
1Klap de papierdoorvoerklep naar voren.
2Trek het papier eruit.
2
1
3Sluit de papierdoorvoerklep.
Papier storing
Open het bedieningspaneel en de inktfilmkap. Laat de papiertoevoerklep
dicht, zodat het papier makkelijker verwijderd ken worden. Trek het
papier voorzichtig naar buiten vanaf de binnenkant. Alvorens de inktfilm-
kap te sluiten, moet de inktfilmrol opgespannen worden door het tand-
wieltje van de voorste inktfilmrol naar voor te draaien.
!Trek het papier er niet uit langs de bovenkant; zo
kan het papier scheuren en de werking van het
faxtoestel in het gedrang komen.
Installatie Hulp
Met behulp van de Installatie Hulp wordt uw faxtoestel optimaal inge-
steld.
1Houd INSTALL/HELP 2 seconden ingedrukt. Uw faxtoestel zal
een pagina afdrukken met de titel Installatie Hulp. Neem nu deze
pagina.
2Met behulp van de Installatie Hulp en de toelichting in de display
worden de instellingen nu een voor een afgevraagd, zoals uw
telefoonnummer, uw naam en of andere toestellen zijn aangesloten.
Als u extra apparatuur installeert, raden wij u aan de Installatie
Hulp procedure andermaal uit te voeren.
Andere apparatuur
aansluiten
Behalve uw fax kunt u ook andere telecommunicatieapparatuur, zoals
extra telefoontoestellen, draadloze handsets, een antwoord-
apparaat, een kostenteller of modems op een enkele telefoonlijn
aansluiten.
Aan hetzelfde telefoonstopcontact
Wilt u andere telecommunicatieapparatuur op hetzelfde telefoonstop-
contact aansluiten, dient u op de juiste volgorde van aansluiting te letten.
13
Mogelijkheid 1
Mogelijkheid 2
of
Mogelijkheid 3
of
Kosten-
teller
Mogelijkheid 4
Kosten-
teller
In verschillende ruimtes:
Aansluiting direct aan het faxapparaat
U kunt andere telecommunicatie apparatuur (draadloze handset) op de
EXT-uitgang aan de onderzijde van uw faxapparaat aansluiten.
14
Indien u met uw fax gebruik wilt maken van speciale aanvullende
mogelijkheden, kunt u met uw dealer contact opnemen.
Uw fax mag niet parallel geschakeld worden met andere
telecommunicatieapparatuur. Indien dit toch gebeurt, kan een
goede werking van uw fax niet gegarandeerd worden.
De juiste verbindingskabel met een RJ11 stekker verkrijgt u bij
uw dealer.
Wanneer u faxen via een modem wilt ontvangen, moet u het
faxapparaat in S zetten en vervolgens in functie 31 instellen:
fax: handmatig
Aansluiting op ISDN
Uw faxapparaat is geen ISDN-fax (groep 4), maar een analoge fax
(groep 3). Het apparaat kan dan ook niet direct op een ISDN-aanslui-
ting worden aangesloten, maar u hebt hiervoor ofwel een (analoge) adapter
of een ISDN-installatie met aansluitingen voor analoge eindstations no-
dig. Zie voor verdere informatie de handleiding van uw ISDN-installatie.
Op een telefooncentrale (PABX) aansluiten
Telefooncentrales (PABX) worden in het algemeen gebruikt in groter
bedrijven. Ook de steeds vaker door particulieren gebruikte ISDN-
installaties zijn telefooncentrales. Om vanaf een aansluiting (extensie)
van een dergelijke centrale verbinding te maken met het openbare tele-
foonnet, dient voorafgaand aan de nummerkeuze een code te worden
ingetoetst om een buitenlijn te verkrijgen.
Een tweede telefoontoestel dat samen met uw faxapparaat op een nor-
male telefoonaansluiting is aangesloten, mag dus niet worden verward
met een extensie aan een dergelijke centrale.
Sluit het apparaat op een telefooncentrale aan, dan moet u in functie 15
de juiste instellingen kiezen.
Toon- of pulskiesfunctie/
PABX
In functie 15 kunt u voor zowel puls- als toonkiezen selecteren en ook de
aansluiting met een telefooncentrale instellen.
Er zijn twee verschillende kiesfuncties. Oudere telefoonaansluitingen
werken meestal op basis van pulskiezen, moderne aansluitingen wer-
ken op basis van het snellere toonkiezen. U kunt het kiestype van het
faxapparaat wijzigen. Indien u niet weet hoe uw aansluiting functioneert,
raden wij u aan de telefoonmaatschappij te contacteren.
Om gebruik te kunnen maken van verschillende telefoondiensten, is het
noodzakelijk toonkiessignalen uit te zenden. Moet uw telefoonaansluiting
echter op puls-kiezen worden ingesteld, dan kunt u toch toonkiessignalen
uitzenden door op de toetsen * of # te drukken. Alle volgende cijfers
worden dan via de toonkiesfunctie uitgezonden. Zodra u de hoorn op de
haak legt, staat uw fax weer op puls-kiezen.
!Kunt u met uw telefoon- resp. faxpartner geen
verbinding krijgen, verander dan de kiesmodus.
1
U kiest functie 15 door op FUNCTION te drukken en
vervolgens de cijfers 15 in te toetsen. Druk op OK.
2Kies met </> pulskiezen of toonkiezen. Druk op OK.
KIES MODE: PULS
KIES MODE: TOON
3Met </> kunt u de modus interne telefooncentrale kiezen. Druk
op OK.
Pabx: NEE
Pabx: JA
4
Druk op de toets, die noodzakelijk is, om de buitenlijn te krijgen
(deze buitenlijncode dient door de fabrikant te worden opgegeven).
Dit is ofwel een 0 of een R (bij sommige installaties ook FLASH
genoemd), maar kan ook een ander cijfer zijn. Druk op OK.
5
Druk op OK. Uw fax controleert nu of de buitenlijn bereikbaar is.
6... is dit het geval, dan verschijnt:
TEST OK
7
...is dit niet het geval, dan verschijnt:
TEST NIET OK
8
U dient nu de gegevens nogmaals in te typen. Verander het kiestype
ofwel de toets voor de buitenlijn. Hebt u de juiste kies mode
gekozen en het juiste nummer voor de buitenlijn, maar verschijnt in
het display desondanks
TEST NIET OK
wis dan het nummer van de buitenlijn met <.
Als bij een telefooncentrale R als buitenlijncode is opgegeven en
er desondanks geen kiestoon mogelijk blijkt, dan voldoet uw
centrale niet aan de voorschriften. Aan het faxapparaat moeten in
dat geval bepaalde technische instellingen worden gewijzigd. U
kunt zich hiertoe tot onze telefonische klantenservice richten.
16
Belsignaaltypes
U kunt uit vijf verschillende belsignalen kiezen.
1 Vraag daartoe functie 44 op een druk op OK.
2 Kies met 1 tot en met 5 het gewenste signaal.
3 Druk ter bevestiging op OK.
Geluidssterkte van het
belsignaal
Het volume van het belsignaal kan in de wachtstand of tijdens het
rinkelen worden gewijzigd. Opgelet: het ingestelde volume is verschil-
lend voor de modi S en M (zie hoofdstuk Faxschakelaar).
1 Met </> verschijnt de huidige instelling gedurende circa 3 secon-
den.
2 Regel de geluidssterkte nu door op </> te drukken, net zolang
totdat u de gewenste geluidssterkte heeft verkregen.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1x
1
A
D
G
J
M
P
T
W
2x
.
B
E
H
K
N
Q
U
X
3x
-
C
F
I
L
O
R
V
Y
4x
0
2
3
4
5
6
S
8
Z
5x
+
a
d
g
j
m
7
t
9
6x
?
b
e
h
k
n
p
u
w
7x
/
c
f
i
l
o
q
v
x
8x
:
Γ
r
Γ
y
9x
*
Γ
s
ΓΌ
z
10x
%
Γ±
11x
!
ΓΆ
12x
(
Γ
13x
)
Γ
Γ₯
14x
[
ΓΓ¦
15x
]
ΓΓ§
16x
Β¨
Γ€
druk
Spatie
Volume van de luidspreker
1 Om het volume van de luidspreker te wijzigen, druk op DIAL
(zonder ingebouwd antwoordapparaat) of l (met ingebouwd ant-
woordapparaat).
2 Met </> wordt de actuele instelling aangegeven. U kunt het aan-
gegeven volume veranderen, door </> zolang in te drukken, tot
de gewenste luidsterkte is bereikt.
3 Sluit af met STOP.
17
Die Faxweiche
De intelligente faxschakelaar maakt het mogelijk te telefoneren of
faxen op een enkele telefoonaansluiting met gebruik van extra
apparatuur.
In modus S belt het faxapparaat als er een gesprek of fax
binnenkomt. In modus M daarentegen wilt u niet gestoord
worden. Daarom zullen faxen in stilte ontvangen worden en zal
het faxtoestel niet overgaan. Als de modus U actief is, schakelt
uw faxtoestel automatisch over tussen S en M met behulp van
een ingebouwde klok.
De faxschakelaar biedt u alle mogelijkheden om nog andere
apparaten aan te sluiten. Heft u meerdere telefoonaansluitpunten in
huis, kunnen die zowel serieel als parallel geschakeld zijn. Met
behulp van EASY INSTALL (houd INSTALL/HELP gedu-
rende twee seconden ingedrukt) herkent uw apparaat het type
aansluiting en stelt zich daar automatisch op in.
Aansluiting: SERIEEL
Als het apparaat een seriΓ«le aansluiting heeft herkend, dan worden alle
inkomende telefoonoproepen eerst door de intelligente faxschakelaar in
faxen en telefoongesprekken gescheiden. In dat geval gaan gesprekken
ook op andere telefoons over.
Aansluiting: PARALLEL
Een parallelle aansluiting laat niet de volledige functionaliteit toe van de
intelligente actieve faxschakelaar. Bij een parallelle aansluiting bereikt
een signaal tegelijkertijd uw faxapparaat evenals de extra telefoons. Hier-
door kan uw faxapparaat de extra telefoons niet meer regelen. Daardoor
is ook het doorverbinden van gesprekken tussen faxapparaat en een extra
parallelle telefoon niet mogelijk.
Modus UU
UU
U
Uw faxtoestel is standaard ingesteld op modus U dat is dat het faxtoestel
automatisch omschakelt van S naar M. Reeds in de fabriek is uw
apparaat zodanig ingesteld dat het om 22 uur op M en om 6 uur weer op
S schakelt.
UU
UU
U deactiveren en activeren
1Als u de functie U wilt uitschakelen drukt u 2 seconden op
S/M/U tot u een bevestigingstoon hoort en het pijl bij U
verdwijnt. Enkel het pijl bij S of M verschijnt dan op het display.
2 Als u de modus U wilt activeren drukt u opnieuw gedurende 2
seconden op S/M/U tot u een bevestigingstoon hoort en het pijl
bij U op het display verschijnt.
UU
UU
U instellen en controleren
1Kies functie 33, door eerst op FUNCTION, twee maal 3 en
dan OK drukken.
2Voer de tijd in waarop uw faxtoestel automatisch moet omschake-
len naar S en bevestigen met OK.
3Voer de tijd in waarop uw faxtoestel automatisch moet omschake-
len naar M. U of bevestigt de gekozen instelling met OK.
4 Faxschakelaar
18
Modus SS
SS
S
Als u uw faxtoestel enkel in S wilt gebruiken (U gedesactiveerd), druk
dan 2 seconden op S/M/U tot u een bevestigingstoon hoort en het
pijl bij U verdwijnt.
1In functie 31 kunt u instellen hoe uw apparaat zich bij de
ontvangst van faxen dient te gedragen.
2Kies met </> een van de hieronder beschreven instellingen en
bevestig dit met OK.
FAX: normaal
Voordelen: De beller gaat pas
betalen, wanneer men het gesprek
beantwoordt of de faxontvangst begint.
Andere telefoons rinkelen even vaak als uw
faxtoestel.
Andere telefoons rinkelen totdat het antwoord-
apparaat geactiveerd wordt of de faxontvangst
gestart wordt.
fax: handmatig
Voordelen: U heeft de mogelijkheid
om faxen te ontvangen via uw
computer of een ander toestel (de
ingebouwde faxschakelaar is uitgescha-
keld).
fax: expert
Hier kunt u uw persoonlijke instellingen invoeren.
Zij hoofdstuk Faxontvangst: EXPERT.
Instelling Aansluiting: SERIEEL Aansluiting: PARALLEL
fax: snel
Andere telefoons rinkelen even vaak als uw
faxtoestel.
Andere telefoons rinkelen één tot twee keer.
Faxen worden automatisch ontvangen na één of twee beltoon.
Bij telefoonoproepen werkt uw faxtoestel als een gewone telefoon en begint het onmiddellijk te
rinkelen.
Faxen worden automatisch ontvangen maar na meerdere belsignalen.
Bij telefoonoproepen werkt uw faxtoestel als een gewone telefoon en begint het onmiddellijk te
rinkelen.
Als uw faxtoestel een fax ontvangt, werkt het als een gewone telefoon. Als u de hoorn opneemt en
merkt dat de oproeper een fax probeert door te zenden (toon of stilte), drukt u op START en legt u
na twee seconden op.
Bij telefoonoproepen werkt uw faxtoestel als een gewone telefoon en begint onmiddellijk te rinkelen.
Andere telefoons rinkelen gelijktijdig met uw faxtoestel. U kunt de faxontvangst starten vanaf uw
extra telefoon door op de toetsen * en 5 te drukken op de andere telefoon.
U kunt een telefoonoproep ontvangen op een extra toestel, ook
nadat het ingebouwde antwoordapparaat al geactiveerd werd.
Heeft u een serieele aansluiting dan wordt het ingebouwde
antwoordapparaat automatisch gedeactiveerd als de hoorn van de
andere telefoon wordt opgenomen. Heeft u een parallelle
aansluiting, dan kunt u uw uitgaand bericht uitschakelen door
twee maal op * te drukken.
19
Die Faxweiche
Faxen worden automatisch en in stilte ontvangen.
fax: belsignalen
Andere telefoons rinkelen net zo vaak als het
faxtoestel.
Andere telefoons zullen rinkelen tot de
faxontvangst start.
fax: expert
Hier kunt u uw persoonlijke instellingen invoeren.
Zij hoofdstuk Faxontvangst: EXPERT.
fax: stil
Andere telefoons rinkelen één of twee keer.
Instelling Aansluiting: SERIEEL Aansluiting: PARALLEL
met ingebouwd antwoordapparaat
3Hebt u functie 31 gekozen en de hierboven beschreven instellingen
voor de faxontvangst uitgevoerd, dan kunt u nu het ingebouwde
antwoordapparaat in- en uitschakelen en het in de tabel beschreven
gedrag van het antwoordapparaat instellen.
tam: aan/luid
Uw antwoordapparaat zal automatisch geactiveerd worden na meerdere belsignalen.
tam: slim
In geval van een telefoonoproep, wordt uw antwoordapparaat automatisch geactiveerd na het vijfde
belsignaal. Na het eerste nieuwe bericht dat een correspondent heeft ingesproken, wordt het antwoord-
apparaat van uw faxtoestel automatisch teruggebracht tot 2 belsignalen. Nadat u uw nieuwe bericht
heeft beluisterd, zal de volgende inkomende oproep het antwoordapparaat opnieuw automatisch
activeren na 5 belsignalen.
Dankzij de toegang op afstand kunt controleren of er nieuwe berichten op uw antwoordapparaat zijn
ingesproken (als uw antwoordapparaat geactiveerd wordt na 2 belsignalen, weet u meteen dat er
nieuwe berichten werden ingesproken).
tam: uit
Uw antwoordapparaat is uitgeschakeld.
Modus MM
MM
M
zonder ingebouwd antwoordapparaat
Als u uw faxtoestel enkel in M wilt gebruiken (U gedesactiveerd), druk
dan minstens 2 seconden op S/M/U tot u een bevestigingstoon hoort
en de pijl bij U verdwijnt.
Andere telefoons rinkelen alleen bij telefoon-
oproepen.
Bij een telefoonoproep rinkelt uw faxtoestel zachtjes.
Faxen worden automatisch na ongeveer 5 zachte belsignalen ontvangen.
Bij een telefoonoproep rinkelt uw faxtoestel zachtjes.
1Ga naar functie 32 en kies met </> een van de hieronder
beschreven instellingen.
2Druk op OK, om de gewenste instelling te bevestigen.
4Kies met </>.
5Bevestig uw instelling met OK.
Product specificaties
Merk: | Philips |
Categorie: | Fax |
Model: | PPF271 Fax |
Heb je hulp nodig?
Als je hulp nodig hebt met Philips PPF271 Fax stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden
Handleiding Fax Philips
23 Oktober 2022
23 Oktober 2022
23 Oktober 2022
23 Oktober 2022
23 Oktober 2022
23 Oktober 2022
23 Oktober 2022
Handleiding Fax
- Fax HP
- Fax Panasonic
- Fax Canon
- Fax Daewoo
- Fax Topcom
- Fax Toshiba
- Fax Xerox
- Fax Belgacom
- Fax Brother
- Fax Nashuatec
- Fax Possio
- Fax Ricoh
- Fax Sagem
- Fax Telekom
Nieuwste handleidingen voor Fax
30 September 2023
30 September 2023
30 September 2023
30 September 2023
30 September 2023
30 September 2023
30 September 2023
30 September 2023
30 September 2023
30 September 2023