Garmin GHP Reactor Handleiding

Garmin Besturingssystem GHP Reactor

Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Garmin GHP Reactor (18 pagina's) in de categorie Besturingssystem. Deze handleiding was nuttig voor 11 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/18
GHP Reactor
Mechanisch
Installatie-instructies
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Lees de gids in de Belangrijke veiligheids- en productinformatie
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige besturing
van uw vaartuig. De stuurautomaat is een hulpmiddel waarmee
u de boot beter kunt besturen. Dit ontheft u echter niet van uw
verantwoordelijkheid om de boot veilig te besturen. Voorkom
gevaarlijke navigatie en zorg ervoor dat het roer nooit
onbemand is.
Wees altijd in staat om snel de handmatige besturing van uw
boot over te nemen.
Oefen de bediening van de stuurautomaat op kalm en open
water dat vrij is van gevaren.
Wees voorzichtig met het bedienen van de stuurautomaat in de
buurt van gevaren op het water, zoals dokken, palen en andere
boten.
LET OP
Pas tijdens het gebruik op voor hete motoronderdelen en
elektromagnetische onderdelen en voorkom beklemming tussen
bewegende onderdelen.
Het niet in overeenstemming met deze instructies installeren en
onderhouden van dit toestel kan leiden tot schade of letsel.
KENNISGEVING
Om schade aan uw boot te voorkomen, moet de stuurautomaat
door een gekwalificeerde nautische installateur worden
gemonteerd. Voor een juiste installatie is speciale kennis van
hydraulische stuurinrichtingen en nautische elektronische
systemen vereist.
De installatie voorbereiden
De stuurautomaat bestaat uit diverse onderdelen. Lees alle
aandachtspunten betreffende de montage en aansluiting van de
onderdelen goed door voordat u met de installatie begint. Om de
installatiewerkzaamheden op de boot goed te plannen, moet u
weten hoe de onderdelen samenwerken.
Raadpleeg de schema's (Schema voedings-/
gegevensaansluiting) voor een beter begrip van de
aandachtspunten bij montage en aansluiting.
Leg bij het plannen van de installatie alle onderdelen op hun
plaats op de boot om te controleren of uw kabels lang genoeg
zijn om elk onderdeel te bereiken. Zo nodig zijn verlengkabels
(afzonderlijk te koop) voor verschillende onderdelen verkrijgbaar
bij uw Garmin® dealer of op .www.garmin.com
Noteer het serienummer van elk onderdeel ten behoeve van de
registratie en garantie.
Benodigd gereedschap
• Veiligheidsbril
Boormachine en boren
90 mm (3,5 in.) gatenzaag of slijptol
• Draadtangen/strippers
Kruiskop- en platte schroevendraaiers
• Kabelbinders
Waterdichte draadconnectors (draadmoeren) of krimpkousen
en een brander
Watervaste kit
Draagbaar of handheld kompas (voor testen op magnetische
interferentie)
Smeermiddel tegen vastlopen (optioneel)
OPMERKING: Bij de hoofdonderdelen van de stuurautomaat
worden montageschroeven geleverd. Als de schroeven niet
geschikt zijn voor het montageoppervlak, moet u zelf voor de
juiste schroeven zorgen.
Overwegingen bij montage en aansluiting
De onderdelen van de stuurautomaat zijn via de meegeleverde
kabels aangesloten op elkaar en op de voeding. Controleer of
voor elk onderdeel de juiste kabel is gekozen en of elk
onderdeel op een goede plaats staat voordat u de onderdelen
monteert of aansluit.
Overwegingen betreffende de montage van de
roerbediening
KENNISGEVING
Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet
wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of
omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt
vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan
temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in
opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het
toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en
gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie.
Het montageoppervlak moet vlak zijn, zodat het toestel niet
wordt beschadigd wanneer het is gemonteerd.
Met de meegeleverde hardware en sjabloon kunt u het toestel
verzonken monteren op het dashboard. Als u het toestel op een
andere manier wilt monteren waarbij het scherm op gelijke
hoogte als het dashboard ligt, moet u een pakket voor vlakke
montage (installatie door een deskundige aanbevolen)
aanschaffen bij uw Garmin dealer.
Houd rekening met deze overwegingen wanneer u een
montagelocatie selecteert.
De montagelocatie moet zich op of onder ooghoogte
bevinden voor optimaal zicht tijdens het besturen van het
vaartuig.
De montagelocatie moet gemakkelijk toegang bieden tot de
knoppen op het toestel.
Het montageoppervlak moet sterk genoeg zijn om het
gewicht van het toestel te dragen en het te beschermen
tegen overmatige trillingen of schokken.
Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te
voorkomen, mag het toestel niet dichter bij een kompas
worden geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is
vermeld in de productspecificaties.
Het gebied achter de montageplaats moet voldoende ruimte
bieden voor plaatsing en aansluiting van de kabels.
Mei 2015 Gedrukt in Taiwan 190-01769-75_0A
Aandachtspunten bij de aansluiting van de roerbediening
De roerbediening moet worden aangesloten op het NMEA
2000® netwerk.
Optionele NMEA® 0183 toestellen, zoals windsensors,
watersnelheidsensors of GPS-toestellen, kunnen met een
gegevenskabel worden aangesloten op de roerbediening
( ).Overwegingen betreffende NMEA 0183 verbinding
Aandachtspunten bij de montage en aansluiting van de
CCU
De CCU is de primaire sensor van de GHP Reactor
Mechanisch stuurautomaat. Kies voor de beste prestaties
een montageplaats aan de hand van deze aandachtspunten.
U moet een handkompas gebruiken om op magnetische
interferentie te testen in de zone waar u de CCU wilt
monteren.
Als op de plaats waar u van plan bent de CCU te
installeren de naald van het handkompas beweegt, is daar
sprake van magnetische interferentie. Kies een andere
plaats en voer de controle opnieuw uit.
De CCU dient voor optimale prestaties op een solide
ondergrond te worden gemonteerd.
Hoewel de CCU op uw boot in elke richting kan worden
geplaatst, kunt u het instellen van het noorden in de
installatieprocedure overslaan als u bij het kiezen van een
montageplaats (optioneel) de volgende punten in acht
neemt.
De connectors op de CCU moeten in de richting van de
boeg wijzen.
De voet van de CCU moet loodrecht op de roll- en
pitch-as van de boot staan.
De CCU moet dicht bij het draaipunt van de boot
worden geplaatst, zo nodig iets dichter bij de voorkant.
De CCU-kabel verbindt de CCU met de ECU en is 5 m
(16 ft.) lang.
Als de CCU-stuurautomaat niet op 5 m (16 ft.) van de
ECU kan worden geïnstalleerd, kunt u verlengkabels
aanschaffen bij uw lokale Garmin dealer of op
www.garmin.com.
Deze kabel mag niet worden ingekort.
De beste montageplaats bepalen
1Maak een lijst van alle geschikte montageplaatsen voor de
CCU, waar zich binnen een afstand van 60 cm (2 ft.) geen
ijzeren onderdelen, magneten of hoogspanningsdraden
bevinden.
Binnen een afstand van 1,5 m (5 ft.) van deze locaties mogen
zich geen grote magneten, zoals van een subwoofer of
luidspreker, bevinden.
2Bepaal het draaipunt van de boot en meet de afstand tussen
het draaipunt en elk van de geschikte montageplaatsen op
de in stap 1 gemaakte lijst.
3Selecteer de locatie die het dichtst bij het draaipunt is
gelegen.
Als er meer locaties zijn op ongeveer dezelfde afstand van
het draaipunt, kiest u de locatie die het best voldoet aan al
deze aandachtspunten.
De beste locatie is de locatie die zich het dichtst bij het
draaipunt van de boot bevindt.
De beste locatie is de laagst mogelijke locatie in de boot.
De beste locatie is de locatie die iets meer naar de
voorkant van de boot toe ligt.
Aandachtspunten bij de montage en aansluiting van de ECU
De ECU kan in elke richting worden gemonteerd op een
vlakke ondergrond.
Montageschroeven zijn bijgeleverd bij de ECU, maar als
deze schroeven ongeschikt blijken voor het
montageoppervlak moet u andere schroeven gebruiken.
De ECU moet worden geplaatst binnen een afstand van 0,5
m (19 in.) van de aandrijfeenheid.
De kabels die de ECU verbinden met de aandrijfeenheid
kunnen niet worden verlengd.
De ECU mag niet worden gemonteerd op een locatie waar
deze ondergedompeld kan raken of kan worden blootgesteld
aan aflopend water.
De voedingskabel van de ECU wordt aangesloten op de accu
van de boot en kan zo nodig met een verlengkabel worden
verlengd ( ).Voedingskabel verlengen
Aandachtspunten bij de montage en bekabeling van de
aandrijfeenheid
Als op uw boot nog geen compatibele aandrijfeenheid is
geïnstalleerd, kunt u er een aanschaffen (los verkrijgbaar).
De eenheid moet worden geïnstalleerd door een ervaren
installateur om te zorgen dat uw boot correct wordt
aangestuurd.
De aandrijfeenheid moet worden geïnstalleerd, voordat de
ECU permanent wordt gemonteerd.
De kabels naar de aandrijfeenheid mogen niet met
verlengkabels worden verlengd.
Voor aansluiting op een bestaande aandrijfeenheid (niet
verkrijgbaar bij Garmin) moet een bijbehorende
voedingskabel (afzonderlijk verkrijgbaar) worden gebruikt om
uw aandrijfeenheid te kunnen gebruiken met de
stuurautomaat (Aansluiting op een bestaande
aandrijfeenheid).
De voedingskabel van de aandrijfeenheid kan niet met
een verlengkabel worden verlengd.
Voor aansluiting op een solenoïde-aandrijfeenheid moet een
solenoïde-voedingskabel (afzonderlijk verkrijgbaar) worden
gebruikt om uw solenoïde-aandrijfeenheid te kunnen
gebruiken met de stuurautomaat (Aansluiting op een
solenoïde-aandrijfeenheid).
De solenoïde-voedingskabel kan niet worden verlengd.
Voor aansluiting op een aandrijfeenheid van een andere
leverancier dan Garmin moet u tevens een
roerfeedbacksensor installeren, zoals de Garmin GRF
10, of
voor aansluiting van de aandrijfeenheid op een bestaande
roerfeedbacksensor een roerfeedbackkabel gebruiken
(afzonderlijk verkrijgbaar).
OPMERKING: De GHP Reactor Mechanisch stuurautomaat
is alleen compatibel met een gewone roerfeedbacksensor
(type potentiometer) met drie aansluitpunten. Het systeem
werkt niet met een roerfeedbacksensor die werkt op basis
van frequenties.
Aandachtspunten bij de Shadow Drive
montage
OPMERKING: De Shadow Drive is een sensor die u installeert
in de leidingen van de hydraulische stuurinrichting van uw boot.
Deze detecteert wanneer u handmatig de besturing van het roer
overneemt en schakelt de stuurautomaat uit. Het is een
optioneel accessoire dat alleen kan worden gebruikt op boten
met een hydraulische stuurinrichting.
De Shadow Drive moet horizontaal en zo vlak mogelijk
worden gemonteerd en stevig vastgezet met kabelbinders.
Monteer de Shadow Drive op een afstand van minimaal 305
mm (12 inch) van magnetische materialen of toestellen, zoals
luidsprekers en elektrische motoren.
Monteer de Shadow Drive dichter bij het roer dan bij de
pomp.
Monteer de Shadow Drive lager dan het roer, maar hoger
dan de pomp.
2
Sluit de Shadow Drive niet rechtstreeks aan op de fitting aan
de achterkant van het roer. Zorg voor een bepaalde
slanglengte tussen de fitting op het roer en de Shadow Drive.
Sluit de Shadow Drive niet rechtstreeks aan op een
hydraulische T-connector in de hydraulische leiding. Zorg
voor een bepaalde slanglengte tussen de T-connector en de
Shadow Drive.
Bij enkele bediening mag u geen T-connector tussen het roer
en de Shadow Drive plaatsen.
Bij dubbele bediening installeert u de Shadow Drive tussen
de pomp en de hydraulische T-connector naar het roer boven
en het roer onder, dichter bij het roer dan bij de T-connector.
Installeer de Shadow Drive ofwel in de stuurboordleiding of
de bakboordleiding.
Installeer de Shadow Drive niet in de retourleiding of de
hogedrukleiding, indien van toepassing.
Overwegingen bij montage en aansluiting van het alarm
Monteer het alarm in de buurt van de primaire bediening.
Het alarm kan onder het dashboard worden gemonteerd.
De bedrading van het alarm kan indien nodig worden
verlengd met een 28 AWG (0,08 mm
2)-draad.
Aandachtspunten bij de NMEA 2000 verbinding
De CCU en de roerbediening moeten op een NMEA 2000
netwerk worden aangesloten.
Als er nog geen NMEA 2000 netwerk op uw boot is
geïnstalleerd, kunt u zelf een netwerk opzetten met de
meegeleverde NMEA 2000 kabels en connectors (Een
standaard NMEA 2000 netwerk voor de stuurautomaat
opzetten).
U kunt de geavanceerde functies van de stuurautomaat
gebruiken door optionele NMEA 2000 toestellen, zoals een
windsensor, een watersnelheidsensor of een GPS-toestel,
aan te sluiten op het NMEA 2000 netwerk.
Schema voedings-/gegevensaansluiting
WAARSCHUWING
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
FEEDBACK
CCU
POWER DRIVE
Onderdeel Beschrijving Belangrijke aandachtspunten
ÀRoerbediening
ÁGegevenskabel
roerbediening
Installeer deze kabel alleen als u de
stuurautomaat aansluit op optionele
NMEA 0183 toestellen, zoals een
windsensor, een watersnelheidsensor of
een GPS-toestel (Overwegingen
betreffende NMEA 0183 verbinding).
ÂNMEA 2000
voedingskabel
Installeer deze kabel alleen als u een
NMEA 2000 netwerk opzet. Gebruik
deze kabel niet als uw boot beschikt
over een bestaand NMEA 2000 netwerk.
De NMEA 2000 voedingskabel moet
worden aangesloten op een
voedingsbron van 9-16 V gelijkstroom.
ÃNMEA 2000
netwerk
De roerbediening en de CCU moeten
worden aangesloten op een NMEA 2000
netwerk via de meegeleverde T-
connectors (Aandachtspunten bij de
NMEA 2000 verbinding).
Als er geen bestaand NMEA 2000
netwerk op uw boot is geïnstalleerd,
kunt u zelf een netwerk opzetten met de
meegeleverde kabels en connectors
(Een standaard NMEA 2000 netwerk
voor de stuurautomaat opzetten).
ÄECU
ÅCCU De CCU kan in een willekeurige richting
worden bevestigd op een droge locatie
nabij het midden van de boot
(Aandachtspunten bij de montage en
aansluiting van de CCU).
Plaats de CCU niet in de buurt van
magnetische interferentie.
ÆECU-
voedingskabel
De ECU moet worden aangesloten op
een voedingsbron van 12–24 V
gelijkstroom. Als u deze kabel wilt
verlengen, moet u de juiste
draaddiameter gebruiken
( ).Voedingskabel verlengen
ÇCCU-kabel Als u deze kabel wilt verlengen naar de
ECU, hebt u mogelijk een verlengkabel
nodig (apart verkrijgbaar)
(Aandachtspunten bij de montage en
aansluiting van de CCU).
Deze kabel wordt aangesloten op het
alarm.
ÈAandrijfeenheid Dit schema toont alleen de elektrische
verbinden voor de aandrijfeenheid
(afzonderlijk verkrijgbaar).
Gedetailleerde installatie-instructies zijn
bij de aandrijfeenheid meegeleverd.
Als u een aandrijfeenheid hebt gekocht
van Garmin, wordt deze geleverd
inclusief de benodigde voedings- en
feedbackkabels.
3


Product specificaties

Merk: Garmin
Categorie: Besturingssystem
Model: GHP Reactor

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Garmin GHP Reactor stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Besturingssystem Garmin

Handleiding Besturingssystem

Nieuwste handleidingen voor Besturingssystem