Fito FITH-230RF Handleiding

Fito Rookmelder FITH-230RF

Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Fito FITH-230RF (2 pagina's) in de categorie Rookmelder. Deze handleiding was nuttig voor 39 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/2
Plaatsings- en Gebruiks-
handleiding
FITO PROFI-LINE 230V AC DRAADLOOS
KOPPELBARE HITTEMELDER, INCL. BACK-UP BATTERIJ
MODEL: FITH-230RF & FITH-230RFL
KLASSE II
BELANGRIJKE INFORMATIE
Bij correct gebruik heeft u extra, waardevolle tijd om te ontsnappen. Elke cor-
rect geïnstalleerde hittemelder en rookmelder levert extra tijdwinst op.
230V gevoede hittemelder, met back-up batterij voor gebouwen met een
woonfunctie.
Deze hittemelder waarschuwt in geval van brand. Voor specificaties van de
hittemelder, lees aandachtig alinea “Functie en betekenis van licht en
geluidssignalen”
Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige en makkelijk toegankelijke
plaats, bijvoorbeeld in de meterkast.
Een hittemelder voorkomt geen brand.
Installeer de hittemelder op de juiste plaats, indien mogelijk in het midden
van het plafond.
Houdt de hittemelder uit de buurt van kinderen.
Test het apparaat maandelijks en na een periode van afwezigheid.
WAARSCHUWING: Test nooit met vuur
Zuig de hittemelder regelmatig (2 maal per jaar) schoon met de zachte bor-
stel van de stofzuiger. U kunt het hittemelder ook met een iets vochtige doek
schoonmaken.
Wanneer de hittemelder elke 40 seconden een beep toon geeft is de batterij
bijna leeg en dient deze vervangen te worden.
De levensduur van hittemelders is 10 jaar.
Vals alarm kan stil worden gezet door op de test- en stilteknop te drukken.
U kunt uw hittemelder voor 6 minuten minder gevoelig maken door kort op de
testknop te drukken. Wanneer de temperatuur echter blijft stijgen zal de hitte-
melder alsnog alarm geven.
Belangrijke aanwijzingen in geval van alarmering bij brand:
Plan TWEE ontsnappingsroutes en oefen deze met alle gezinsleden
Spreek een plek af waar iedereen zich in geval van brand verzamelt.
In geval van Brand:
Verlaat direct het pand met al uw gezinsleden en verzamel buiten op de
tevoren afgesproken plaats.
Controleer of iedereen aanwezig is
Sluit alle deuren achter u en open nooit een warme deur, kies dan voor de
alternatieve route.
Bij grote rookontwikkeling, kruip zo laag mogelijk bij de grond naar buiten.
Adem wanneer mogelijk door een (vochtige) doek en houdt zo veel mogelijk
uw adem in. De meeste doden en gewonden vallen door rookvergiftiging en
niet door brand.
Bel de brandweer buiten of bij de buren.
Keer NOOIT terug in een brandende woning.
Aanvullende informatie is te verkrijgen bij uw Locale Brandweer en op
www.fito.eu.
SPECIFICATIES
Voeding: 220 - 240V AC - 50-60Hz met 9V back-up
batterij
Batterij back-up:
FITH-230RF: 9V DC Carbon-Zinc (Gold Peak 1604A,
Energizer 522, Duracell MN1604)
FITH-230RFL: 9V DC Lithium 10 jaar batterij.
Type: U9VLJP
Levensduur batterij batterij
bij stroomuitval: Minimaal 1 maand onder normale condities
Gebruik: < 10 µA continue
< 40 mA in alarm
AC Voedingsspanningindicator: groen LED lampje zichtbaar op de melder
Batterij Voedingsspanningindicator: rood LED lampje knippert 1 keer per minuut
Zend en ontvangst frequentie: 868.52 Mhz
Digitale modulatiemethode: GFSK
Ontvanger/zender afstand: Meer dan 80 m in open ruimte
Data verzend snelheid: 50Kbps
Codecombinaties: meer dan 1.000 combinaties
Draadloos koppelbaar: tot 20 stuks
Gebruiktemperatuur: 0ºC tot + 40ºC
Vochtigheidgraad: 10% - 90%.
Alarmwaarde: >85dB op 3 meter
Stilteknop: Alarmsignaal onderdrukking beschikbaar
Certificering: CE
PLAATSING VAN DE HITTEMELDER
BEWAAR DEZE GEBRUIKSAANWIJZING!
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie voor correcte
installatie en gebruik van uw rookmelder. Lees deze informatie zorgvuldig
en bewaar deze voor later gebruik.
keuken
woonkamer
bad
slaapkamer
slaapkamer
slaapkamer
hal
slaapkamer
figuur 1
slaap-
kamer slaap-
kamer
over-
loop
hal
woon-
kamer
hal of
kelder
figuur 2
Aanbevolen plaatsen:
Minimale bescherming:
Een rookmelder in alle verblijfsruimtes zoals slaapkamers, woonka-
mer en dergelijke en in de ontsnappingsroute zoals gang of hal.
Maximale bescherming:
-
Rookmelder in alle kamers (uitgezonderd badkamers, keuken, garages etc.)
- Hittemelders kunnen geplaatst worden in keukens, verwarming-, washokken
enz.; binnen 5 meter van potentiële brandhaard.
Plaats de hittemelder bij voorkeur in het midden van het plafond, minimaal 30
cm van de muur.
Bij schuine daken, plaatst u de hittemelder tegen de schuine wand, minimaal
90 cm verticaal gemeten van de nok van het dak.
Zie minimale en maximale bescherming (figuur 1 & 2)
Zorg dat de hittemelder altijd bereikbaar is voor het testen en schoonmaken.
Monteer nooit een hittemelder:
Plaatsen waar de temperatuur boven de 40°C en onder de 0° C kan komen,
bijvoorbeeld vliering, net boven een open haard etc.
Zeer vochtige ruimtes waar de vochtigheid boven de 90% kan komen..
In de nabijheid van (naast) decoratieve objecten, deuren, elektriciteitsdozen,
lampen, fittingen, ramen, muurventilators etc. die ervoor kunnen zorgen dat
hittemelder niet correct kan functioneren. Minimaal op 50cm afstand.
Naast of direct boven kachels.
Op zeer hoge of moeilijk te bereiken plaatsen. Zodat het moeilijk wordt de hit-
temelder te bereiken om deze te testen of schoon te maken.
Op zeer stoffige en vervuilde plaatsen.
Binnen 1 meter van dimmers en bedrading, Sommige dimmers kunnen sto-
ring in de hittemelder veroorzaken.
Binnen 1,5 meter van TL lampen. Elektrische impulsen kunnen de werking
van de hittemelder negatief beïnvloeden.
Deze hittemelder is ontworpen voor permanente montage met stroomaanslui-
ting via de ingebouwde kroonsteen. De bodem(montage)plaat kan direct op
een enkelvoudige standaard inbouwdoos tegen het plafond worden geschroefd.
De hittemelder vereist een stroomvoorziening van 50mA. De hittemelder mag
niet worden blootgesteld aan vocht of lekkage.
Op de onderkant van de hittemelder bevindt zich belangrijke informatie.
AANBEVELING: met de FITH-230RF / FITH-230RFL is het mogelijk reeds
tijdens de bouw de bodemplaat en de stroomaansluiting te monteren. In een
later stadium, wanneer stof en vuil zijn opgeruimd, kan de hittemelder op de
bodemplaat worden geschoven. De hittemelder mag niet aangesloten zijn wan-
neer de elektrische bedrading wordt getest met hoge voltages.
ATTENTIE: Tijdens renovaties of verbouwingswerkzaamheden dient u de
hittemelder tijdelijk te verwijderen. Na beëindiging van de werkzaamheden de
hittemelder schoonzuigen met de zachte borstel van de stofzuiger en terug-
plaatsen en daarna altijd testen met de testknop.
DE INSTALLATIE
ATTENTIE: De 230 volt hittemelder dient te worden geïnstalleerd door een
erkende installateur volgens de richtlijnen van het Bouwbesluit. Onjuist geïn-
stalleerd kan het de gebruiker onder stroom zetten of niet juist functioneren bij
brand.
ATTENTIE: De hittemelder moet continu zijn aangesloten op 230 volt. Ook
mag er geen aan/uit schakelaar op het circuit zijn aangesloten waardoor de hit-
temelder zou kunnen worden uitgeschakeld.
1. Plaats de batterij in de hittemelders
2. Schuif de melders op de bodemplaat
3. Druk op een van de melders net zolang op het knopje op de zijkant van de
bodemplaat totdat het rode LED lampje gaat branden. Deze melder heeft
een unieke verbindingscode gegenereerd.
4. Druk vervolgens twee keer kort op het knopje op de zijkant van de bodem-
plaat van de overige melders. Het rode LED lampje gaat knipperen om aan
te geven dat de verbindingscode die de eerste melder heeft gekozen geïn-
stalleerd is. Herhaal dit op alle te koppelen rookmelders.
5. Druk vervolgens op het knopje op de zijkant van de bodemplaat van de eer-
ste melder om de koppel procedure te beëindigen.
6. Test de koppeling door net zolang op de testknop van een van de
rookmelders te drukken totdat alle rookmelders in alarm gaan.
NB: Zie de instructievideo op onze website: www.fito.eu
7. Kies een locatie die voldoet aan alle bovenstaande voorwaarden.
8. Sluit de stroom af van de groep waarop u de melder wilt aansluiten.
9. Verwijder de bodemplaat van de
melder (zie figuur 3).
10. Verwijder het afdekkapje.
11. De bedrading dient als volgt op de bodemplaat te worden aangesloten:
L(Live): Fase - aansluiten
op de bruine bedrading.
N(Neutral): Nul - aansluiten
op de blauwe bedrading.
IC (Interconnect): Aparte
koppeldraad (gebruik mas-
sief montagedraad min. 1,5
mm2)
Wanneer u de hittemelder niet doorkoppelt mag u niets op de IC aansluiten.
Het verwisselen van de fase en nul draad beschadigt doorgekoppelde melders!
Niet de aarde connectie gebruiken om hittemelders door te koppelen.
N.B.: De hittemelder hoeft niet te worden geaard. Op het aansluitblok is wel
een aarde (earth) connectie aangegeven.
6. Wanneer u de bedrading heeft aangesloten, sluit u het klepje van de inge-
bouwde kroonsteen.
7. Schroef de bodemplaat vast aan het plafond (b.v. op de centraaldoos).
Verzeker u ervan dat de bodemplaat strak tegen het plafond zit zodat er
geen luchtcirculatie boven de hittemelder kan plaatsvinden die rookdetectie
kan verhinderen. Als de opening te groot is dient deze met kit te worden
gedicht.
8. Controleer of de batterij in de hittemelder is aangesloten door op de testknop
te drukken en schuif dan de hittemelder voorzichtig op de bodemplaat.
ATTENTIE: Probeer de hittemelder niet te verwijderen zonder de
beveiligingsclip te openen (figuur 3).
HET DOORKOPPELEN VAN HITTEMELDERS
NB: Een maximum van 20 hitte en rookmelders kunnen worden doorverbon-
den, met maximaal 100 meter afstand in open ruimte.
Systemen met meer dan 3 of 4 melders dienen zeer zorgvuldig te worden
gepland om te verzekeren dat er geen vals alarm plaatsvindt van bijvoorbeeld
koken of wekelijks testen.
Zie voor procedure “DE INSTALLATIEen de instructievideo op www.fito.nl
Er dient iemand beschikbaar te zijn om bij een vals alarm de melder waar
het rode lampje van knippert snel uit te kunnen schakelen, daar alle melders
anders afgaan.
Om de unieke verbindingscode te verwijderen druk 5 keer kort op het knopje
aan de zijkant.
WAARSCHUWING: Verbind geen van deze hittemelders door met een model
van een andere fabrikant. Doet u dit wel dan loopt u het risico op een elektri-
sche schok of brandgevaar door onjuiste detectie.
De (interconnect) doorkoppeldraad (massief montagedraad) moet geïsoleerd
zijn en minimaal 1,5 mm2. Gebruik voor het doorverbinden geen aardedraad of
een draad die later verward kan worden met de bestaande bedrading.
De melders die met elkaar worden doorverbonden dienen zich in dezelfde
woning te bevinden. Wanneer zij tussen verschillende gebouwen zijn doorver-
bonden is het mogelijk dat niet iedereen op de hoogte is wanneer zij worden
getest of wanneer er vals alarm (door b.v. koken enz.) plaatsvindt.
CONTROLE OP FUNCTIONEREN
Controleer na de installatie en maandelijks al uw rook- en hittemelders, ook na
een langere periode van afwezigheid zoals vakantie enz.
Controleer of het groene lampje voor 230V brandt. (Brandt dit niet controleer
dan of er spanning op staat, de bekabeling goed is aangesloten, enz.)
Controleer of het rode lampje ongeveer elke minuut knippert. Wanneer dit niet
het geval is dient u de batterij te vervangen.
Druk ± 3 seconden op de testknop om de hittemelder, elektronische delen en
sirene te testen. Er klinkt nu een luid pulserend alarm (het niveau is minimaal
85 dB op 3 meter afstand). Een rood lampje zal, wanneer de sirene klinkt,
tijdens deze test snel knipperen. Door op de testknop te drukken simuleert
u het effect van hitte bij brand. Dit is de beste manier om te testen of uw hit-
temelder correct functioneert.
ATTENTIE: Bij doorgekoppelde melders zal alleen op de melder die u test
het rode lampje snel knipperen. Alle andere melders zullen wel alarm geven.
Herhaal de test bij elke melder afzonderlijk.
BATTERIJ VERVANGEN
Schakel de stroom uit.
Haal de hittemelder van de bodemplaat (figuur 3).
Verwijder de batterij.
Zuig de hittemelder schoon met een zacht borstel van de stofzuiger.
Plaats nieuwe batterij in de hittemelder, (LET OP DE PLUS EN DE MIN)
Test de hittemelder, zie Testprocedure.
Plaats de hittemelder terug op de bodemplaat.
FUNCTIE EN BETEKENIS VAN DE LICHT EN GELUIDSIGNALEN
Normale situatie: Het groene lampje brand ter indicatie dat de hittemelder
gevoed wordt. Het rode LED lampje licht 1 maal op per 1 minuut.
Druk met een
schroeven draaier
de beveiligde
sluiting omhoog
Beveiligde
sluiting
bodemplaat
melder naar u
toe schuiven
figuur 3
GEBRUIK EEN
SCHROEVENDRAAIER OM
T
AFDEKKAPJE TE VERWIJDEREN
AFDEKKAPJE
Alarm: Wanneer de hittemelder temperaturen meet van 60ºC of meer, zal een
luid pulserend alarm gaan klinken en het rode LED lampje zal continue gaan
flikkeren totdat de temperatuur onder de 60ºC is gekomen. De doorgekoppelde
melders zullen wel het luid pulserend alarm geven echter het rode LED lampje
zal niet continue gaan knipperen.
Batterij leeg signaal: Een beep signaal elke minuut betekent dat de batterij
bijna leeg is en vervangen dient te worden. Dit signaal zal minimaal 30 dagen
klinken.
TEST EN PAUZEKNOP
Uw hittemelder is voorzien van een pauzeknop. Dit is de zelfde knop als de
testknop. Druk kort op de tetsknop om de hitte melder voor 6 minuten minder
gevoelig te maken. De rode LED zal één keer per 8 seconden knipperren.
Wanneer de temperatuur echter blijft stijgen zal de
hittemelder alsnog alarm geven.
ONDERHOUD
De hittemelder mag nooit in aanraking komen met vloeibare stoffen.
Zuig de hittemelder regelmatig (1 maal per maand) schoon met de zachte borstel
van de stofzuiger. U kunt de hittemelder met een iets vochtige doek schoonma-
ken.
Reparaties moeten door de fabrikant worden uitgevoerd.
Altijd de stroom uitschakelen wanneer de hittemelder van de voet wordt verwij-
derd.
WAARSCHUWING: Schilder de hittemelder nooit en plak deze niet af.
BEPERKINGEN VAN HITTE EN ROOKMELDERS
Onafhankelijke instanties hebben vastgesteld dat ongeveer 45% van de
gemonteerde hitte- en rookmelders in woningen niet functioneren, namelijk in
de volgende situaties:
Wanneer de batterij verwijderd was of niet functioneerde. Test daarom regel-
matig.
Als men het alarm niet hoort. Een persoon zou eventueel niet gewekt kunnen
worden door het alarm bij een overmatig gebruik van alcohol en/of drugs.
Er zijn enkele branden die niet altijd op tijd door de melder ontdekt worden,
bijvoorbeeld roken in bed, als daar geen rookmelder hangt. Bij het ontsnap-
pen van gas, hevige explosies; het op een verkeerde manier bewaren van
explosieve producten en brandgevaarlijke vloeistoffen (benzine, verf, spiritus,
enz.), elektrische storingen, zuren, kinderen die met lucifers (vuur) spelen.
De levensduur van hittemelders is 10 jaar.
PRODUCTGARANTIE
Bij normaal gebruik en onderhoud garandeert de fabrikant dit product tegen
materiaal en/of productiefouten voor de periode van 3 jaar, exclusief batterij,
vanaf de originele aankoopdatum door de consument. Uitgezonderd zijn scha-
des welke zijn ontstaan door gebrekkig onderhoud, ongelukken of misbruik.
Wanneer het product binnen de aangegeven periode defect is wordt het gratis
vervangen of gerepareerd. Probeer niet zelf het product te repareren of eraan
te knutselen, hiermee vervalt de garantie.
VERWIJDERINGINSTRUCTIE
De hittemelder dient na de door de fabrikant op de hittemelder
vermelde vervangingsdatum vervangen te worden. Gooi uw oude
batterij en hittemelder niet in de prullenbak, lever deze in bij een
inzamelpunt van klein huishoudelijk afval bij u in de buurt.
Importeur:
Fito Products B.V.
De Langkamp 12a
3961 MS Wijk bij Duurstede
Nederland. www.fito.eu
2022-1 vers.1
Lo
r
VERWIJDERBAAR KLEPJE
VOOR HET AAN DE ZIJKANT
DOORVOEREN VAN DE DRADEN
FASE
(BRUIN)
AARDE
NUL
(BLAUW)
KOPPELDRAAD
(WIT)


Product specificaties

Merk: Fito
Categorie: Rookmelder
Model: FITH-230RF

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Fito FITH-230RF stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Rookmelder Fito

Handleiding Rookmelder

Nieuwste handleidingen voor Rookmelder

Cordes

Cordes CC-4100 Handleiding

18 November 2024
Cordes

Cordes CC-3000 Handleiding

18 November 2024
Cordes

Cordes CC-500 Handleiding

18 November 2024
Nexa

Nexa KD-134A Handleiding

18 November 2024
Gloria

Gloria R-5 Handleiding

16 November 2024
Kidde

Kidde 29HD Handleiding

16 November 2024
Kidde

Kidde 3SFWR Handleiding

24 September 2024