Canon ixus 130 Handleiding


Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Canon ixus 130 (178 pagina's) in de categorie Digitale camera. Deze handleiding was nuttig voor 53 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/178
Gebruikershandleiding
NEDERLANDS
Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door.
Bewaar de handleiding, zodat u deze later nog kunt raadplegen.
2
De inhoud van de verpakking controleren
Controleer of de verpakking waarin de camera is verzonden, de onderstaande
onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met de
leverancier van het product.
De handleidingen gebruiken
Raadpleeg ook de handleidingen op de cd DIGITAL CAMERA Manuals Disk.
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Zodra u de basishandelingen onder de knie hebt, kunt u de vele functies van de
camera gebruiken om foto's met geavanceerdere instellingen te maken.
Handleiding voor persoonlijk afdrukken
Lees deze handleiding wanneer u de camera wilt aansluiten
op een (apart verkrijgbare) printer om foto's af te drukken.
Softwarehandleiding
Lees deze wanneer u de meegeleverde software wilt gebruiken.
Een geheugenkaart is niet bijgesloten.
U hebt Adobe Reader nodig om de PDF handleidingen te openen. U kunt de
Word-handleidingen raadplegen met Microsoft Word/Word Viewer (alleen
noodzakelijk voor handleidingen voor het Midden-Oosten).
Camera Batterij NB-4L
(met kapje)
Interfacekabel
IFC-400PCU
AV-kabel
AVC-DC400
Polsriem WS-DC7
Introductiehandleiding
Cd DIGITAL CAMERA
Solution Disk
Canon
garantiesysteemboekje
Batterijlader
CB-2LV/CB-2LVE
3
Lees dit eerst
Proefopnamen
Maak enkele proefopnamen en speel deze af om te controleren of de beelden
goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en
andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor
welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van
een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname
niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
Schending van het auteursrecht
De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld voor
persoonlijk gebruik. Neem geen beelden op die inbreuk doen op het
auteursrecht zonder voorafgaande toestemming van de houder van het
auteursrecht. In sommige gevallen kan het kopiëren van beelden van
voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële eigendommen met behulp
van een camera of ander apparaat in strijd zijn met het auteursrecht of andere
wettelijke bepalingen, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik.
Garantiebeperkingen
Zie het Canon garantiesysteemboekje bij de camera voor meer informatie
over de garantie op de camera. Raadpleeg het Canon garantiesysteemboekje
voor de contactgegevens van de Canon Klantenservice.
LCD-scherm
Het LCD-scherm is gemaakt van gehard glas, maar kan bij harde schokken
breken. Lees de veiligheidsvoorschriften (p. 9) goed door. Wees voorzichtig
als het glas breekt zodat u zich niet verwondt aan de scherven.
Voor het vervaardigen van het LCD-scherm zijn speciale hoge-
precisietechnieken gebruikt. Meer dan 99,99% van de pixels werkt naar
behoren, maar soms verschijnen er niet-werkende pixels in de vorm van
heldere of donkere stippen. Dit duidt niet op een defect en heeft geen
invloed op het beeld dat wordt vastgelegd.
Er zit mogelijk een dunne plastic laag over het LCD-scherm om dit te
beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag
voordat u de camera in gebruik neemt.
Temperatuur van de camerabehuizing
Wees voorzichtig als u de camera lange tijd continu gebruikt.
De camerabehuizing kan dan warm worden. Dit is niet het gevolg van
een storing.
4
Wat wilt u doen?
Opnamen maken en de instellingen aan de camera overlaten . . . . . 25
Opnamen maken in speciale omstandigheden . . . . . . . . . . . . . 5658
Scherpstellen op gezichten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 61, 62, 63, 87
Opnamen maken op plaatsen waar de flitser niet kan
worden gebruikt (de flitser uitschakelen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Foto’s waarop ik ook sta (zelfontspanner) . . . . . . . . . 62, 63, 69, 82, 83
De datum en tijd aan de opnamen toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Close-ups maken van onderwerpen (macro-opnamen) . . . . . . . . . . 74
Sepiakleurige of zwart-witfoto's maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Effecten toevoegen en opnamen maken (fisheye-effect,
miniatuur-effect) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
De grootte wijzigen van de opname (pixels opnemen) . . . . . . . . . . . 75
Continu foto's maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
De ISO-waarde wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Scherpstellen op bewegende onderwerpen (Servo AF) . . . . . . . . . . 89
Donkere onderwerpen lichter weergeven (i-Contrast) . . . . . . . . . . . . 93
Mooie opnamen maken van mensen
Diverse andere opnamen maken
4
Opnamen maken
IF wPV
Portretten
(p. 56)
Bij nacht
(p. 56)
Kinderen en dieren
(p. 57)
Op het strand
(p. 57)
In de sneeuw
(p. 58)
St
Binnen
(p. 57)
Vuurwerk
(p. 58)
Onderwater
(p. 57)
Weinig licht
(p. 57)
6
Inhoudsopgave
De inhoud van de verpakking
controleren ....................................2
Lees dit eerst .....................................3
Wat wilt u doen? ................................4
Conventies die in deze handleiding
worden gebruikt.............................8
Veiligheidsvoorschriften.....................9
De batterij opladen...........................14
Geheugenkaarten formatteren
(afzonderlijk verkrijgbaar)............16
De interne oplaadbare
lithiumbatterij recycleren..............16
De batterij en geheugenkaart
plaatsen.......................................17
De datum en tijd instellen ................20
De taal van het scherm instellen......22
Geheugenkaarten formatteren.........23
De sluiterknop indrukken .................24
Foto's maken (Smart Auto)..............25
Beelden bekijken .............................29
Beelden wissen................................30
Films opnemen ................................31
Films bekijken ..................................33
Beelden downloaden naar een
computer voor weergave.............35
Accessoires .....................................39
Afzonderlijk verkrijgbare accessoires
...40
Overzicht van de onderdelen...........44
Schermweergave.............................46
Lampje .............................................47
Menu FUNC. – Basishandelingen ...48
MENU – Basishandelingen..............49
De geluidsinstellingen wijzigen ........50
De helderheid van het scherm wijzigen
....51
De standaardinstellingen van de
camera herstellen ....................... 52
Low Level Format uitvoeren
op geheugenkaart....................... 53
De spaarstandfunctie
(Automatisch Uit) ........................ 54
Klokfuncties..................................... 54
Opnamen maken in diverse
omstandigheden ......................... 56
Effecten toevoegen en opnamen
maken ......................................... 59
Een glimlach detecteren en een
opname maken ........................... 61
Knipoogdetectie gebruiken.............. 62
De gezicht-zelfontspanner gebruiken
... 63
De flitser uitzetten ........................... 65
Inzoomen op onderwerpen
(Digitale zoom)............................ 66
Datum en tijd aan de opname
toevoegen ................................... 68
De zelfontspanner gebruiken .......... 69
Opnamen maken in Programma
automatische belichting .............. 72
De helderheid aanpassen
(belichtingscompensatie) ............ 73
De flitser inschakelen ...................... 73
Close-ups maken (macro)............... 74
Onderwerpen op grote afstand
fotograferen (oneindig) ............... 74
De resolutie wijzigen
(beeldgrootte) ............................. 75
De hoofdstukken 1 t/m 3 beschrijven het basisgebruik en de veelgebruikte
functies van deze camera. Vanaf hoofdstuk 4 worden de geavanceerde
functies beschreven, waarbij u in elk volgend hoofdstuk meer leert.
1 Aan de slag ....................13
2 Meer informatie..............43
3
Opnamen maken in speciale
omstandigheden en
veelgebruikte functies
.....55
4 Zelf instellingen
selecteren.......................71
7
Inhoudsopgave
De compressieverhouding wijzigen
(beeldkwaliteit)............................ 75
De ISO-waarde wijzigen ................. 77
De witbalans aanpassen................. 78
Continu-opnamen maken................ 80
De kleurtoon van een foto wijzigen
(My Colors) ................................. 81
Opnamen maken met de
2 seconden-zelfontspanner ........ 82
De zelfontspanner aanpassen ........ 83
Opnamen maken via een tv............ 84
De compositie van de
opname wijzigen met
de focusvergrendeling ................ 84
De modus AF Frame wijzigen......... 86
Het autofocuskader vergroten......... 87
Opnamen maken met
AF lock........................................ 88
Opnamen maken met Servo AF ..... 89
De meetmethode wijzigen............... 90
Opnamen maken met de
AE lock ....................................... 91
Opnamen maken met de
FE lock........................................ 91
Opnamen maken met langzame
synchronisatie............................. 92
De helderheid corrigeren en
opnamen maken (i-Contrast)...... 93
Rode-ogencorrectie ........................ 94
Controleren op gesloten ogen......... 95
Opnamen met lange
sluitertijd maken.......................... 96
De kleur wijzigen en
opnamen maken......................... 97
Opnamen maken met Stitch-hulp ... 100
De filmmodus wijzigen .................. 102
De beeldkwaliteit wijzigen............. 103
AE lock/belichting.......................... 104
Overige opnamefuncties ............... 105
Afspeelfuncties .............................. 106
Bewerken ...................................... 107
Snel naar beelden zoeken............. 110
Beelden bekijken met de
filterweergave............................ 111
Diavoorstellingen bekijken.............113
De focus controleren ..................... 115
Beelden vergroten ......................... 116
Beeldovergangen wijzigen ............116
Beelden bekijken op een tv ...........117
Beelden weergeven op
een hdtv .................................... 118
Diverse beelden weergeven
(Smart Shuffle).......................... 119
Beelden beveiligen........................ 120
Alle beelden wissen.......................123
Beelden indelen in categorieën
(My Category) ........................... 125
Beelden markeren als favoriet.......127
Beelden roteren............................. 129
Het formaat van beelden wijzigen
...130
Trimmen ........................................ 131
Effecten toepassen met
de functie My Colors ................. 132
De helderheid corrigeren
(i-Contrast) ................................ 133
Het rode-ogeneffect corrigeren ..... 134
Beelden afdrukken ........................ 136
Afdrukken via de afdruklijst
(DPOF)...................................... 138
Beelden selecteren voor
afdrukken (DPOF)..................... 140
5 Haal meer uit uw
camera............................85
6
Diverse functies voor het
opnemen van films
........101
7
Diverse functies
gebruiken voor afspelen
en bewerken
..................109
8 Afdrukken.....................135
8
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt
De camera-instellingen wijzigen ....144
Instellingen voor opnamefuncties
wijzigen......................................150
Instellingen voor afspeelfuncties
wijzigen......................................153
Aansluiten op het lichtnet.............. 156
Problemen oplossen ..................... 157
Lijst met berichten die op het
scherm verschijnen................... 160
Informatieweergave op
het scherm ................................ 162
Beschikbare functies per
opnamemodus .......................... 164
Menu's........................................... 166
Voorzorgsmaatregelen.................. 170
Specificaties .................................. 171
Index ............................................. 175
Conventies die in deze handleiding
worden gebruikt
In de tekst worden pictogrammen gebruikt die de knoppen en schakelaars
van de camera voorstellen.
Tekst op het scherm wordt weergegeven binnen vierkante haken [ ].
De knoppen die een richting aanduiden en de knop FUNC./SET worden
aangeduid met de volgende pictogrammen.
: tips voor het oplossen van problemen.
: suggesties waarmee u meer uit uw camera kunt halen.
: zaken waarmee u voorzichtig moet zijn.
: aanvullende informatie.
(p. xx): Referentiepagina's. "xx" geeft het paginanummer aan.
In deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat alle functies de
standaardinstellingen hebben.
De diverse soorten geheugenkaarten die in deze camera kunnen worden
gebruikt, worden in deze handleiding aangeduid met de overkoepelende
term geheugenkaarten.
9 De camera-instellingen
aanpassen ....................143
10 Nuttige informatie ......155
(Knop Rechts)
(Knop FUNC./SET)
(Knop Omhoog)
(Knop Links)
(Knop Omlaag)
9
Veiligheidsvoorschriften
Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u de camera gebruikt.
Bedien de camera altijd zoals wordt beschreven in de handleiding.
De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina's zijn bedoeld om letsel bij uzelf of
bij andere personen, of schade aan de apparatuur te voorkomen.
Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangekochte accessoires die
u gebruikt.
Camera
Waarschuwing Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of
levensgevaar.
Voorzichtig Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
Voorzichtig Hiermee wordt gewezen op het risico van schade aan de
apparatuur.
Waarschuwing
Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd
vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen.
Riem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden tot verstikking.
Geheugenkaart: Gevaarlijk indien deze wordt ingeslikt. Neem in dat geval onmiddellijk
contact op met uw huisarts.
Probeer geen delen van de apparatuur te openen of te wijzigen tenzij hiervoor
expliciete aanwijzingen zijn opgenomen in deze handleiding.
Raak om letsel te voorkomen de binnenkant van de camera niet aan als deze is
gevallen of op een andere wijze is beschadigd.
Stop onmiddellijk met het gebruik van de camera als deze rook of een vreemde
geur afgeeft of andere vreemde verschijnselen vertoont.
Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, benzine of verdunners
om de apparatuur schoon te maken.
Voorkom dat vloeistoffen of vreemde objecten in de camera komen.
Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Als er vloeistoffen of vreemde objecten in de camera komen, schakelt u de camera
onmiddellijk uit en verwijdert u de batterij.
Gebruik alleen de aanbevolen energiebronnen voor stroomvoorziening.
Gebruik van andere voedingsbronnen kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
10
Veiligheidsvoorschriften
Batterij en batterijlader
Andere waarschuwingen
Gebruik alleen de aanbevolen batterijen.
Plaats de batterij niet in de buurt van of in open vuur.
Laat de batterij niet in contact komen met water (bijvoorbeeld zeewater) of
andere vloeistoffen.
Probeer de batterij niet te demonteren, te wijzigen of op te warmen.
Laat de batterij niet vallen en voorkom harde schokken of stoten.
Dit kan leiden tot explosies of lekkages die brand, letsel en/of schade aan de omgeving
kunnen veroorzaken. In het geval dat een batterij lekt en uw ogen, mond, huid of kleding
met de batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze onmiddellijk afspoelen met
water en medische hulp inschakelen.
Als de batterijlader nat is geworden, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en neemt
u contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
Gebruik alleen de aanbevolen batterijlader om de batterij op te laden.
Maak het netsnoer regelmatig los en veeg het stof en vuil weg dat zich heeft
opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied
eromheen.
Raak het netsnoer niet aan met natte handen.
Gebruik de apparatuur niet op een manier waarbij de nominale capaciteit van
het stopcontact of de kabelaccessoires wordt overschreden. Gebruik de
apparatuur niet als het netsnoer of de stekker is beschadigd of als deze niet
volledig in het stopcontact is geplaatst.
Zorg ervoor dat er geen stof of metalen objecten (zoals spelden of sleutels) in
contact komen met de contactpunten of stekker van de oplader.
Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Speel de meegeleverde cd-rom(s) met gegevens alleen af in een cd-speler die
hiervoor geschikt is.
Als u de cd-rom(s) afspeelt in een gewone cd-speler voor muziek-cd's, kunt u bovendien
de luidsprekers beschadigen. Uw gehoor kan beschadigd raken als u een koptelefoon
draagt terwijl u de harde geluiden van een cd-rom via een muziekspeler afspeelt.
Voorzichtig
Zorg dat de camera niet tegen voorwerpen stoot of wordt blootgesteld aan
schokken en stoten wanneer u deze aan de polsriem draagt.
Zorg dat u niet tegen de lens stoot of drukt.
Dit kan de camera beschadigen of verwondingen veroorzaken.
Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op de volgende plaatsen:
- plaatsen die aan sterk zonlicht blootstaan;
- plaatsen die blootstaan aan temperaturen boven 40 °C;
- vochtige of stoffige plaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of de batterij kan ontploffen, wat kan
leiden tot elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel. Hoge temperaturen
kunnen ook de behuizing vervormen.
11
Veiligheidsvoorschriften
De overgangseffecten in de diavoorstellingen kunnen onprettig zijn wanneer
iemand hier lang naar kijkt.
Zorg dat u de flitser niet per ongeluk met uw vingers of een kledingstuk bedekt
wanneer u een foto maakt.
Dit kan brandwonden of schade aan de flitser tot gevolg hebben.
Voorzichtig
Richt de camera niet direct op een sterke lichtbron (zoals de zon).
Dit kan de beeldsensor beschadigen of de werking ervan negatief beïnvloeden.
Als u de camera gebruikt op een strand of op een winderige plek, moet u erop
letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
Dit kan de werking van de camera negatief beïnvloeden.
Bij normaal gebruik kan er soms een beetje rook uit de flitser komen.
Dit komt door de hoge intensiteit van de flitser, waardoor er stofdeeltjes verbranden die
vastzitten aan de voorkant van het apparaat. Gebruik een wattenstaafje om vuil, stof of
ander materiaal van de flitser te verwijderen. Zo kunt u oververhitting en schade aan het
apparaat voorkomen.
Als de batterij is opgeladen en als u de batterijlader niet gebruikt, haalt u deze
uit het stopcontact.
Dek de batterijlader tijdens het opladen van een batterij niet af met voorwerpen
zoals een stuk textiel.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan deze oververhit
en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
Verwijder de batterij en sla deze op wanneer u de camera niet gebruikt.
Als de batterij in de camera wordt gelaten, kan deze gaan lekken.
Breng voordat u de batterij weggooit, tape of ander isolatiemateriaal aan over
de polen van de batterij.
Contact met andere metalen in afvalcontainers kan leiden tot brand of een explosie.
Plaats de batterij niet in de buurt van huisdieren.
Als huisdieren op de batterij kauwen, kan dit leiden tot lekkage, oververhitting of een
explosie, wat kan leiden tot brand of ander letsel.
Ga niet zitten terwijl u de camera in uw zak hebt.
Hierdoor kan het LCD-scherm beschadigd raken of kunnen er storingen in de werking van
het scherm optreden.
Let erop dat harde voorwerpen niet in contact komen met het LCD-scherm als
u de camera in uw tas stopt.
Bevestig geen accessoires aan de polsriem.
Hierdoor kan het LCD-scherm beschadigd raken of kunnen er storingen in de werking van
het scherm optreden.
13
1
Aan de slag
Dit hoofdstuk beschrijft het voorbereiden van de opnamen, het maken
van opnamen in de modus A en het bekijken, wissen en afdrukken
van de gemaakte foto's. Het laatste deel van het hoofdstuk behandelt
het maken en bekijken van films en het downloaden van beelden naar
een computer.
De riem bevestigen/de camera vasthouden
Bevestig de meegeleverde riem aan de camera en draag deze om uw
pols tijdens het maken van opnamen, om te voorkomen dat u de camera
laat vallen.
Houd uw armen stevig tegen uw lichaam en houd de camera stevig aan
weerszijden vast. Zorg dat uw vingers de flitser niet blokkeren.
Riem
14
De batterij opladen
Gebruik de meegeleverde lader om de batterij op te laden. Bij aankoop is de
batterij niet opgeladen. U moet deze dus eerst opladen.
Verwijder het klepje.
Plaats de batterij.
Zorg dat de markering S op de batterij
overeenkomt met de markering op de
lader en plaats vervolgens de batterij door
deze naar binnen en naar beneden
te schuiven.
Laad de batterij op.
Voor CB-2LV: kantel de stekker naar
buiten en steek deze in een
stopcontact .
Voor CB-2LVE: sluit het netsnoer aan
op de batterijlader en steek het andere
uiteinde in een stopcontact.
XHet oplaadlampje gaat rood branden en
het opladen begint.
Als de batterij volledig is opgeladen, wordt
het oplaadlampje groen. Het laden duurt
ongeveer 1 uur en 30 minuten.
Verwijder de batterij.
Haal het netsnoer van de batterijlader uit
het stopcontact en verwijder de batterij
door deze naar binnen en omhoog
te schuiven.
CB-2LV
CB-2LVE
Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij te
beschermen en de levensduur van de batterij te verlengen.
15
De batterij opladen
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt (bij benadering)
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op metingen volgens de
CIPA-norm (Camera & Imaging Products Association).
Onder bepaalde omstandigheden is het aantal opnamen dat gemaakt kan worden,
kleiner dan hierboven is aangegeven.
Batterij-oplaadlampje
Op het scherm verschijnt een pictogram of een bericht om de resterende
lading van de batterij aan te geven.
Aantal opnamen 230
Afspeeltijd (uren) 6
Weergave Betekenis
Voldoende opgeladen.
Lets leger, maar nog voldoende opgeladen.
(knippert rood) Bijna leeg. Laad de batterij op.
"Vervang\Verwissel accu" Leeg. Laad de batterij opnieuw op.
De batterij en de lader efficiënt gebruiken
Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of de dag daarvoor.
Opgeladen batterijen verliezen voortdurend wat van hun lading, ook als ze niet
worden gebruikt.
De batterij een lange tijd bewaren:
Zorg dat de batterij volledig leeg is voordat u deze uit de camera haalt.
Bevestig het klepje op de aansluitpunten en berg de batterij op. Wanneer u een
batterij die niet volledig leeg is een lange tijd (ongeveer een jaar) niet gebruikt,
kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen.
U kunt de batterijlader ook in het buitenland gebruiken.
De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V
(50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte
stekkeradapter gebruiken. Gebruik in het buitenland geen elektrische
transformatoren, omdat dit kan leiden tot beschadigingen.
De batterij kan plaatselijk wat opzwellen.
Dit is een normaal kenmerk van de batterij en duidt niet op een probleem.
Als de batterij echter zodanig opzwelt dat ze niet meer in de camera past, moet
u contact opnemen met een helpdesk van Canon Klantenservice.
Als de batterij snel weer leeg is na het opladen, is de levensduur opgebruikt.
Koop dan een nieuwe batterij.
Plaats het klepje zodanig op een geladen
batterij dat de markering S zichtbaar is.
16
Geheugenkaarten formatteren
(afzonderlijk verkrijgbaar)
SD-geheugenkaarten (2 GB en minder)*
SDHC-geheugenkaarten (meer dan 2 GB, maximaal 32 GB)*
SDXC-geheugenkaarten (meer dan 32 GB)*
MultiMediaCard-geheugenkaarten
MMCplus-geheugenkaarten
HC MMCplus-geheugenkaarten
* Deze geheugenkaart is compatibel met de SD-standaarden. Sommige kaarten
werken mogelijk niet goed, afhankelijk van het gebruikte kaartmerk.
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recycleren
Als u de camera wilt weggooien, dient u eerst de interne oplaadbare
lithiumbatterij te verwijderen en recycleren overeenkomstig plaatselijke
voorschriften.
Draai de schroeven van de
behuizing los.
Draai de schroeven van de behuizing aan
de zijkanten en onderzijde los.
Verwijder de voorkant.
Verwijder de voorkant door deze
onderaan op te tillen.
Afhankelijk van het besturingssysteem van uw computer worden
SDXC-geheugenkaarten mogelijk niet herkend wanneer u een kaartlezer
gebruikt. Controleer vooraf of deze functie wordt ondersteund door uw
besturingssysteem.
Raak de flitser nooit aan!
Raak de flitser nooit aan. Anders
kunt u een elektrische schok
oplopen door het hoge voltage.
17
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Verwijder de batterij.
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk
verkrijgbaar).
Controleer het schuifje voor
schrijfbeveiliging van de kaart.
Als de geheugenkaart een schuifje voor
schrijfbeveiliging bevat, kunt u geen
opnamen maken als het schuifje is
ingesteld op vergrendeld. Duw het
schuifje omhoog totdat u een klik hoort.
Open het klepje.
Schuif het klepje naar buiten en
omhoog om het te openen.
Raak dit gedeelte nooit aan!
Raak het gebied dat in de afbeelding
is gemarkeerd nooit aan. Anders
kunt u een elektrische schok
oplopen door het hoge voltage.
Verwijder de camerabehuizing alleen wanneer u de interne
oplaadbare lithiumbatterij wilt verwijderen zodat u deze batterij
kunt recycleren voordat u de camera weggooit.
18
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Plaats de batterij.
Plaats de batterij op de afgebeelde wijze
totdat deze vastklikt.
Zorg dat u de batterij in de juiste richting
plaatst, anders klikt deze niet goed vast.
Plaats de geheugenkaart.
Plaats de geheugenkaart op de
afgebeelde wijze totdat deze vastklikt.
Plaats de geheugenkaart in de juiste
richting. Als u de geheugenkaart in de
verkeerde richting probeert te plaatsen,
kunt u de camera beschadigen.
Sluit het klepje.
Sluit het klepje en duw het lichtjes aan
terwijl u het naar binnen schuift, totdat het
vastklikt .
Aansluitpunten
Aansluitpunten
Wat als [Geheugenkaart op slot] op het scherm verschijnt?
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten hebben een schuifje voor
schrijfbeveiliging. Als dit schuifje is ingesteld op vergrendeld, verschijnt op het
scherm [Geheugenkaart op slot]. U kunt dan geen beelden opnemen of wissen.
19
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Verwijder de batterij.
Open het klepje en duw de
batterijvergrendeling in de richting van
de pijl.
XDe batterij wipt nu omhoog.
Verwijder de geheugenkaart.
Duw de geheugenkaart naar binnen
tot u een klik hoort en laat de kaart
langzaam los.
XDe geheugenkaart wipt nu omhoog.
Aantal opnamen per geheugenkaart (bij benadering)
Deze waarden zijn gebaseerd op de standaardinstellingen.
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, varieert al naar gelang de camera-
instellingen, het onderwerp en de geheugenkaart die u gebruikt.
Geheugenkaart 4GB 16GB
Aantal opnamen 1058 4334
Wilt u kijken hoeveel opnamen u nog kunt maken?
U kunt zien hoeveel opnamen u nog kunt maken als de camera in de
opnamemodus is ingesteld (p. 25).
Aantal opnamen dat
kan worden gemaakt
20
De datum en tijd instellen
Het scherm voor datum/tijd-instellingen verschijnt wanneer de camera
voor het eerst wordt ingeschakeld. Aangezien de datum en tijd die aan uw
opnamen worden toegevoegd op deze instellingen worden gebaseerd, is het
belangrijk dat u deze instelt.
Schakel de camera in.
Druk op de knop ON/OFF.
XHet scherm Datum/Tijd verschijnt.
Stel de datum en tijd in.
Druk op de knoppen qr om een optie te
selecteren.
Druk op de knoppen op om een waarde
in te stellen.
Voltooi de instelling.
Druk op de knop m.
XNadat u de datum en tijd hebt ingesteld,
wordt het scherm Datum/Tijd gesloten.
Als u op de knop ON/OFF drukt, wordt de
camera uitgeschakeld.
Het scherm Datum/Tijd komt steeds terug
Stel de juiste datum en tijd in. Als u de datum en tijd niet goed hebt ingesteld,
verschijnt het scherm Datum/Tijd elke keer als u de camera inschakelt.
Instellingen voor zomertijd
Als u bij stap 2 selecteert en met behulp van de knoppen op de instelling
selecteert, wordt de zomertijd (normale tijd plus 1 uur) ingesteld.
21
Datum en tijd wijzigen
U kunt de huidige instellingen voor de datum en tijd wijzigen.
Open de menulijst.
Druk op de knop n.
Selecteer [Datum/Tijd] op het
tabblad 3.
Druk op de knoppen qr om het tabblad
3 te selecteren.
Druk op de knoppen op om [Datum/Tijd]
te selecteren en druk op de knop m.
Wijzig de datum en/of de tijd.
Volg stap 2 en 3 op p. 20 om de instelling
te wijzigen.
Als u op de knop n drukt, wordt het
menu gesloten.
Datum/tijd-batterij
De camera bevat een ingebouwde datum/tijd-batterij. Dit is een reservebatterij
die de datum/tijd-instellingen ongeveer drie weken kan vasthouden nadat de
andere batterij is verwijderd.
Als u een opgeladen batterij plaatst of een voedingsadapterset aansluit
(afzonderlijk verkrijgbaar, p. 40), kan de datum/tijd-batterij in ongeveer 4 uur
worden opgeladen, zelfs als de camera niet is ingeschakeld.
Als de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het menu Datum/Tijd als u de
camera inschakelt. Volg de stappen op p. 20 om de datum en tijd in te stellen.
22
De taal van het scherm instellen
U kunt de taal wijzigen die op het scherm wordt weergegeven.
Selecteer de afspeelmodus.
Druk op de knop 1.
Open het instellingenscherm.
Houd de knop m ingedrukt terwijl u op de
knop n drukt.
XHet instellingenscherm wordt
weergegeven.
Stel de taal van het LCD-scherm in.
Druk op de knoppen opqr om een taal
te selecteren en druk vervolgens op de
knop m.
XNadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm
gesloten.
Wat als de klok verschijnt als ik op m druk?
De klok verschijnt als er te veel tijd zit tussen het indrukken van de knop m en
de knop n in stap 2. Als de klok verschijnt, drukt u op de knop m om de
klok te sluiten en herhaalt u stap 2.
U kunt de taal van het LCD-scherm ook wijzigen door op n te
drukken, het tabblad 3 te selecteren en vervolgens het menu-item [Taal]
te selecteren.
23
Geheugenkaarten formatteren
Voordat u een nieuwe geheugenkaart gaat gebruiken of een geheugenkaart die
is geformatteerd in een ander apparaat, moet u de kaart formatteren met deze
camera. Door het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden
alle gegevens op de kaart gewist. Aangezien u de gewiste gegevens niet kunt
herstellen, moet u uiterst voorzichtig zijn als u een geheugenkaart gaat formatteren.
Open het menu.
Druk op de knop n.
Selecteer [Formateren].
Druk op de knoppen qr om het tabblad
3 te selecteren.
Druk op de knoppen op om
[Formateren] te selecteren en druk
vervolgens op de knop m.
Formatteer de geheugenkaart.
Druk op de knoppen qr om [OK] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop m.
XEr wordt een bevestigingsscherm
weergegeven.
Druk op de knoppen op om [OK] te
selecteren en druk op de knop m.
XDe geheugenkaart wordt geformatteerd.
XNa het formatteren wordt [Geheugenkaart
is geformatteerd] weergegeven op het
scherm.
Druk op de knop m.
Het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van de gegevens op
de geheugenkaart wijzigt enkel de bestandsbeheerinformatie op de kaart en
garandeert niet dat de inhoud volledig wordt gewist. Wees voorzichtig bij het
downloaden of weggooien van een geheugenkaart. Tref voorzorgsmaatregelen,
zoals het fysiek vernietigen van de kaart, wanneer u een geheugenkaart
weggooit, om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
24
De sluiterknop indrukken
De sluiterknop indrukken
Druk de sluiterknop altijd eerst half in om de focus in te stellen en druk de
knop daarna helemaal in om de opname te maken.
Druk de knop half in (om scherp
te stellen).
Druk de knop half in totdat de camera
tweemaal piept en AF-kaders worden
weergegeven op het punt waarop de
camera is scherpgesteld.
Druk de knop volledig in (om de
opname te maken).
XU hoort het geluid van de sluiter als de
opname wordt gemaakt.
Beweeg de camera niet terwijl u dit geluid
hoort, aangezien op dat moment de foto
wordt gemaakt.
De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt
weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan wordt aangegeven op
de geheugenkaart.
Kan het geluid van de sluiter langer duren?
Aangezien de opnameduur afhangt van de situatie, kan het geluid van de sluiter
korter of langer duren.
Als de camera of het onderwerp tijdens dit geluid beweegt, kan het opgenomen
beeld onscherp zijn.
Als u een opname maakt zonder de sluiterknop half in te drukken, is het
beeld wellicht onscherp.
25
Foto's maken (Smart Auto)
De camera kan de onderwerp- en opnameomstandigheden bepalen, zodat
u de camera automatisch de beste instellingen voor de compositie kunt laten
selecteren en u alleen nog maar de foto hoeft te maken.
De camera kan ook gezichten detecteren en hierop automatisch
scherpstellen, waarna de kleur en helderheid optimaal worden ingesteld.
Schakel de camera in.
Druk op de knop ON/OFF.
XHet opstartscherm verschijnt.
Selecteer de modus A.
Stel de modusschakelaar in op A.
Als u de camera op het onderwerp richt,
maakt de camera geluid omdat deze de
compositie bepaalt.
XHet pictogram voor de ingestelde
compositie wordt weergegeven in de
rechterbovenhoek van het scherm.
XDe camera stelt scherp op gedetecteerde
gezichten en geeft kaders weer rond deze
gezichten.
Kies de compositie.
Als u de zoomknop naar i draait, zoomt
u in op het onderwerp zodat dit groter lijkt.
Als u de zoomknop naar j draait, zoomt
u uit op het onderwerp zodat dit kleiner
lijkt (de zoombalk wordt weergegeven).
Stel scherp.
Druk de sluiterknop half in om scherp
te stellen.
Zoombalk
27
Foto's maken (Smart Auto)
Compositiepictogrammen
De camera geeft automatisch een pictogram weer voor de bepaalde
compositie en stelt vervolgens automatisch de focus in en selecteert de
optimale instellingen voor de helderheid en kleur voor het onderwerp.
* Wordt weergegeven wanneer de compositie donker is en de camera aan een
statief is bevestigd.
Achtergrond Helder Inclusief blauwe
luchten
Zonson-
dergan-
gen
Donker
Onderwerp Tegen-
licht
Tegen-
licht
Met een
statief
Mensen —*
In beweging —— —
Niet-menselijke
onderwerpen/
landschappen
*
Onderwerpen van
dichtbij ——
Achtergrondkleur
pictogram Grijs Lichtblauw Oranje Donkerblauw
Onder bepaalde omstandigheden past het weergegeven pictogram niet
bij de werkelijke compositie. Dit gebeurt met name wanneer er een
oranje of blauwe achtergrond is (bijvoorbeeld een muur); of het
pictogram "Inclusief blauwe luchten" wordt weergegeven, waardoor
u geen foto's kunt maken met de juiste kleur. Probeer in dat geval
opnamen te maken in de modus G (p. 72).
28
Foto's maken (Smart Auto)
Wat als...
Wat als er witte en grijze kaders verschijnen wanneer u de camera op een
onderwerp richt?
Als er gezichten worden herkend, verschijnt een wit kader rond het gezicht van
het hoofdonderwerp. Rond de andere herkende gezichten verschijnt een grijs
kader. De kaders volgen de onderwerpen binnen een bepaald bereik (p. 86).
Als het hoofdonderwerp beweegt, worden echter grijze kaders weergegeven.
Wat als er een blauw kader verschijnt wanneer u de sluiterknop half indrukt?
Er verschijnt een blauw kader wanneer een bewegend onderwerp wordt gedetecteerd.
De scherpstelling en belichting worden voortdurend aangepast (Servo AF).
Wat als het lampje oranje knippert en knippert op het scherm?
Bevestig de camera op een statief, zodat de camera niet kan bewegen en
daardoor het beeld onscherp maken.
Wat als de camera geen enkel geluid maakt?
Als u op de knop l drukt terwijl u de camera inschakelt, worden alle
camerageluiden uitgeschakeld, behalve de waarschuwingsgeluiden. Om het
geluid in te schakelen, drukt u op de knop n, selecteert u het tabblad 3 en
vervolgens de optie [mute]. Druk op de knoppen qr om [Uit] te selecteren.
Wat als het beeld donker is terwijl toch de flitser is gebruikt bij de opname?
Het onderwerp valt buiten het bereik van de flitser. Duw de zoomknop naar j
en houd de knop vast tot de lens niet meer beweegt. De camera bevindt zich in
de maximale groothoekinstelling en u kunt opnamen maken binnen het
effectieve flitsbereik van ongeveer 30 cm – 4,0 m.
Duw de zoomknop naar i en houd de knop vast tot de lens niet meer
beweegt. De camera bevindt zich in de maximale telelensinstelling en u kunt
opnamen maken binnen het effectieve flitsbereik van ongeveer 50 cm – 2,0 m.
Wat als de camera één keer piept wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt?
Het onderwerp is te dichtbij. Duw de zoomknop naar j en houd de knop
vast tot de lens niet meer beweegt. De camera staat nu in de maximale
groothoekinstelling en u kunt scherpstellen op onderwerpen die zich ongeveer
3 cm of meer van het uiteinde van de lens bevinden.
Duw de zoomknop naar
i
en houd de knop vast tot de lens niet meer beweegt.
De camera staat nu in de maximale telelensinstelling en u kunt scherpstellen op
onderwerpen die zich ongeveer 80 cm of meer van het uiteinde van de lens bevinden.
Wat als het lampje gaat branden wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt?
Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te vergemakkelijken,
kan het lampje gaan branden bij opnamen in een donkere omgeving.
Wat als het pictogram h knippert wanneer u een foto probeert te maken?
De flitser is aan het opladen. U kunt een foto nemen wanneer de flitser is opgeladen.
29
Beelden bekijken
U kunt de foto's die u hebt gemaakt op het scherm bekijken.
Selecteer de afspeelmodus.
Druk op de knop 1.
XDe laatst gemaakte opname verschijnt.
Selecteer een beeld.
Als u op de knop q drukt, doorloopt
u de beelden in omgekeerde volgorde
van opname, van het nieuwste beeld naar
het oudste.
Als u op de knop r drukt, doorloopt
u de beelden in volgorde van opname,
van het oudste beeld naar het nieuwste.
De beelden wisselen sneller als
u de knoppen qr ingedrukt houdt.
Na ongeveer 1 minuut wordt de lens weer
ingetrokken.
Als u nogmaals op de knop 1 drukt
terwijl de lens is ingetrokken, wordt de
stroom uitgeschakeld.
Overschakelen naar de opnamemodus
Als u de sluiterknop half indrukt in de afspeelmodus, gaat de camera terug naar
de opnamemodus.
30
Beelden wissen
U kunt de beelden één voor één selecteren en wissen. Gewiste beelden
kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist.
Selecteer de afspeelmodus.
Druk op de knop 1.
XDe laatst gemaakte opname verschijnt.
Selecteer het beeld dat u wilt
wissen.
Druk op de knoppen qr om een beeld
weer te geven dat u wilt wissen.
Wis het beeld.
Druk op de knop p.
X[Wissen ?] verschijnt.
Druk op de knoppen qr om [Wissen]
te selecteren en druk vervolgens op
de knop m.
XHet getoonde beeld wordt gewist.
Als u het beeld niet wilt wissen, drukt u op
de knoppen qr om [Stop] te selecteren
en drukt u vervolgens op de knop m.
31
Films opnemen
De camera kan automatisch alle instellingen selecteren, zodat u alleen nog
op de sluiterknop hoeft te drukken om te filmen.
Als u de camera een lange tijd gebruikt, kan deze warm worden. Dit is niet
het gevolg van een storing.
Selecteer de modus E.
Stel de modusschakelaar in op E.
Stel de compositie samen.
Als u de zoomknop naar i draait, zoomt
u in op het onderwerp zodat dit groter lijkt.
Als u de zoomknop naar j draait, zoomt
u uit op het onderwerp zodat dit kleiner lijkt.
Stel scherp.
Druk de sluiterknop half in om scherp
te stellen.
XTerwijl de camera wordt scherpgesteld,
hoort u tweemaal een piepgeluid en
brandt het lampje groen.
Maak de opname.
Druk de sluiterknop helemaal in.
Opnametijd
32
Films opnemen
XDe camera begint met de filmopname en
op het scherm verschijnen [ REC] en de
verstreken tijd.
Als de opname is begonnen, haalt u uw
vinger van de sluiterknop.
Als u tijdens de opname de compositie
wijzigt, blijft de focus hetzelfde maar
worden de helderheid en de kleurtoon
automatisch aangepast.
Raak de microfoon niet aan tijdens
de opname.
Gebruik tijdens de opname geen andere
knoppen dan de sluiterknop. Het geluid van
de knoppen wordt in de film opgenomen.
Stop de opname.
Druk de sluiterknop nogmaals helemaal in.
XDe camera geeft één pieptoon en stopt
met opnemen.
XDe film wordt naar de geheugenkaart
weggeschreven.
XDe opname stopt automatisch wanneer
de geheugenkaart vol is.
Geschatte opnametijden
Deze waarden zijn gebaseerd op de standaardinstellingen.
De maximale cliplengte is ongeveer tien minuten.
Bij sommige geheugenkaarten kan de opname ook worden gestopt als de maximale
cliplengte nog niet is bereikt. U kunt het beste SD Speed Class 4-geheugenkaarten of
hoger gebruiken.
Verstreken tijd
Microfoon
Het onderwerp vergroten tijdens de opname
Als u de zoomknop naar i draait, zoomt u in op het onderwerp.
De bedieningsgeluiden worden echter opgenomen en de film kan grof lijken.
Geheugenkaart 4GB 16GB
Opnametijd 21 min. 23 sec. 1 uur 27 min. 37 sec.
33
Films bekijken
U kunt de films die u hebt gemaakt, op het scherm bekijken.
Selecteer de afspeelmodus.
Druk op de knop 1.
XDe laatst gemaakte opname verschijnt.
X wordt weergegeven op films.
Selecteer een film.
Druk op de knoppen qr om een film te
selecteren.
Speel de film af.
Druk op de knop m, druk op de knoppen
op om te selecteren en druk
nogmaals op de knop m.
XDe film wordt afgespeeld.
Als u nogmaals op de knop m drukt,
wordt de film onderbroken en het
bedieningspaneel weergegeven. Druk op
de knoppen qr om (Afspelen) te
selecteren en druk op de knop m om het
afspelen te hervatten.
Druk op de knoppen op om het volume
aan te passen.
XNa het einde van de film verschijnt .
34
Films bekijken
Wat als u geen films kunt afspelen op een computer?
Installeer de software (p. 36).
Als u een film bekijkt op een computer, kunnen de kaders verdwijnen. De weergave
kan schokkerig zijn en het geluid kan opeens ophouden. Dit hangt af van de
computercapaciteit.
Als u de meegeleverde software gebruikt om de film weer naar de geheugenkaart
te kopiëren, kunt u de film zonder problemen met de camera afspelen. Voor
geavanceerd afspelen kunt u de camera aansluiten op een televisie.
35
Beelden downloaden naar een computer
voor weergave
U kunt de meegeleverde software gebruiken om uw camerabeelden naar
een computer te downloaden zodat u deze kunt bekijken. Als u ZoomBrowser
EX/ImageBrowser al gebruikt, installeert u de software van de meegeleverde
cd-rom, zodat de huidige installatie wordt overschreven.
Systeemvereisten
Windows
* Voor Windows XP moet Microsoft .NET Framework 3.0 of hoger (max. 500 MB) zijn
geïnstalleerd. De installatie kan enige tijd duren, afhankelijk van de capaciteit van de computer.
Macintosh
Besturingssysteem
Windows 7
Windows Vista (inclusief Service Pack 1 en 2)
Windows XP Service Pack 2, Service Pack 3
Computermodel Het bovenstaande besturingssysteem moet vooraf zijn
geïnstalleerd op computers met ingebouwde USB-poorten.
CPU Beelden weergeven: Pentium 1,3 GHz of sneller
Films weergeven: Core2 Duo 1,66 GHz of sneller
RAM
Windows 7 (64 bits): 2 GB of meer
Windows 7 (32 bits), Windows Vista: 1 GB of meer
Windows XP: beelden weergeven: 512 MB of meer, films
weergeven: 1 GB of meer
Interface USB
Vrije ruimte op de
vaste schijf
ZoomBrowser EX: 200 MB of meer*
PhotoStitch: 40 MB of meer
Weergave 1.024 x 768 pixels of hoger
Besturingssysteem Mac OS X (v10.4 – v10.6)
Computermodel Het bovenstaande besturingssysteem moet vooraf zijn
geïnstalleerd op computers met ingebouwde USB-poorten.
CPU Beelden weergeven: PowerPC G4/G5- of Intel-processor
Films weergeven: Core Duo 1,66 GHz of sneller
RAM
Mac OS X v10.4 – v10.5: beelden weergeven: 512 MB of meer,
films weergeven: 1 GB of meer
Mac OS X v10.6: 1 GB of meer
Interface USB
Vrije ruimte op de
vaste schijf
ImageBrowser: 300 MB of meer
PhotoStitch: 50 MB of meer
Weergave 1.024 x 768 pixels of hoger
36
Beelden downloaden naar een computer voor weergave
Voorbereidingen
In de volgende beschrijvingen worden Windows Vista en Mac OS X (v10.5) gebruikt.
Installeer de software.
Windows
Plaats de cd in het cd-romstation van
de computer.
Plaats de meegeleverde cd-rom (Cd
DIGITAL CAMERA Solution Disk) (p. 2)
in het cd-romstation van de computer.
Start de installatie.
Klik op [Easy Installation/Eenvoudige
installatie] en volg de instructies op het
scherm om verder te gaan met de installatie.
Als het scherm [User Account Control/
Beheer gebruikersaccount] wordt
weergegeven, volgt u de instructies op het
scherm om verder te gaan.
Als de installatie is voltooid, klikt
u op [Restart/Opnieuw starten] of
[Finish/Voltooien].
Verwijder de cd-rom.
Verwijder de cd-rom wanneer uw
bureaubladscherm verschijnt.
Macintosh
Plaats de cd in het cd-romstation van
de computer.
Plaats de meegeleverde cd-rom (Cd
DIGITAL CAMERA Solution Disk) (p. 2)
in het cd-romstation van de computer.
Start de installatie.
Dubbelklik op op de cd.
37
Beelden downloaden naar een computer voor weergave
Klik op [Install/Installeren] en volg de
instructies op het scherm om verder
te gaan met de installatie.
Sluit de camera aan op de
computer.
Schakel de camera uit.
Open het klepje en steek de kleine stekker
stevig in de aansluiting van de camera in
de aangegeven richting.
Steek de grote kabelstekker in de printer.
Raadpleeg de handleiding van de
computer voor meer informatie over de
aansluiting.
Schakel de camera in.
Druk op 1 om de camera aan te zetten.
Open CameraWindow.
Windows
Klik op [Downloads Images From Canon
Camera using Canon CameraWindow/
Beelden van Canon-camera via Canon
CameraWindow downloaden].
XCameraWindow verschijnt.
Als CameraWindow niet verschijnt,
klikt u op het menu [Start] en selecteert
u [All Programs/Alle programma's],
gevolgd door [Canon Utilities],
[CameraWindow] en [CameraWindow].
Macintosh
XWanneer er een verbinding tot stand is
gebracht tussen de camera en de
computer, wordt CameraWindow
weergegeven.
Als CameraWindow niet verschijnt, klikt
u op het pictogram CameraWindow in
de taakbalk onder aan het bureaublad.
38
Films bekijken
Beelden downloaden en weergeven
Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-overgedragen beelden
importeren].
XAlle beelden die nog niet zijn overgedragen,
worden nu naar de computer overgedragen.
Overgedragen beelden worden gesorteerd
op datum en opgeslagen in afzonderlijke
submappen in de map Afbeeldingen.
Wanneer [Image import complete./Beelden
geïmporteerd.] wordt weergegeven, klikt u
op [OK] en op [X] om CameraWindow te
sluiten.
Schakel de camera uit en verwijder de kabel.
Raadpleeg de Softwarehandleiding voor
overige bewerkingen.
Voer in Windows 7 de volgende stappen uit om CameraWindow weer
te geven.
Klik op op de taakbalk.
Klik in het weergegeven scherm op de koppeling om het
programma te wijzigen.
Klik op [Downloads Images From Canon Camera using Canon
CameraWindow/Beelden van Canon-camera via Canon
CameraWindow downloaden] en klik op [OK].
Dubbelklik op .
U kunt uw camerabeelden downloaden zonder de meegeleverde
software te installeren door uw camera eenvoudigweg aan te sluiten op
de computer. Hierbij gelden echter de volgende beperkingen:
Nadat u de camera hebt aangesloten, kan het enkele minuten duren
voordat u beelden kunt downloaden.
Films worden wellicht niet goed gedownload.
Beelden die in verticale positie zijn opgenomen, worden mogelijk in
horizontale positie gedownload.
Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen verloren gaan bij het
downloaden naar een computer.
Er kunnen problemen ontstaan bij het downloaden van beelden of
beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het gebruikte
besturingssysteem, de bestandsgrootte of de gebruikte software.
39
Accessoires
Polsriem
WS-DC7
Interfacekabel
IFC-400PCU*
Cd DIGITAL CAMERA
Solution Disk
AV-kabel
AVC-DC400*
Meegeleverd met camera
Batterij NB-4L*
(met kapje)
Batterijlader
CB-2LV/CB-2LVE*
Kaartlezer
Windows/Macintosh
Geheugenkaart
InkjetprintersCompact Photo Printers
(SELPHY-serie)
Canon PictBridge-compatibele printers
Tv/video
*Ook afzonderlijk verkrijgbaar.
Zie de gebruikershandleiding bij de printer voor meer informatie over de
printer en interfacekabels.
HDMI-kabel HTC-100 Hdtv
40
Afzonderlijk verkrijgbare accessoires
De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. Sommige accessoires
worden niet verkocht of zijn niet meer verkrijgbaar in sommige regio's.
Voedingen
Voedingsadapterset ACK-DC60
Met deze set kunt u de camera aansluiten
op een gewoon stopcontact. Dit wordt
aanbevolen wanneer u de camera
gedurende langere tijd wilt gebruiken of
wanneer u de camera aansluit op een
computer of printer. U kunt op deze manier
niet de batterij in de camera opladen.
De voedingsadapterset ACK-DC10 kan ook
worden gebruikt.
Batterijlader CB-2LV/CB-2LVE
Een adapter voor het opladen van de batterij
NB-4L.
Batterij NB-4L
Oplaadbare lithium-ionbatterij.
Accessoires gebruiken in het buitenland
De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden gebruikt in gebieden
met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het
stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik in
het buitenland geen elektrische transformatoren, omdat dit kan leiden tot
beschadigingen.
VOORZICHTIG
ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJ WORDT VERVANGEN DOOR EEN
ONJUIST TYPE BATTERIJ.
HOUD U BIJ HET WEGGOOIEN VAN GEBRUIKTE BATTERIJEN AAN DE LOKALE
VOORSCHRIFTEN HIERVOOR.
41
Afzonderlijk verkrijgbare accessoires
Flitser
Canon krachtige flitser HF-DC1
Met deze extra flitser die op de camera kan
worden bevestigd, kunt u foto-onderwerpen
vastleggen die te ver weg zijn om door de
ingebouwde flitser te worden belicht.
Overige accessoires
Waterdichte behuizing WP-DC37
Gebruik deze behuizing voor het maken
van foto's onder water tot op een diepte van
40 meter, voor het maken van foto's in de
regen, op het strand en op skipistes.
HDMI-kabel HTC-100
Gebruik deze kabel om de camera aan te
sluiten op de HDMI™-aansluiting van een hdtv.
Printer
Canon PictBridge-compatibele printers
Als u uw camera aansluit op een Canon
PictBridge-compatibele printers, kunt u uw
beelden afdrukken zonder een computer te
gebruiken.
Ga voor meer informatie naar een winkel bij
u in de buurt waar Canon-producten worden
verkocht.
SELPHY-serie
Inkjetprinters
Gebruik van Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het wordt
gebruikt in combinatie met accessoires van het merk Canon. Canon is niet aansprakelijk
voor eventuele schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand enzovoort, die worden
veroorzaakt door de slechte werking van accessoires van een ander merk (bijvoorbeeld lekkage
en/of explosie van een batterij). Houd er rekening mee dat deze garantie niet van toepassing is
op reparaties die voortvloeien uit een slechte werking van accessoires die niet door Canon zijn
vervaardigd, hoewel u dergelijke reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren.
42
43
2
Meer informatie
Dit hoofdstuk beschrijft de onderdelen van de camera en de
informatie op het scherm, evenals instructies voor het basisgebruik.
44
Overzicht van de onderdelen
Modusschakelaar
Met de modusschakelaar wijzigt u de opnamemodus.
Lampje (pp. 6163, 69, 150)
Lens
Sluiterknop (p. 24)
Zoomknop
Opnemen: i (telelens)/
j(groothoek) (p. 25)
Afspelen: k (vergroten)/
g(index) (pp. 110, 116)
Knop ON/OFF (p. 20)
Luidspreker
Microfoon (p. 32)
Flitser (pp. 65, 73, 92)
Aansluiting statief
Klepje gelijkstroomkoppeling (p. 156)
Klepje geheugenkaartsleuf/
batterijhouder (p. 17)
Riembevestigingspunt (p. 13)
Voor het opnemen van films (pp. 31, 101).
U kunt de camera instellingen laten
selecteren voor volledig automatische
opnamen (p. 25).
U kunt opnamen maken met de beste
instellingen voor de compositie (p. 56) of
zelf instellingen kiezen om verscheidene
typen foto's te maken (pp. 55, 71, 85).
45
Overzicht van de onderdelen
Lampje (p. 47)
Scherm (LCD-monitor) (p. 46)
Knop 1(Afspelen) (pp. 29, 109)
HDMI-aansluiting (p. 118)
A/V OUT- (audio/video-uitgang) (p. 117)/
DIGITAL-aansluiting (pp. 37, 136)
Modusschakelaar (p. 44)
Knop n (p. 49)
Knop l (Weergave) (p. 46)
Knop b (Belichtingscompensatie)
(p. 73)/
o
Knop e (Macro)
(p. 74)
/u (Oneindig)
(p. 74)
/q
Knop m FUNC./SET (Functie/Instellen)
(p. 48)
Knop h (Flitser)
(pp. 65
,
73
,
92)
/r
Knop
Q
(Zelfontspanner) (pp. 69, 82, 83)/
a (1 beeld wissen) (p. 30)/p
46
Schermweergave
Heen en weer schakelen tussen weergaven
U kunt de schermweergave wijzigen met de knop l Raadpleeg p. 162
voor details over de informatie die op het scherm verschijnt.
Opnamen maken
Afspelen
Informatieweergave Geen informatieweergave
Geen
informatieweergave
Korte
informatieweergave
Focuscontroleweergave
(p. 115)
Uitgebreide
informatieweergave
U kunt ook schakelen tussen weergaven door gelijk na de opname op de
knop l te drukken terwijl het beeld wordt weergegeven. De korte
informatieweergave is echter niet beschikbaar. U kunt de weergave die
als eerste verschijnt, wijzigen door op de knop n te drukken, het
tabblad 4 te kiezen en vervolgens de instelling [terugkijken] (p. 151).
47
Lampje
Schermweergave in donkere omgevingen tijdens opnamen
Als u in een donkere omgeving opnamen maakt, wordt het LCD-
scherm automatisch helder zodat u de compositie kunt controleren
(de nachtschermfunctie). De helderheid van de opname op het scherm
en de helderheid van het daadwerkelijk vastgelegde beeld kunnen echter
verschillend zijn. Er kan schermruis ontstaan en de bewegingen van het
onderwerp zijn wellicht wat hoekig op het LCD-scherm. Dit heeft geen
invloed op het opgenomen beeld.
Overbelichtingswaarschuwing bij afspelen
In de "Uitgebreide informatieweergave" (p. 46) knipperen de overbelichte
gedeelten van het beeld op het scherm.
Histogram tijdens afspelen
De grafiek die verschijnt in de
"Uitgebreide informatieweergave" (p. 46),
wordt het histogram genoemd. Het
histogram toont de distributie van de
helderheid van een beeld in horizontale
richting en de sterkte van de helderheid in
verticale richting. Als de grafiek meer naar
rechts staat, is de opname helder. Staat
de grafiek meer naar links, dan is de
opname donker. Op deze manier kunt
u de belichting beoordelen.
Lampje
Het lampje aan de achterkant van de camera (p. 45) branden of knipperen
afhankelijk van de status van de camera.
Helder
Donker
Hoog
Laag
Kleur Status Bedieningsstatus
Groen Brandt Opname is voorbereid/scherm uit (p. 148)
Knippert Beeldgegevens opnemen/lezen/overbrengen
Oranje Brandt Opnamevoorbereiding voltooid (flitser aan)
Knippert Waarschuwing: camera beweegt (p. 65)
Als het lampje groen knippert, worden gegevens vastgelegd op of opgehaald
van de geheugenkaart, of worden gegevens verzonden. U mag dan
NIET de stroom uitschakelen, het klepje van de geheugenkaartsleuf of
de batterijhouder openen, of de camera schudden of aanstoten. Deze
acties kunnen de gegevens beschadigen of storingen veroorzaken in de
camera of de geheugenkaart.
48
Menu FUNC. – Basishandelingen
Met het menu FUNC. kunt u algemene opnamefuncties instellen. De menu-
items en -opties zijn afhankelijk van de modus (pp. 164167).
U kunt het menu FUNC. ook gebruiken in de afspeelmodus.
Open het menu FUNC.
Druk op de knop m.
Selecteer een menu-item.
Druk op de knoppen op om een menu-
item te selecteren en druk op de knop m.
Afhankelijk van het menu zijn het scherm
en de menu-items anders.
Selecteer een optie.
Druk op de knoppen op om een optie te
selecteren.
U kunt ook instellingen selecteren door op
de knop l te drukken bij opties
waarbij wordt weergegeven.
Druk op de knop q om terug te gaan naar
het menu.
Voltooi de instelling.
Druk op de knop m.
Menu-items
Beschikbare opties
49
MENU – Basishandelingen
U kunt allerlei functies instellen via de menu's. De menu-items zijn geordend
in tabbladen, zoals een tabblad voor opnemen (4) en voor afspelen (1).
De beschikbare menu-items zijn afhankelijk van de modus (pp. 164167).
Open het menu.
Druk op de knop n.
Selecteer een tabblad.
Druk op de knoppen qr of duw de
zoomknop naar links of naar rechts om
een tabblad te selecteren.
Selecteer een menu-item.
Druk op de knoppen op om een menu-
item te selecteren.
Bij sommige items moet u op de knop m
of de knop r drukken om een submenu te
openen waarin u de instelling kunt
wijzigen.
Selecteer een optie.
Druk op de knoppen qr om een optie te
selecteren.
Voltooi de instelling.
Druk op de knop n.
XHet normale scherm verschijnt opnieuw.
50
De geluidsinstellingen wijzigen
U kunt de camerageluiden uitschakelen of het volume ervan aanpassen.
Geluiden dempen
Open het menu.
Druk op de knop n.
Selecteer [mute].
Druk op de knoppen qr om het tabblad
3 te selecteren.
Druk op de knoppen op om [mute] te
selecteren en druk op de knoppen qr om
[Aan] te selecteren.
Druk op n om terug te keren naar het
normale scherm.
Het volume aanpassen
Open het menu.
Druk op de knop n.
Selecteer [Volume].
Druk op de knoppen qr om het tabblad
3 te selecteren.
Druk op de knoppen op om [Volume]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop m.
Pas het volume aan.
Druk op de knoppen op om een item te
selecteren en druk op de knoppen qr om
het volume aan te passen.
Druk tweemaal op n om terug te
keren naar het normale scherm.
51
De helderheid van het scherm wijzigen
U kunt de helderheid van het scherm op twee manieren wijzigen.
Via het menu
Open het menu.
Druk op de knop n.
Selecteer [LCD Helderheid].
Druk op de knoppen
qr
om het tabblad
3
te selecteren.
Druk op de knoppen op om [LCD
Helderheid] te selecteren.
Helderheid aanpassen.
Druk op de knoppen qr om de
helderheid aan te passen.
Druk tweemaal op n om terug te
keren naar het normale scherm.
Met de knop l
Druk meer dan een seconde lang op de
knop l
XHet scherm krijgt de maximale helderheid,
ongeacht de instelling op het tabblad 3.
Druk nogmaals langer dan een seconde
op de knop l om de oorspronkelijke
helderheid van het scherm te herstellen.
De volgende keer dat u de camera inschakelt, heeft het LCD-scherm de
helderheid die is geselecteerd op het tabblad 3.
Als u de helderheid op maximaal hebt ingesteld op het tabblad 3, kunt
u de helderheid niet wijzigen met de knop l
52
De standaardinstellingen van de camera
herstellen
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de standaardinstellingen
van de camera herstellen.
Open het menu.
Druk op de knop n.
Selecteer [Reset alle].
Druk op de knoppen qr om het tabblad
3 te selecteren.
Druk op de knoppen op om [Reset alle]
te selecteren en druk op de knop m.
Herstel de instellingen.
Druk op de knoppen qr om [OK] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop m.
XDe standaardinstellingen van de camera
worden hersteld.
Zijn er functies die niet kunnen worden hersteld?
De functies [Datum/Tijd] (p. 20) op het tabblad 3, [Taal] (p. 22), [Video
Systeem] (p. 168), [Tijdzone] (p. 148), en het geregistreerde beeld voor
[opstart scherm] (p. 145).
De opgeslagen gegevens voor een gebruikers witbalans (p. 79).
Kleuren die zijn gekozen in Kleur Accent (p. 97) of Kleur Wissel (p. 98).
53
Low Level Format uitvoeren op geheugenkaart
Voer een Low Level Format uit als u denkt dat de opname-/leessnelheid van een
geheugenkaart is verminderd.
Door het uitvoeren van een Low Level Format op een
geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist. Aangezien u de gewiste gegevens
niet kunt herstellen, moet u uiterst voorzichtig zijn als u een Low Level Format uitvoert.
Open het menu.
Druk op de knop n.
Selecteer [Formateren].
Druk op de knoppen qr om het tabblad
3 te selecteren.
Druk op de knoppen op om
[Formateren] te selecteren en druk
vervolgens op de knop m.
Voer de Low Level Format uit.
Druk op de knoppen op om [Low Level
Format] te selecteren en druk op de
knoppen qr om weer te geven.
Druk op de knoppen opqr om [OK] te
selecteren en druk vervolgens op de knop
m
.
X
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven.
Druk op de knoppen qr om [OK] te
selecteren en druk op de knop m.
XDe geheugenkaart wordt geformatteerd.
X
Wanneer de Low Level Format is voltooid, wordt
[Geheugenkaart geformatteerd] weergegeven.
Druk op de knop m.
Over Low Level Formats
Als het bericht [Geheugenkaart fout] verschijnt of als de camera niet goed werkt,
kan het probleem mogelijk worden opgelost door een Low Level Format uit te
voeren. Kopieer eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer of
een ander apparaat voordat u een Low Level Format uitvoert.
54
De spaarstandfunctie (Automatisch Uit)
De spaarstandfunctie (Automatisch Uit)
Om de batterij te sparen wordt de camera automatisch uitgeschakeld als er
gedurende een bepaalde tijd geen gebruik van is gemaakt.
Spaarstand tijdens opnemen
Het scherm wordt uitgeschakeld nadat de camera ongeveer 1 minuut lang niet is gebruikt.
Na ongeveer 2 minuten wordt de lens ingetrokken en de camera uitgeschakeld. Als het
scherm is uitgeschakeld maar de lens nog niet is ingetrokken en u de sluiterknop half
indrukt (p. 24), wordt het scherm weer ingeschakeld en kunt u weer opnemen.
Spaarstand tijdens afspelen
De stroom wordt uitgeschakeld nadat de camera ongeveer 5 minuten lang niet is gebruikt.
Klokfuncties
U kunt kijken hoe laat het is.
Houd de knop m ingedrukt.
XDe huidige tijd verschijnt.
Als u de camera verticaal houdt wanneer
u de klokfunctie gebruik, schakelt het
scherm over naar verticale weergave.
Druk op de knoppen qr om de
weergavekleur aan te passen.
Druk op
m
om de klokweergave te annuleren.
Een Low Level Format kan langer duren dan normaal formatteren,
omdat alle opgenomen gegevens worden gewist.
U kunt een Low Level Format van een geheugenkaart stoppen door [Stop]
te selecteren. Als u stopt met de Low Level Format, zijn de gegevens
gewist maar kunt u de geheugenkaart zonder problemen blijven gebruiken.
U kunt de spaarstandfunctie uitschakelen (p. 148).
U kunt bepalen hoe lang het duurt voordat het scherm wordt uitgeschakeld (p. 148).
Als de camera is uitgeschakeld, houdt u de knop m ingedrukt en drukt u
op de knop ON/OFF om de klok weer te geven.
55
3
Opnamen maken in speciale
omstandigheden en
veelgebruikte functies
Dit hoofdstuk beschrijft het maken van opnamen in speciale omstandigheden
en het gebruik van basisfuncties, zoals de zelfontspanner.
Als u een opnamemodus selecteert die overeenkomt met de speciale
omstandigheden waarin u een opname wilt maken, selecteert de camera
automatisch de benodigde instellingen. U hoeft alleen nog op de
sluiterknop te drukken om een optimale foto te maken.
In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de modusschakelaar is
ingesteld op A voor "De flitser uitzetten" (p. 65) tot "De zelfontspanner
gebruiken" (p. 69). Wanneer u opnamen maakt in een andere modus
dan A, controleert u welke functies beschikbaar zijn in die modus
(pp. 164 167).
57
Opnamen maken in diverse omstandigheden
VFoto's maken van kinderen of
dieren (Kinderen & dieren)
Hiermee kunt u foto's maken van
bewegende onderwerpen, zoals kinderen
en dieren, zodat u geen enkel leuk
moment hoeft te missen.
Binnenshuis foto's maken
(Binnen)
Hiermee maakt u binnenshuis mooie
foto's met natuurlijke kleuren.
Opnamen maken bij weinig licht
(Weinig omgevingslicht)
Afhankelijk van de compositie worden de
ISO-waarde en de sluitersnelheid hoger
dan in de modus A, zodat u opnamen
kunt maken in een donkere omgeving,
met gereduceerde camerabeweging en
onscherpe weergave.
Een opnameresolutie van wordt
weergegeven en het beeld wordt
vastgesteld op 2144 x 1608 pixels.
wStrandfoto's maken (Strand)
Hiermee maakt u foto's van helder
belichte mensen op zandstranden waarop
het zonlicht sterk wordt gereflecteerd.
SOnderwateropnamen maken
(Onderwater)
In combinatie met de waterdichte
behuizing WP-DC37 (afzonderlijk
verkrijgbaar) maakt u in deze modus
foto's met natuurlijke kleuren van
onderwaterleven en -landschappen.
58
Opnamen maken in diverse omstandigheden
OFoto's maken van flora (Flora)
Hiermee kunt u bomen en gebladerte
(bijvoorbeeld nieuw blad, herfstbladeren
of bloesem) in levendige kleuren
vastleggen.
PMensen in de sneeuw
fotograferen (Sneeuw)
Hiermee maakt u heldere foto's met
natuurlijke kleuren van mensen tegen een
besneeuwde achtergrond.
tFoto's maken van vuurwerk
(Vuurwerk)
Hiermee maakt u foto's van vuurwerk in
levendige kleuren.
In de modus t bevestigt u de camera op een statief zodat de camera
niet kan bewegen, waardoor het beeld onscherp kan worden. Daarnaast
moet u [IS modus] op [Uit] zetten (p. 152).
In de modus F, V, of S kunnen de opnamen grof lijken omdat de
ISO-waarde (p. 77) wordt verhoogd om bij de opnameomstandigheden
te passen.
Modi voor andere composities
Naast de hierboven beschreven modi zijn ook de volgende compositiemodi beschikbaar.
Smart Shutter
-
Glimlach (p. 61)
-
Knipoogdetectie (p. 62)
-
Gezicht-zelfontspanner (p. 63)
T Kleur Accent (p. 97)
Y Kleur Wissel (p. 98)
Fisheye-effect (p. 59)
Miniatuur-effect (p. 60)
Lange sluiter (p. 96)
xv Stitch Hulp (p. 100)
59
Effecten toevoegen en opnamen maken
U kunt diverse effecten toevoegen tijdens een opname.
Opnamen maken met de effecten van een
fisheye-lens (Fisheye-effect)
Hiermee kunt u opnamen maken met het vervormende effect van een
fisheye-lens.
Selecteer .
Selecteer in stap 1 – 2 op p. 56.
Selecteer een effect.
Druk op de knop l
X[Effectniveau] verschijnt op het scherm.
Druk op de knoppen qr om een
effectniveau te selecteren en druk op de
knop l
XU kunt het effect controleren op het scherm.
Maak de opname.
Probeer eerst een paar testopnamen, omdat u mogelijk niet de verwachte
resultaten verkrijgt afhankelijk van de opnameomstandigheden.
60
Effecten toevoegen en opnamen maken
Opnamen maken die eruitzien als een
miniatuurmodel (Miniatuur-effect)
Vervaagt geselecteerde delen boven en onder aan een beeld om het effect
van een miniatuurmodel te creëren.
Selecteer .
Selecteer in stap 1 – 2 op p. 56.
Selecteer het gebied dat de focus
moet krijgen.
Druk op de knop l
XEen wit kader (het gedeelte dat niet is
vervaagd) wordt weergegeven op het
scherm.
Verplaats de zoomknop om de kadergrootte
te wijzigen en druk op de knoppen op om
de positie van het kader te wijzigen.
Druk op de knop l
Maak de opname.
Als u de camera verticaal houdt, verandert de stand van het kader.
Probeer eerst een paar testopnamen, omdat u mogelijk niet de verwachte
resultaten verkrijgt afhankelijk van de opnameomstandigheden.
61
Een glimlach detecteren en een opname maken
De camera maakt een opname zelfs zonder dat u op de sluiterknop drukt,
wanneer een glimlach wordt gedetecteerd.
Selecteer .
Selecteer in stap 1 – 2 op p. 56, en
druk op de knop l
Druk op de knoppen qr om te
selecteren en druk vervolgens op de
knop l
XDe opnamen wordt voorbereid en
[Lachdetectie aan] wordt weergegeven.
Telkens wanneer de camera een glimlach
detecteert, gaat het lampje branden en
wordt een opname gemaakt.
Als u op de knop p drukt, wordt
lachdetectie onderbroken. Als u nogmaals
op de knop p drukt, wordt lachdetectie
hervat.
Wat als een glimlach niet wordt herkend?
Een glimlach is eenvoudiger te detecteren als het onderwerp naar de camera
kijkt en zijn mond voldoende opent om enkele tanden te laten zien tijdens het
glimlachen.
Het aantal opnamen wijzigen
Druk op de knop l en druk op de knoppen op om het aantal opnamen te
selecteren. Druk op de knop l om de instelling te wijzigen.
U moet overschakelen naar een andere modus wanneer u de foto hebt
gemaakt. Anders blijft de camera foto's maken zodra een glimlach
wordt gedetecteerd.
U kunt ook een opname maken door op de sluiterknop te drukken.
62
Knipoogdetectie gebruiken
Richt de camera op het onderwerp en druk de sluiterknop volledig in. De camera
maakt een opname ongeveer twee seconden nadat een knipoog is gedetecteerd.
Selecteer .
Selecteer in stap 1 – 2 op p. 56 en
druk op de knop l
Druk op de knoppen qr om te
selecteren en druk vervolgens op de
knop l
Kies de compositie en druk de
sluiterknop half in.
Controleer of er een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht van de
persoon die de knipoog geeft.
Druk de sluiterknop helemaal in.
XDe camera staat nu stand-by voor
opnamen en [Glimlach voor foto] wordt
weergegeven op het scherm.
Kijk naar de camera en geef een
knipoog.
De sluiter wordt ontgrendeld ongeveer twee
seconden nadat een knipoog is gedetecteerd
bij de persoon met een kader rond zijn gezicht.
Druk op de knop p als u het aftellen wilt
annuleren.
Wat als een knipoog niet wordt herkend?
Geef langzaam een knipoog.
Een knipoog wordt mogelijk niet gedetecteerd als ogen zijn bedekt door haar of
een hoed, of wanneer iemand een bril draagt.
Het aantal opnamen wijzigen
Voor het venster in stap 1 drukt u op de knop l Druk vervolgens op
de knoppen op om het aantal opnamen te wijzigen. Druk op de knop l
om de instelling te bevestigen.
63
De gezicht-zelfontspanner gebruiken
De gezicht-zelfontspanner gebruiken
Als u een foto wilt maken waar de fotograaf ook op staat, zoals een
groepsfoto, stelt u de compositie van de opname in en drukt u op de
sluiterknop. De opname wordt gemaakt ongeveer twee seconden nadat
u het beeld bent binnengelopen en uw gezicht wordt gedetecteerd (p. 86).
Selecteer .
Selecteer in stap 1 – 2 op p. 56 en
druk op de knop l
Druk op de knoppen qr om te
selecteren en druk vervolgens op de
knop l
Kies de compositie en druk de
sluiterknop half in.
Controleer of het gezicht waarop is
scherpgesteld groen omkaderd is en of de
andere gezichten wit omkaderd zijn.
Druk de sluiterknop helemaal in.
XDe camera staat nu stand-by voor de
opname en op het scherm verschijnt [Kijk
recht naar camera om aftellen te starten].
XHet lampje gaat branden en u hoort het
geluid van de zelfontspanner.
Als u beide ogen sluit, wordt dit ook herkend als een knipoog.
Als een knipoog niet wordt herkend, wordt de sluiter ongeveer
15 seconden later ontgrendeld.
Als er zich geen mensen in beeld bevinden wanneer u de sluiterknop
volledig indrukt, wordt de opname gemaakt nadat iemand het beeld
binnenloopt en knipoogt.
64
De gezicht-zelfontspanner gebruiken
Ga bij de anderen staan en kijk
naar de camera.
XAls de camera een nieuw gezicht
detecteert, worden het geknipper en het
geluid versneld (het lampje blijft branden
wanneer er wordt geflitst), en twee
seconden later wordt de sluiter
ontgrendeld.
Om het maken van opnamen met de
zelfontspanner te annuleren nadat het
aftellen al is begonnen, drukt u op de
knop p.
Het aantal opnamen wijzigen
Voor het venster in stap 1 drukt u op de knop l Druk vervolgens op de
knoppen op om het aantal opnamen te wijzigen. Druk op de knop l
om de instelling te bevestigen.
Ook als uw gezicht niet wordt gedetecteerd nadat u bij de anderen bent
gaan staan, wordt de sluiter na ongeveer 15 seconden ontgrendeld.
65
De flitser uitzetten
U kunt opnamen maken terwijl de flitser uit staat.
Druk op de knop r.
Selecteer !.
Druk op de knoppen qr om ! te
selecteren en druk vervolgens op de
knop m.
XNa de instelling verschijnt ! op het
scherm.
Als u de flitser weer wilt inschakelen, volgt
u de bovenstaande stappen om weer
in te stellen.
Wat als het lampje oranje knippert en er een knipperende
verschijnt?
Als u de sluiterknop half indrukt in een omgeving met weinig licht waar
onscherpe opnamen waarschijnlijk lijken, gaat het lampje oranje knipperen en
verschijnt een knipperende op het scherm. Bevestig de camera op een
statief zodat de camera niet kan bewegen.
66
Inzoomen op onderwerpen
(Digitale zoom)
Met de digitale zoom kunt u inzoomen op een maximale equivalent van 16x
en onderwerpen vastleggen die zich op te grote afstand bevinden voor de
optische zoom. De beelden kunnen echter grof lijken, afhankelijk van de
instelling van de resolutie (p. 75) en de gebruikte zoomfactor.
Duw de zoomknop naar i.
Houd de knop vast totdat het zoomen stopt.
X
Het inzoomen stopt wanneer de grootst
mogelijke zoomfactor is bereikt waarbij het
beeld niet verslechtert, en de zoomfactor wordt
weergegeven wanneer u de zoomknop loslaat.
Duw de zoomknop weer naar i.
XDe digitale zoomfunctie zoomt nog verder
in op het onderwerp.
Wat als de zoomfactor blauw wordt weergegeven?
Beelden met een blauwe zoomfactor worden grof weergegeven.
De digitale zoom uitzetten
Als u de digitale zoomfunctie wilt uitzetten, drukt u op n. Selecteer
vervolgens het tabblad 4 en selecteer daarna [Digitale Zoom] en de optie [Uit].
De equivalente brandpuntafstand bij gebruik van de optische zoom is
28 – 112 mm en de equivalente brandpuntafstand bij gebruik van de
digitale zoom is 112 – 448 mm (equivalent aan 35 mm).
67
Inzoomen op onderwerpen (Digitale zoom)
Digitale teleconverter
De brandpuntafstand van de lens kan worden vergroot met een equivalent
van 1.7x of 2.1x. Dit verkort de sluitertijd en vermindert de kans op onscherpe
opnamen ten opzichte van het gebruik van alleen de zoomfunctie (inclusief
digitale zoom) met dezelfde zoomfactor.
De beelden kunnen echter grof lijken, afhankelijk van de combinatie van de
resolutie (p. 75) en de instellingen van de digitale teleconverter.
Selecteer [Digitale Zoom].
Druk op de knop n.
Druk op de knoppen qr om het tabblad
4 te selecteren.
Druk op de knoppen op om [Digitale
Zoom] te selecteren.
Accepteer de instelling.
Druk op de knoppen qr om de
zoomfactor te selecteren.
Druk op n om terug te keren naar het
opnamescherm.
XHet beeld wordt vergroot en de
zoomfactor verschijnt op het scherm.
Selecteer [Digitale Zoom] en de optie
[Standaard] om terug te keren naar de
standaard digitale zoomfunctie.
Wat als de zoomfactor blauw wordt weergegeven?
Als u [1.7x] gebruikt bij een resolutie-instelling van of , verslechtert het
beeld (de zoomfactor wordt blauw weergegeven).
Als u [2.1x] gebruikt bij een resolutie-instelling van , of , verslechtert
het beeld (de zoomfactor wordt blauw weergegeven).
De respectieve equivalente brandpuntafstanden bij gebruik van [1.7x] en
[2.1x] zijn 47,6 – 190,4 mm en 58,8 – 235,2 mm (equivalent van 35 mm).
U kunt de digitale teleconverter niet samen met de digitale zoomfunctie
gebruiken.
68
Datum en tijd aan de opname toevoegen
U kunt de datum en tijd van de opname toevoegen in de rechterbenedenhoek
van het beeld. U kunt deze daarna echter niet meer verwijderen. Controleer
dus op voorhand of de datum en tijd correct zijn ingesteld (p. 20).
Selecteer [Datum stempel].
Druk op de knop n.
Druk op de knoppen qr om het tabblad
4 te selecteren.
Druk op de knoppen op om [Datum
stempel] te selecteren.
Accepteer de instelling.
Druk op de knoppen qr om [Datum] of
[Datum & Tijd] te selecteren.
Druk op n om terug te keren naar het
opnamescherm.
XNa de instelling verschijnt [DATUM] op het
scherm.
Maak de opname.
XDe datum of tijd van de opname wordt
weergegeven in de rechterbenedenhoek
van het beeld.
Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, selecteert u [Uit] bij stap 2.
U kunt de opnamedatum als volgt toevoegen aan en afdrukken op beelden
zonder toegevoegde datum en tijd. Als u dit echter doet bij beelden met een
ingesloten datum en tijd, worden de datum en tijd soms tweemaal afgedrukt.
Gebruik de DPOF-afdrukinstellingen (p. 138) om af te drukken.
Gebruik de meegeleverde software om af te drukken.
Raadpleeg de Softwarehandleiding voor gedetailleerde informatie.
Gebruik de printerfuncties om af te drukken.
Raadpleeg de Handleiding voor persoonlijk afdrukken voor
gedetailleerde informatie.
69
De zelfontspanner gebruiken
De zelfontspanner kan worden gebruikt om een groepsfoto te maken
waar de fotograaf zelf ook op staat. De camera maakt de foto ongeveer
10 seconden nadat de sluiterknop is ingedrukt.
Druk op de knop p.
Selecteer Ò.
Druk op de knoppen op om Ò te
selecteren en druk op de knop m.
XNadat u de items hebt ingesteld,
verschijnt Ò op het scherm.
Maak de opname.
Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op
het onderwerp en druk de knop daarna volledig in.
X
Als de zelfontspanner start, knippert het lampje
en hoort u het geluid van de zelfontspanner.
X
Twee seconden voordat de sluiter wordt
ontgrendeld, versnellen het geknipper en het geluid
(het lampje blijft branden terwijl er wordt geflitst).
Om het maken van opnamen met de
zelfontspanner te annuleren nadat het aftellen
al is begonnen, drukt u op de knop
p
.
Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, selecteert u bij stap 2.
U kunt de wachttijd en het aantal gemaakte opnamen wijzigen (p. 83).
70
72
Opnamen maken in Programma
automatische belichting
U kunt instellingen selecteren om allerlei opnamefuncties aan te passen aan
uw voorkeuren.
AE staat voor Auto Exposure (automatische belichting).
Stel de modusschakelaar in
op 4(p. 44).
Selecteer G.
Kies G in stap 2 op p. 56 en druk op
de knop m.
Pas de instellingen aan uw
wensen aan (pp. 7383).
Maak de opname.
Wat als de sluitertijd en de diafragmawaarde oranje worden
weergegeven?
Als u de sluiterknop half indrukt en er geen correcte diafragmawaarde kan worden
verkregen, worden de sluitertijd en de diafragmawaarde oranje weergegeven.
Probeer het volgende om de juiste diafragmawaarde te verkrijgen:
De flitser inschakelen (p. 73)
Een hogere ISO-waarde kiezen (p. 77)
73
De helderheid aanpassen
(belichtingscompensatie)
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen met stappen van 1/3 in een bereik van -2 tot +2.
Selecteer de
belichtingscompensatiemodus.
Druk op de knop o.
Pas de helderheid aan.
Kijk naar het scherm en draai aan de
knoppen qr om de helderheid aan te
passen en druk op de knop m.
XDe belichtingscompensatie verschijnt op
het scherm.
De flitser inschakelen
Als u wilt, kan de flitser bij elke opname worden gebruikt. Met een maximale
groothoekinstelling is het flitsbereik ongeveer 30 cm – 4,0 m, en met een
maximale telelens ongeveer 50 cm – 2,0 m.
Selecteer h.
Druk eerst op de knop r en gebruik
daarna de knoppen qr om h te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop m.
XNa de instelling verschijnt h op het
scherm.
74
Close-ups maken (macro)
U kunt een foto van een object maken op korte afstand of zelfs van extreem
dichtbij. Het scherpstelbereik (het afstandbereik vanaf uw onderwerp)
is ongeveer 3 – 50 cm vanaf het uiteinde van de lens (als de zoomknop
naar j is geduwd totdat de lens niet meer beweegt en dus de maximale
groothoekinstelling van de lens is bereikt).
Selecteer e.
Druk eerst op de knop q en gebruik daarna
de knoppen qr om e te selecteren. Druk
vervolgens op de knop m.
XNa de instelling wordt e weergegeven
op het scherm.
Onderwerpen op grote afstand
fotograferen (oneindig)
Wanneer u moeilijk kunt scherpstellen omdat uw opname onderwerpen bevat
die zich zowel op grote afstand als dichtbij bevinden, kunt u het scherpstelbereik
(het afstandsbereik vanaf het onderwerp) wijzigen zodat u betrouwbaarder kunt
scherpstellen op onderwerpen op grote afstand (3 m of meer vanaf de camera).
Selecteer u.
Druk eerst op de knop q en gebruik daarna
de knoppen qr om u te selecteren. Druk
vervolgens op de knop m.
XNa de instelling wordt u weergegeven op
het scherm.
De randen van het beeld kunnen donker worden als er wordt geflitst.
Over de zoombalk
Als u de zoomknop verschuift, wordt de zoombalk op het scherm
weergegeven. Als u opneemt in de macromodus, kan de camera niet
scherpstellen binnen het bereik van de gele balk.
Als u zoomt binnen het bereik van de gele balk, wordt e grijs weergegeven en
vindt de opname plaats met .
75
De resolutie wijzigen
(beeldgrootte)
U kunt kiezen uit zes resolutie-instellingen (beeldgrootte).
Selecteer de resolutie-instelling.
Druk op de knop m, druk op de knoppen
op om te selecteren en druk
nogmaals op de knop m.
Selecteer een optie.
Druk op de knoppen op om een optie te
selecteren en druk op de knop m.
XDe geselecteerde instelling wordt
weergegeven op het scherm.
De compressieverhouding wijzigen
(beeldkwaliteit)
U kunt een van de volgende twee niveaus voor de compressieverhouding
(beeldkwaliteit) selecteren: (Fijn), (Normaal).
Selecteer de
compressieverhouding.
Druk op de knop m, druk op de knoppen
op om te selecteren en druk
nogmaals op de knop m.
Selecteer een optie.
Druk op de knoppen op om een optie te
selecteren en druk op de knop m.
XDe geselecteerde instelling wordt
weergegeven op het scherm.
Als u selecteert, kunt u de de digitale zoom (p. 66) of de digitale
teleconverter (p. 67) niet gebruiken.
76
De compressieverhouding wijzigen (beeldkwaliteit)
Geschatte waarden voor resolutie en compressieverhouding
De tabelwaarden zijn gemeten volgens de normen van Canon en kunnen variëren
naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
Gemiddelde waarden voor papiergrootte
Geschikt om foto's te verzenden als
e-mailbijlagen.
Voor afdrukken op breed papier.
Resolutie Compressie-
verhouding
Gegevensgrootte
van 1 opname
(geschatte kB)
Aantal mogelijke
opnamen
4GB 16 GB
(Hoog)
14M/4320 x 3240
3.597 1058 4334
1.719 2194 8985
(Normaal 1)
9M/3456 x 2592
2.302 1652 6769
1.100 3352 13727
(Normaal 2)
5M/2592 x 1944
1.395 2681 10981
695 5247 21486
(Normaal 3)
2M/1600 x 1200
558 6352 26010
278 12069 49420
(Laag)
0.3M/640 x 480
150 20116 82367
84 30174 123550
(Breedbeeld)
4320 x 2432
2.700 1403 5746
1.291 2873 11766
A2
A3
12,7 x 17,9 cm
Briefkaartformaat
8,9 x 12,7 cm
A4, Letter-formaat
77
De ISO-waarde wijzigen
Selecteer de ISO-waarde.
Druk op de knop m en vervolgens op de
knoppen op om te selecteren.
Selecteer een optie.
Druk op de knoppen op om een optie te
selecteren en druk op de knop m.
XDe geselecteerde instelling wordt
weergegeven op het scherm.
Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch aangepast aan de
opnamemodus en -omstandigheden.
Laag
Hoog
Mooie weersomstandigheden, opnamen buitenshuis
Bewolkt, schemerig
Opnamen bij nacht of binnenshuis in het donker
De ISO-waarde wijzigen
Een lagere ISO-waarde levert scherpere beelden op, maar de kans op
onscherpe beelden wordt onder bepaalde opnameomstandigheden wel groter.
Een hogere ISO-waarde geeft een kortere sluitertijd, waardoor het beeld
scherper wordt en de flitser een groter bereik heeft. De beelden kunnen echter
grof lijken.
Als de camera is ingesteld op , kunt u de sluiterknop half indrukken
om de automatisch ingestelde ISO-waarde te zien.
Als u de camera instelt op
(p. 57), wordt automatisch een hogere
ISO-waarde ingesteld dan in de modus A afhankelijk van de
compositie.
78
De witbalans aanpassen
Met de witbalansfunctie (WB) stelt u de optimale witbalans in voor natuurlijk
ogende kleuren bij bepaalde opnameomstandigheden.
Selecteer de witbalansfunctie.
Druk op de knop m, druk op de knoppen
op om te selecteren en druk
nogmaals op de knop m.
Selecteer een optie.
Druk op de knoppen op om een optie
te selecteren en druk op de knop m.
XDe geselecteerde instelling wordt
weergegeven op het scherm.
Auto Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld voor
de opnameomstandigheden
Dag Licht Mooie weersomstandigheden, opnamen buitenshuis
Bewolkt Bewolkt, in de schemering of de schaduw
Lamplicht Lamplicht, gloeilampen en tl-lampen met licht dat bestaat uit
3 golflengten
TL licht Gebruik deze instelling wanneer u opnamen maakt bij warmwit of
koelwit tl-licht of bij warmwit tl-licht dat bestaat uit drie golflengten
TL licht H Daglicht-tl en daglicht-tl met licht dat bestaat uit 3 golflengten
Custom U stelt zelf een aangepaste witbalans in
79
De witbalans aanpassen
Gebruikers Witbalans
U kunt de witbalans aanpassen aan de lichtbron op de opnamelocatie.
Zorg dat u de witbalans instelt aan de hand van de lichtbron die beschikbaar
is op de opnamelocatie.
Selecteer in stap 2 op p. 78.
Zorg dat het hele scherm is gevuld met
een vlak, witgekleurd onderwerp en druk
vervolgens op de knop l
XDe schermtint verandert nadat de
witbalansgegevens zijn geregistreerd.
De kleurtoon kan niet zoals verwacht worden weergegeven als u de
camera-instellingen wijzigt nadat u de witbalansgegevens hebt
vastgelegd.
80
Continu-opnamen maken
U kunt continu opnamen maken met een maximale snelheid van gemiddeld
0,7 beelden/seconde terwijl u de sluiterknop volledig ingedrukt houdt.
Selecteer een transportmodus.
Druk op de knop m, druk op de knoppen
op om te selecteren en druk
nogmaals op de knop m.
Druk op de knoppen op om W te
selecteren en druk vervolgens op de
knop m.
Maak de opname.
XZo lang u de sluiterknop ingedrukt houdt,
maakt de camera doorlopend foto's.
Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (pp. 69, 82, 83)
of (pp. 6163).
De snelheid van continue opnamen neemt toe in de modus (p. 57)
Voor continu-opnamen zijn de scherpstelling en de belichting
vergrendeld wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt.
Bij een bepaalde interval kunnen foto's niet worden vastgelegd en kan de
opnamesnelheid afnemen, afhankelijk van de opnameomstandigheden
en de camera-instellingen.
Naarmate het aantal foto's toeneemt, kan de opnamesnelheid afnemen.
Als u flitst, kan de opnamesnelheid afnemen.
81
De kleurtoon van een foto wijzigen
(My Colors)
U kunt tijdens de opname de kleurtoon van een foto wijzigen in sepia of zwart-wit.
Selecteer My Colors.
Druk op de knop m, druk op de knoppen
op om te selecteren en druk
nogmaals op de knop m.
Selecteer een optie.
Druk op de knoppen op om een optie te
selecteren en druk op de knop m.
XDe geselecteerde instelling wordt
weergegeven op het scherm.
My Colors uit
Levendig De nadruk komt te liggen op contrast en kleurverzadiging,
voor een levendige impressie.
Neutraal Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging
afgevlakt, zodat u neutrale kleuren krijgt.
Sepia Voor sepiakleurige foto's.
Zwart/Wit Voor zwart-witfoto's.
Positief Film
Hiermee worden de effecten van Levendig Rood, Levendig
Groen en Levendig Blauw gecombineerd om intense,
natuurlijke kleuren te krijgen, zoals de kleuren van dia's.
Lichtere Huidtint Maakt de huidtint lichter op de foto.
Donkerder Huidtint Maakt de huidtint donkerder op de foto.
Levendig Blauw Legt de nadruk op blauwe tinten. Hierdoor worden blauwe
onderwerpen, zoals de lucht of de zee, levendiger.
Levendig Groen Legt de nadruk op groene tinten. Hierdoor worden groene
onderwerpen, zoals bossen en grasvelden, levendiger.
Levendig Rood Legt de nadruk op rode tinten. Hierdoor worden rode
onderwerpen levendiger.
Aangepaste kleur U kunt het contrast, de scherpte, de kleurverzadiging,
enzovoort aanpassen aan uw voorkeur (p. 79).
U kunt de witbalans niet instellen in de modus en (p. 78).
In de modus en kunnen ook andere kleuren dan huidtinten
worden gewijzigd. Mogelijk krijgt u echter niet het verwachte resultaat.
Dit hangt af van de huidskleur.
82
Opnamen maken met de 2 seconden-zelfontspanner
Aangepaste kleur
U kunt de instellingen voor contrast, scherpte, kleurverzadiging, rode,
groene, blauwe en huidkleurige tinten voor een opname selecteren en
instellen op vijf verschillende niveaus.
Volg stap 2 op p. 78 om te selecteren
en druk op de knop l
Druk op de knoppen op om een optie
te selecteren en druk vervolgens op de
knoppen
qr
om een waarde te selecteren.
Hoe meer de waarde die u selecteert naar
rechts ligt, hoe sterker/dieper/donkerder
(huidtint) het effect wordt, en hoe meer
deze waarde naar links ligt, hoe zwakker/
lichter/blanker (huidtint) het effect wordt.
Druk op de knop l om de instelling
te bevestigen.
Opnamen maken met de 2 seconden-
zelfontspanner
De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat u op de
sluiterknop hebt gedrukt, waarmee wordt voorkomen dat de camera
beweegt wanneer u op de sluiterknop drukt.
Selecteer Î.
Druk op de knop p, druk op de knoppen
op om Î te selecteren en druk op de
knop m.
XNadat u de items hebt ingesteld,
verschijnt Î op het scherm.
Volg stap 3 op p. 69 om opnamen te
maken.
83
De zelfontspanner aanpassen
U kunt de vertraging (0 – 30 seconden) en het aantal opnamen (1 – 10 opnamen)
instellen.
Selecteer $.
Druk op de knop p, druk op de knoppen
op om $ te selecteren en druk op de
knop n.
Selecteer de instellingen.
Druk op de knoppen op om [Vertraging]
of [Beelden] te selecteren.
Druk op de knoppen
qr
om een waarde
te selecteren en druk op de knop m.
Volg stap 3 op p. 69 om opnamen te
maken.
Wat als het aantal beelden is ingesteld op twee of meer?
De instellingen voor belichting en witbalans worden bij de eerste opname
gemaakt.
Als u een vertraging van meer dan 2 seconden instelt, versnellen het geluid en
het lampje van de zelfontspanner 2 seconden voordat de sluiter wordt
ontgrendeld (het lampje gaat branden indien er wordt geflitst).
Als u flitst, kunnen de tussenpozen tussen de opnamen langer worden.
Als u een groot aantal opnamen instelt, kunnen de tussenpozen tussen
de opnamen langer worden.
Als de geheugenkaart vol raakt, stopt de camera automatisch met
opnemen.


Product specificaties

Merk: Canon
Categorie: Digitale camera
Model: ixus 130
Kleur van het product: Zilver
Gewicht: 133 g
Breedte: 92.2 mm
Diepte: 17.8 mm
Hoogte: 56.1 mm
Capaciteit van de accu/batterij: 760 mAh
Bluetooth: Nee
Beeldscherm: LCD
Beeldschermdiagonaal: 2.7 "
Touchscreen: Nee
Ondersteunde videoformaten: H.264,MOV
GPS: Nee
Video recording: Ja
USB-poort: Ja
Near Field Communication (NFC): Nee
Type stroombron: Battery,DC
Meegeleverde kabels: AC,RCA,USB
Compatibele geheugenkaarten: MMC,SD,SDHC,SDXC
Snelstartgids: Ja
Inclusief AC-adapter: Ja
Accu/Batterij voltage: 3.7 V
HDMI-connector type: Mini
Focus: TTL
Brandpuntbereik: 5 - 20 mm
Ondersteund aantal accu's/batterijen: 1
Certificering: CE
Ondersteunde beeldverhoudingen: 16:9
USB-versie: 2.0
Beeldstabilisator: Ja
Zelfontspanner: 2,10 s
Aansluiting voor netstroomadapter: Ja
Megapixels: 14.1 MP
Maximale beeldresolutie: 4320 x 3240 Pixels
Type beeldsensor: CCD
Beeldsensorformaat: 1/2.3 "
Cameratype: Compactcamera
Digitale zoom: 4 x
Optische zoom: 4 x
Lensstructuur (elementen/groepen): 6/5
Gecombineerde zoom: 16 x
35 mm cameralens equivalent: 28 - 112 mm
Ingebouwde flitser: Ja
Auto focusing (AF) modes: Enkele Automatische Focus
ISO-gevoeligheid: 80,100,200,400,800,1600,AUTO
Lichtmeting: Centre-weighted,Spot
Flits-bereik (wijd): 0.3 - 4 m
Flits-bereik (tele): 0.5 - 2 m
Flitser-modi: auto,Flash off,manual,Red-eye reduction,Slow synchronization
Maximale videoresolutie: 1280 x 720 Pixels
Framerate Motion JPEG: 30 fps
HD type: HD
Ingebouwde microfoon: Ja
Beeldschermresolutie (numeriek): 230000 Pixels
Witbalans: auto,Cloudy,custom modes,daylight,Fluorescent,Tungsten
Type camerasluiter: Mechanisch
Ondersteund beeldformaat: EXIF,JPG
Levensduur accu/batterij: 6 uur
HDMI: Ja
Schermdiameter in centimeters: 6.9 cm
Meegeleverde software: ZoomBrowser EX\nImageBrowser\nPhotoStitch
Fotoresolutie(s): 4320 x 3240, 4320 x 2432, 3456 x 2592, 2592 x 1944, 1600 x 1200, 640 x 480
Scene modes: beach,Candlelight,Children,Fireworks,party (indoor),Portrait,Underwater
Foto-effecten: black&white,Neutral,Positive film,Sepia,Skin tones,Vivid
Inclusief acculader: Ja
Compatibele besturingssystemen: Win 7/ Vista SP1-2/ XP SP2-3\nMac OS X v10.4 - 10.6
Mac-compatibiliteit: Ja
Geheugenslots: 1
USB-connector: Mini-USB B
Snelste camera sluiter snelheid: 1/1500 s
Langzaamste camera sluiter snelheid: 15 s
Auto Focus (AF) assisteer straal: Ja
Scherpstellen: Auto
PictBridge: Ja
Camera afspelen: Movie,Single image
Blootstelling type: Auto,Manual
Dichtstbijzijnde focus afstand: 0.03 m
Uitklapbaar scherm: Nee
ISO gevoeligheid (min): 80
ISO gevoeligheid (max): 1600
Camera-bestandssysteem: DCF,DPOF 1.1,Exif 2.2
Inclusief polsband: Ja
Batterij leeftijd (CIPA standaard): 230 opnames
Wifi: Nee
Bedrijfstemperatuur (T-T): 0 - 40 °C
Relatieve vochtigheid in bedrijf (V-V): 10 - 90 procent
Batterijen inbegrepen: Ja
Batterijtechnologie: Lithium-Ion (Li-Ion)
Type batterij: NB-4L
Opnamemodi: Auto,Manual
Normaal scherpstelbereik (tele): - m
Normaal scherpstelbereik (breed): - m
Contrastaanpassing: Ja
Belichtingscorrectie: ± 2EV (1/3EV step)
Afspeel zoom: 2 x
Auto Focus (AF) slot: Ja
Software-cd: Ja
Histogram: Ja
Field of view: 100 procent
Flitsopnameslot: Ja
Intensiteitsaanpassing: Ja
Custom kleur: Ja
Afbeeldingsprocessor: DIGIC 4 iSAPS

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Canon ixus 130 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Digitale camera Canon

Handleiding Digitale camera

Nieuwste handleidingen voor Digitale camera