Texas Instruments TI-40 College II Handleiding

Texas Instruments Rekenmachine TI-40 College II

Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Texas Instruments TI-40 College II (7 pagina's) in de categorie Rekenmachine. Deze handleiding was nuttig voor 28 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/7
-1-
TI
½
40 Colge
×
Wetenschappelijke rekenmachines
Texas Instruments
7800 Banner Dr.
Dallas, TX 75251 U.S.A.
Texas Instruments Holland B.V.
Rutherfordweg 102
3542 CG Utrecht - The Netherlands
¾
www.ti.com/calc
1999 Texas Instruments Incorporated
NL
D
40CII
à
OM
à
1L9
à
A
Algemene informatie
Voorbeelden: Zie de laatste bladzijde van deze instructies voor
voorbeelden van toetsaanslagen die vele van de
TI
N
40 Colge
Ö
functies demonstreren. In de voorbeelden
worden alle standaardinstellingen aangenomen.
Met
&
zet u de TI
N
40 Colge
Ö
aan.
%
'
schakelt
hem uit en wist het display. Met APD(Automatic Power
Down™, automatische uitschakeling) wordt de TI
N
40 Colge
Ö
automatisch uitgeschakeld als er circa 5 minuten lang geen
toets wordt ingedrukt. Druk op
&
na APD. Het display, de
operaties die in behandeling zijn, de instellingen en het
geheugen blijven bewaard.
2-regelige display: De eerste regel (Invoerregel) geeft een
invoer van maximaal 88 tekens weer (of 47 tekens voor Stat of
Constant invoerregel). De invoer begint aan de linkerkant; bij
invoer met meer dan 11 tekens wordt naar rechts gebladerd.
Druk op
!
en
"
om door de regel te bladeren. Druk op
%
!
of
%
"
om de cursor in een keer naar het begin of het
einde van de invoer te verplaatsen.
De tweede regel (Resultaatregel) geeft een resultaat van
maximaal 10 tekens weer plus een decimale punt, een
minusteken, eenx10 indicator, en een positieve of negatieve
exponent met 2-tekens. Resultaten die langer zijn dan kan
worden weergegeven, verschijnen in de Scientific Notation.
Aanduiding Definitie
2nd
2e functie.
FIX
Vaste decimaalinstelling.
STAT
Statistische modus.
RAD
Hoekmodus ingesteld op radialen.
ÄÄ
ÄÄ
ÄÄ
ÄÄÄÄQÄÄ
ÄÄ
ÄÄ
ÄÄÄÄ
ÄÄ
ÄÄ
ÄÄ
ÄÄÄÄRÄÄ
ÄÄ
ÄÄ
ÄÄÄÄ
Geeft quotiënt (
Q
) en rest (
R
) voor het
resultaat van delen door
g
ehele
g
etallen
weer.
N/D¹n/d
De resultaatbreuk kan no
g
verder worden
herleid.
º »
Een invoer wordt in het
g
eheu
g
en
op
g
esla
g
en voor en/of na het actieve
scherm. Druk op
#
en
$
om te bladeren.
¹ ¸
Een invoer of menu
g
even meer dan 11
tekens weer. Druk op
!
of
"
om te
bladeren.
2nd Functies:
%
geeft de aanduiding 2nd weer, en
selecteert vervolgens de 2e functie (boven de toetsen
afgebeeld) van de volgende toets die wordt ingedrukt.
Bijvoorbeeld,
%
b
25
E
<
berekent de
vierkantswortel van 25 en geeft het resultaat, 5.
Menus: Bepaalde TI
N
40 Colge
Ö
toetsen geven menu's
weer:
z
,
%
h
,
L
,
d
,
%
~
,
%
A
,
%
B
,
%
t
,
u
,
%
w
,
H
,
%
I
,
=
,
%
k
,
%
en
%
.
Druk op
!
of
"
om de cursor te verplaatsen en een menupunt
te onderstrepen. Druk op
-
om terug te keren naar het
vorige scherm zonder het menupunt te selecteren. Selectie van
een menupunt:
¦
Druk op
<
terwijl het menupunt onderstreept is, of
¦
Voor menupunten die gevolgd worden door een argument-
waarde, dient de argumentwaarde te worden ingevoerd
terwijl het menupunt onderstreept is. Het menupunt en de
argumentwaarde worden onderstreept op het vorige scherm.
Eerdere invoeren
#
$
Gebruik nadat een uitdrukking is uitgewerkt
#
en
$
om door
de vorige invoeren te bladeren, die opgeslagen zijn in het
TI
N
40 Colge
Ö
geheugen. U kunt eerdere invoeren niet
terughalen als de rekenmachine in de
STAT
-modus is.
Laatste antwoord
%i
Het als laatste berekende resultaat wordt opgeslagen onder de
variabel Ans. Ans wordt bewaard in het geheugen, ook nadat
de TI
N
40 Colge
Ö
uitgeschakeld is. Om de waarde van Ans
op te roepen:
¦
Druk op
%
i
(Ans verschijnt op het scherm), of
¦
Druk op een willekeurige operatortoets (
T
,
U
,
F
, etc.)
als het eerste deel van een invoer. Ans en de operator
worden beide weergegeven.
Volgorde van de operaties
De TI
N
40 Colge
Ö
gebruikt EOS
é
(Equation Operating
System) om uitdrukkingen uit te werken.
1 Uitdrukkingen tussen haakjes.
2 Functies die een ) vereisen en aan het ar
g
ument
vooraf
g
aan, zoals de sin, lo
g
, en alle R
Í
P
menupunten.
3 Breuken.
4 Functies die na het ar
g
ument worden in
g
evoerd, zoals
x
2
en combinatietoetsen van hoekeenheden (
Ä
Å
Æ
r
g
).
5 Machtsverheffing (^) en wortels (x
Ñ
).
6 Tegenomkeringen (
M
).
7 Permutaties (nPr) en combinaties (nCr
).
8 Vermeni
g
vuldi
g
in
g
, impliciete vermeni
g
vuldi
g
in
g
,
deling.
9 Optellen en Aftrekken.
10 Conversies (Ab
Ì
c
Í
d
Ì
e,
4
F,
4
D,
4
%
,
4
DMS).
11
<
beëindi
g
t alle operaties en sluit alle open
haakjes.
Wissen en corrigeren
-
Wist een foutmelding.
Wist tekens op de invoerregel.
Verplaatst de cursor naar de laatst
in
g
e
g
even invoer wanneer het scherm lee
g
is.
J
Wist het teken boven de cursor. Wist alle
tekens rechts ervan wanneer u
J
in
g
edrukt houdt; vervol
g
ens wist hij 1 teken
links van de cursor, telkens wanneer u de
toets indrukt
J
.
%
f
Voe
g
t op de plaats van de cursor een teken
toe.
%
{
Wist alle variabelen in het geheugen.
%
t
CLRDATA
Wist alle
g
e
g
evenspunten zonder de
STAT
-
modus te verlaten.
%
w
Wist alle
g
e
g
evenspunten en verlaat de
-2-
Y STAT
-modus.
%
Y
of
&
&
-
Reset de TI
N
40 Col
g
e
Ö
. Keert teru
g
naar
de standaardinstellin
g
en; wist
g
eheu
g
en-
variabelen, operaties in behandelin
g
, alle
invoeren die ooit
g
edaan zijn, en de
statistische
g
e
g
evens; wist de constante
mode en Ans.
Wiskundige bewerkingen
d
Met
d
wordt er een menu met verschillende wiskundige
functies weergegeven. Voor sommige functies moet u twee
waarden invoeren: reële getallen of expressies die een reëel
getal opleveren. Met
%
`
scheidt u de twee waarden van
elkaar.
abs(#)Geeft de absolute waarde van
#
weer.
round(#,cijfers)Rondt
#
af tot het opgegeven aantal cijfers.
iPart(#)
fPart(#)
Geeft alleen het
g
etal voor de komma (
iPart
)
of het
g
etal achter de komma (
fPart
) van
#
weer.
min(#1,#2)
max(#1,#2)
Geeft het minimum (
min
) of maximum (
max
)
van twee waarden,
#
1 en
#
2.
lcm(#1,#2)
gcd(#1,#2)
Vindt de kleinste
g
emene deler (
lcm
) of de
g
rootste
g
emene deler (
gcd
) van twee
g
ehele
getallen,
#
1 en
#
2.
#3Berekent # tot de derde macht.
3
Ñ
(#)Berekent de vierkantswortel van
#
.
remainder
(#1,#2)
Geeft de rest die het resultaat is van de
deling van 2 gehele getallen, #1 door #2.
Delen door gehele getallen
%
Y
Met
%
Y
worden twee positieve gehele getallen door elkaar
gedeeld en worden het quotiënt,
Q
, en de rest,
R
, weergegeven.
Alleen het quotiënt wordt naar
Ans
opgeslagen.
Breuken
%~?RO
>
}
N
Q
Met
%
~
wordt een menu met twee instellingen
weergegeven, die bepalen hoe resultaatbreuken worden
weergegeven.
Opmerking
: resultaten die niet als breuken
kunnen worden weergegeven worden als decimalen
weergegeven.
¦
Met
Manual
(standaard) worden niet-herleide resultaat-
breuken weergegeven, indien van toepassing. Er wordt
N
Ì
D
¹
n
Ì
d
weergegeven als de breuk verder kan worden
herleid.
¦
Met
Auto
worden resultaatbreiken weergegeven die
automatisch zo ver mogelijk zijn herleid.
Opmerking
: in de
modus
Auto
kunt u niet op
}
drukken.
Met
>
wordt de teller van de noemer gescheiden. De noemer
moet een positief geheel getal zijn. Voor een negatieve breuk
drukt u op
M
voordat u de noemer invoert.
Met
}
<
wordt een breuk herleid met de laagste
gemene ondeelbare factor. Als u zelf de factor wilt kiezen (in
plaats van dit aan de calculator over te laten), drukt u op
}
, voert u de factor (een geheel getal) in en drukt u
vervolgens op
<
.
Met
%
?
wordt
DIV
op de invoerregel weergegeven, plus
de deler die is gebruikt om de laatste resultaatbreuk te
herleiden. Om
DIV
te kunnen weergeven moet de modus
Manual actief zijn. Druk nogmaals op
%
?
als u terug wilt
schakelen naar de herleide breuk.
Met
Q
wordt een breuk zo mogelijk naar een decimaal
geconverteerd.
Met
%
R
wordt een decimaal zo mogelijk naar een breuk
geconverteerd.
Met
N
wordt een decimaal of breuk naar een percentage
geconverteerd.
¦
Met
%
O
vindt er conversie plaats tussen een
gemengd getal en een simpele breuk.
Pi
g
p
=3.141592653590 voor berekeningen.
p
=3.141592654 voor
weergave. In de modus
RAD
wordt
p
weergegeven als
Pi
in
resultaten van vermenigvuldigingen of berekeningen met
breuken. De TI
N
40 Colge
Ö
accepteert
p
alleen in de
noemer van een breuk.
Hoekmodus
%
I
=
%
I
geeft een menu weer om de hoekmodus te
veranderen in graden, radialen of gradiënten.
=
geeft een menu weer om de hoekeenheid te specificeren
graden (
Ä
), radialen (
r
), of DMS (
Ä
Å
Æ
). Het stelt u ook in staat
een hoek te converteren in DMS-notatie (
4
DMS
).
Om de hoekmodus in te stellen voor een willekeurig deel van
een invoer:
¦
Selecteer de hoekmodus. Invoeren worden geïnterpreteerd
en resultaten weergegeven volgens de hoekmodus, of
¦
Selecteer de combinatietoets van een eenheid (
Ä
Å
Æ
r
) voor
een willekeurig deel van een invoer. Invoeren met
combinatietoetsen van eenheden worden dienovereen-
komstig geïnterpreteerd, waarbij de hoekmodus tijdelijk
wordt opgeheven.
Een invoer converteren:
¦
Stel de hoekmodus in op de eenheid
waarnaar
u wilt
converteren. Gebruik vervolgens een combinatietoets om
de eenheid
waarvan
u wilt converteren, te bepalen.
(Hoeken van goniometrische functies rekenen eerst de
waarden tussen haakjes om.), of
¦
Selecteer
4
DMS
, dat een invoer converteert in DMS (
Ä
Å
Æ
)
Notatie.
Trigoniometrische functies
%
B
Met
%
B
wordt er een menu met alle trigoniometrische
functies weergegeven (sin, sin
-1
, cos, cos
-1
, tan, tan
-1
). Selecteer
de trigoniometrische functie in het menu en voer vervolgens de
waarde in. Stel de gewenste hoekmodus in voordat u met
trigoniometrische berekeningen begint.
Logaritmische functies
%
A
Met
%
A
wordt er een menu met alle logaritmische
functies weergegeven (
log
,
10
^
,
ln
,
e
^
). Selecteer de
logaritmische functie in het menu, voer vervolgens de waarde
in en sluit dit af met
E
.
Rechthoekig
Í
Polair
%
k
%
k
geeft een menu weer voor het omrekenen van
rechthoekige crdinaten (x,y) in polaire coördinaten (r,
q
) of
omgekeerd. Stel de hoekmodus in, indien nodig, alvorens de
berekeningen te beginnen.
Opgeslagen bewerkingen
m
o
%np
Er kunnen twee bewerkingen op de TI
N
40 Colge
Ö
worden
opgeslagen,
OP1
en
OP2
. Als volgt slaat u een bewerking naar
OP1
of
OP2
op en roept u deze weer op:
1. Druk op
%
n
of
%
p
.
2. Voer de bewerking in (een willekeurige combinatie van
getallen, operators of menu-opties en hun argumenten).
3. Druk op
<
om de bewerking in het geheugen op te
slaan.
4.
m
of
o
vraagt de bewerking op en geeft deze weer
op de invoerregel. De TI
N
40 Collège
Ö
berekent
automatisch het resultaat (zonder dat u op
<
drukt)
en geeft de teller (voor zover de ruimte dit toelaat) weer
aan de linkerkant van de regel met het resultaat.
Wanneer u meer dan een keer achtereen op
m
of
o
drukt, neemt de teller 1 toe.
5. U kunt de TI
N
40 Colge
Ö
instellen voor weergave van
alleen de teller en het resultaat (zonder de invoer). Terwijl u
de bewerking definieert, drukt u op
!
tot de = gemarkeerd is
(
Ù
). Herhaal om deze instelling uit te schakelen.
-3-
Geheugen
z
L
%h{
De TI
N
40 Collège
Ö
heeft 5 geheugenvariabelen—
A
,
B
,
C
,
D
,
en
E
. U kunt een werkelijk getal of een uitdrukking die een
werkelijk getal als uitkomst heeft opslaan als geheugen-
variabele.
¦ z
geeft toegang tot het variabelenmenu.
¦ L
laat u de waarden opslaan als variabelen.
¦ %
h
roept de waarden van de variabelen weer op.
¦ %
{
wist alle waarden van de variabelen.
Notatie
%‚
C
%
geeft het menu van de Decimale notatie modus
weer. Deze modi zijn
uitsluitend
van invloed op de weergave
van de resultaten.
F
(default) gaat terug naar de standaard
notatie (drijvend-decimaalteken) formaat.
0123456789
stelt het
aantal plaatsen na de komma in op
n
(0–9), waarbij het formaat
van de numerieke notatiemodus wordt gehandhaafd.
C
voert een waarde in in de Wetenschappelijke notatie,
ongeacht de numerieke notatiemodus. Druk op
M
voordat u
een negatieve exponent invoert.
Statistische functies
%tw
v
u
Statistieken met
1-VAR
analyseren gegevens van 1 gegeven-
sverzameling met 1 gemeten variabele,
x
.
2-VAR
statistieken
analyseren gegevensparen van 2 gegevensverzamelingen met
2 gemeten variabelen
x
, de onafhankelijke variabele en
y
, de
afhankelijke variabele. Er kunnen maximaal 42
gegevensverzamelingen worden ingevoerd.
Stappen voor het definiëren van statistische gegevenspunten:
1. Druk op
%
t
. Selecteer
1-VAR
of
2-VAR
. De
aanduiding
STAT
wordt weergegeven.
2. Druk op
v
.
3. Voer een waarde in voor
X
1
.
<
werkt deze uit en
geeft de waarde weer.
4. Druk op
$
.
¦
Voer in de statistische modus
1-VAR
, de frequentie
waarmee het gegevenspunt voorkomt in (
FRQ
).
FRQ
default=1. Als
FRQ=0
, wordt de gegevenspunt genegeerd.
¦
Voer in de statistische modus
2-VAR
de waarde in voor
Y
1
en druk op
<
.
5. Herhaal stap 3 en 4 totdat alle gegevenspunten zijn
ingevoerd. U moet op
<
of
$
drukken om het laatste
gegevenspunt of de als laatste ingevoerde
FRQ
-waarde op
te slaan. Als u gegevenspunten toevoegt of wist, ordent
TI
N
40 Collège
Ö
de lijst automatisch opnieuw.
6. Wanneer alle punten en frequenties zijn ingevoerd:
¦
Druk op
u
om het variabelenmenu te laten
weergeven (zie de tabel voor definities) en hun huidige
waarden, of
¦
Druk op
-
om terug te keren naar het lege
STAT
scherm. U kunt berekeningen maken met gegevens-
variabelen (
Ï
,
Ð
, etc.). Selecteer een variabele uit het
u
menu en druk op
<
om de berekening uit te
werken.
7. Wanneer dat gedaan is:
¦
Druk op
%
t
en selecteer
CLRDATA
om alle
gegevenspunten te wissen
zonder
de
STAT
modus te
verlaten, of
¦
Druk op
%
w
<
om alle gegevenspunten,
variabelen en
FRQ
-waarden te wissen en de
STAT
-modus
te verlaten (de aanduiding
STAT
verdwijnt).
Variabelen Definitie
nAantal
X
of (
X,Y
)
gegevenspunten.
Ï
of
Ð
Gemiddelde van alle
X
of
Y
waarden.
Sx
of Sy Steekproef standaardafwijking van
X
of
Y
.
Î
x
of
Î
yBevolking standaardafwijking van
X
of
Y
.
Ò
x of
Ò
ySom van alle
X
of
Y
waarden.
Ò
x
2
of
Ò
y
2
Som van alle
X
2
of
Y
2
waarden.
Ò
xy Som van (
X
Y
)
voor alle
XY
paren.
aLineaire regressiehelling.
bLineaire regressie snijding met de
Y
-as.
rCorrelatiecoëfficiënt.
X
¢
(
2-VAR
)Gebruikt a en b om de voorspelde
X
waarde
te berekenen wanneer er een
Y
waarde
wordt ingevoerd.
Y
¢
(
2-VAR
)Gebruikt a en b om de voorspelde
Y
waarde
te berekenen wanneer u een
X
waarde
invoert.
Kansberekening
H
nPr Berekent het aantal mo
g
elijke permutaties op n
g
e
g
evens, r per keer,
g
e
g
even n en r. De
vol
g
orde van de objecten is belan
g
rijk, zoals in
een wedloop.
nCr Berekent het aantal mo
g
elijke combinaties van n
g
e
g
evens, r
per keer,
g
e
g
even n en r. De vol
g
ord
e
van de objecten is onbelan
g
rijk, zoals in een spel
kaarten.
!Een faculteit is het product van de positieve
g
ehele
g
etallen van 1 tot en met
n
.
n
moet een
positief geheel getal zijn
69.
RAND
Genereert een willekeuri
g
werkeli
j
k
g
etal tussen 0
en 1. Sla om een reeks willekeuri
g
e
g
etallen te
controleren, een
g
eheel
g
etal
(
"seed"-waarde
)
op
0 to rand. De "seed"-waarde verandert op
willekeuri
g
e wi
j
ze telkens wanneer er een
willekeurig getal wordt gegenereerd.
RAND
[
RAND
[
g
enereert een willekeuri
g
g
eheel
g
etal
tussen twee
g
ehele
g
etallen,
A
en
B,
waarbij
A
{
RAND
[
{
B
. Scheid de 2
g
ehele
g
etallen met
een komma.
Fouten
ARGUMENT
Een functie heeft niet het juiste aantal
argumenten.
DIVIDE BY 0
¦
U heeft geprobeerd te delen door 0.
¦
In de statistiek, n=1.
DOMAIN
U heeft een argument gespecificeerd voor een
functie buiten het geldige bereik. Bijvoorbeeld:
¦
Voor x
:
x
= 0 of
y
< 0 en
x
niet een oneven geheel getal.
¦
Voor
y
x
:
y
en
x
= 0;
y
< 0 en
x
niet een geheel getal.
¦
Voor
x
:
x
< 0.
¦
Voor
LOG
of
LN
:
x
0.
¦
Voor
TAN
:
x
= 90
¡
, -90
¡
, 270
¡
, -270
¡
, 450
¡
, etc.
¦
Voor
SIN
-
1
of
COS
-
1
: |
x
| > 1.
¦
Voor
nCr of nPr : n of
r zijn geen gehele getallen
0.
¦
Voor
x
!:
x
is geen geheel getal tussen 0 en 69.
EQU LENGTH ERROR
Een invoer is langer dan het beschikbare
aantal plaatsen (88 voor de invoerregel en 47 voor de
invoerregels Stat of Constant); als bijvoorbeeld een invoer
gecombineerd wordt met een constante die de grens
overschrijdt.
FRACMODE
U drukt op
}
terwijl
Fracmode
=
Auto
.
FRQ DOMAIN
FRQ
waarde (in statistieken met
1-VAR
) < 0 of
geen geheel getal.
OP
U drukt op
m
of
o
terwijl er geen constanten zijn
gedefinieerd of terwijl de modus
STAT
actief is.
OVERFLOW
|
q
|
1
¯
10, waarbij
q
een hoek is in een
goniometrische, hyperbolische of R
4
Pr( functie.
STAT
¦
Wanneer u op
u
drukt zonder gedefinieerde
gegevenspunten.
¦
Wanneer de
STAT
-modus niet actief is, door te drukken op
v
,
u
, of
%
w
.


Product specificaties

Merk: Texas Instruments
Categorie: Rekenmachine
Model: TI-40 College II
Soort bediening: Knoppen
Kleur van het product: Blauw
Gewicht: 120 g
Breedte: 80 mm
Diepte: 19 mm
Hoogte: 158 mm
Soort: Basisrekenmachine
Stroombron: Batterij/Accu
Vormfactor: Pocket
Ondersteund aantal accu's/batterijen: 1
Tweede LCD-scherm: Nee
Afdekzeil: Nee
Cijfers: 10 cijfers
Beeldscherm kanteling: Nee
Tekstregels: 2 regels
Geheugenregisters: 5
Type batterij: CR2025
Display met achtergrondverlichting: Nee

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Texas Instruments TI-40 College II stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Rekenmachine Texas Instruments

Handleiding Rekenmachine

Nieuwste handleidingen voor Rekenmachine