Garmin GVC 20 Handleiding


Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Garmin GVC 20 (4 pagina's) in de categorie Niet gecategoriseerd. Deze handleiding was nuttig voor 209 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/4
TRANSDUCERSTEUN VOOR
SPIEGEL/TROLLINGMOTOR
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Lees de gids in de Belangrijke veiligheids- en productinformatie
verpakking van de kaartplotter of viszoeker voor
waarschuwingen met betrekking tot het product en andere
belangrijke informatie.
U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige besturing
van uw vaartuig. Sonar is een hulpmiddel dat u meer informatie
geeft over het water onder uw boot. Het ontheft u echter niet van
uw verantwoordelijkheid om het water rond uw boot in de gaten
te houden tijdens het navigeren.
VOORZICHTIG
Het niet in overeenstemming met deze instructies installeren en
onderhouden van dit toestel kan leiden tot schade of letsel.
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Om de beste prestaties te garanderen en schade aan uw boot te
voorkomen, moet u het Garmin® toestel aan de hand van de
volgende instructies installeren.
Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de
installatie begint. Als u problemen ondervindt tijdens het
installeren, kunt u voor meer informatie terecht op
support.garmin.com.
Software-update
U moet de Garmin kaartplotter-software bijwerken als u dit
toestel installeert.
Als uw kaartplotter over Wi Fi‑® technologie beschikt, moet u de
software met behulp van de ActiveCaptain® app bijwerken op
een compatibel Android
™ of Apple® toestel.
Als uw kaartplotter niet over Wi Fi technologie beschikt, moet u ‑
de software bijwerken met behulp van een geheugenkaart en
een Windows® of Mac® computer.
Ga voor meer informatie naar .support.garmin.com
Benodigd gereedschap
• Boormachine en boren
• Kruiskopschroevendraaier, nr. 2
• Afdekband
• Watervaste kit
Aandachtspunten bij de montage
Voor de beste prestaties met de minste ruis en interferentie
dient u de transducerkabel weg te leiden van startkabels, accu's
en draden in de hut, accu's en draden van de trollingmotor en
hoogspanningsdraden, zoals draden van de radar,
audioversterker en stuurautomaatpomp.
De transducer voorbereiden op langdurige
blootstelling aan water
LET OP
Gebruik geen aceton of producten op acetonbasis op de
transducer. Aceton beschadigt de plastic behuizing van de
transducer.
Wanneer u een transducer op een boot monteert die veel in het
water ligt, moet u een coat aanbrengen op de transducer en
bevestigingsmaterialen met een aangroeiwerende verf op
waterbasis om aangroei te voorkomen.
1Schuur de transducer en bevestigingsmaterialen licht op met
fijn schuurpapier.
2Maak de transducer en bevestigingsmaterialen schoon met
isopropylalcohol.
3Breng een aangroeiwerende verf op waterbasis aan op de
transducer en bevestigingsmaterialen.
De transducer aan de spiegel van een boot
vastmaken
Aandachtspunten voor de montageplek
• De transducer moet parallel aan de waterlijn worden
gemonteerd.
• De transducer moet zo dicht mogelijk bij het midden van de
boot worden gemonteerd.
• Als de propeller met de klok mee draait als de boot beweegt,
moet de transducer aan de stuurboordkant worden
gemonteerd.
• Als de propeller tegen de klok in draait als de boot beweegt,
moet de transducer aan de bakboordkant worden
gemonteerd.
• Plaats de transducer niet achter planken, stijlen, beslag, de
waterinlaat of uitlaatpoort, of op plaatsen waar luchtbellen of
waterturbulenties ontstaan.
De transducer moet zich in schoon (niet-turbulent) water
bevinden voor optimale prestaties.
• De transducer moet niet worden gemonteerd op een plaats
waar deze beschadigd kan raken bij het te water laten of
binnenhalen van de boot.
• Op boten met één schroef moet de transducer niet worden
gemonteerd in het pad van de schroef.
De transducer kan cavitatie veroorzaken, wat een negatieve
invloed kan hebben op de prestaties van de boot en de
schroef kan beschadigen.
• Op boten met buitenboord- of binnen- en buitenboordmotors
moet de transducer minstens 38 cm (15 in.) van de propeller
worden gemonteerd.
• Op boten met twee schroeven moet de transducer zo
mogelijk worden gemonteerd tussen de beide schroeven.
De transducer in elkaar zetten met een spiegelbeugel-
steun
1 Bevestig de steun aan de transducer met de
meegeleverde sterringen en schroeven .
GUID-D3F0E62E-688B-4A6E-B061-D35EB013F5FB v1Februari 2020
2 Bevestig de steun op de beugel met de bout , rubberen
ring , platte borgring en borgmoer .
OPMERKING: De bout moet stevig genoeg vastzitten om de
transducer op zijn plaats te houden als de boot op hoge
snelheid vaart, maar los genoeg om te zorgen dat de
transducer wegdraait als deze een obstakel raakt.
De transducersteun voor spiegelmontage installeren
LET OP
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u
het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de
bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
De kabels naar de transducer mogen niet worden ingekort. Als u
de transducerkabels afsnijdt, vervalt uw garantie.
1Knip de sjabloon uit.
2 Lijn de sjabloon verticaal uit op de spiegel op de
installatielocatie (Aandachtspunten bij de montage,
pagina 1), plaats de onderste hoek van de sjabloon op de
rand van de spiegel.
3Markeer het midden van de twee gaten van de sjabloon.
4Verwijder de sjabloon van de spiegel.
5Wikkel een stukje tape rond een boortje van 4 mm (
5/32 in.)
op een afstand van 18 mm (7/10 in.) vanaf de punt van het
boortje om te voorkomen dat u de voorboorgaten te diep
maakt.
6Als u de beugel op glasvezel installeert, bevestigt u een
stukje tape over de locatie van het voorboorgat om te
voorkomen dat scheurtjes in de gellaag ontstaan.
7Boor met een verzinkboor van 4 mm (
5/32 in.) de
voorboorgaten circa 18 mm (7
/10 in.) diep op de gemarkeerde
plaatsen.
8Breng waterdichte kit aan op de meegeleverde schroeven
van 20 mm en bevestig de transducer aan de spiegel.
9Leid de kabel onder de kabelhaak op de spiegel.
10Als u de kabel door de spiegel moet leiden, kiest u een
locatie voor het voorboorgat die zich een stuk boven de
waterlijn bevindt en markeert u deze locatie.
11Plaats een kabelklem op de transducerkabel, op ongeveer de
helft van de afstand tussen de transducer en de bovenkant
van de spiegel of het voorboorgat.
12Markeer de locatie voor het voorboorgat voor de kabelklem
en boor met behulp van een verzinkboor van 3,2 mm (
1/8 in.)
een gat van ongeveer 10 mm (3/8 in.) diep.
13Breng waterdichte kit aan op de meegeleverde schroef van
12 mm en bevestig de kabelklem aan de spiegel.
14Als u in stap 7 een voorboorgat hebt gemarkeerd, kiest u de
juiste boor om een gat helemaal door de spiegel heen te
boren:
• Als u de kabel met 4 pinnen hebt, gebruikt u een boor van
16 mm (5/8 in.).
• Als u de kabel met 8 of 12 pinnen hebt, gebruikt u een
boor van 25 mm (1 in.).
15Leid de transducerkabel naar het echolood:
• Als u de kabel door een gat in de spiegel leidt, duwt u de
kabel door het gat dat u hebt geboord en installeert u de
afdichting voor de kabelingang (De afdekking van de
kabelingang installeren, pagina 2).
• Als u de kabel niet door een gat in de spiegel aanlegt, leidt
u de kabel omhoog en over de bovenkant van de spiegel.
Voorkom dat de kabel dicht langs elektrische draden of
andere bronnen van elektrische interferentie loopt.
De afdekking van de kabelingang installeren
Als u de kabel door de spiegel leidt nadat u de transducer hebt
geïnstalleerd, dient u de afdekking van de kabelingang te
installeren om te voorkomen dat water binnendringt in uw boot.
1 Plaats de afdekking van de kabelingang over het gat en
de kabel, met de opening naar beneden gericht, en markeer
de plaats van de twee boorgaten.
2Verwijder de afdekking van de kabelingang en boor met een
boortje van 3,2 mm (1/8 inch) de voorboorgaten met een
diepte van circa 10 mm (3/8 inch).
3Vul het doorvoergat met de waterdichte kit zodat de kabel
volledig is bedekt en er extra kit rond het gat en de kabel
aanwezig is.
2
4Plaats de afdekking van de kabelingang over het gat en de
kabel, met de opening naar beneden gericht.
5Breng waterdichte kit aan op de meegeleverde M4-
schroeven van 12 mm, en bevestig de afdekking van de
kabelingang op de spiegel.
6Veeg de overtollige waterdichte kit weg.
De installatie testen
LET OP
U moet controleren of uw boot lekt voordat u deze gedurende
een langere periode in het water laat.
Omdat er water nodig is voor het geleiden van de
echoloodsignalen, werkt de transducer alleen goed als deze
zich in het water bevindt. Buiten het water kunt u geen diepte- of
afstandsmeting krijgen. Wanneer u uw boot te water laat,
controleert u bij elk van de schroefgaten die onder de waterlijn
zijn gemaakt of er lekkage optreedt.
De installatie van de aan de spiegel gemonteerde
transducer testen
LET OP
Gebruik kleine stappen bij het afstellen van de diepte van de
transducer. Als u de transducer te diep plaatst, kan dit negatieve
gevolgen hebben voor de prestaties van de boot en loopt u het
risico dat de transducer objecten onder water raakt.
Test de installatie van de aan de spiegel gemonteerde
transducer in open water dat vrij is van obstakels. Let goed op
uw omgeving terwijl u de transducer test.
1Schakel de kaartplotter in terwijl de boot zich in het water
bevindt.
2Vaar op lage snelheid. Als de kaartplotter correct lijkt te
werken, voert u de snelheid langzaam op terwijl u op de
kaartplotter let.
3Als het echoloodsignaal plotseling verloren gaat of als de
kwaliteit van het retoursignaal van de bodem ernstig afneemt,
noteert u de snelheid waarbij dit gebeurt.
4Breng de boot weer op de snelheid waarbij het signaal
verloren ging en maak enkele flauwe bochten in beide
richtingen, terwijl u de kaartplotter in de gaten houdt.
5Als het signaal tijdens het draaien sterker wordt, laat de
transducer dan een klein stukje zakken zodat deze
1/8 inch
(3 mm) verder onder de spiegel van de boot uitsteekt.
6Herhaal stap 2-4 totdat er geen kwaliteitsverlies meer
optreedt.
7Als het signaal niet verbetert, verplaatst u de transducer naar
een andere plek op de spiegel en herhaalt u de test.
De transducer aan een trollingmotor
vastmaken
De trollingmotorbevestiging in elkaar zetten
1 Bevestig de trollingmotorbevestiging aan de transducer
met de M4-schoreven van 8 mm en sterringen van 4 mm
.
2 Leid de kabel door de kabeluitsparing zodat de kabel op
de bovenkant van de trollingmotorbehuizing ligt wanneer
deze is opgeborgen.
De transducer aan een trollingmotor vastmaken
LET OP
Kort de transducerkabel niet in. Als u de transducerkabel inkort,
vervalt uw garantie.
1 Druk een slangklem (niet inbegrepen) door de sleuf op de
transducersteun totdat aan beide zijden van de steun een
stuk van gelijke lengte uitsteekt.
2Plaats de transducersteun tegen de behuizing van de
trollingmotor met het smalle uiteinde van de transducer van
de schroef af gericht.
3Bevestig de slangklem rond de behuizing van de
trollingmotor en zet de slangklem vast.
4Plaats de transducer zo dat deze parallel naar de bodem is
gericht wanneer de transducer in gebruik is.
5Bevestig de transducerkabel (niet inbegrepen) met de
meegeleverde kabelbinders.
6Leid de transducerkabel naar de installatielocatie van het
echolood en houd daarbij rekening met de volgende
aandachtspunten.
• De kabel mag niet dicht langs elektrische draden of
andere bronnen van elektrische interferentie worden
geleid.
• De kabel mag niet worden afgekneld wanneer de
trollingmotor in gebruik is of is opgeborgen.
Specificaties
Afmetingen (L x B x
H)
197,93 x 38,21 x 23,14 mm (7,8 x 1,5 x 0,9 in.)
Bedrijfstemperatuur-
bereik
Van 0° tot 50°C (van 32° tot 122°F)
Bereik opslagtempe-
ratuur
Van -40° tot 70°C (van -40° tot 158°F)
Zendvermogen
(RMS)
500 W
Frequenties GT30: Garmin ClearVü: CHIRP 455 en 800 kHz
GT30: SideVü: CHIRP 455 en 800 kHz
GT34UHD: Garmin ClearVü: CHIRP 820 kHz
GT34UHD: SideVü: CHIRP 1,12 MHz
Maximale diepte/
bereik1GT30: Garmin ClearVü™: 229 m (750 ft.)
GT30: SideVü: 76 m (250 ft.) iedere kant, 152 m
(500 ft.) totaal
GT34UHD: Garmin ClearVü: 61 m (200 ft.)
GT34UHD: SideVü: 38 m (125 ft.) iedere kant,
76 m (250 ft.) totaal
1 Afhankelijk van het zoutgehalte van water, de bodemsoort en andere watercon-
dities.
3


Product specificaties

Merk: Garmin
Categorie: Niet gecategoriseerd
Model: GVC 20

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Garmin GVC 20 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Niet gecategoriseerd Garmin

Handleiding Niet gecategoriseerd

Nieuwste handleidingen voor Niet gecategoriseerd