First Alert SA710CE Handleiding


Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor First Alert SA710CE (1 pagina's) in de categorie Rookmelders. Deze handleiding was nuttig voor 24 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/1
M09-0017-015 01/08 Gedrukt in MexicoK1
INHOUDSOPGAVE
Tips voor de brandveiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1
Voordat u deze rookmelder installeert . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1
De installatie van de rookmelder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-3
Optionele vergrendelingsfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-3
Wekelijkse test . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-3
Regelmatig onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Als de rookmelder afgaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Wat doet u in geval van brand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Gebruik van de Alarmpauzeknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Als u vermoedt dat er een probleem is . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Beperkte garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Aanbevolen locaties voor rookmelders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Waar kunt u rookmelders beter niet ophangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Over rookmelders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-6
Speciale voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
De beperkingen van rookmelders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
© 2008 BRK Brands Europe Ltd, A Jarden Corporation company (NYSE: JAH)
Unit 6, Carter Court, Davy Way, Waterwells Business Park
Quedgeley, Gloucester GL2 2DE United Kingdom
All rights reserved. (Alle rechten voorbehouden.)
www.brkdicon.eu www.firstalert.eu
TIPS VOOR DE BRANDVEILIGHEID
Houdt u aan de veiligheidsvoorschriften en zorg ervoor dat er geen gevaarlijke
situaties kunnen ontstaan: 1) Ga op een veilige manier om met rookgerei.
Rook nooit in bed. 2) Houd lucifers of aanstekers buiten het bereik van
kinderen; 3) Bewaar brandbare materialen in daarvoor geschikte houders;
4) Zorg ervoor dat de elektrische apparatuur in goede staat is en vermijd
overbelasting van het elektrische net.; 5) Kooktoestellen, barbecues, open
haarden en schoorstenen moeten vrij van vet en vuil zijn; 6) Laat kookpannen
nooit onbewaakt op het vuur staan; 7) Houd draagbare verwarmingstoestellen
en open vuur, zoals kaarsen, uit de buurt van brandbare materialen; 8) Vermijd
opstapeling van afval.
Houd de rookmelders schoon en test ze één keer per week. Een niet goed
functionerende rookmelder moet onmiddellijk vervangen worden. Rookmelders
die niet werken, kunnen u niet waarschuwen voor brand. Op elke verdieping
moet tenminste één werkend brandblusapparaat aanwezig zijn. In de keuken
dient een extra brandblusapparaat en een branddeken aanwezig zijn. Voorzie
de hogere verdiepingen van een brandladder of een andere betrouwbare
uitweg voor het geval dat het trappenhuis geblokkeerd is. Neem contact op
met de lokale brandweer voor meer informatie over brandpreventie.
VOORDAT U DEZE ROOKMELDER
INSTALLEERT
BELANGRIJK! Lees "Aanbevolen locaties voor rookmelders" en "Waar kunt
u rookmelders beter niet ophangen" voordat u met de installatie begint. Dit
apparaat controleert de lucht. Als er rook in de detectiekamer komt, gaat het
alarm af. Dat kan u meer tijd geven om te ontsnappen voordat de brand zich
uitbreidt. ALLEEN als dit apparaat op de juiste wijze wordt geïnstalleerd en
onderhouden en zich op een plek bevindt waar de rook het kan bereiken en
alle bewoners het alarm kunnen horen, kan de rookmelder in een vroeg stadi-
um waarschuwen voor een beginnende brand. Volg daarom de aanwijzingen
in deze handleiding. Dit apparaat kan geen gas, hitte of vlammen detecteren.
Het is niet in staat om brand te voorkomen of te blussen.
Verschillende soorten rookmelders
Werken ze op batterij of op het lichtnet? Verschillende soorten rook-
melders geven een verschillende soort bescherming. Zie "Over rook-
melders" voor verdere bijzonderheden.
Weet waar u uw rookmelders moet plaatsen
Experts op het gebied van brandveiligheid raden aan om tenminste één
rookmelder per verdieping te plaatsen en ook één in elke slaapkamer,
overloop of apart slaapgedeelte. Zie "Aanbevolen locaties voor rook-
melders en "Waar kunt u rookmelders beter niet ophangen" voor verdere
bijzonderheden.
Weet wat rookmelders wel en niet kunnen doen
Een rookmelder kan u waarschuwen voor brand en u waardevolle tijd
geven om te ontsnappen. Het alarm gaat echter alleen af als de rook de
sensorkamer bereikt. Zie "Beperkingen van rookmelders" voor verdere
bijzonderheden.
Ken de plaatselijke bouwverordeningen
Deze rookmelder is bedoeld voor gebruik in een normale éénsgezinswon-
ing. Voor de vereisten voor pensions, aanleunwoningen, hotels, motels,
jeugdherbergen, logementen of gemeenschappelijke vluchtroutes in
flatgebouwen is het gebruik van rookmelders alleen vaak niet voldoende.
Zie "Speciale voorschriften" voor verdere bijzonderheden.
Dit apparaat is niet in staat om slechthorende bewoners te
waarschuwen. Het is aan te bevelen om speciale apparaten met
een knipperlicht of een trilkussen te installer en om slechthorende
bewoners te waarschuwen.
Verbind dit apparaat niet met een ander alarmtoestel of hulpinricht-
ing. Dit is een "single station" apparaat dat niet verbonden kan
worden met andere toestellen. Als men deze rookmelder met een
ander toestel verbindt, kan dit zijn juiste werking ver hinderen.
Het apparaat kan niet werken zonder batterijvoeding. De rook-
melder werkt alleen als u de batterij in de juiste positie heeft
geplaatst (De "+" op de "+" en de "-" op de "-").
Het batterijvak heeft een klep die niet gesloten kan worden tenzij
er zich een batterij in bevindt. Dit maakt u erop attent dat het
apparaat niet kan werken zonder batterij.
Installeer de rookmelder niet op een plek waar hij in contact kan
komen met r ondspattend water.
Installeer dit apparaat niet over electrische bedrading en/of gaten
in het plafond heen. Luchtstromingen kunnen verhinderen dat de
rook de sensorkamer bereikt, in welk geval het alarm niet af zal
gaan. Alleen apparaten die op netspanning (AC) werken mogen
over electrische bedrading heen geïnstalleerd worden.
Blijf niet te dicht in de buurt van het apparaat als het alarm afgaat.
Het alarmsignaal moet erg luid zijn om u wakker te maken in geval
van nood. Blootstelling op kor te afstand aan de claxon kan uw
gehoor beschadigen.
Het apparaat mag niet geverfd worden. De verf kan de openingen
naar de sensorkamer verstoppen en de juiste werking van de
rookmelder verhinderen.
Plak de rookmelder niet af.
Houd de r ookmelder uit de buurt van kinder en.
PAS OP !
WAARSCHUWING !
1 2 3
ALS DE ROOKMELDER AFGAAT
REAGEREN OP EEN ALARM
Als het alarm afgaat, hoort u een luid, repeterend claxonsignaal:
toet, toet, toet... De LED knippert met een hoge frequentie. Alleen
model SA720CE: Het Escape Light
®gaat branden.
Als de rookmelder afgaat en u niet bezig was met het apparaat
te testen, betekent dit dat er een potentieel gevaarlijke situatie
bestaat die uw onmiddellijke aandacht vereist. U mag een alarm
NOOIT negeren. Het negeren van een alarm kan letsel of de
dood tot gevolg hebben.
Verwijder nooit de batterijen uit een op batterijen werkende
rookmelder om een vals alarm (veroorzaakt door kookdampen
e.d.) tot zwijgen te brengen. Als u de batterijen verwijdert,
schakelt u de rookmelder uit. Hij kan dan geen rook meer
detecteren en u bent niet langer beschermd. In plaats daarvan
kunt u beter een raam openzetten of met behulp van een
handdoek de rook uit de buurt van het apparaat wuiven of
maak gebruik van de alarmpauzeknop (zie voor uitleg hieronder).
De rookmelder reset zichzelf vervolgens automatisch.
Als het alarmsignaal van de rookmelder klinkt, moet u ervoor
zorgen dat iedereen onmiddellijk de woning verlaat.
WAT DOET U IN GEVAL VAN BRAND
Raak niet in paniek; blijf kalm. Volg het ontsnappingsplan dat u met
uw familieleden heeft afgesproken.
Verlaat het huis zo snel mogelijk. Verspil geen tijd met aankleden of
spullen te verzamelen.
Leg de rug van uw hand tegen een deur voordat u hem open doet.
Als een deur koud aanvoelt, doet u hem langzaam open. Als een
deur heet is, laat u hem dicht. Houd alle deuren en ramen gesloten
tenzij u ze moet gebruiken om te ontsnappen.
Bedek uw neus en mond met een (bij voorkeur vochtige) doek.
Adem kort en oppervlakkig in.
Kom samen op de afgesproken plek buiten het huis en tel de
hoofden zodat u weet dat iedereen in veiligheid is.
Als u buiten bent, waarschuwt u zo snel mogelijk de brandweer.
Geef eerst uw adres en dan uw naam.
Ga nooit en om geen enkele reden terug naar binnen in een
brandend gebouw.
Vraag uw lokale brandweer hoe u uw woning veiliger kunt maken.
Alarmtoestellen hebben verschillende beperkingen. Zie
"Beperkingen van rookmelders" voor verdere bijzonderheden.
GEBRUIK VAN DE ALARMPAUZEKNOP
Met de Alarmpauzeknop kunt u een vals alarm tijdelijk (max. 15 minuten)
tot zwijgen brengen. Druk hiervoor op de Test-/Alarmpauzeknop op de
behuizing. Als het alarmsignaal niet zwijgt en er geen dichte rook
aanwezig is, of als het apparaat voortdurend in de alarmpauze-
modus staat, moet het onmiddellijk vervangen worden.In de
alarmpauzemodus knippert de LED om de 10 seconden.
Het indrukken van de Alarmpauzeknop schakelt het apparaat niet
uit het wordt alleen tijdelijk minder gevoelig voor rook. Als de
rook rond het apparaat dicht genoeg is om op een potentieel
gevaarlijke situatie te wijzen, kunt u het alarmsignaal niet, of maar
heel kort uitzetten. Dit is voor uw eigen veiligheid. Als u de oorzaak
van de rook niet kent, mag u niet aannemen dat het om een vals
alarm gaat. Niet reageren op een alarm kan leiden tot materiele
schade, letsel of de dood.
WAARSCHUWING !
WAARSCHUWING !
WAARSCHUWING !
ALS U VERMOEDT DAT ER EEN PROBLEEM IS
Een rookmelder zou niet goed kunnen werken omdat er geen batterij in
zit, omdat de batterij leeg raakt, omdat er zich te veel vuil, stof of vet op
de behuizing heeft verzameld, of omdat hij op een verkeerde plek is
geïnstalleerd. Maak de rookmelder schoon volgens de aanwijzingen in
"Regelmatig onderhoud" en zet er een nieuwe batterij in. Test de rook-
melder opnieuw. Als de rookmelder niet goed werkt als u de testknop
indrukt, of als het probleem niet verholpen is, moet u de rookmelder
onmiddellijk vervangen.
Als u een één keer per minuut een pieptoon hoort, moet de
batterij vervangen worden.
Als u vaak last heeft van een vals alarm (bijv. veroorzaakt door
kookdampen), kunt u proberen om de rookmelder op een
andere plek op te hangen.
Als het alarm afgaat terwijl er geen rook te zien is, kunt u
proberen om de rookmelder schoon te maken of op een andere
plek op te hangen. De rookmelder is misschien vuil of stoffig.
Als het alarm niet afgaat tijdens de test, kunt u er een nieuwe
batterij inzetten. Verzeker u ervan dat deze goed vast zit.
Alleen model SA720CE:
Het Escape Light
®lampje kan niet vervangen worden. In het
onwaarschijnlijke geval dat het Escape Light
®tijdens het testen
niet werkt, kunt u gebruik maken van de garantieservice.
Als de rookmelder nog steeds niet goed functioneert en de garantie-
periode nog niet verstreken is, raadpleegt u "Aanspraak maken op
garantie" in de sectie "Beperkte Garantie".
Probeer de rookmelder niet zelf te repareren
in dat geval vervalt de garantie!
BEPERKTE GARANTIE
BRK Brands Europe Ltd., (“de onderneming”) garandeert dat deze
rookmelder voor een periode van tien jaar vanaf de aankoopdatum vrij
is van materiaal- en fabricagefouten. BRK Brands Europe Ltd. biedt
verder geen uitdrukkelijke garantie voor deze rookmelder. Agenten,
vertegenwoordigers, dealers of werknemers van de onderneming zijn
niet gemachtigd om de verplichtingen of beperkingen van deze garantie
aan te passen of te beperken. De verplichting van de onderneming
onder deze garantie is beperkt tot reparatiewerkzaamheden aan of
het vervangen van elk onderdeel van de rookmelder dat materiaal- of
fabrieksfouten vertoont tijdens normaal gebruik en onderhoud voor een
periode van tien jaar vanaf de aankoopdatum. De onderneming is niet
verplicht om rookmelders te repareren of te vervangen die gerepareerd
moeten worden als gevolg van schade, onredelijk gebruik, modificaties
of aanpassingen die na de aankoopdatum plaatsvinden.
Aanspraak maken op garantie
Indien onderhoudswerkzaamheden vereist zijn, retourneer het product
dan aan uw winkelier.
Batterij: BRK Brands Europe Ltd. geeft geen enkele geschreven of
mondelinge, uitdrukkelijke of niet-uitdrukkelijke garantie, met inbegrip
van de verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel, met
betrekking tot de batterij.
AANBEVOLEN LOCATIES VOOR
ROOKMELDERS
De installatie van rookmelders in ééngezinswoningen
Informeer naar de nationale of regionale wetgeving/richtlijnen en pas de
plaatsing hier op aan. Volgens het "British Standards Institution" (BSI) verdient
het aanbeveling om één rookmelder op elke verdieping te plaatsen en één in
elke woonruimte, in elke slaapkamer of elk slaapgedeelte. Zie "Aanbevelingen
van het British Standards Institution (BSI)" voor verdere bijzonderheden.
Voor een nog grotere bescherming raden wij u aan om ook rookmelders te
installeren in gangen, opslagruimtes, afgewerkte zolderverdiepingen en
dakruimtes. De rookmelders moeten zo geplaatst worden dat de rook de
sensorkamer kan bereiken, ongehinderd door deuren of andere obstructies.
Zorg er ook voor dat het alarmsignaal voor alle bewoners goed hoorbaar is.
Installeer de rookmelders bij voorkeur:
Waar de temperatuur gewoonlijk tussen de C en 38° C blijft.
Op elke verdieping van uw woning, met inbegrip van afgewerkte zolders.
In elke slaapkamer, vooral als de bewoners met de deur dicht slapen.
In de gang naast elk slaapgedeelte. Als uw woning meerdere
slaapgedeeltes heeft, moet u in elk gedeelte een rookmelder installeren.
Als een gang meer dan 7,5 meter lang is, installeert u een rookmelder
aan het begin en aan het einde van de gang.
Bovenaan de trap van de eerste naar de tweede verdieping en van de
trappen naar de volgende verdiepingen, en onderaan de trap van de
begane grond.
De speciale vereisten voor het installeren van rookmelders kunnen variëren
van regio tot regio. De plaatselijke brandweer en de bouwinspectie kunnen u
zeggen wat de vereisten voor uw regio zijn.
BELANGRIJK !
AANBEVELINGEN VAN HET "BRITISH STANDARDS
INSTITUTION" (BSI)
BS 5839 Deel 6 (Praktijkrichtlijnen voor het ontwerp en de installatie
van branddetectie- en alarmsystemen in woningen)
Rookmelders moeten geïnstalleerd worden in alle circulatieruimtes (gewoonlijk
gangen en trappen) die deel uitmaken van vluchtroutes, één op elke
verdieping, en in alle kamers en ruimtes waar het brandgevaar groot is.
Bovendien moeten er ook rookmelders geïnstalleerd worden tussen de
slaapgedeeltes en de meest waarschijnlijke brandbronnen (woonkamer en
keuken).
In geval van lange gangen, portalen of afgeschermde kamers of ruimtes die
zich meer dan 7,5 meter van de dichtstbijzijnde rookmelder bevinden, kan men
extra rookmelders installeren. De installatie van extra rookmelders kan ook
nodig zijn in geval van dakruimtes waar brandbare materialen of ontstekings-
bronnen opgeslagen liggen.
Gewoonlijk is het niet aan te bevelen om rookmelders te installeren in keukens,
toiletten, badkamers of doucheruimtes. De omstandigheden in deze ruimtes
kunnen soms aanleiding geven tot een onjuiste werking van de rookmelder. In
deze ruimtes wordt het plaatsen van een hittemelder aanbevolen.
NB: In Nederland dient de plaatsing van rookmelders in nieuwbouw-en reno-
vatie woningen te voldoen aan het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit verwijst naar
de NEN 2555, waarin wordt beschreven aan welke eisen de rookmelder dient
te voldoen en waar ze opgehangen dienen te worden.
WAAR KUNT U ROOKMELDERS BETER NIET
OPHANGEN
Op sommige plekken kunnen r ookmelders niet optimaal functioneren.
Het is daarom aan te bevelen om rookmelders NIET te installeren in de
volgende ruimtes (vaak is de plaatsing van een hittemelder een betere
oplossing):
Waar verbrandingsdeeltjes worden geproduceerd. Verbrandingsdeeltjes
worden gevormd als er iets brandt. Ruimtes die vermeden moeten
worden zijn o.a. keukens, garages en ketelruimtes. De afstand tussen een
rookmelder en een bron van verbrandingsdeeltjes (fornuis, verwarmings-
ketel, verwarmingstoestel) moet tenminste 3 meter, en indien mogelijk 6
meter bedragen. Dergelijke ruimtes moeten zo veel mogelijk geventileerd
worden.
Opmerking: Als u een rookmelder minder dan 6 meter van
een bron van verbrandingsdeeltjes moet installer en, is het aan te
bevelen de ruimte goed te ventileren en de rookmelder goed schoon
te houden.
In luchtstromingen in de nabijheid van een keuken. Luchtstromingen
kunnen de kookdampen in de sensorkamer van de rookmelder bij de
keuken trekken en zo een vals alarm veroorzaken.
In erg vochtige ruimtes of dampige ruimtes, of in met stoom gevulde
ruimtes, moet u een afstand van minstens 3 meter aanhouden tussen de
rookmelders en de badkamers, toiletten, douches, afwasmachines enz.
Waar de temperatuur regelmatig lager wordt dan 4°C of hoger dan 38°C,
zoals onverwarmde bijgebouwen, schuren, portieken of dakruimtes.
In erg stoffige, vuile of vette ruimtes. Installeer een rookmelder niet direct
boven een kooktoestel. Zorg ervoor dat rookmelders in de wasruimte vrij
van stof en pluizen blijven.
Dichtbij luchtopeningen, plafondventilatoren, of in ruimtes waar het erg
tocht. Tocht kan de rook wegblazen van de rookmelder zodat de rook de
sensorkamer niet kan bereiken.
In ruimtes waar veel insecten zijn. Insecten kunnen de openingen naar
de sensorkamer verstoppen en een vals alarm veroorzaken.
Minder dan 300 mm van een lamp armatuur. Elektrische ruis (afkomstig
van neonbuizen e.d.) kan de werking van de sensor beïnvloeden.
Waar de onderkant van een aan de muur bevestigde rookmelder onder
de bovenkant van de deuropening uitsteekt.
In kamers die behangen, geverfd of met artex behandeld worden.
Op "dode lucht" plekken (plekken zonder luchtcirculatie). "Dode lucht"
kan verhinderen dat rook de rookmelder bereikt.
Vermijd "dode lucht" plekken
"Dode lucht" kan verhinderen dat de rook de rookmelder bereikt. Om dit te
vermijden moet u de volgende raadgevingen opvolgen voor het installeren
van uw rookmelders.
Aan het plafond, installeer de r
ookmelder zo dicht mogelijk bij het midden
van het plafond. Als dit niet mogelijk is, installeert u de rookmelder minstens
300 mm van een muur of een hoek.
Aan de muur (indien toegestaan volgens de bouwverordeningen), de
bovenste rand van de rookmelder moet zich tussen de 102 en 300 mm van
de grens tussen de muur en het plafond bevinden, onder de typische "dode
lucht" ruimte.
Aan een puntig of hellend plafond, installeer de eerste rookmelder op een
afstand van minder dan 0,9 meter van het hoogste punt van het plafond,
horizontaal gemeten. Afhankelijk van de lengte, de hoek, enz. van de helling
van het plafond, kunnen meerdere rookmelders vereist zijn. Nadere informatie
over de speciale eisen voor hellende of puntige plafonds vindt u in BS 5839
Deel 6, 5588 Deel 1 en in de plaatselijke bouwverordeningen.
SPECIALE VOORSCHRIFTEN
Deze rookmelder is geen geschikte vervanging voor een volledig
branddetectiesysteem in gebouwen waarin veel mensen zijn
gehuisvest—zoals flatgebouwen (gemeenschappelijke vluchtroutes),
hotels, motels, jeugdherbergen, logementen, ziekenhuizen, verpleeg- en
revalidatiehuizen, dagopvangcentra, kosthuizen, aanleunwoningen enz.—
ook als deze oorspronkelijk eengezinswoningen waren. Hij is geen
geschikte vervanging voor een volledig branddetectiesysteem in
pakhuizen, fabrieksgebouwen, zakenpanden en niet-r esidentiële
gebouwen waarvoor speciale branddetectie- en alarmsystemen vereist
zijn. Afhankelijk van de plaatselijke bouwverordeningen mag deze rook-
melder in dit soort gebouwen als extra bescherming worden gebruikt.
De volgende informatie is van toepassing op de vier typen gebouwen die
hieronder worden vermeld:
De meeste bouwverordeningen bepalen dat men in nieuwbouw uitsluitend
rookmelders mag installeren die op het lichtnet (AC) werken, of op het lichtnet
werkende rookmelders met een geïntegreerde noodvoeding (AC/DC).
In bestaande constructies mogen op het lichtnet werkende (AC) rookmelders,
op het lichtnet werkende rookmelders met een geïntegreerde noodvoeding
(AC/DC), of op batterijen werkende (DC) rookmelders worden gebruikt, al naar
gelang de lokale bouwverordeningen. Gedetailleerde vereisten betreffende de
brandbeveiliging van gebouwen die niet als "woningen" worden gedefinieerd,
vindt u in de British Standard BS 5839 Deel 6 en BS 5588 Deel 1, lokale
bouwverordeningen. U kunt ook uw plaatselijke brandweer raadplegen.
1. Eéngezinswoning: Een woning voor één familie. Aanbevolen wordt om
rookmelders te plaatsen in alle ruimtes (gewoonlijk gangen en trappen) die
deel uitmaken van vluchtroutes, op elke verdieping, in alle kamers en ruimtes
waar het brandgevaar groot is, en tussen de slaapgedeeltes en de meest
waarschijnlijke brandbronnen (woonkamer en keuken).
2. Meergezinswoning: Flatgebouwen. Deze rookmelder is geschikt om
gebruikt te worden in individuele flats, op voorwaarde dat er al een primair
branddetectiesysteem aanwezig is dat voldoet aan de eisen voor de brand-
veiligheid in gemeenschappelijke ruimtes zoals hallen, gangen, vestibules of
portieken. Het gebruik van deze rookmelder in gemeenschappelijke ruimtes
voldoet in sommige gevallen niet aan de plaatselijke veiligheidsverordeningen
en -reglementen en is soms niet voldoende om alle bewoners te waarschuwen.
3. Instituten: Ziekenhuizen, dagopvangcentra, verpleeg- en r
evalidatiehuizen.
Deze rookmelder kan geschikt zijn om gebruikt te worden in de individuele
slaap-/woonkamers van de patiënten, op voorwaarde dat er al een primair
branddetectiesysteem aanwezig is dat voldoet aan de eisen voor de brandvei-
ligheid in gemeenschappelijke ruimtes zoals hallen, gangen, vestibules of por-
tieken. Het gebruik van deze rookmelder in gemeenschappelijke ruimtes vol-
doet in sommige gevallen niet aan de plaatselijke veiligheidsverordeningen en
-reglementen en is soms niet voldoende om alle bewoners te waarschuwen.
4. Hotels en motels: En ook jeugdherbergen, logementen, kosthuizen en aan-
leunwoningen. Deze rookmelder kan geschikt zijn om gebruikt te worden in de
individuele slaap-/woonkamers van de bewoners, op voorwaarde dat er al een
primair branddetectiesysteem aanwezig is dat voldoet aan de eisen voor de
brandveiligheid in gemeenschappelijke ruimtes zoals hallen, gangen, vestibules
of portieken. Het gebruik van deze rookmelder in gemeenschappelijke ruimtes
voldoet in sommige gevallen niet aan de plaatselijke veiligheidsverordeningen
en-reglementen en is soms niet voldoende om alle bewoners te waarschuwen.
DE BEPERKINGEN VAN ROOKMELDERS
Rookmelders hebben overal ter wereld in belangrijke mate bijgedragen aan
de daling van het aantal doden ten gevolge van huisbranden. Maar net zoals
alle andere alarmtoestellen kunnen rookmelders alleen goed functioneren als
ze op de juiste manier geïnstalleerd en onderhouden worden, en als de rook
de melder kan bereiken. Ze zijn niet onfeilbaar.
Rookmelders kunnen soms niet ieder een wakker maken. De vluchtroute
moet minstens twee keer per jaar geoefend worden, waarbij iedereen mee
moet doen ook kleine kinderen en grootouders. Zorg ervoor dat uw kinderen
al bekend zijn met het vluchtplan en de vluchtroute voordat u een nachtelijke
brandoefening houdt terwijl ze slapen. Als kinderen of andere bewoners niet
snel genoeg wakker worden van het alarmsignaal, of als er heel jonge kinderen
of personen met motorische beperkingen in huis aanwezig zijn, moet u iemand
aanwijzen die hen helpt tijdens de brandoefening en tijdens een echte noodsit-
uatie. Het is aan te bevelen om een brandoefening te houden terwijl uw gezin
slaapt. Zo kunt u zien hoe zij op het alarmsignaal van de rookmelder reageren
als zij slapen en besluiten of iemand hulp nodig heeft in een echte noodsituatie.
Rookmelders kunnen niet werken zonder voeding. Apparaten met een
batterijvoeding kunnen niet werken als ze niet voorzien zijn van batterijen, als
de batterijen losgekoppeld zijn, als de batterijen op zijn of van het verkeerde
type, of als de batterijen niet juist geïnstalleerd zijn. Apparaten die op het
lichtnet werken (AC) kunnen niet functioneren als de netstroom om de een of
andere reden uitvalt (gesprongen zekering, een storing in de hoofdleiding of
de elektriciteitscentrale, doorgebrande elektriciteitsdraden ten gevolge van
een kortsluiting enz.). Als u zich zorgen maakt over de beperkingen van
batterijvoeding of het lichtnet, kunt u beide typen rookmelders installeren.
Rookmelders kunnen geen brand detecteren als de rook ze niet bereikt.
Rook afkomstig van brand in schoorstenen, muren, op daken of aan de
andere kant van gesloten deuren, kan soms de sensorkamer niet bereiken
om het alarm af te doen gaan. Daarom moet er een rookmelder worden geïn-
stalleerd in elke slaapkamer of elk slaapgedeelte—vooral als de deuren naar
de slaapkamer of het slaapgedeelte gesloten zijn—en ook in de tussen-
liggende gangen.
Rookmelders zijn soms niet in staat om een brand op een andere
verdieping of in een ander gedeelte van het huis te detecteren. Het kan
zijn dat een niet met andere rookmelders verbonden eenheid op de tweede
verdieping de rook van een brand op de begane grond pas detecteert als de
brand zich al uitgebreid heeft. In dat geval heeft u misschien niet genoeg tijd
om te ontsnappen. Daarom bevelen wij aan om minstens één rookmelder te
installeren in alle ruimtes (gewoonlijk gangen en trappen) die deel uitmaken
van vluchtroutes en bovendien in alle kamers en ruimtes waar het
brandgevaar groot is. Zelfs met een rookmelder op elke verdieping geven
niet met elkaar verbonden melders niet zo veel bescherming als melders die
wel onderling verbonden zijn. Dit is vooral het geval als de brand begint
in een afgelegen ruimte. Sommige veiligheidsexperts raden dan ook aan
om onderling verbonden, op het lichtnet (AC) werkende rookmelders te
installeren die bovendien voorzien zijn van een noodbatterij (DC) (zie "Over
rookmelders"), of een professioneel branddetectiesysteem. In dit geval zullen
alle rookalarmen afgaan als één ervan rook detecteert. Onderling verbonden
rookmelders waarschuwen soms in een eerder stadium voor brand dan een
systeem van niet met elkaar verbonden melders, omdat alle rookmelders af
zullen gaan als één ervan rook detecteert.
Rookmelders zijn niet altijd hoorbaar. Hoewel de alarmclaxon van dit
apparaat meer dan voldoet aan de huidige standaard, is hij misschien niet
hoorbaar als: 1) de rookmelder zich aan de andere kant van een gesloten of
gedeeltelijk gesloten deur bevindt, 2) de bewoners kort geleden alcohol of
verdovende middelen hebben gebruikt, 3) het alarmsignaal wordt overstemd
door het geluid van een stereo-installatie, een televisie, het verkeer, de aircon-
ditioning of andere apparatuur, 4) de bewoners slechthorend zijn of erg vast
slapen. Voor slechthorende bewoners moet men speciale alarmtoestellen
installeren die ook visuele alarmsignalen geven.
Rookmelders kunnen in sommige gevallen niet snel genoeg afgaan om
te voorkomen dat de brand schade, letsel of de dood ver oorzaakt, omdat
de rook van bepaalde brandhaarden de rookmelder niet onmiddellijk
bereikt. Voorbeelden hier van zijn mensen die in bed roken, kinderen die
met lucifers spelen, of branden die ver oorzaakt worden door een heftige
gasexplosie.
Rookalarmen zijn niet onfeilbaar. Net zoals alle andere elektronische
apparaten, zijn rookmelders gemaakt van componenten die kunnen verslijten
of op elk willekeurig moment defect kunnen raken. U moet de rookmelder
elke week testen om er zeker van te zijn dat u beschermd bent. Rookmelders
zijn niet in staat om branden te voorkomen of te blussen. Ze vormen geen
alternatief voor een brand- of levensverzekering.
Rookmelders hebben een beperkte levensduur. Het apparaat moet
onmiddellijk vervangen worden als het niet juist functioneert. Elke rookmelder
moet tien jaar na aankoop vervangen worden. Noteer de aankoopdatum op
de handleiding en bewaar deze op een veilige plek. Gooi de melder niet weg,
maar stuur of breng deze naar uw leverancier.
Het symbool met de doorgekruiste container wil zeggen
dat het product aan het einde van zijn levenscyclus moet
worden aangeboden voor gescheiden afvalverzameling
(Europese Richtlijn). Dit geldt voor het apparaat, maar ook
voor de batterijen en alle andere accesoires die van dit
symbool zijn voorzien. Gooi dit product, de batterijen noch
de accessoires niet bij het gewone huisvuil. Uw gemeente
kan u inlichten waar u inzamelingspunten kunt vinden.
WAARSCHUWING !
4 5 6
OVER ROOKMELDERS, Vervolg
Rookmelders die op het lichtnet (AC) werken: Kunnen onderling verbonden
worden zodat alle rookmelders afgaan als één ervan rook detecteert. Ze
werken niet als de netstroom uitvalt.
Op het lichtnet (AC) werkende rookmelders met noodbatterij (DC): blijven
ook werken als de netstroom uitvalt, op voorwaarde dat de batterijen vol zijn
en correct geïnstalleerd werden. Apparaten die op het lichtnet (AC) werken
en op het lichtnet werkende apparaten met een noodbatterij (AC/DC) moeten
door een bevoegd elektricien worden geïnstalleerd.
Al deze rookmelders zijn ontworpen om u in een vroeg stadium te
waarschuwen voor brand, op voorwaarde dat zij geplaatst, geïnstalleerd en
onderhouden worden volgens de voorschriften in de handleiding, en indien
de rook hun sensorkamer bereikt. Sommige plaatselijke bouwverordeningen
vereisen de installatie van specifieke rookmelders in nieuwbouw of in
verschillende gedeeltes van het huis.
OVER ROOKMELDERS
Rookmelders met een batterijvoeding (DC): Beschermen u ook als de elek-
triciteit uitvalt, op voorwaarde dat de batterijen vol zijn en correct geïnstalleerd
werden. De apparaten zijn gemakkelijk te installeren en hoeven niet door een
expert geplaatst te worden. Ze kunnen ook onderling verbonden worden,
afhankelijk van het model, zodat alle rookmelders afgaan als één ervan rook
detecteert. Vervolg zie keerzijde... Gedrukt in Mexico M09-0017-015 01/08K1
Alle BRK®en First Aler t®
rookmelders voldoen aan de wettelijke
vereisten, met inbegrip van BS5446: Deel 1:2000 of UL217 en zijn
ontworpen om verbrandingsdeeltjes te detecter en. Alle branden
produceren rookdeeltjes die kunnen variëren in aantal en grootte.
Een op ionisatietechnologie gebaseerde rookmelder is gewoonlijk
gevoeliger dan een op optische (foto-elektrische) technologie
gebaseer de rookmelder als het gaat om het detecteren van kleine
deeltjes. Kleine deeltjes worden gewoonlijk in grotere hoeveelheden gepro-
duceerd door branden met vuurverschijnselen die het brandbaar materiaal
snel verteren en zich snel uitbreiden. Deze branden kunnen o.a. ontstaan
door brandend papier in een prullenmand, of een brandende pan met vet.
Optische (Foto-elektrische) rookmelders zijn gewoonlijk gevoeliger
dan ionisatiemelders als het gaat om het detecteren van grote deeltjes.
Grote deeltjes worden gewoonlijk in grotere hoeveelheden gepro-
duceerd door smeulbranden die uren kunnen smeulen voordat ze in
vlammen uitbarsten. Deze branden kunnen o.a. veroorzaakt worden door
een brandende sigaret die op een bank of in bed ligt te smeulen.
DE INSTALLATIE VAN DE ROOKMELDER
DE ONDERDELEN VAN DEZE ROOKMELDER VOLG DEZE EENVOUDIGE STAPPEN!
1. Montageplaat
2. Montagegleuven
3. Batterijvak, plaats hier de
9 V batterij
4. Draai in deze richting om uit
de beugel te verwijderen
5. Draai in deze richting om
aan de beugel te bevestigen
1. Test-/Alarmpauzeknop
2. Batterijlade
3. Spanningsindicator en
alarmindicator
4. ALLEEN MODEL
SA720CE: Escape Light®
Als u het batterijvak wilt vergrendelen, of de rookmelder aan de
montageplaat wilt vergrendelen, moet u eerst de sectie "Optionele
vergrendelingsfuncties" lezen voordat u met de installatie begint.
1. Houd de basis stevig vast en draai de montageplaat tegen de klok
in om hem van de basis te scheiden.
2. Houd de montageplaat zodanig tegen het plafond (of de muur) dat
de verticale montagesleuf in de 12 uur positie staat en markeer de
binnenomtrek van de montagesleuven met een potlood (verticale
en horizontale montage).
3. Zorg ervoor dat de stof die ontstaat als u de montagegaten boort
niet op/in de rookmelder terecht komt.
4. Boor een gat in het midden van de gemarkeerde ovalen met een
boorkop van 5 mm.
5. Duw de plastic pluggen (in de plastic zak met schroeven) in de
gaten. Tik de pluggen voorzichtig in de gaten met een hamer
totdat ze niet meer uit het plafond of de muur steken.
6. Bevestig de montageplaat aan het plafond of tegen de muur.
7. Installeer de batterij (is bijgesloten). Open
het batterijvak. De polen van de batterij
moeten overeenkomen met de polen van
de rookmelder ( de "+ " op de "+" en de "-"
op de "-"). Duw de batterij in het vak totdat
hij vastklikt en niet losgeschud kan worden.
Als de batterij niet goed vastzit, kan hij geen
stroom leveren aan de rookmelder.
OPMERKING: Nadat u de batterij heeft geïnstalleerd, kan
de spanningsindicator beginnen te knipperen. (Als de rook-
melder een alarm geeft, zal de indicator met hoge frequentie
knipperen en klinkt er een repeterend claxonsignaal). Dit is
normaal.
8. Maak de rookmelder vast aan de montageplaat. Breng de geleiders
op de basis van de rookmelder op één lijn met de geleiders op de
montageplaat. Als de geleiders uitgericht zijn, draait u de basis met
de klok mee (rechtsom) totdat deze op zijn plaats klikt.
OPMERKING: Als de rookmelder vastgeklikt zit op de
montageplaat, dan kunt u de rookmelder draaien om de
uitrichting te wijzigen.
9. Test de rookmelder. Zie "Wekelijkse test."
BELANGRIJK !
NOODZAKELIJK GEREEDSCHAP:
Deze rookmelder is ontworpen om aan het plafond,
of indien nodig tegen een muur te worden gemonteerd.
Potlood
• Boor met een boorkop van 5 mm
• Standaard platkopschroevendraaier
Hamer
Buigtang of mes om de optionele vergrendelings-
functies te activeren
OM HET BATTERIJVAK TE VERGRENDELEN
Vergrendel het batterijvak pas nadat u de batterij heeft geactiveerd
en de rookmelder heeft getest.
1. Installeer de batterij zodanig dat de
polen van de batterij overeenkomen
met de polen van de rookmelder (de
"+" op de "+" en de "-" op de "-").
Duw de batterij in het vak totdat hij
vastklikt en niet losgeschud kan
worden. Als de batterij niet goed vast
zit, kan hij geen stroom leveren aan
de rookmelder.
2. Druk op de testknop en houd hem
ingedrukt tot het (luide) alarmsignaal
klinkt: toet, toet, toet...
Als het alarm niet afgaat terwijl u de
rookmelder test, mag u het batterijvak
NIET VERGRENDELEN! Installeer een
nieuwe batterij en druk opnieuw op de
testknop. Als het alarm nog steeds niet
afgaat, moet u de melder onmiddellijk
vervangen.
3. Verwijder een sluitpen van de
montageplaat met behulp van een
kabeltang of een mes.
4. Duw de sluitpen door het gat bij het
slot van de klep van het batterijvak
aan de achterkant van de rookmelder.
OPTIONELE VERGRENDELINGSFUNCTIES
BELANGRIJK !
OM DE MONTAGEPLAAT TE VERGRENDELEN
1. Verwijder een sluitpen van de
montageplaat met behulp van
een kabeltang of een
werkmes.
2. Steek de sluitpen door het
gat op de achterkant van de
rookmelder (zie tekening).
3. Als u de rookmelder aan de
montageplaat bevestigt, zal
de kop van de sluitpen in een
inkeping op de beugel vallen.
De optionele vergrendelingsfuncties zijn bedoeld om te voorkomen dat batterijen of rookmelders door onbevoegden worden verwijderd.
De vergrendelingsfuncties hoeven niet gebruikt te worden in ééngezinswoningen waar de batterijen en rookmelders geen gevaar lopen om
door onbevoegden te worden verwijderd.
Deze rookmelders hebben twee aparte vergrendelingsfuncties: een functie om het batterijvak te vergrendelen en een andere functie om de rookmelder
aan de montageplaat te vergrendelen. De twee functies kunnen ieder apart of beide tegelijk gebruikt worden.
Vereist gereedschap: Kabeltang of een mes Standaard platkopschroevendraaier.
Beide vergrendelingsfuncties maken gebruik van sluitpennen die aan de montageplaat bevestigd zijn. Verwijder één van
de pennen (of alle twee, afhankelijk van de functies die u wilt gebruiken) uit de montageplaat met behulp van een
kabeltang of een mes.
Om een sluitpen permanent te verwijderen, steekt u een platkopschroevendraaier tussen de sluitpen en de
sluiting en duwt u de pen uit de sluiting.
BELANGRIJK !
OM HET BATTERIJVAK TE ONTGRENDELEN
1. Haal de rookmelder van de
montageplaat. Als de rookmelder
aan de beugel vergrendeld zit,
moet u de sectie "Om de
montageplaat te ontgrendelen"
raadplegen.
2. Steek een platkopschroeven-
draaier onder de kop van de
sluitpen en duw deze voorzichtig
uit het slot van het batterijvak (als
u het batterijvak later opnieuw
wilt vergrendelen, moet u de
sluitpen bewaren).
3. Om het batterijvak opnieuw te
vergrendelen, sluit u de klep en
steekt u de sluitpen opnieuw in
het slot.
4. Maak de rookmelder weer vast
aan de montageplaat.
Na het vervangen van de batterij
moet u de rookmelder altijd eerst
testen voordat u het batterijvak
weer vergrendelt.
BELANGRIJK !
OM DE MONTAGEPLAAT TE ONTGRENDELEN
1. Steek een platkopschroeven-
draaier in de rechthoekige
uitsnijding op de montageplaat
die zich dichtst bij de sluitpen
bevindt.
2. Trek de rookmelder los van de
beugel door de schroevendraaier
omhoog te duwen terwijl u de
rookmelder tegen de klok in
(linksom) draait.
REGELMATIG ONDERHOUD
Deze rookmelder is zodanig ontworpen dat hij een minimum aan onder-
houd vereist, maar er zijn toch een paar éénvoudige dingen die u doen
moet om te garanderen dat hij goed blijft functioneren.
Vervang de originele batterij uitsluitend door één van de hieronder
vermelde batterijen. Als u een ander type batterij gebruikt, kunnen
wij de juiste werking van de rookmelder niet garanderen. Gebruik
nooit herlaadbare batterijen omdat deze niet altijd een constante
spanning leveren.
Test de rookmelder tenminste één keer per week.
Maak de rookmelder tenminste eens per maand schoon. Stofzuig de
buitenkant van de rookmelder voorzichtig met behulp van de zachte
borstel van uw stofzuiger. Test de rookmelder. Maak de rookmelder
nooit schoon met water, schoonmaakmiddelen of oplosmiddelen
aangezien deze de rookmelder kunnen beschadigen.
Als de rookmelder zo vuil of stoffig is geworden dat schoonmaken
niet meer helpt om valse alarmen te verhinderen, moet u het
apparaat onmiddellijk vervangen.
Als een rookmelder vaak een vals alarm geeft, moet u hem op een
andere plek ophangen. Zie "Waar kunt u de rookmelder beter niet
ophangen" voor verdere bijzonderheden.
Als de batterij bijna leeg is, klinkt er ongeveer één keer per minuut
een pieptoon (de "batterij leeg" waarschuwing). Het apparaat kan dit
waarschuwingssignaal 30 dagen lang volhouden, maar voor uw eigen
veiligheid is het beter om de batterij onmiddellijk te verwisselen.
Elke keer als u de batterij verwisselt, moet u de werking van de
rookmelder testen door de testknop in te drukken.
Geadviseerd wordt, de rookmelder in elk geval na 10 jaar te
vervangen.
Toegestane batterijen:
Uw rookmelder werkt op een standaard 9 V batterij. U mag de volgende
typen batterijen gebruiken: Duracell #MN1604; Energizer #522. U mag
ook de langer meegaande Ultralife U9VL-J lithiumbatterijen gebruiken.
Deze batterijen zijn verkrijgbaar in veel winkels in uw buurt.
Als u een lithiumbatterij gebruikt, bestaat er ontploffingsgevaar als
de batterij niet op de juiste manier geplaatst wordt. Vervang een
lithiumbatterij alleen door een andere lithiumbatterij of door een
gelijksoortige batterij.
De meeste zinkkoolstofbatterijen hebben een gemiddelde levensduur
van 1 jaar; de meeste alkalinebatterijen hebben een gemiddelde levens-
duur van 1-2 jaar; de meeste lithiumbatterijen hebben een gemiddelde
levensduur van 6-10 jaar. De werkelijke levensduur van een batterij
hangt af van de rookmelder en van de omgeving waarin de rookmelder
zich bevindt. Alle bovengenoemde batterijen zijn geschikt om in deze
rookmelder te worden gebruikt. Als het apparaat begint te "piepen"
(de "batterij leeg" waarschuwing) MOET u de batterij onmiddellijk
verwisselen, ook als de levensduur van de batterij volgens de gegevens
van de fabrikant nog niet verstreken is.
Behandel de batterij als chemisch afval, lever ze apart in bij uw
winkelier of gemeente depot.
BELANGRIJK !
PAS OP !
WAARSCHUWING !
Probeer NOOIT deze rookmelder te testen met enige vorm van een
open vuur. U zou het apparaat per ongeluk kunnen beschadigen of
een brand kunnen veroorzaken. De werking van het apparaat kan
afdoende getest worden met behulp van de ingebouwde testknop,
in overeenstemming met de British Standards.
Het is belangrijk dat dit apparaat elke week wordt getest om de
juiste werking te controleren. Test ook na afwezigheid van een
langere periode (bijvoorbeeld door vakantie).
Het is aan te bevelen om deze rookmelder te testen met behulp van
de testknop. Druk op de testknop op de behuizing van het apparaat en
houd deze ingedrukt tot het alarmsignaal klinkt (als u de knop loslaat,
kan het alarmsignaal nog een paar seconden doorgaan). Als het alarm
niet afgaat, moet u nagaan of het apparaat stroom krijgt (de LED knippert
ongeveer een keer per minuut om aan te geven dat het apparaat stroom
ontvangt); test de rookmelder opnieuw. Als het alarm nog steeds niet
afgaat, moet u de rookmelder onmiddellijk vervangen. Tijdens de test
hoort u een luid, repeterend claxonsignaal: toet, toet, toet…
Alleen model SA720CE: Het Escape Light®gaat branden.
WAARSCHUWING !
Noteer het volgende:
Aankoopdatum:____________ Gekocht van:_______________________
9V OPTISCHE ROOKMELDER MET PAUZEKNOP EN/OF ESCAPE
LIGHT®EN/OF ONDERLING DOORVERBINDBAAR
ROOKMELDERS OP ELKAAR AANSLUITEN (Enkel Model 710IE)
Er kunnen maximaal 12 rookmelders op elkaar aangesloten worden,
zodat als er één rook opmerkt, alle rookmelders een alarmsignaal
afgeven. De waarschuwing voor laag batterijvermogen wordt echter
alleen gegeven door het toestel dat een nieuwe batterij nodig heeft.
De bedrading moet voldoen aan de huidige IEE-reguleringen voor
elektrische installaties.
Verbind de rookmelders aan elkaar door alle
Signal-aansluitpunten op
elkaar aan te sluiten. Doe hetzelfde met alle Ground-aansluitpunten.
Zie afbeelding. Voor de aansluiting moet geharmoniseerd montage-
draad worden toegepast (H05V-U 1,5 mm2of H07V-U 2,5 mm2).
De rookmelders mogen alleen in één woning aan elkaar verbonden
worden. Als er rookmelders in verschillende woningen op elkaar
aangesloten worden, zal er een ongewenst alarmsignaal afgaan
telkens wanneer een rookmelder in de andere woning wordt getest.
Zodra u de rookmelders op elkaar hebt aangesloten, duwt u op de
testknop van één toestel. Als alle melders goed op elkaar zijn aanges-
loten, zullen ze allemaal afgaan.
Deze rookmelder mag alleen aan andere rookmelders van het
model 710IE verbonden worden. Als u een ander apparaat op dit
toestel aansluit, zal het toestel niet langer goed functioneren.
Als de rookmelders niet aan andere rookmelders worden verbonden,
doet u niets met de SIGNAL- en GROUND-aansluitpunten die speciaal
zijn bedoeld voor het aan elkaar verbinden van rookmelders.
WAARSCHUWING !
BELANGRIJK !
}
}
}
}
}
SIGNAL
GROUND
SIGNAL
GROUND
NAAR ANDERE
VERBONDEN
ROOKMELDERS
(MAXIMAAL 12)
MAXIMUMLENGTE VAN DE GEHELE
AANSLUITING: 150 METER
HANDLEIDING
BELANGRIJK! LEES DEZE
HANDLEIDING ZORGVULDIG
DOOR EN BEWAAR HEM.
Deze handleiding bevat belangrijke
informatie over de werking van uw
rookmelder. Als u deze rookmelder voor
iemand anders installeert, moet u deze
handleiding of een kopie daarvan
achterlaten bij de eindgebruiker. Berg de
handleiding op een veilige plaats op.
Deze rookmelder wordt geleverd inclusief
batterij en bevestigingsmateriaal.
WEKELIJKSE TEST
The product label contains the year of certification, which is part of the
manufacturing date stamp.
1175
1175-CPD-036
EN14604
Modellen
SA710CE
SA710LCE
SA720CE:
1175
1175-CPD-035
EN14604
Modellen
710E
710IE
710LE:
BRK®is a registered trademark of BRK Brands, Inc.
First Alert®is a registered trademark of the First Alert Trust.


Product specificaties

Merk: First Alert
Categorie: Rookmelders
Model: SA710CE
Kleur van het product: Wit
Gewicht: 220 g
Soort: Draadloze sirene
Afmetingen (B x D x H): 120 x 120 x 50 mm
Alarm decibels: 85 dB
DC-in vereisten: 9V

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met First Alert SA710CE stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden