Canon SPEEDLITE 470EX-AI Handleiding
Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Canon SPEEDLITE 470EX-AI (116 pagina's) in de categorie Flitser. Deze handleiding was nuttig voor 199 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld
Pagina 1/116

1
INSTRUCTIEHANDLEIDING
D

2
De Canon Speedlite 470EX-AI is een externe, speciaal voor EOS
camera’s ontwikkelde Speedlite die compatibel is met E-TTL II-/E-TTL-
autoflashsystemen. De Speedlite kan worden gebruikt als flitser op de
accessoireschoen van de camera (normaal flitsen) of als ontvanger bij
draadloze flitsopnamen met optische transmissie. Bij normale
flitsopnamen kan de Speedlite worden gebruikt voor AI.B-flitsen.
Lees de volgende informatie voordat u opnamen gaat maken
Lees eerst de “Voorzorgsmaatregelen” (pagina 8-9) om mislukte foto’s en
ongelukken te voorkomen. Lees deze handleiding ook zorgvuldig door
om er zeker van te zijn dat u het product op de juiste manier gebruikt.
Lees deze instructiehandleiding, maar ook de
instructiehandleiding van uw camera
Lees voordat u dit product gebruikt, deze instructiehandleiding en de
instructiehandleiding van uw camera door, zodat u bekend raakt met de
bediening van deze apparatuur. Zorg er ook voor dat u deze
handleiding goed bewaart, zodat u hem zo nodig opnieuw kunt
raadplegen.
Gebruik met een EOS DIGITAL-camera (type A-camera)
U kunt de Speedlite heel eenvoudig gebruiken voor automatische
flitsopnamen, op dezelfde manier als de interne flitser van de
camera.
Gebruik met een analoge EOS-camera
Een EOS-camera met een E-TTL II-/E-TTL-
autoflashmeetsysteem (type A-camera)
U kunt de Speedlite heel eenvoudig gebruiken voor automatische
flitsopnamen, op dezelfde manier als de interne flitser van de
camera.
Een EOS-camera met een TTL-autoflashmeetsysteem (type
B-camera)
Zie pagina 110.
* In deze instructiehandleiding wordt aangenomen dat u de Speedlite
gebruikt in combinatie met een type A-camera.
Inleiding
De Speedlite gebruiken in combinatie met een camera

3
Hoofdstukken
Inleiding 2
Aan de slag en basishandelingen
Flitsopnamen voorbereiden en standaardflitsopnamen maken 17
Geavanceerde flitsopnamen
Fotograferen voor gevorderden met de flitsfuncties 29
Indirecte-flitsopnamen
Flitsopnamen met AI.B-flitsfuncties en indirecte-flitsadapter 41
Flitsfuncties instellen met de knoppen van de
camera
De flitsfuncties instellen vanaf het menuscherm van de camera
65
Draadloze flitsopnamen: Optische transmissie
Draadloze flitsopnamen (ontvanger) met optische transmissie 71
De Speedlite aanpassen
Aanpassen met gebruikersfuncties en persoonlijke functies 81
Aanvullende informatie
Systeemoverzicht, Problemen oplossen, Gebruik met een type B-camera
93
1
2
3
4
5
6
7

4
Pictogrammen in deze handleiding
9: geeft het selectiewiel aan.
<H> <E> : <S> geeft de bovenste, onderste, linker- en
<I> <O> rechterknop van de pijltoetsen aan.
8: geeft de selectie-/instelknop aan.
p/2: geeft aan dat de betreffende functie gedurende
circa 12 of 16 seconden geactiveerd blijft nadat u
de knop hebt losgelaten.
(p. **) : geeft de pagina aan waarop u meer informatie
kunt vinden.
: waarschuwing om problemen met de flitser te
voorkomen.
: aanvullende informatie.
Uitgangspunten
In de instructies wordt ervan uitgegaan dat de Speedlite op de camera is
bevestigd en dat beide zijn ingeschakeld.
De pictogrammen die worden gebruikt om de knoppen, wieltjes en
symbolen in de tekst aan te geven, komen overeen met de
pictogrammen die u op de Speedlite en de camera aantreft.
Als u voor het instellen van een functie een optie wilt selecteren, wordt
hiervoor in deze handleiding voornamelijk het wiel <
9
> gebruikt. U kunt
ook een keuze maken door op de bovenste, onderste, linker- of rechterknop
(<
H
> <
E
> <
I
> <
O
>) van de <
S
>-pijltoetsen te drukken.
Als u op <0> drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
In de procedures gaan we ervan uit dat de gebruikersfuncties en
persoonlijke functies van de Speedlite en de menu- en
gebruikersfuncties van de camera zijn ingesteld op de
standaardwaarden.
Alle cijfers, zoals het aantal flitsen, zijn gebaseerd op het gebruik van vier
AA-/LR6-alkalinebatterijen en Canon-testprocedures.
Symbolen in deze handleiding
In deze handleiding zijn de woorden “master” en “slave” die in vorige
handleidingen werden gebruikt, vervangen door respectievelijk “zender” en
“ontvanger”. Lees de woorden “zender” en “ontvanger” in deze handleiding
met deze kennis in het achterhoofd.

6
Inhoud
3
4
5
6
7
Indirecte-flitsopnamen 41
X Indirecte AI-flits ...................................................................... 42
W AI.B automatisch................................................................... 46
W Automatische AI.B-opnamen ................................................ 48
V Halfautomatische AI.B-opnamen .......................................... 56
m Handmatige indirecte-flitsopnamen......................................... 61
q Gecombineerd gebruik met de indirecte-flitsadapter.............. 63
Flitsfuncties instellen met de knoppen van de camera 65
Flitseraansturing via het menuscherm van de camera................... 66
Draadloze flitsopnamen: Optische transmissie 71
: Draadloze flitsopnamen met optische transmissie .................. 72
Instellingen voor draadloos flitsen .................................................. 74
a: Volledig automatische draadloze flitsopnamen ................. 76
A Handmatige flits instellen op een ontvanger..................... 79
De Speedlite aanpassen 81
C / >:
Gebruikersfuncties en persoonlijke functies instellen
.... 82
C: Gebruikersfuncties instellen................................................. 85
>: Persoonlijke functies instellen .............................................. 88
Aanvullende informatie 93
470EX-AI-systeem ......................................................................... 94
f Flitserblokkering als gevolg van temperatuurstijging................ 96
Problemen oplossen....................................................................... 98
Specificaties ................................................................................. 105
Gebruik met een type B-camera .................................................. 110
Index............................................................................................. 113

7
Voeding
Batterijen Î p. 18
Flitsinterval/aantal Î p. 18
De flitser in- en
uitschakelen Î p. 21
Flitser gereed Î p. 21
Snelle flits Î p. 21
Automatische
uitschakeling Î p. 22
Bediening
De Speedlite bevestigen
en loskoppelen Î p. 20
Blokkeerfunctie Î p. 22
LCD-paneelverlichting Î p. 22
Normale flitsopnamen
E-TTL-autoflash Î p. 24
Automatisch flitsen per
opnamemodus Î p. 25
Handmatige flits Î p. 36
Handmatig de flitsbelichting
instellen na meting Î p. 37
TTL-autoflash Î p. 110
Functies
Flitsbelichtingscompensatie
Î p. 30
FE-vergrendeling Î p. 31
Hogesnelheidssynchronisatie
Î p. 32
Synchronisatie 2e
gordijn Î p. 33
Modelflits Î p. 38
AF-hulplicht Î p. 27
Flitsdekking Î p. 34
• Groothoekadapter Î p. 35
Instellingen wissen (terug
naar standaardwaarden) Î p. 40
Flitsfunctie-instellingen Î p. 65
Flitserblokkering Î p. 96
Type B-camera Î p. 110
Indirecte-flitsopnamen
Automatische AI.B Î p. 43
Halfautomatische AI.B Î p. 45
Handmatig indirect
flitsen Î p. 61
Indirecte-flitsadapter Î p. 63
Draadloze flitsopnamen met
optische transmissie
E-TTL-autoflash Î p. 76
Geheugenfunctie Î p. 75
Individuele ontvanger Î p. 79
Aangepaste instellingen
Gebruikersfuncties
(C.Fn) Î p. 85
Persoonlijke functies
(P. Fn) Î p. 88
Alles wissen Î p. 84
Functie-index

8
Met de volgende voorzorgsmaatregelen kunt u letsel bij uzelf en
anderen voorkomen. Zorg ervoor dat u deze maatregelen volledig
begrijpt en uitvoert voordat u het product gebruikt.
Als het product niet naar behoren werkt, beschadigd is of er
andere problemen zijn, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde
Canon Service Center of met de leverancier bij wie u het product
hebt aangeschaft.
Voorzorgsmaatregelen
Waarschuwingen:
Neem onderstaande waarschuwingen in acht. Als u dit
niet doet, kan dit leiden tot overlijden of ernstig letsel.
Neem onderstaande veiligheidsrichtlijnen in acht om brand, oververhitting, lekkage
van chemische stoffen, explosies en elektrische schokken te voorkomen:
• Steek geen metalen voorwerpen in de elektrische contactpunten van het product,
de accessoires, de verbindingskabels, enzovoort.
• Gebruik geen batterijen, voedingsbronnen of accessoires die niet in de
instructiehandleiding worden genoemd. Gebruik geen batterijen die vervormd of
anderszins ongewoon zijn en gebruik ook het apparaat niet als het beschadigd is.
• Veroorzaak geen kortsluiting in het product of de batterijen en breng er geen
wijzigingen in aan. Verwarm of soldeer de batterijen niet. Stel de batterijen niet bloot
aan brand of water. Stel de batterijen niet bloot aan krachtige fysieke schokken.
• Plaats de plus- en minpolen van de batterijen niet verkeerd in het product en
gebruik niet tegelijkertijd nieuwe en gebruikte batterijen of batterijen van
verschillende typen.
Gebruik het product niet in de buurt van ontvlambaar gas. Dit ter voorkoming van
explosies of brand.
Flits niet in de richting van bestuurders van een auto of ander voertuig. Dit kan leiden
tot ongelukken.
Demonteer de apparatuur niet en breng er geen wijzigingen in aan. De interne onderdelen
staan onder hoogspanning en aanraking kan een elektrische schok veroorzaken.
Als het apparaat valt en openbarst zodat de inwendige delen zichtbaar zijn, raakt u dan
die inwendige delen niet aan. Als u dat wel doet, kunt u een elektrische schok krijgen.
Bewaar het product niet op een stoffige of vochtige plaats of in een locatie met veel
vettige rook. Hierdoor voorkomt u brand of elektrische schokken.
Controleer voordat u dit product in een vliegtuig of ziekenhuis gebruikt of dit is toegestaan.
De elektromagnetische golven van het product kunnen storingen veroorzaken in de
instrumenten van het vliegtuig of de medische apparatuur van het ziekenhuis.
Verwijder een batterij onmiddellijk als deze lekt, van kleur verandert, misvormd is of
rook of stank verspreidt. Let goed op dat u hierbij geen brandwonden oploopt. Als u de
batterij blijft gebruiken, kan dit leiden tot brand, elektrische schokken of brandwonden.
Houd de batterijen en andere accessoires buiten het bereik van kinderen. Neem
onmiddellijk contact op met een arts als een kind een batterij of accessoire inslikt. (De
chemische stoffen in batterijen kunnen letsel veroorzaken in de maag en darmen.)
Zorg ervoor dat het product niet nat wordt. Verwijder de batterijen direct als u het
product in het water hebt laten vallen of als er water of metalen voorwerpen in terecht
zijn gekomen. Hierdoor voorkomt u brand, elektrische schokken en brandwonden.
Bedek het product niet en wikkel het ook niet in een doek. Als u dat wel doet, kan de warmte
in het apparaat oplopen, waardoor het misvormd kan raken of in brand kan vliegen.

9
Voorzorgsmaatregelen
Houd het apparaat buiten het bereik van kinderen, ook tijdens het gebruik. Riemen
of snoeren kunnen verstikking, elektrische schokken of letsel veroorzaken. Een kind
kan ook stikken of zich bezeren als het per ongeluk een onderdeel of accessoire
inslikt. Neem onmiddellijk contact op met een arts als een kind een onderdeel of
accessoire inslikt.
Verwijder de batterijen uit het apparaat als u het niet gebruikt en ontkoppel de
externe voeding en kabel van het apparaat voordat u het opbergt. Zo voorkomt u
elektrische schokken, oververhitting, brand of corrosie.
Zorg ervoor dat er geen gelekte batterijvloeistof in uw ogen, op uw huid of op uw
kleren terechtkomt. Dit kan leiden tot blindheid of huidproblemen. Spoel het
betreffende gebied schoon met veel schoon water als dit toch gebeurt, maar wrijf
niet. Ga direct naar een arts.
Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om het
product schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk
voor de gezondheid.
Let op: Volg onderstaande aanwijzingen op die aanzetten tot
voorzichtigheid. Als u dat niet doet, kan dit resulteren in
letsel of beschadiging van eigendommen.
Verwijder de batterijen uit het product als u dit gedurende langere tijd niet gebruikt.
Hiermee voorkomt u storingen of corrosie.
Bij het wegwerpen van een batterij plakt u de elektrische contactpunten af met
plakband. Aanraking met andere metalen voorwerpen of batterijen kan gevaar voor
brand of een ontploffing opleveren.
Gebruik, bewaar of leg het product niet in een auto die in direct zonlicht staat of
waarin het heel warm is, of in de buurt van een zeer warm voorwerp. Het product
kan heet worden en bij aanraking brandwonden veroorzaken. Het kan er ook toe
leiden dat de batterij heet wordt, breekt, lekt, enzovoort.
Maak geen flitsopname als de flitskop (lichtverspreidingseenheid) contact maakt
met een lichaam of voorwerp. Als u dat wel doet, kan dit resulteren in brandwonden
of brand.
Waarschuw mensen die bij u in de buurt staan voordat u indirecte AI-flitsopnamen
maakt. De flitskop kan automatisch bewegen en zonder waarschuwing flitsen.
Gebruik de flitser niet dichtbij de ogen. Het flitslicht zou de ogen kunnen bezeren.
Laat het product niet gedurende langere tijd in een omgeving met lage
temperaturen. Het product wordt koud en kan bij aanraking letsel veroorzaken.
Raak onderdelen van het product die heet worden nooit direct aan. Langdurig
contact met de huid kan leiden tot contactbrandwonden door lage temperatuur.
Als u de batterijen vervangt nadat u continu geflitst hebt, kunnen deze heet zijn. Let
goed op dat u hierbij geen brandwonden oploopt.

11
Namen van onderdelen
<Q> Gereed-lampje/
testflitsknop (p. 21, 77)
<X> Indirecte-
flitsmodusknop (p. 42)
<0°> : Flitskop recht
vooruit
<Y> : Halfautomatische
AI.B
<Z> : Automatische
AI.B
Bevestigingspunt indirecte-
flitsadapter (p. 63)
<z>
Instelknop
reflectiehoek
(p. 45, 54, 57)
Deksel van
batterijcompartiment (p. 18)
Aan-/uitschakelaar (p. 21)
<K> : Ingeschakeld
<
a
> : Knop-/
wielvergrendeling
(ingeschakeld)
<J> : Uitgeschakeld
<9> Selectiewiel
<8> Selectie-/instelknop
<S>-pijltoetsen
<H> Zoomknop (p. 34)
<E> Flitsmodusknop (p. 24, 36)
<I> Instelknop voor draadloze opnamen
(p. 74, 79)
<O> Instelknop voor
flitsbelichtingscompensatie/
flitsvermogen (p. 30/36)
Ontgrendelingsknop (p. 20)
Borgknop bevestigingsvoet
(p. 20)
<0>
Knop Terug
<X>
Startknop voor
afstandmeting bij
automatische AI.B/
AI.B-lampje
(p. 43, 49/54, 59)
<1>
Submenuknop
(p. 40, 75, 82)
LCD-paneel

12
Namen van onderdelen
LCD-paneel
E-TTL II-/E-TTL-autoflash (p. 24)
a: E-TTL II-/
E-TTL-autoflash
j: Standaard
k
: Richtgetalvoorkeur
(p. 87)
l: Gelijkmatige
dekking (p. 87)
t: Temperatuurstijging
(flitserblokkering, p. 96)
f: Flitsbelichtingscompensatie
(p. 30, 68)
G : Laadindicator (p. 21)
L : Automatische instelling
d : Handmatige instelling (p. 34)
e: Zoomindicatie (p. 34)
N: Groothoekadapter +
waarschuwing indirect
flitsen
O: Waarschuwing buiten
flitsdekking
Flitsdekking
(brandpuntsafstand,
p. 34)
Flitsbelichtingscompen-
satiewaarde (p. 30)
Flitsbelichtingsniveau
(p. 30)
v : Diafragma (p. 36)
Effectief flitsmeetbereik/
Opnameafstand (p. 24/36)
R : Meters
@ : Voet
2
: Synchronisatie op het eerste
gordijn (normale flitsopnamen,
p. 68)
r
: Synchronisatie op het tweede
gordijn (p. 33, 68)
c
: Hogesnelheidssynchronisatie
(p. 32, 68)
De afgebeelde weergaven zijn voorbeelden. Op het scherm worden
alleen de instellingen weergegeven die momenteel worden toegepast.
Wanneer een knop of een wieltje wordt bediend, wordt het LCD-paneel
verlicht (p. 22).

13
Namen van onderdelen
Ontvanger
Handmatig flitsen (p. 36)
Draadloos flitsen met optische transmissie (p. 71)
q : Handmatig flitsen
Vermogen handmatig flitsen
Handmatig flitsniveau
x :
Ontvangerinstelling
(p. 74)
( :
Individuele ontvanger
(p. 79)
: : Draadloos flitsen
met optische
transmissie
(p. 74)
h :
Ontvangerpictogram
Flitsgroep
(p. 78)
* : Transmissiekanaal
(p. 74)

14
Namen van onderdelen
Indirect flitsen (p. 41)
m: Indirecte flits
(p. 49, 56, 61)
H: Indirecte-flitsadapter
bevestigd (p. 63)
W: Automatische AI.B (p. 48)
V: Halfautomatische AI.B
(p. 56)
Rotatiehoek
flitskop
Horizontale richting
Omhoog
Flitskophoek omhoog
De rotatiehoek van de flitskop verschijnt in vijf stappen.
Als u de camera bij een automatische AI.B-opname horizontaal houdt, is
180° de maximale reflectiehoek omhoog die wordt weergegeven.

18
Installeer vier AA/R6-batterijen voor de voeding.
1Open het deksel.
Schuif het deksel van het
batterijcompartiment omlaag en open
het.
2Plaats de batterijen in het
compartiment.
Zorg ervoor dat u de elektrische
contactpunten (“+” en “-”) van de
batterijen plaatst zoals in het
batterijcompartiment is aangegeven.
De groeven aan de zijkanten in het
batterijcompartiment geven “-” aan.
Dit is handig wanneer u de batterijen
in het donker moet vervangen.
3Sluit het deksel.
Sluit het deksel van het
batterijcompartiment en schuif het
omhoog door de procedure in stap 1
in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Flitsinterval en aantal keren flitsen
Gebaseerd op nieuwe AA-/LR6-alkalinebatterijen en Canon-testprocedures.
Met de snelle flitsfunctie kunt u flitsopnamen maken voordat de flitser helemaal
is opgeladen (p. 21).
De batterijen installeren
Flitsinterval Aantal keer flitsen
Snelle flits Normale flits
Circa 0,1 t/m 3,9 sec. Circa 0,1 t/m 5,5 sec. Circa 115 t/m 800 maal

19
De batterijen installeren
LET OP
Gebruik geen lithiumbatterijen van het type AA/R6.
Bepaalde lithiumbatterijen van het type AA/R6 kunnen in zeldzame
gevallen extreem heet worden bij gebruik. Gebruik daarom om
veiligheidsredenen geen lithiumbatterijen van het type AA/R6.
Raak bij continu flitsen nooit de flitskop, batterijen en het gedeelte bij
het batterijcompartiment aan.
Raak de flitskop, batterijen of het gedeelte bij het batterijcompartiment niet
aan als u herhaaldelijk continu met een korte interval flitst of de modelflits
gebruikt. De flitskop, batterijen en het gedeelte bij het batterijcompartiment
kunnen heet worden, waardoor u zich kunt branden.
Zorg er bij gebruik van de Speedlite voor dat u niet langdurig
hetzelfde onderdeel aanraakt.
Zelfs als het apparaat niet al te heet aanvoelt, kan langdurig contact met
hetzelfde lichaamsdeel rode huidplekken of blaren veroorzaken door
broeiwarmte-irritatie. Gebruik een statief als u in een zeer warme omgeving
werkt, last hebt van een slechte bloedcirculatie of een zeer gevoelige huid
hebt.
Bij het gebruik van niet-alkaline AA-/R6-batterijen is er mogelijk een storing
in het contact tussen de batterijen en het apparaat, vanwege de
onregelmatige vorm van de contactpunten van de batterij.
Vervang de batterijen door nieuwe als u <!> ziet of het LCD-paneel
wordt uitgeschakeld tijdens het opladen.
Gebruik vier nieuwe batterijen van hetzelfde merk. Vervang de vier
batterijen altijd gelijktijdig.
U kunt ook Ni-MH-batterijen van het type AA/HR6 gebruiken.

20
1Bevestig de Speedlite.
Schuif de bevestigingsvoet van de
Speedlite helemaal op de
accessoireschoen van de camera.
2Zet de Speedlite vast.
Schuif de borgknop van de
bevestigingsvoet naar rechts.
XAls u een klik hoort, is de voet
vergrendeld.
3Haal de Speedlite van de camera.
Druk op de ontgrendelingsknop,
schuif de borgknop naar links en haal
de Speedlite van de camera.
De Speedlite op de camera bevestigen
en loskoppelen
Zorg ervoor dat u de Speedlite uitschakelt voordat u deze bevestigt of
loskoppelt.

21
1Zet de aan-/uitschakelaar in de
stand <K>.
XHet opladen van de flitser wordt
gestart.
XTijdens het opladen ziet u <G>
op het LCD-paneel. Wanneer het
opladen van de flitser is voltooid,
verdwijnt deze indicatie.
2Controleer of de flitser gereed is
voor gebruik.
Het gereed-lampje verandert van uit
naar groen (snelle flits klaar) naar
rood (volledig opgeladen).
U kunt op de testflitsknop (gereed-
lampje) drukken om een testflits te
geven.
Met de snelle flitsfunctie kunt u flitsopnamen maken als het gereed-
lampje groen brandt (voordat de flitser helemaal is opgeladen). De
snelle flits is altijd beschikbaar, ongeacht de ingestelde transportmodus
van de camera. Hoewel het flitsvermogen circa 1/2 tot 1/6 van het
volledige vermogen is, is dit handig voor opnamen met een korter
flitsinterval.
Bij handmatige flitsopnamen is deze functie beschikbaar als het
flitsvermogen is ingesteld op 1/4 tot 1/128. U kunt geen snelle flits met
de ontvanger gebruiken bij draadloze opnamen met optische
transmissie.
De flitser inschakelen
Gereed-lampje
(Testflitsknop)
Snelle flits
Als het apparaat wordt ingeschakeld, kan de flitskop automatisch
bewegen (draaien).
Wanneer de snelle flits tijdens continu flitsen wordt gebruikt, kunnen
foto’s onderbelicht raken, omdat het flitsvermogen afneemt.
Als de 3/1/o/7/2-timer van de camera actief is, is een
testflits niet mogelijk.

24
Als u de opnamemodus van de camera instelt op <d> (Program AE) of
volledig automatische modus, kunt u in de volledig automatische
E-TTL II-/E-TTL-flitsmodus fotograferen.
1Stel de flitsmodus in op <a>.
Druk op de knop <E> van de
<S>-pijltoetsen.
Draai <9> om <Q> te selecteren
en druk vervolgens op <8>.
2Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen.
XDe sluitertijd en het diafragma
worden in de zoeker weergegeven.
Controleer of in de zoeker <Q>
brandt.
3Maak de foto.
Controleer of het onderwerp zich
binnen het effectieve flitsmeetbereik
bevindt.
Als u de ontspanknop helemaal
indrukt, flitst het apparaat en wordt de
foto gemaakt.
a
: Volledig automatische flitsopnamen
Effectief flitsmeetbereik
Verklein de afstand tot het onderwerp en maak nog een opname als het
onderwerp donker (onderbelicht) is bij controle van het beeld. U kunt bij
gebruik van een digitale camera ook de ISO-snelheid verhogen.
Met “volledig automatisch” worden de opnamemodi <A>, <1> en
<C> bedoeld.
Zelfs wanneer de flitser is bevestigd op een camera die het E-TTL II-
autoflashsysteem ondersteunt, wordt <a> op het LCD-paneel
weergegeven.

25
Als u de opnamemodus van de camera instelt op <s> (AE met
sluitervoorkeur), <f> (AE met diafragmavoorkeur) of <a>
(handmatige belichting), kunt u in elke opnamemodus E-TTL II-/E-TTL-
autoflash gebruiken.
Als u de opnamemodus <Z> of <Y> gebruikt, is het resultaat hetzelfde
als bij gebruik van <d> (Program AE).
1/X sec. is de maximale flitssynchronisatiesnelheid van de camera.
E-TTL II-/E-TTL-autoflash per opnamemodus
s
Selecteer deze modus wanneer u de sluitertijd handmatig wilt instellen.
Vervolgens kiest de camera bij deze sluitertijd automatisch het juiste
diafragma voor standaardbelichting van het onderwerp, gebaseerd op de
meting van de camera.
Als de diafragmawaarde knippert, betekent dit dat de achtergrond
onderbelicht of overbelicht zal zijn. Pas de sluitertijd aan tot de
diafragmawaarde niet meer knippert.
f
Selecteer deze modus als u het diafragma handmatig wilt instellen.
Vervolgens kiest de camera bij dit diafragma automatisch de juiste sluitertijd
voor standaardbelichting van het onderwerp, gebaseerd op de meting van de
camera.
Bij scènes met weinig licht wordt een lange synchronisatietijd gebruikt om
zowel het hoofdonderwerp als de achtergrond standaard te belichten. Het
flitslicht zorgt voor standaardbelichting van het hoofdonderwerp, terwijl de
lange sluitertijd zorgt voor standaardbelichting van de achtergrond.
Omdat een lange sluitertijd wordt gebruikt bij opnamen wanneer weinig
licht beschikbaar is, adviseren wij u een statief te gebruiken.
Als de sluitertijd knippert, betekent dit dat de achtergrond onderbelicht
of overbelicht zal zijn. Pas het diafragma aan tot de sluitertijd niet meer
knippert.
a
Selecteer deze modus als u zowel de sluitertijd als het diafragma
handmatig wilt instellen.
Het flitslicht zorgt voor standaardbelichting van het onderwerp. De
belichting van de achtergrond wordt bepaald door de combinatie van
ingestelde sluitertijd en ingesteld diafragma.
Flitssynchronisatiesnelheden en diafragma’s per opnamemodus
Sluitertijd Diafragma
dAutomatisch ingesteld (1/X sec. - 1/60 sec.) Automatisch ingesteld
sHandmatig ingesteld (1/X sec. - 30 sec.) Automatisch ingesteld
fAutomatisch ingesteld (1/X sec. - 30 sec.) Handmatig ingesteld
aHandmatig ingesteld (1/X sec. - 30 sec., Bulb) Handmatig ingesteld

26
E-TTL II-/E-TTL-autoflash per opnamemodus
EOS DIGITAL-camera’s hebben drie beeldsensorformaten. De
effectieve opnamebeeldhoek van de bevestigde lens is afhankelijk van
het sensorformaat. De 470EX-AI herkent automatisch het
beeldsensorformaat van de EOS DIGITAL-camera en stelt automatisch
de flitsdekking in die ideaal is voor de effectieve opnamebeeldhoek van
een lens met een brandpuntsafstand van 24-105mm.
Afhankelijk van de kleurtemperatuur van het flitslicht wordt met deze
functie de witbalans aangepast, omdat de kleurtemperatuurgegevens
tijdens het flitsen naar de EOS DIGITAL-camera worden verzonden. Als
u de witbalans van de camera instelt op <A>, <Aw> of <Q>, wordt
de functie automatisch ingeschakeld.
Zie de specificaties in de instructiehandleiding van de camera om na te
gaan of deze compatibel is met deze functie.
Zie hoofdstuk 3, “Indirecte-flitsopnamen” (p. 41-64).
Automatische zoomaanpassing aan beeldsensorformaat
Kleurtemperatuurgegevens verzenden
Indirect flitsen
Als de indirecte-flitsmodusknop <X> is ingesteld op <0°> en de flitskop
niet recht naar voren wijst, knippert het <X>-lampje. Druk de
ontspanknop half in om de flitskop automatisch weer recht vooruit te zetten.
(Het <X>-lampje gaat uit.)

27
E-TTL II-/E-TTL-autoflash per opnamemodus
Als het bij weinig licht moeilijk is
automatisch scherp te stellen op het
onderwerp of als er weinig contrast is bij
opnamen via de zoeker, flitst het
infrarode AF-hulplicht van de flitser
automatisch voor een betere
automatische scherpstelling.
Het AF-hulplicht ondersteunt de meeste AF-punten van de EOS-
camera’s. Het AF-hulplicht is toereikend voor de zichthoek van lenzen
met een brandpuntsafstand van 28 mm of meer. Het effectieve bereik
(bij 28 mm) is circa 0,7 - 10 m in het midden van de zoeker en circa 1 -
5 m aan de rand (andere AF-punten dan het middelste).
AF-hulplicht
Als u een AF-punt aan de rand selecteert of een groothoek- of telelens
gebruikt, kan het optimaal scherpstellen wel eens moeilijk zijn met het AF-
hulplicht van een EOS-geschikte externe Speedlite. In dat geval kunt u beter
het middelste AF-punt of een AF-punt dichter bij het midden gebruiken.
Bij Live View-opnamen flitst het AF-hulplicht zelfs als de AF-methode is
ingesteld op [Quick-modus].
U kunt de AF-hulplichtflitsen uitschakelen (C.Fn-08, p. 86).
Het AF-hulplichttype dat gebruikmaakt van onderbroken flitsen (een
reeks kleine flitsen) kan worden gebruikt (P.Fn-04, p. 89).

28

29
2
Geavanceerde
flitsopnamen
In dit hoofdstuk wordt het maken van geavanceerde
opnamen met de flitsfuncties beschreven.
Als de camera is ingesteld op de opnamemodus Volledig
automatisch of op een basisgebruikmodus, zijn de functies in
dit hoofdstuk niet beschikbaar. Stel de opnamemodus van de
camera in op <d/s/f/a/bulb(B)> (creatieve modi).
Als u geen indirecte-flitsopnamen maakt, stelt u de indirecte-
flitsmodusknop <X> in op <0°> (p. 11). Zie hoofdstuk 3,
“Indirecte-flitsopnamen” (p. 41) voor meer informatie over
indirect flitsen.

30
U kunt het flitsvermogen op dezelfde manier als de
belichtingscompensatie aanpassen. De
flitsbelichtingscompensatiewaarde kan worden ingesteld tot maximaal
±3 stops in stappen van 1/3 stop.
1Druk op de knop <O>.
Druk op de knop <O> van de <S>-
pijltoetsen.
U kunt ook de
flitsbelichtingscompensatie
selecteren. Druk hiervoor op <8> en
draai <9>.
2Stel de waarde voor de
flitsbelichtingscompensatie in.
Draai <9> om de waarde voor de
flitsbelichtingscompensatie in te
stellen en druk vervolgens op <8>.
X
De flitsbelichtingscompensatiewaarde
is ingesteld.
“0.3” betekent stop van 1/3 en “0.7”
betekent stop van 2/3.
Zet de compensatiewaarde terug op
±0 als u de flitsbelichtingscompensatie
wilt annuleren.
f Flitsbelichtingscompensatie
Over het algemeen kunt u het beste voor lichte onderwerpen een grotere
belichtingscompensatie en voor donkere onderwerpen een kleinere
belichtingscompensatie kiezen.
Als de belichtingscompensatie van de camera is ingesteld op stappen van
1/2 stop, is de flitsbelichtingscompensatie maximaal ±3 stops in stappen
van 1/2 stop.
Wanneer de flitsbelichtingscompensatie zowel op de flitser als op de
camera wordt ingesteld, krijgt de instelling op de flitser voorrang.
Zonder op de knop <O> van de <S>-pijltoetsen te drukken kunt u direct
<9> draaien en de hoeveelheid flitsbelichtingscompensatie instellen
(C.Fn-13, p. 86).

31
Met FE-vergrendeling (FE = Flash Exposure, flitsbelichting) zet u voor
elk deel van het onderwerp de juiste flitsbelichting vast.
Druk op de knop <B> van de camera als u <a> op het LCD-
paneel ziet. Voor camera’s zonder een knop <B> drukt u op de
knop <A> (AE-vergrendeling) of <7>.
1Stel scherp op het onderwerp.
2Druk op de knop <B> (8).
Zorg ervoor dat het onderwerp zich
midden in de zoeker bevindt en druk
op de knop <B> van de camera.
XDe Speedlite geeft een voorflits en in
het geheugen wordt het vereiste
flitsvermogen voor het onderwerp
opgeslagen.
XGedurende circa 0,5 seconde ziet u
“FEL” in de zoeker.
Telkens wanneer u op de knop
<B> drukt, ziet u een voorflits en
wordt het nieuwe flitsvermogen dat
op dat moment nodig is, in het
geheugen opgeslagen.
7: Flitsbelichtingsvergrendeling
Als er geen juiste belichting kan worden verkregen wanneer u een
flitsbelichtingsvergrendeling probeert te maken, knippert <Q> in de
zoeker. Verklein de afstand tot het onderwerp of open het diafragma en
voer opnieuw de flitsbelichtingsvergrendeling uit. U kunt bij gebruik van
een digitale camera ook een hogere ISO-snelheid instellen en daarna de
FE-vergrendeling opnieuw uitvoeren.
Als het gewenste onderwerp te klein is in de zoeker, is de FE-
vergrendeling wellicht niet erg effectief.

32
U kunt bij hogesnelheidssynchronisatie flitsopnamen maken, zelfs met
sluitersnelheden (-tijden) die de maximale sluitersnelheid voor
flitssynchronisatie overschrijden. Dit is effectief wanneer u wilt
fotograferen in de modus <f> (AE met diafragmavoorkeur, open
diafragma) met een onscherpe achtergrond, bijvoorbeeld buiten bij
daglicht.
1Druk op <8>.
2Selecteer het item dat is
gemarkeerd in de afbeelding.
Draai <9> om het item dat is
gemarkeerd in de afbeelding te
selecteren en druk vervolgens op
<8>.
3Selecteer <c>.
Draai <9> om <c> te selecteren en
druk vervolgens op <8>.
Controleer of in de zoeker <F>
brandt en maak vervolgens de
opname.
c Hogesnelheidssynchronisatie
Met hogesnelheidssynchronisatie wordt het effectieve flitsbereik kleiner
naarmate de sluitertijd korter wordt. U kunt het effectieve flitsmeetbereik op
het LCD-paneel controleren.
Als de sluitersnelheid (-tijd) minder is dan of gelijk is aan de maximale
sluitersnelheid voor flitssynchronisatie, ziet u in de zoeker geen <F>.
Selecteer in stap 3 <2> (synchronisatie 1e gordijn) om terug te keren
naar normaal flitsen. (U ziet hierna geen <2> op het LCD-paneel.)
Product specificaties
Merk: | Canon |
Categorie: | Flitser |
Model: | SPEEDLITE 470EX-AI |
Kleur van het product: | Zwart |
Ingebouwd display: | Ja |
Gewicht: | 385 g |
Breedte: | 74.6 mm |
Diepte: | 130.4 mm |
Hoogte: | 105.1 mm |
Soort: | Compacte flits |
Brandpuntbereik: | 24 - 105 mm |
Ondersteund aantal accu's/batterijen: | 4 |
Flitser-modi: | Auto,High-speed synchronization,Manual |
Soort voeding: | Batterij/Accu |
Draadloze verbindingen: | Ja |
Auto Focus (AF) assisteer straal: | Ja |
Aantal kanalen: | 4 kanalen |
Type batterij: | AA |
Bereik: | 47 m |
Compatibele camera merken: | Canon |
Oplaadtijd (ongeveer): | - s |
Merk specifieke flits systemen: | E-TTL I (Canon),E-TTL II (Canon) |
Group settings: | 3 |
Flitshoek: | 14 - 105 mm |
Flits blootstellingscompensatie: | Ja |
Horizontale rotatie hoek: | 0 - 180 ° |
Verticale rotatie hoek: | 0 - 120 ° |
Zwenkkop: | Ja |
Minimale oplaadtijd (ongeveer): | 0.1 s |
Maximale oplaadtijd (ongeveer): | 5.5 s |
Heb je hulp nodig?
Als je hulp nodig hebt met Canon SPEEDLITE 470EX-AI stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden
Handleiding Flitser Canon

5 Maart 2024

30 Maart 2023

26 Maart 2023

2 Maart 2023

4 Februari 2023

16 Augustus 2022

17 Mei 2022

26 Mei 2022

17 Augustus 2022

30 Mei 2022
Handleiding Flitser
- Flitser Braun
- Flitser Sony
- Flitser Panasonic
- Flitser Nikon
- Flitser Asus
- Flitser Olympus
- Flitser Audio-Technica
- Flitser Dorr
- Flitser Easymaxx
- Flitser Fujifilm
- Flitser Godox
- Flitser Kenko
- Flitser Konica Minolta
- Flitser Konig
- Flitser Leica
- Flitser Logilink
- Flitser Metz
- Flitser Minox
- Flitser Neewer
- Flitser Nissin
- Flitser Pentax
- Flitser Pulsar
- Flitser Quantum
- Flitser Ricoh
- Flitser Rollei
- Flitser SeaLife
- Flitser Sigma
- Flitser Sunpak
- Flitser Triopo
- Flitser Vivitar
- Flitser Yongnuo
- Flitser Pelican
- Flitser Goodram
- Flitser Vello
- Flitser Manfrotto
- Flitser Cullmann
- Flitser Xit
- Flitser Hähnel
- Flitser Ikan
- Flitser GVM
- Flitser Genaray
- Flitser Profoto
- Flitser Anton/Bauer
- Flitser Impact
- Flitser Lume Cube
- Flitser Aputure
- Flitser Xantech
- Flitser Bolt
- Flitser Elinchrom
- Flitser Vimar
- Flitser Dracast
- Flitser Rotolight
- Flitser SWIT
- Flitser COLBOR
- Flitser Cactus
- Flitser PolarPro
- Flitser ANDYCINE
- Flitser SmallRig
- Flitser Westcott
- Flitser Ikelite
- Flitser Kaiser Fototechnik
- Flitser Lastolite
- Flitser Smith-Victor
- Flitser FoxFury
- Flitser Jinbei
- Flitser Quadralite
- Flitser Luxli
Nieuwste handleidingen voor Flitser

9 Maart 2025

3 Maart 2025

26 Februari 2025

24 Februari 2025

5 Februari 2025

5 Februari 2025

28 Januari 2025

8 Januari 2025

8 Januari 2025

8 Januari 2025