Boss Guitar Processor GP-10 Handleiding

Boss Niet gecategoriseerd Guitar Processor GP-10

Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Boss Guitar Processor GP-10 (20 pagina's) in de categorie Niet gecategoriseerd. Deze handleiding was nuttig voor 25 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/20
DeutschEnglish Français Italiano Español Português Nederlands
Lees zorgvuldig de hoofdstukken “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (apart blad “Lees dit eerst” en Gebruikershandleiding p. 15) voordat u
het apparaat gaat gebruiken. Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat. Om er bovendien zeker van te zijn dat u elke
functie van uw nieuwe apparaat goed begrijpt, leest u best de hele gebruikershandleiding. Deze handleiding moet als referentie worden bewaard en voorhanden zijn.
Copyright © 2014 BOSS CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION.
Gebruikershandleiding (dit document)
Lees dit eerst. Het bevat de basisgegevens die u moet weten voordat u de GP-10 begint te gebruiken.
PDF-handleiding (te downloaden vanaf internet)
• Parameter Guide
Dit bevat informatie over de parameters en het audiosignaalpad van de GP-10.
• Sound List
Dit is een lijst met de geluiden die zijn ingebouwd in de GP-10.
• MIDI Implementation
Dit is gedetailleerde informatie over MIDI-berichten.
Zo verkrijgt u de PDF-handleiding
1. Voer de volgende URL in uw computer in.
http: //www.roland.com/manuals/
2. Kies GP-10” als productnaam.
Gebruikershandleiding
Aansluitingen ................................................................2
Het apparaat in-/uitschakelen ............................................2
Initiële instellingen ...........................................................3
Het uitvoersysteem opgeven (Sys: Output). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
De GK-pickups instellen ..................................................3
Basisbewerkingen ............................................................4
Instellingen voor modeling/Poly FX/alternatieve stemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Instellingen voor modeling (Mdl: ) ........................................6
Elektrische gitaar (EG: ) ............................................6
Akoestisch (AC: ) ..................................................6
Bas (EB: ) .........................................................6
Synthesizer (Synth: ) ..............................................7
Poly FX (PolyFx: ) ..................................................8
Instellingen voor alternatieve stemming (AltTune: ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Instellingen voor twaalfsnarige gitaar (12Str: ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Instellingen voor snaarverbuiging (StrBend: ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Overige instellingen voor modeling (Mdl: ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Instellingen voor eecten/patches ............................................9
Instellingen voor eecten ................................................9
Voorversterker (Amp: ) ............................................9
FX (FX: ) ...........................................................9
Wah (Wah: ) ......................................................10
Chorus (Chorus: ) .................................................10
Delay (Delay: ) ....................................................10
Reverb (Reverb: ) .................................................10
EQ (EQ: ) .........................................................11
Ruisonderdrukker (NS: ) ..........................................11
Voetvolume (FV: ) ................................................11
Instellingen voor normale pickup (Nrml PU: ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Volumebalans van de modeling en de normale pickup (Mixer: ) . . . .11
FX Chain .........................................................11
Patchinstellingen (Patch: ) ...............................................11
Patchvolume (Patch: Level) .......................................11
Patchtempo-instellingen (Patch: Tempo) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Selectie van de GK-kit voor de patch (Patch: GK Set) . . . . . . . . . . . . . . .11
Pedaal- en schakelaarinstellingen voor elke patch (Ctl: ) . . . . . . . . . . .11
Toewijzingsinstellingen (Asgn 1–8: ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Systeeminstellingen .........................................................13
Het uitvoersysteem opgeven (Sys: Output). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Instellingen van de GK-pickups (GK: ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Systeeminstellingen voor de pedalen en schakelaars (SysCtl: ) . . . . . . . . . . . .13
USB Audio-instellingen (USBAudio: ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
MIDI-uitvoerinstellingen voor gitaar spelen (MIDI: ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Stemfunctie-instellingen (Tuner: ) .......................................13
Het contrast van de display regelen (Sys: Contrast) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Paneelvergrendelingsinstellingen (Sys: Knob Lock) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Auto O-instellingen (Sys: Auto O) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
De selecteerbare patches in het afspeelscherm beperken (Sys: Patch
Extent) .................................................................
14
Het expressiepedaal aanpassen (Calibration) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Patchbewerkingen ...........................................................14
Patches verwisselen (Exchange) .........................................14
Een patch invoegen (Insert) .............................................14
Een patch initialiseren (Initialize) ........................................14
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN ............................................15
BELANGRIJKE OPMERKINGEN ................................................15
Problemen oplossen .........................................................16
Overzicht van foutmeldingen ................................................16
Belangrijkste specicaties ....................................................16
Superieure modeling van gitaren via COSM
De GP-10 biedt een breed gamma aan modelingopties voor gitaren dankzij de COSM-technologie. Enkele voorbeelden zijn Stratocaster, Telecaster, Les Paul, jazzgitaar,
akoestische gitaar en sitar. Bovendien kan dit apparaat nieuwe geluidsdimensies creëren die niet mogelijk zijn met conventionele elektrische gitaren. Er is bijvoorbeeld een
Wide Range-model dat een vet geluid oplevert terwijl het brede bereik van single coil pickups blijft behouden, en een Bright Humbucker-model waarbij de rijke midden-
en lage tonen van een humbucker worden gecombineerd met heldere hoge tonen.
Verscheidenheid aan alternatieve stemmingen
U kunt kiezen uit alternatieve stemmingen zoals Drop-D, Open-G en D-MODAL. Zonder dat u uw gitaar of de snaarspanning hoeft te veranderen, kunt u onmiddellijk
wisselen tussen verschillende alternatieve stemmingen. Er is zelfs een modus voor een twaalfsnarige gitaar. Bovendien kunt u “USER gebruiken om uw eigen stemming op
te geven.
Krachtige eecten en modeling van versterkers
Hoogwaardige eecten en modeling van versterkers zijn twee ingebouwde functies. Er is ook een speciale “Poly FX”-optie die speciek bedoeld is voor de GP-pickup en
waarmee u een afzonderlijk snaarsignaal kunt exporteren voor elke snaar. Op die manier kunt u volledig nieuwe geluiden creëren die onmogelijk waren voor een oude
gitaar die was uitgerust met een conventionele pickup.
2
EXP 2/CTL 3, 4-aansluiting (Aansluiten van externe pedalen)
Aansluitingen
OUTPUT-connectoren
Sluit deze connectoren
aan op uw gitaarversterker
of op PA (LINE).
* Als uw systeem een
monosysteem is, gebruikt
u alleen de L/MONO-
aansluiting.
USB ( )-poort
Gebruik een in de handel verkrijgbare USB 2.0-kabel om deze poort aan
te sluiten op uw computer. Deze kan worden gebruikt om USB MIDI- en
USB-audiogegevens over te dragen. U moet het USB-stuurprogramma
installeren voordat u de GP-10 aansluit op uw computer. Download het
USB-stuurprogramma en de speciale GP-10-software op de website van
Roland. Raadpleeg het bestand Readme.htm dat bij de download wordt meegeleverd.
http: //www.roland.com/support/
AUX IN-connector
Gebruik een kabel met
stereo mini-jack om hier uw
audiospeler aan te sluiten.
* Als u het ingangsniveau
van de AUX IN-ingang wilt
wijzigen, wijzigt u het volume
van het aangesloten apparaat
(audiospeler enzovoort).
PHONES-aansluiting
Sluit hier een hoofdtelefoon (apart
verkrijgbaar) aan.
* Als u een stereo mini-jack aansluit
op deze aansluiting, wordt de
ingebouwde gitaarversterkersimulator
automatisch ingeschakeld zodat u
ook met uw hoofdtelefoon
kunt genieten van
indrukwekkende
gitaargeluiden. In dit
geval zal het geluid van
de OUTPUT-connectoren
hetzelfde eect hebben.
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten of storingen aan de apparatuur te voorkomen.
DC IN-aansluiting
Sluit de meegeleverde
netstroomadapter hier aan.
* Gebruik alleen
de meegeleverde
netstroomadapter. Het
gebruik van andere adapters
kan oververhitting en
defecten veroorzaken.
Het apparaat in-/uitschakelen
Met deze schakelaar schakelt u de stroom in/uit.
* Nadat u de aansluitingen correct hebt uitgevoerd, zorgt u
ervoor dat u eerst de GP-10 inschakelt en vervolgens het
aangesloten systeem. Als u de apparaten in de verkeerde
volgorde inschakelt, kan dit schade of defecten veroorzaken.
Als u de apparaten uitschakelt, moet u eerst het aangesloten
systeem uitschakelen en vervolgens de GP-10.
* Het apparaat is voorzien van een beveiligingscircuit. Het duurt
even (een paar seconden) voordat het apparaat normaal
functioneert nadat het is ingeschakeld.
* Zet het volume altijd op nul voordat u het apparaat in- of
uitschakelt. Zelfs als het volume volledig op nul staat, kunt u nog
geluid horen wanneer het apparaat wordt in- of uitgeschakeld.
Dit is normaal en wijst niet op een defect.
Auto O-functie
Dit apparaat wordt automatisch uitgeschakeld na een vooraf
ingestelde tijdsspanne sinds het apparaat voor het laatst
werd gebruikt om muziek af te spelen of sinds de knoppen of
bedieningselementen van het apparaat voor het laatst werden
gebruikt (Auto O-functie).
Als u niet wilt dat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld,
schakelt u de Auto O-functie uit (p. 14).
* Instellingen die worden bewerkt op het moment dat het
apparaat wordt uitgeschakeld, gaan verloren. Als u instellingen
hebt gemaakt die u wilt behouden, moet u deze eerst opslaan.
* Schakel het apparaat opnieuw in om de stroomvoorziening te
herstellen.
Als u een expressiepedaal (apart verkrijgbaar: Roland EV-5, FL-500H/L) of voetschakelaar (apart verkrijgbaar: FS-5U, FS-6) aansluit op de EXP 2/CTL 3, 4-aansluiting, kunt u een
pedaal gebruiken om het volume te bedienen of om eecten in en uit te schakelen.
Raadpleeg “Pedaal- en schakelaarinstellingen voor elke patch (Ctl: )” (p. 11), “Systeeminstellingen voor de pedalen en schakelaars (SysCtl: )” (p. 13) voor meer informatie over de
instellingen.
POLARITY-schakelaar
Bij het aansluiten van een
FS-5U
Bij het aansluiten van twee
FS-5U's
Bij het aansluiten van
een FS-6
Bij het aansluiten van
een EV-5
Kabel:
Stereo 1/4” jack 1/4”-jack x 2
MODE/POLARITY-schakelaar
Kabel:
1/4”-jack 1/4”-jack
Ctl 3 Ctl 4 Ctl 3 Ctl 4 Ctl 3Exp 2
Sluit de GK-compatibele gitaar
alleen aan op een speciale GK-
kabel (meegeleverd met Roland
GK-compatibele apparaten en
optionele GK-kabels). Andere
kabels kunnen schade of
defecten veroorzaken.
Als u onvoorziene stroomonderbrekingen
(als de stekker per ongeluk uit het
stopcontact wordt getrokken) of overmatige
belasting op de DC IN-aansluiting
wilt voorkomen, moet u het netsnoer
verankeren met de snoerhaak, zoals u kunt
zien in de afbeelding.
Beveiligingsslot ( )N
http: //www.kensington.
com/
GUITAR IN-aansluiting
Gebruik dit bedieningselement als u een conventionele gitaar rechtstreeks invoert.
* Als u een 1/4”-jack gebruikt om aansluitingen te maken, zullen de functies voor modeling en
alternatieve stemming niet werken. Alleen de eectfuncties zullen werken.
GUITAR OUT-aansluiting
Normale pickupsignalen van de gitaar worden uitgestuurd.
* Gebruik alleen het opgegeven
expressiepedaal (Roland EV-5,
FL-500H/L, apart verkrijgbaar).
Als u andere expressiepedalen
aansluit, kunt u defecten en/
of schade aan het apparaat
veroorzaken.
GK IN-aansluiting
Sluit een gitaar met een GK-
pickup (Roland GK-3/GK-2A)
of een GK-compatibele gitaar,
zoals de Roland V-Guitar GC-1,
aan op deze connector.
Kabel:
Stereo 1/4”-jack
Stereo 1/4”-jack
3
DeutschEnglish Français Italiano Español Português Nederlands
Initiële instellingen
Voordat u de GP-10 voor de eerste keer gebruikt, moet u eerst de volgende
initiële instellingen uitvoeren.
Basisprocedure voor initiële instelling
1. Druk op de [SYSTEM]-knop.
2. Gebruik de [ ] [ ]-knoppen om de gewenste parameter te selecteren. K J
Gebruik vervolgens de [VALUE]-regelaar om de waarde te bewerken.
GK1:Type
Een parameter selecteren
De waarde
bewerken
3. Druk op de [EXIT]-knop om terug te gaan naar het afspeelscherm.
MEMO
U kunt de volgende knopbedieningen gebruiken om naar de / -markeringen van dit + ,
documenten te springen (p. 13–).
Knoppen Doel Knoppen Doel
[SYSTEM] Volgende -markering Volgende -markering+[ ] + [ ] J K , +
[EXIT] + [SYSTEM] Vorige -markering Vorige -markering+[ ] + [ ] K J , +
* [ ] + [ ] betekent dat u “[ ] moet ingedrukt houden en op [ ] moet drukken.J K J K
Het uitvoersysteem opgeven (Sys: Output)
Kies “Sys: Output” en geef het apparaat (de versterker) op dat is aangesloten op de
OUTPUT-aansluitingen.
Sys:Output
LINE/PHONES
* Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, zal dit automatisch “LINE/PHONES” zijn,
ongeacht de uitvoerinstelling.
Waarde Beschrijving
LINE/PHONES
Dit is de geschikte instelling wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt of
wanneer de GP-10 is aangesloten op een keyboardversterker, mengpaneel
of digitale recorder.
JC-120 Kies deze instelling als de GP-10 is aangesloten op de gitaarinvoer van een
Roland JC-120-gitaarversterker.
SMALL AMP Kies deze instelling als de GP-10 is aangesloten op een kleine gitaarversterker.
COMBO AMP
Kies deze instelling als de GP-10 is aangesloten op de gitaarinvoer van een
andere combo-gitaarversterker (een versterker waarbij de versterker en
de luidspreker samen in één kast zitten) dan de JC-120. Afhankelijk van de
gitaarversterker die u gebruikt, kan de instelling “JC-120” mogelijk betere
resultaten geven.
STACK AMP
Kies deze instelling als de GP-10 is aangesloten op de gitaarinvoer van een
andere stack-gitaarversterker (een versterkertoren waarbij de versterker
boven op de luidspreker is geplaatst).
JC-120 RETURN Kies deze instelling als de GP-10 is aangesloten op de RETURN-aansluiting
van de JC-120.
COMBO RETURN Kies deze instelling als de GP-10 is aangesloten op de RETURN-aansluiting
van een combo-gitaarversterker.
STACK RETURN
Kies deze instelling als de GP-10 is aangesloten op de RETURN-aansluiting
van een stack-gitaarversterker. Kies de “STACK RETURN”-instelling ook
als u de GP-10 gebruikt met een eindversterker voor gitaren en een
luidsprekerkast.
De GK-pickups instellen
GK-instellingen zijn heel belangrijk als u het best mogelijke geluid wilt bereiken
wanneer u met de GP-10 speelt. Controleer of u deze instellingen correct hebt
ingesteld.
MEMO: GK-instellingen
U kunt drie verschillende sets met GK-instellingen
opslaan (GK Setting: 1–3). Als u wilt schakelen
tussen drie verschillende gitaren die u gebruikt
op de GP-10, kunt u afzonderlijke GK-instellingen
maken voor elke gitaar. Als u slechts één gitaar gebruikt met de GP-10, kiest u “1
(de standaardinstelling).
Het type pickup instellen
Kies “GK1: Type” en geef het type pickup op dat op uw gitaar is geïnstalleerd.
GK1:Type
GK-3
Waarde Beschrijving Waarde Beschrijving
GK-3 PIEZO FRoland GK-3
Piëzo-pickup
Fishman
GK-2A PIEZO GRoland GK-2A Graph Tech
GC-1 Roland V-Guitar GC-1 L.R. BaggsPIEZO L
PIEZO PIEZO RPiëzo-pickup (lage respons) RMC
* Een piëzo-pickup is een type pickup dat op de brug van de gitaar wordt gemonteerd
en een piëzo-elektrisch element gebruikt om de vibraties van de snaar te detecteren.
* Kies “GK-2A” als u een in de handel verkrijgbare gitaar gebruikt die is uitgerust met
een GK-pickup.
De mensuur van uw gitaar opgeven
Kies “Scale” en geef de mensuur van uw gitaar op (de afstand tussen de
brug en de kam).
GK1:Scale
ST
Kies “ST voor een standaardtype van een Stratocaster of kies “LP voor een
Les Paul-type. U kunt ook de dichtstbij liggende waarde in het bereik van
500–600 mm kiezen.
* Deze parameter wordt niet weergegeven als u “GC-1” selecteert als het
type pickup.
De afstand vanaf de brug opgeven
Kies “Distance 1”–“Distance 6” en geef de afstand (in mm)
op vanaf het midden van de pickup tot het brugzadel.
GK1:Distance 1
20.0mm
* Als het type pickup is ingesteld op een van de
piëzo-pickups, dan is deze instelling niet nodig. Deze
parameter wordt niet weergegeven als u GC-1”
selecteert als het type pickup.
De gevoeligheid van de pickup instellen
Wat is pickupgevoeligheid?
Als de afstand tussen elke snaar en
de GK-pickup verschillend is, dan zal
het volume ook verschillen. Door
de gevoeligheid van de pickup te
wijzigen, kunt u dit verschil in volume
compenseren.
GK-pickup
1. Kies “Sens” en pas de gevoeligheid voor de zesde snaar aan.
GK1:Sens 6
[■■■■■■■■] 50
Bespeel de zesde snaar zo hard als u tijdens een optreden zou doen en gebruik de
[VALUE]-regelaar om de gevoeligheid zo hoog mogelijk in te stellen zonder dat de
meter de volledige waarde aangeeft.
* Als de niveaumeter de volledige waarde aangeeft, dan is het niveau te hoog.
Verlaag de gevoeligheid.
* Afhankelijk van de gitaar die u gebruikt, kan de niveaumeter de volledige waarde
aangeven ook als de gevoeligheid op het minimum is ingesteld. Als dit het geval
is, past u de afstand tussen de gesplitste pickup en de snaar aan, zodat deze iets
groter is dan de aanbevolen waarde.
2. Pas op dezelfde manier de gevoeligheid aan voor de vijfde tot en met de eerste
snaar.
3. Controleer de volumebalans van de zes snaren.
Bespeel elk van de snaren 6–1 met een normale aanslag. Als een snaar ongewoon
luid klinkt, verlaagt u de gevoeligheid van die snaar om eventuele verschillen in het
volume tussen de snaren te verminderen.
Hiermee is de initiële instelling van het apparaat voltooid. U bent nu klaar om de
GP-10 te gebruiken.
GK:Setting
1
Controleer de volgende punten voordat u de GP-10 gebruikt
Is de GK-pickup correct geplaatst?
• Lees de instructies in de gebruikershandleiding van de GK-pickup en controleer
nogmaals of het element correct is geplaatst.
• Op de pagina “How to install the GK pickup op de website van Roland vindt u
informatie en foto's over het bevestigen van een GK-pickup. Neem zeker eens een
kijkje.
http: //www.roland.com/GK/
U moet de selectieschakelaar van de GK-pickup instellen op MIX.
Als de schakelaar wordt ingesteld op een andere positie dan MIX, dan zal het
apparaat niet correct werken (er zal geen geluid zijn).
Roland GK-3-gebruikers Roland V-Guitar GC-1-gebruikers
U moet dit instellen op de middelste positie (MIX).


Product specificaties

Merk: Boss
Categorie: Niet gecategoriseerd
Model: Guitar Processor GP-10

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Boss Guitar Processor GP-10 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Niet gecategoriseerd Boss

Handleiding Niet gecategoriseerd

Nieuwste handleidingen voor Niet gecategoriseerd