Wij feliciteren u met de aanschaf van dit Tamron-objectief ter uitbreiding van uw foto-
uitrusting. Di II lens (Digitally Integrated) is een lens exclusief voor SLR (single-lens
reflex) digitale camera s en is ontworpen voor SLR digitale camera s met beeldsensor ’ ’
in APS-C formaat. Voordat u uw nieuwe objectief gaat gebruiken wordt u verzocht deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te lezen om uzelf vertrouwd te maken met de
mogelijkheden van het objectief en kennis te nemen van de fototechnische
aanbevelingen, zodat u verzekerd bent van de beste resultaten. Indien u de nodigde
zorgvuldigheid betracht, zult u vele jaren plezier hebben van uw Tamron-objectief en
zult u de prachtigste foto s kunnen maken. ’
폷 Verklaart de voorzorgen die u kunt nemen om problemen te voorkomen.
폷 Verklaart dingen die nuttig zijn om te weten, naast de basisbediening.
1 Zonnekap
2 Merkteken voor zonnekapaansluiting
3 Kap-bevestigd- indicator
4 Filter ring
5 Bajonetring voor zonnekap
6 Afstandsindex
7 Afstandsschaal
8 Scherpstelring
9 Zoomring
0 Brandpuntsafstandsschaal
- Scherptediepteindex
= Zoomringvergrendeling (A14 & A16: Figs. 3 4 & )
q Aansluitcontacten/objectiefaansluitcontacten (Nikon)
w Schakelaar (AF/MF) voor scherpstelling (Canon: Figs. 5 6 & )
e Aansluitingsmerkteken voor objectief
r Bajontnok van de zonnekap
t Bajontnok op het objectief
A13 A14 A15 A16 A18
Brandpuntsafstand
11-18 mm 18-200 mm 55-200 mm 17-50 mm 18-250 mm
Maximale lensopening
F/4,5-5,6 F/3,5-6,3 F/4-5,6 F/2,8 F/3,5-6,3
Zichthoek 103°29
'
- 75°33
'
75 33°
'
- 7°59
'
28 28°
'
- 7°59
'
78 45°
'
- 31°11
'
75 33°
'
- 6°23
'
Lensopbouw 12/15 13/15 9/13 13/16 14/16
Minimale
0,25 m
(door het
0,45 m
0,95 m
(door het
0,27 m
(door het
0,45 m
(door het
scherpstelafstand
gehele zoom-bereik) gehele zoom-bereik) gehele zoom-bereik) gehele zoom-bereik)
Filterdiameter
ø77 mm 62 mm 52 mm 67 mm 62 mm
Lengte 78,6 mm 83,7 mm 83,0 mm 83,2 mm 84,3 mm
Diameter
ø83,2 mm 73,8 mm 71,6 mm 73,8 mm 74,4 mm
Gewicht 345 g 398 g 295 g 430 g 430 g
Zonnekap DA13 DA06 DA15 DA09 XXXX
폷 Vermelde lengtes en gewichten zijn van objectieven met Nikon-vatting.
폷 Zowel de technische specificatie als de uitvoering van de objectieven die in deze
gebruiksaanwijzing zijn opgenomen mogen zonder voorafgaande inkennisstelling
worden gewijzigd.
쐽Bevestigen van het objectief
Verwijder de achterste objectiefkap. Plaats het merkteken op het objectief e
tegenover met het merkteken op de cameravatting en plaats het objectief op de
camera. Draai het objectief met de klok mee tot het vastklikt. Op Nikon- en Pentax-
camera’s, dient u het merkteken op de camera tegenover het merkteken e op het
objectief te plaatsen om dit te bevestigen. Op Nikon-camera s dient u het merkteken ’
op het objectief tegenover de stip op de camera te plaatsen en het objectief tegen de
klok in te draaien tot het vastklikt.
쐽Verwijderen van het objectief
Druk de ontgrendelingsknop op de camera in, draai het objectief tegen de klok in (bij
Nikon-camera's met de klok mee), en til het objectief van de cameravatting.
폷 De beeldcirkels van Di II-lenzen zijn ontworpen om te passen bij de digitale SLR-
camera’s die beeldsensoren gebruiken die gelijkwaardig zijn aan APS-C (approx.
15,5҂23,2mm). Gebruik geen Di II-lenzen met camera’s die beeldsensoren
gebruiken die groter zijn dan APS-C. Het gebruik van Di II-lenzen met zulke camera’s
kan vignetteren op het beeld tot gevolg hebben.
폷 Sommige digitale SRL-camera’s van Canon hebben merktekens om zowel EF-lenzen
(rood) A als EF-S –lenzen (wit) op de bajonetvoet te plaatsen. B
Om Tamron Dill-lenzen te plaatsen, brengt u het aansluitingsmerkteken voor het
objectief op de lens in één lijn met het merkteken voor EF-lenzen (rood) . eA
Probeer niet het merkteken op de lens met kracht op één lijn te brengen met het e
merkteken voor de EF-lens (wit) . Hierdoor kan schade ontstaan aan de lens en/of de B
camera.
폷 Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Zet de schakelaar voor de scherpstellingsfunctie van de camera in de stand voor de
handmatige scherpstellingsfunctie (AF) in geval van Nikon, Sony of Pentax. In geval
van een Canon-camera, zet u de AF/MF-schakelaar van de lens op AF (Fig. w5). Druk
de ontspanknop gedeeltelijk in terwijl u de camera d.m.v. de zoeker op het onderwerp
richt, het objectief stelt dan automatisch scherp. Druk de ontspanknop geheel in om de
foto te maken.
폷 Wanneer de camera in de stand AF staat, kan door de scherpstelring te draaien het 8
objectiefmechanisme ernstig beschadigd raken.
폷 Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Zet de schakelaar voor de scherpstellingsfunctie van de camera in de stand voor de
handmatige scherpstellingsfunctie (MF) in geval van Nikon, Sony of Pentax. In geval
van een Canon-camera, zet u de AF/MF-schakelaar van de lens op MF (Fig. w6). Stel
handmatig scherp middels de scherpstelring terwijl u de camera d.m.v. de zoeker op
het onderwerp richt. Wanneer het te fotograferen onderwerp scherp staat in de zoeker,
is de lens scherpgesteld.
폷
Als u in de stand MF de scherpstelring draait terwijl u de ontspanknop gedeeltelijk 8
indrukt, gaat het scherpstel-hulplampje branden wanneer het beeld is scherpgesteld.
폷 Stel scherp op het verste onderdeel van het te fotograferen onderwerp. Het A13, A14, A16
& A18 beschikt over een zekere flexibiliteit waardoor ook andere onderdelen binnen het
scherpgestelde gedeelte scherp worden weergegeven.
폷 De scherpstelring 8 van de A15 heeft geen afstandsschaal.
폷 Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Draai de zoomring van het objectief terwijl u de camera d.m.v. de zoeker op het 9
onderwerp richt en kader het onderwerp uit bij de gekozen brandpuntsafstand.
De Modellen A14, A16 & A18 zijn voorzien van een zoomvergrendelingsmechanisme dat
voorkomt dat het objectief door zijn eigen gewicht gaat ‘ ’uitzakken wanneer de camera
aan de schouderriem wordt meegevoerd. De objectieven worden op Kortste vastgezet
om spontaan uitdraaien te voorkomen.
1) Vergrendelen: Stel de zoomring van het objectief in de stand Kortste. Beweeg de
zoomvergrendelschakelaar naar de camera om de zoomring vast te zetten. = 9
Bij model A14, A16 & A18 wordt de cilinder van de lens in zijn positie vergrendeld
wanneer het gedeelte onder “Lock” in rood wordt weergegeven en de cilinder niet
draait of door zijn eigen gewicht naar buiten komt.
2) Ontgrendelen: Duw de zoomvergrendelschakelaar omhoog. Het objectief is = 9
nu ontgrendeld en kan worden gedraaid.
폷
De schakelaar kan niet worden bediend wanneer het objectief niet op Kortste ls
ingesteld. Forceer de vergrendelschakelaar niet en probeer het middendeel van
het objectief niet te draaien terwijl het objectief is vergrendeld. Als u dit doet,
kan het objectief worden beschadigd.
폷
Het vergrendelingsmechanisme is bedoeld om het ‘uitzakken’ van het objectief
tegen te gaan wanneer de camera aan de schouderriem wordt meegevoerd.
Tijdens lange belichtingstijden onder extreme hoeken is het niet uit te sluiten dat
het onvergrendelde objectief een (marginaal) andere brandpuntsafstand krijgt.
폷
Het objectief is in vergrendelde toestand op Kortste te gebruiken.
Lees hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Als standaard-accessoire wordt een zonnekap met bajonetaansluiting meegeleverd.
Het is aan te bevelen deze kap altijd bij daglicht te gebruiken, daar deze de nadelige
invloeden van strooilicht voorkomt. Wanneer u flitsopnames maakt met een
ingebouwde flits wordt het gebruik van de zonnekap afgeraden (mogelijke
schaduwvorming in het kader).
쐽Het bevestigen van de zonnekap (Figs. & 7 8)
Zorg ervoor dat het indexteken op de zonnekap tegenover het corresponderende 2
indexteken op het objectief staat en schuif ze tegen elkaar. Draai de zonekap en druk 5
deze gelijkmatig in de bajonetvatting (Fig. 7, Nr. 1) en draai deze vervolgens met de
klok mee (Fig. ). Draai de zonnekap totdat het merkteken “TAMRON ” naar 7, Nr. 2쑗
boven wijst (Fig. 8, Nr. 3) en op zijn plaats vastklikt. Bij het aanbrengen van de
zonnekap dient u de scherpstel- en zoomring vast te houden zodat ze niet verdraaien.
폷
Zie er in het bijzonder bij wijdhoekopnames (35mm of minder) op toe dat de
zonnekap op de juiste wijze is aangebracht. Bij onjuist gebruik kan het voorkomen
dat de hoeken van uw opname van een schaduw worden voorzien.
쐽Opbergen van de zonnekap (Fig. 9)
1) Keer de zonnekap om. Richt het objectief op de opening en plaatst vervolgens het
merkteken voor de zonnekap op het objectief tegenover het merkteken 3
(TAMRON ) op de zonnekap.쑗
2) Draai de zonnekap met de klok mee totdat het merkteken (•) naar boven wijst.
(Fig. 9, 2)
Volg voor het bevestigen en verwijderen van de zonnekap voor de A15 s.v.p. de
volgende instructies op.
폷 Let er bij het bevestigen en verwijderen van de zonnekap voor de A15 op dat u uw
camera of objectief instelt op de stand MF (handmatige scherpstelling). De bajonetring
voor bevestiging van de zonnekap draait als de scherpstelring draait. Proberen 5 8
de zonnekap te bevestigen wanneer camera of objectief in de stand AF staat forceert de
scherpstelring 8 om te draaien en kan camera of objectief beschadigen.
쐽Bevestiging van de zonnekap (Rif. Figs. & 0 -)
1) Stel Nikon of Sony camera’s in op de stand MF (handmatige scherpstelling)
.
Zet bij
Canon camera s de AF-MF schakelaar van het objectief in de stand MF. ’w
2) Breng de bajonetnok van de zonnekap in lijn met de bajonetnok op het r
objectief t.
3) Houd de scherpstelring vast zodat hij niet meedraait en draai de zonnekap 8 1
met de klok mee tot hij in zijn vergrendelde positie vastklikt.
쐽Ver
1)
S
C
2) H
te
쐽Opb
Voo
bev
1) S
b
2) B
h
3) D
쐽Om
1) S
C
2) Z
3) D
4) H
m
폷 Het o
digita
spieg
binne
liggen
scher
폷 De be
came
15,5҂
gebru
kan v
폷 Het Ta
gebru
van d
brede
scher
폷 Wan
onreg
wijten
objec
Voor
폷 Ao ut
treme
defin
eficaz
폷 Wann
objec
폷 Bepaa
getal
폷 Wann
lage p
veroo
폷 Raak
kunt
voorz
폷 Om h
een d
draaie
폷 Silico
onder
폷 Vocht
droog
koel e
silica
objec
breng
폷 Raak
tusse
폷 Als u
dan i
voork
NEDERLANDS
NAMEN VAN ONDERDELEN (Zie Fig. indien niet vermeld)1
SPECIFICATIE
HET BEVESTIGEN EN VERWIJDEREN VAN HET OBJECTIEF (
A13, A14, A15, A16, A18
)
SCHERPSTELLEN (Autofocus - AF) (Figs.
1
&
2
) (A13, A14, A15, A16, A18)
SCHERPSTELLEN (handmatig scherpstellen - MF) (Fig.
2
)
(
A13, A14, A15, A16, A18
)
ZOOMEN (Fig. ) (A13, A14, A15, A18)2
PREC
HET
ZOOMVERGRENDELINGSKNOP (Figs. & ) (A14)3 4
DIAFRAGMA EN AE-VOORKEUZE (A13, A14, A15, A16, A18)
ZONNEKAP (Figs. , , & ) (A13, A14, A16, A18)1 7 8 9
Informatie over de zonnekap A15 (Figs. 1, & ) (A15)0 e