Wij feliciteren u met de aanschaf van dit Tamron-objectief ter uitbreiding van uw foto-
uitrusting. Voordat u uw nieuwe objectief gaat gebruiken wordt u verzocht deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te lezen om uzelf vertrouwd te maken met de
mogelijkheden van het objectief en kennis te nemen van de fototechnische aanbevelingen,
zodat u verzekerd bent van de beste resultaten. Indien u de nodigde zorgvuldigheid betracht,
zult u vele jaren plezier hebben van uw Tamron-objectief en zult u de prachtigste foto s β
kunnen maken.
ν· Verklaart de voorzorgen die u kunt nemen om problemen te voorkomen.
ν· Verklaart dingen die nuttig zijn om te weten, naast de basisbediening.
1 Zonnekap
2 Merkteken voor zonnekapaansluiting
3 Kap-bevestigd- indicator
4 Filter ring
5 Bajonetring voor zonnekap
6 Scherpstelring / AF/MF-keuzeknop
7 Markering voor AF/MF-keuze-index
8 Afstandsindex
9 Afstandsschaal
0 Zoomring
- Brandpuntsafstandsschaal
= Zoomindex (dient ook als aansluitingsmerkteken voor objectief)
q Statiefgondel
w Indicator van de statiefgondel
e
B
lokkeringsschroef van de statiefgondel
r Hoogte indicator
t Laterale indicator
y Aansluitcontacten/objectiefaansluitcontacten
u Aansluitingsmerkteken voor objectief
A001
Brandpuntsafstand 70-200 mm
Maximale lensopening F/2,8
Zichthoek 34Β°21' - 12Β°21'
Lensopbouw (element / groepen) 13/18
Minimale scherpstelafstand 0,95 m (Zoom met volledig zoombereik)
Maximale vergrotingsverhouding 1:3,1 (f=200mm, MFD=0.95m)
Filterdiameter
ΓΈ 77 mm
Lengte 194,3 mm
μ
Diameter ΓΈ 89,5 mm
Gewicht (zonder statiefgondel) 1,150 g μ
Gewicht (statiefgondel) 175 g
Zonnekap HA001
μ
De lengte, diameter, en gewicht die in de specificaties worden vermeld, zijn voor lenzen met Nikon-
statieven.
ν· Zowel de technische specificatie als de uitvoering van de objectieven die in deze
gebruiksaanwijzing zijn opgenomen kunnen zonder voorafgaande inkennisstelling worden
gewijzigd.
μ½Bevestigen van het objectief
Verwijder de achterste objectiefkap. Plaats het merkteken op het objectief tegenover y
het merkteken op de cameravatting en plaats het objectief op de camera. Draai het
objectief met de klok mee tot het vastklikt. Op Nikon-camera s dient u het merkteken op het β
objectief tegenover de stip op de camera te plaatsen en het objectief tegen de klok in te
draaien tot het vastklikt.
μ½Verwijderen van het objectief
Druk de ontgrendelingsknop op de camera in, draai het objectief tegen de klok in (bij Nikon-
camera's met de klok mee), en til het objectief van de cameravatting.
ν· Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Bij Nikon en Canon cameraβs, schuif de focusring/AF/MF-keuzeschakelaar naar voren om 6
naar de AF-modus te schakelen.
Bij het gebruik van Nikon camera s met een focus-mode β
keuze-knop, moet de focus-mode of S of C ingesteld worden vooraleer de AF/MF schakelaar 6
op de lens naar AF te schakelen.
Bij Sony en Pentax cameraβs, stel de camera op AF-modus in.
Schuif vervolgens de focusring/AF/MF-keuzeschakelaar naar voren om naar AF-modus te 6
schakelen. (Afb. 3). Druk de ontspanknop gedeeltelijk in terwijl u door de zoeker van de
camera kijkt. Het objectief stelt automatisch scherp. Het in-focus-teken zal oplichten wanneer
de lens is scherpgesteld op het onderwerp. Druk de ontspanknop verder in om de foto te
maken.
ν· Wanneer de camera in de stand AF staat, kan door de scherpstelring 6 te draaien het
objectiefmechanisme ernstig beschadigd raken.
ν· Controleer de AF/MF instelling door te zien of de letters βAFβ zichtbaar zijn op 7 op het AF/MF
mechanisme 6.
ν· De afstandsschaal 7 wordt aangegeven al referentie. Het eigenlijke brandpunt kan lichtjes
verschillen van de afstand die op de brandpuntsafstandindex wordt weergegeven.
ν· Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Bij Nikon en Canon cameraβs, schuif de focusring/AF/MF-keuzeschakelaar naar achteren om 6
naar de MF-modus te schakelen.
Bij het gebruik van Nikon cameraβs met een focus-mode
keuze-knop, moet de focus-mode of M ingesteld worden vooraleer de AF/MF schakelaar 6 op
de lens naar MF te schakelen.
Bij Sony en Pentax cameraβs, stel de camera op MF-modus in.
Duw vervolgens de focusring / AF/MF -keuzeschakelaar naar achteren om naar de MF-modus 6
te schakelen. (Afb. ). Stel manueel scherp door manueel aan de focusring/AF/MF 4
keuzeschakelaar te draaien terwijl u door de zoeker van de camera kijkt. Wanneer het te 6
fotograferen onderwerp scherp staat in de zoeker, is de lens scherpgesteld.
ν· Controleer de AF/MF instelling door te zien of de letter βMβ verborgen is op 7 op het AF/MF
mechanisme 6. VerifiΓ«er of boven de focusring een blauwe ring zichtbaar is.
ν· Als u in de stand MF de scherpstelring 6 draait terwijl u de ontspanknop gedeeltelijk indrukt, gaat
het scherpstel-hulplampje branden wanneer het beeld is scherpgesteld.
ν· Stel scherp op het verste onderdeel van het te fotograferen onderwerp. Het beschikt over een zekere
flexibiliteit waardoor ook andere onderdelen binnen het scherpgestelde gedeelte scherp worden
weergegeven.
ν· Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Draai de zoomring van het objectief terwijl u de camera d.m.v. de zoeker op het onderwerp 0
richt en kader het onderwerp uit bij de gekozen brandpuntsafstand.
Lees hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Als standaard-accessoire wordt een zonnekap met bajonetaansluiting meegeleverd. Het is
aan te bevelen deze kap altijd bij daglicht te gebruiken, daar deze de nadelige invloeden van
strooilicht voorkomt. Wanneer u flitsopnames maakt met een ingebouwde flits wordt het
gebruik van de zonnekap afgeraden (mogelijke schaduwvorming in het kader).
μ½Het bevestigen van de zonnekap (Fig. & 5 6)
Zorg ervoor dat Merkteken voor zonnekapaansluiting op de zonnekap tegenover het 2
corresponderende indexteken ze tegen elkaar. Draai de zonnekap en druk deze 5
gelijkmatig in de bajonetvatting en draai deze vervolgens met de klok mee (Fig. 5 ). Draai
de zonnekap totdat het merkteken βTAMRON β naar boven wijst (Fig. μ6).
ν· Bij onjuist gebruik kan het voorkomen dat de hoeken van uw opname van een schaduw
worden voorzien.
μ½Opbergen van de zonnekap (Fig. 7)
1) Keer de zonnekap om. Richt het objectief op de opening en plaatst vervolgens het
merkteken voor de zonnekap op het objectief tegenover het merkteken (TAMRON 5μ)
3 op de zonnekap.
2) Draai de zonnekap met de klok mee totdat het merkteken (β’) naar boven wijst. (Fig. 27)
De A001 is uitgerust met een statiefgondel. VerifiΓ«er bij het gebruik van een statief of de lens
goed op het statief bevestigd is.
μ½
De positie van de camera kan horizontaal en vertikaal veranderd worden. (Fig.
8
)
1) De blokkeringsschroef van de statiefgondel wordt los gezet door ze tegen de klok in e
te draaien. (procedure 1)
2) Bevestig de indicator van het statief de hoogte indicator en de laterale indicator w r
t. (procedure 2)
3) De blokkeringsschroef van de statiefgondel wordt vast gezet door ze met de klok e
mee te draaien. (procedure 1)
μ½De statiefgondel verwijderen (Fig. 9)
1) De blokkeringsschroef van de statiefgondel los zetten door ze tegen de klok in te e
draaien. (procedure 1)
2) De statiefgondel q openen en de statiefgondel van de lens verwijderen. (procedure 3)
μ½De statiefgondel bevestigen (Fig. 9)
1) De statiefgondel q openen en de lens bevestigen. (procedure 3)
2) De statiefgondel q sluiten en de blokkeringsschroef van de statiefgondel goed vast e
zetten door met de klok mee te draaien. (procedure 1)
ν· Wees voorzichtig om de camera of de lens niet te laten vallen tijdens het bevestigen of
verwijderen van de statiefgondel.
ν· Wees voorzichtig met dragen van het objectief als de statiefgondel op het objectief is bevestigd.
ν· Het op
spiege
spiege
specif
onder
ν· Het Ta
scherp
dat de
maken
ν· Wanne
onrege
aan he
(schad
inform
ν· Wanne
bewog
digitale
hogere
Wanne
elkaar,
mogeli
houvas
u de sl
ν· Wanne
object
ν· Bepaa
Dit wij
ν· De in d
infraro
zwartw
ν· Raak n
zacht
lensdo
ν· Om ha
druppe
beweg
ν· Silicon
het ob
ν· Vochtin
nadat
op. Als
vochti
vertoo
ν· Raak d
camer
ν· Als u u
een fo
storing
NEDERLANDS
NAMEN VAN ONDERDELEN (Zie Fig. indien niet vermeld)1
SPECIFICATIE
HET BEVESTIGEN EN VERWIJDEREN VAN HET OBJECTIEF (Fig. 1)
AF MET AANGEPAST FOCUS (autofocus) (Fig. 1 2 3, & )
ZOOMEN (Fig. & 1 2 )
AANW
HET
DIAFRAGMA EN AE-VOORKEUZE
ZONNEKAP (Fig. - 1 5, 7)
STATIEFGONDEL (Fig. & 1 8, 9)
MF MET AANGEPAST FOCUS (manuele focus) (Fig. , & 1 2 4)