Wij danken u voor de aanschaf van het Tamron-objectief. Voordat u uw nieuwe objectief gaat gebruiken, wordt u verzocht deze
gebruiksaanwijzing door te lezen om het objectief goed te gebruiken. Het is ook belangrijk dat u de handleiding doorleest van de
camera waarop u het objectief zult bevestigen.
Bewaar deze gebruikershandleiding na het lezen op een veilige plaats.
Lees ook het document “Voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik van Tamron-objectieven” voor de gedetailleerde
voorzorgsmaatregelen die moeten worden nageleefd tijdens het gebruik van Tamron-objectieven.
• Verklaart de voorzorgen die u kunt nemen om problemen te voorkomen.
• Verklaart dingen die nuttig zijn om te weten, naast de basisbediening.
ONDERDEELNAMEN (Zie Fig. )1
① ② Zonnekap Merkteken voor zonnekapaansluiting
③ ④ Merkteken voor zonnekapvergrendeling Filterring
⑤ ⑥ Merkteken voor zonnekapontgrendeling Scherpstelring
⑦ ⑧ Zoomring Brandpuntsafstandsschaal
⑨ ⑩ Brandpuntsafstandsmerkteken Knop scherpstellen instellen
⑪ ⑫ Zoomvergrendelschakelaar Aansluitingspoort
⑬ ⑭ Aansluitingsmerkteken voor objectief Aansluitcontacten tussen het objectief en de camera
HOOFDSPECIFICATIES
Model A074
Brandpuntsafstand 28 - 300 mm
Maximale diafragma-opening F/4-7,1
Zichthoek (diagonaal) 75°23' - 8°15'
Optische constructie 13/20
Minimale scherpstelafstand 0,19 m (Groothoekobjectief) / 0,99 m (Telescoopobjectief)
Maximale vergrootratio 1:2,8 (minimale scherpstelafstand bij gebruik van groothoekobjectief)
1:3,8 (minimale scherpstelafstand bij gebruik van telescoopobjectief)
Filterdiameter ø 67 mm
Lengte 126 mm
Maximale diameter ø 77 mm
Gewicht 610 g
Zonnekap HA074
Aansluitingstype USB type-C
• Lengte: Van voorkant van de lens tot het bevestigingsoppervlak.
• Eigenschappen, uiterlijk, werking enz., kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
HET OBJECTIEF BEVESTIGEN EN VERWIJDEREN
Verwijder de achterste objectiefkap. Plaats het aansluitingsmerkteken voor objectief tegenover het bevestigingsmerkteken op de ⑬
camera en plaats het objectief op de camera.
Draai het objectief met de klok mee tot het vastklikt.
Om het objectief te verwijderen, draait u de lens in de tegenovergestelde richting terwijl u de objectiefontgrendelingsknop op de camera
indrukt.
• Schakel de camera uit voordat u het objectief bevestigt of verwijdert.
• Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
SCHERPSTELLINGSSTAND IN- OF UITSCHAKELEN
Selecteer de gewenste scherpstelmodus op de camera.
Voor handmatig scherpstellen draait u de scherpstelring om de gewenste scherpstelling te verkrijgen.⑥
Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
• In AF-stand kan de automatische scherpstelling mogelijk moeilijk werken naargelang het onderwerp.
VIBRATIECORRECTIE
Het VC-beeldstabilisatormechanisme (Vibration Compensation) vermindert onscherpte van het beeld als gevolg van foto's nemen met
de losse hand.
Gebruiken van de VC
Om VC te activeren, stelt u de steady shot-functie van uw camera in op “ON” op de camera. Als de VC niet nodig is, stelt u de
steady shot-functie in op “OFF”.
Druk de ontspanknop half in en controleer of het onderwerp in de zoeker stabiel is voordat u een foto neemt.
zVC is actief in de volgende omstandigheden
• Slecht verlichte locaties
• Locaties waar fotograferen met flits verboden is
• Locaties waar het statief niet kan worden gebruikt
zVC werkt mogelijk niet voldoende in de volgende omstandigheden
• Wanneer een foto wordt genomen vanuit een voertuig dat sterk schudt
• Bij het fotograferen wanneer de camera bijzonder veel beweegt
• Bij het fotograferen met gebruik van een statief
• Deactiveer de steady shot-instelling op de camera wanneer u foto's maakt met de balinstelling (lange belichting). Anders kan
VC een storing veroorzaken.