Olympus E-410 Handleiding


Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Olympus E-410 (128 pagina's) in de categorie Digitale camera. Deze handleiding was nuttig voor 48 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/128
(
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te
maken teneinde u met uw camera vertrouwd te maken.
(
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel
vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
(
De inhoud van deze handleiding is gebaseerd op firmwareversie 1.0 voor deze camera. Als er
aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een firmware-
update voor de camera, kan de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele informatie op de
Olympus-website.
Handleiding
DIGITALE CAMERA
Basisgids
Leer de E-410 gebruiken
Verbeter uw vaardigheid
in het fotograferen – Fotogidsen
Fotografeerfuncties
Weergavefuncties
Instellingen en functies
aanpassen volgens uw wensen
Printen
Gebruik van de
OLYMPUS Master software
Leer uw camera beter kennen
Informatie
Verwisselbare lenzen
Diversen
NL
2 NL
Opbouw van deze handleiding
Deze paragraaf beschrijft de voorbereidingen en instellingen voor de camera en het
basisgebruik van de camera, van eenvoudige fotografeertechnieken tot weergave en functies
voor het wissen.
Lees hoofdstuk 1 om het basisgebruik van de camera te leren voordat u verdergaat met de
verschillende functies van deze camera.
Bediening van de camera g“Leer de E-410 gebruiken“ (Blz. 14)
Leer de functies in de fotogidsen te gebruiken g“Verbeter uw vaardigheid in het
fotograferen – Fotogidsen“ (Blz. 21)
Ga verder naar de bladzijden over de verschillende functies.
De informatie vinden die u nodig heeft
g
“Fotografeertips en informatie“ (Blz. 83), “Menulijst“ (Blz. 95), “Namen van
onderdelen“ (Blz. 101), “Index“ (Blz. 125)
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden
Basisgebruik van de camera Basisgids
Camerariem bevestigen ................................. 3 Dioptrie van de zoeker instellen ......................6
De batterij gereedmaken voor gebruik ........... 3 Datum en tijd instellen.....................................7
Een lens op de camera bevestigen................ 4 Fotograferen....................................................7
Het kaartje plaatsen ....................................... 5 Weergeven / wissen........................................9
Camera inschakelen....................................... 6
Leer de E-410 gebruiken Blz. 14
Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of problemen bij de
bediening kunnen leiden. Daaronder ook waarschuwingen voor
handelingen die u absoluut dient te voorkomen.

TIPS
Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van uw camera.
g
Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie.
NL 3
Basisgids
Breng de camerariem aan zoals aangegeven door de
pijlen (
1
,
2
).
Trek de camerariem tenslotte strak om er zeker van te
zijn dat deze goed vastzit (
3
).
Maak het andere uiteinde van de camerariem op
dezelfde manier vast aan het andere bevestigingsoog.
1
Batterij laden.
2
Batterij plaatsen.
• Sluit het klepje van het batterijcompartiment tot er een klik hoorbaar is.
Batterij uitnemen
Druk op de batterijvergrendeling om deze te ontgrendelen
en haal de batterij eruit.
• Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden
voor als u langer door wilt gaan met fotograferen en de
gebruikte batterij leeg raakt.
Camerariem bevestigen
De batterij gereedmaken voor gebruik
1
23
12
3
Lithium-ionbatterij (BLS-1)
Stopcontact
Lithium-ionlaadapparaat (BCS-1)
Indicator voor laadtoestand
Rood lichtje: Bezig met opladen
Groen lichtje: Opladen voltooid
(laadtijd: ca. 210 minuten)
Lichtnetkabeltje
1
2
3
Vergrendelknop van het
batterijcompartiment
P
os
iti
oner
i
ngsmar
k
er
i
ng
Klepje van het
batterij-
compartiment
Batterijvergrendeling
Basisgids
4 NL
Basisgids
1
Verwijder de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens.
2
Een lens op de camera bevestigen.
•
Houd de rode koppelingsmarkering op de lens
tegenover de rode markering op de camera, en
steek de lens in het camerahuis (
1
). Draai de lens
in de richting die door de pijl wordt aangegeven tot
u een klik hoort (
2
).
•
Druk de lensontgrendelknop niet in.
3
Verwijder het lenskapje.
De lens uit de camera verwijderen
Draai de lens, terwijl u de lensontgrendelknop (
1
) ingedrukt
houdt, in de richting zoals aangegeven door (
2
).
Een lens op de camera bevestigen
1
2
1
2
Achterkap van de lens
Beschermkap van de camera
1
2
Lenskapje
Positionerings-
markering (rood)
Markering voor lenskoppeling (rood)
2
1
Lensontgrendelknop
NL 5
Basisgids
Open het klepje van het kaartje en plaats het kaartje.
Kaartje verwijderen
• Open het klepje van het kaartje nooit als de indicatie-LED Dataverkeer knippert.
Het kaartje plaatsen
CompactFlash / Microdrive xD-Picture Card
Steek het kaartje zover in de kaartsleuf totdat het
op zijn plaats vastklikt.
Steek het contactvlak van het kaartje zo ver
mogelijk in de sleuf.
xD-picture-Card-sleuf
Klepje van het kaartje
CF-kaartsleuf
Indicatie-LED
Dataverkeer
W-teken
CompactFlash / Microdrive xD-Picture Card
• Druk zachtjes op het geplaatste kaartje en
het springt eruit.
• Neem de kaart eruit.
• Druk de uitwerpknop helemaal in, laat deze
uitspringen, en druk de knop weer helemaal
in om het kaartje uit te werpen.
• Neem de kaart eruit.
Uitwerpknop
6 NL
Basisgids
Automatische stofreductie
Zodra u de camera inschakelt, wordt automatisch de functie stofreductie geactiveerd. Hierbij wordt
met behulp van ultrasone trillingen stof en vuil verwijderd van het filteroppervlak van het
beeldopneemelement. Tijdens deze reiniging knippert het SSWF-lampje (Super Sonic Wave Filter).
Stel de dioptrie van de zoeker in volgens uw wensen.
Terwijl u door de zoeker kijkt, verdraait u langzaam de
dioptrieregelaar.
Zodra u het autofocuskader goed en scherp kunt zien,
bent u klaar.
Camera inschakelen
Dioptrie van de zoeker instellen
Zet de cameraschakelaar op ON.
Om de camera uit te schakelen, zet u de
cameraschakelaar op OFF.
SSWF-indicator
Zet de functieknop op
AUTO.
INFO-knop
LCD-monitor
Zodra u de camera inschakelt,
verschijnt het bedieningspaneel
op de monitor.
Als het scherm met het
bedieningspaneel niet verschijnt,
drukt u op de INFO-knop.
Scherm met het
bedieningspaneel
2007.08.16
Zoeker
Dioptrieregelaar
AF-kader
NL 7
Basisgids
Informatie over datum en tijd worden samen met de beelden opgeslagen op het kaartje. De
bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor dat u de
juiste datum en tijd instelt voor u de camera gebruikt.
1
Druk op de
MENU
-knop.
2
Gebruik
ac
om [
Z
] te selecteren en druk daarna op
d
.
3
Gebruik
ac
om [
X
] te selecteren en druk daarna op
d
.
4
Gebruik
ac
om het jaar [Y] te selecteren en druk dan op
d
.
5
Herhaal deze procedure tot u datum en tijd volledig heeft ingesteld.
•
De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
6
Gebruik
ac
om het datumformaat te selecteren.
7
Druk op de
i
-knop.
8
Druk op de
MENU
-knop om af te sluiten.
1
Vasthouden van de camera.
Zorg ervoor dat u uw vingers en de camerariem niet voor de lens en de flitser houdt.
Datum en tijd instellen
Fotograferen
CUSTOM RESET
SETTING
MENU
a
d
c
i
Y/M/D Y/M/D
Y/M/D Y/M/D
Horizontale stand Verticale stand
8 NL
Basisgids
2
Richt het AF-kader op het onderwerp terwijl u door de zoeker kijkt.
3
Scherpstellen.
Druk de ontspanknop voorzichtig (half) in.
•
De scherpstelling is vastgezet als u een pieptoon hoort.
Het AF-teken en en het AF-kader verschijnen in de zoeker.
•
De door de camera automatisch gekozen combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde
verschijnt.
•
Het scherm met het bedieningspaneel verschijnt niet als de ontspanknop is ingedrukt.
4
Laat de ontspanknop los.
Druk de ontspanknop helemaal in (tot aan de aanslag).
•
Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt.
•
De indicatie-LED Dataverkeer knippert en de camera begint
de foto op te nemen.
•
Verwijder de batterij of het kaartje nooit als de indicatie-LED Dataverkeer knippert. Doet u dat
toch, dan kunnen daardoor de opgeslagen beelden verloren gaan of kan dat verhinderen dat de
zojuist door u gemaakte foto’s worden opgeslagen.
Fotograferen terwijl u de monitor bekijkt
Het is mogelijk om de LCD-monitor als zoeker te gebruiken en de compositie van het
onderwerp te controleren, of om te fotograferen terwijl u een vergrote weergave op de
LCD-monitor bekijkt.
g
“Live bekijken“ (Blz. 18)
1
Druk op de
u
-knop (live bekijken).
•
Het onderwerp wordt weergegeven op de monitor.
2
Druk de ontspanknop helemaal in.
•
De foto wordt gemaakt met scherpstelling.
Ontspanknop
Indicatie-LED Dataverkeer
Half indrukken
2007.08.16
AF-teken
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Helemaal indrukken
u-knop
NL 9
Basisgids
Als de camera stopt te werken
Als de camera gedurende ongeveer 8 seconden niet bediend wordt terwijl de camera aan is,
gaat het achtergrondlicht van de monitor uit om de batterijen te sparen. Als daarna ongeveer
een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar de sluimerstand
(stand-by) en stopt te werken. De camera wordt weer geactiveerd zodra u op een knop drukt
(de ontspanknop, pendelknop enz.).
g
“Timer achtergrondlicht“ (Blz. 69), “Timer sluimerstand“ (Blz. 69)
Beelden weergeven
Door de
q
-knop (weergeven) in te drukken wordt het laatst gefotografeerde beeld
weergegeven.
Gezoomd weergeven
Telkens als u de regelaar richting
U
draait, wordt het beeld vergroot in stappen van 2x – 14x.
Beelden wissen
Geef de foto weer die gewist moet worden en druk op de
S
-knop (wissen).
Gebruik
ac
om
[YES]
te selecteren en druk op de
i
-knop om te wissen.
Weergeven / Wissen
Geeft het vorige
beeld weer
Geeft het volgende
beeld weer
Pendelknop
q-knop
Regelaar
S-knop
10 NL
Gebruik van de functieknop .................................................................................................. 14
Programma's voor gemakkelijk fotograferen ....................................................... 14
Standen voor geavanceerd fotograferen ............................................................. 14
Instellen van de functies........................................................................................................ 15
Functies instellen................................................................................................. 15
Functies instellen met behulp van het bedieningspaneel .................................... 15
Functies instellen met behulp van de directe knoppen........................................ 16
Instellen in het menu ........................................................................................... 17
Beschrijvingen in deze handleiding ..................................................................... 18
Live bekijken ......................................................................................................................... 18
Het informatiedisplay omschakelen ..................................................................... 19
Bediening met vergrote weergave ....................................................................... 19
Weergave met lijnen ............................................................................................ 20
Gidsen voor basisfuncties ..................................................................................................... 21
Scherpstelling: De ontspanknop bedienen .......................................................... 21
Helderheid: Belichtingscorrectie .......................................................................... 21
Kleur: Witbalans .................................................................................................. 22
Een gids voor functies voor verschillende onderwerpen....................................................... 22
Landschapsfoto's nemen..................................................................................... 22
Bloemen fotograferen .......................................................................................... 23
Nachtopnamen maken ........................................................................................ 25
De juiste stand kiezen voor bepaalde lichtomstandigheden
Motiefprogramma .................................................................................................................. 26
P: Programmagestuurd fotograferen .................................................................................... 26
A: Diafragmavoorkeuze ....................................................................................................... 27
S: Sluitertijdvoorkeuze .......................................................................................................... 28
M: Handmatig fotograferen................................................................................................... 29
Preview-functie...................................................................................................................... 30
Diverse fotografeerfuncties
Als scherpstellen op het onderwerp niet lukt (scherpstelgeheugen)..................................... 31
AE bracketing (belichting variëren) ....................................................................................... 31
Gebruik van de flitser ............................................................................................................ 33
Flitserfunctie ........................................................................................................ 33
Handmatig flitsen ................................................................................................. 34
De flitserfunctie instellen...................................................................................... 35
Gebruik van de ingebouwde flitser ...................................................................... 36
Regelen van de flitssterkte .................................................................................. 36
Externe elektronenflitsers (optioneel) .................................................................. 37
Gebruik van een externe elektronenflitser........................................................... 37
Super FP-flitser.................................................................................................... 38
Inhoudsopgave
1 Leer de E-410 gebruiken.......................................................................... 14
Beschrijft de functies van de camera en hoe u deze bedient.
2 Verbeter uw vaardigheid in het fotograferen – Fotogidsen ...................... 21
Beschrijft de fotografeermethoden die geschikt zijn voor individuele situaties.
3 Fotografeerfuncties .................................................................................. 26
Categoriseert en beschrijft de fotografeerfuncties afhankelijk van de standen voor het fotograferen;
de fotografeerfuncties; het scherpstellen; de belichting, kleur en het beeld.
NL 11
Gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers ......................................... 38
In de handel verkrijgbare flitsers die niet speciaal
voor deze camera zijn bedoeld............................................................................ 38
Repeterende opnamen / Zelfontspanner / Afstandsbediening.............................................. 39
Instellen van de functies ...................................................................................... 39
Repeterende opnamen ........................................................................................ 39
Gebruik van de zelfontspanner............................................................................ 39
Gebruik van de afstandsbediening ...................................................................... 40
Panoramaopnamen............................................................................................................... 41
Scherpstelfuncties
AF-kader selecteren.............................................................................................................. 42
Scherpstelfunctie................................................................................................................... 43
De methoden S-AF en MF gelijktijdig gebruiken (S-AF+MF) .............................. 44
De methoden C-AF en MF gelijktijdig gebruiken (C-AF+MF) .............................. 44
AF-hulpverlichting ................................................................................................................. 44
Belichting, beeld en kleur
De beeldkwaliteit selecteren ................................................................................................. 45
Soorten beeldkwaliteiten ..................................................................................... 45
Bestandstype RAW ............................................................................................. 45
De beeldkwaliteit selecteren ................................................................................ 46
SQ – Het instellen van het aantal pixels en de compressiefactor........................ 46
Metingsmethode – Metingssysteem wijzigen........................................................................ 46
Belichtingscorrectie – De helderheid van het beeld variëren ................................................ 47
AE-lock – De belichting vasthouden ..................................................................................... 48
ISO – De gewenste lichtgevoeligheid instellen ..................................................................... 48
Witbalans – De kleurtint aanpassen...................................................................................... 49
Auto / Preset / Custom WB instellen ................................................................... 50
Witbalanscorrectie ............................................................................................... 51
De one-touch witbalans instellen (witbalans met één knop)................................ 51
Beeldeffecten ........................................................................................................................ 52
Gradatie ................................................................................................................................ 53
Ruisonderdrukking ................................................................................................................ 53
Ruisfilter – Instellen van het ruisfilterniveau .......................................................................... 54
Kleurenpalet .......................................................................................................................... 54
Anti-shock ............................................................................................................................. 54
Enkel beeld / Gezoomd weergeven ...................................................................................... 55
Indexweergave / Kalenderweergave..................................................................................... 56
Informatiedisplay ................................................................................................................... 57
Diashow ................................................................................................................................ 58
Beelden roteren..................................................................................................................... 58
Weergave op televisie...........................................................................................................59
Stilstaande beelden bewerken .............................................................................................. 59
Beelden kopiëren .................................................................................................................. 60
Alle beelden kopiëren .......................................................................................... 60
Geselecteerde beelden kopiëren......................................................................... 61
Enkelbeeldkopie .................................................................................................. 61
Beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen ...................................................................... 61
Enkelbeeldbeveiliging.......................................................................................... 61
Geselecteerde beelden beveiligen ...................................................................... 62
4 Weergavefuncties .................................................................................... 55
Beschrijft de functies die gebruikt worden voor het weergeven van opgenomen beelden.
12 NL
Alle beveiligingen annuleren................................................................................ 62
Beelden wissen ..................................................................................................................... 62
Enkel beeld wissen.............................................................................................. 63
Alle beelden wissen............................................................................................. 63
Geselecteerde beelden wissen ........................................................................... 63
Uw eigen reset-instelling.......................................................................................................64
AEL / AFL-functie .................................................................................................................. 66
Andere functie-instellingen.................................................................................................... 66
AEL/AFL memo ................................................................................................... 66
AEL-lichtmeting ................................................................................................... 66
Alle witbalansen corrigeren ................................................................................. 67
Automatisch omhoog springen ............................................................................ 67
7 FUNCTION .................................................................................................... 67
Live bekijken verbeteren...................................................................................... 67
Bestandsnaam..................................................................................................... 68
Rec view —
Onmiddellijk na de opname de foto controleren ............................... 68
De pieptoon instellen ........................................................................................... 68
Helderheid van de monitor instellen .................................................................... 69
Timer sluimerstand .............................................................................................. 69
Timer achtergrondlicht ......................................................................................... 69
USB-functie ......................................................................................................... 69
Een andere taal kiezen voor de monitor.............................................................. 70
Vóór aansluiting op de televisie eerst het type videosignaal selecteren.............. 70
HI (onderwatermodus) ................................................................................. 70
Firmware.............................................................................................................. 70
Printreservering (DPOF) ....................................................................................................... 71
Printreservering ................................................................................................... 71
Enkel beeld reserveren........................................................................................ 71
Alle beelden reserveren....................................................................................... 72
Annuleren van de printreserveringsgegevens ..................................................... 72
Direct printen (PictBridge) .....................................................................................................73
Camera aansluiten op een printer ....................................................................... 73
Eenvoudig printen................................................................................................ 74
Printen volgens de specificatie van de klant........................................................ 74
Werkvolgorde ........................................................................................................................ 77
Gebruik van de OLYMPUS Master software......................................................................... 77
Wat is OLYMPUS Master? .................................................................................. 77
De camera aansluiten op een computer ............................................................................... 78
De OLYMPUS Master software activeren ............................................................................. 79
In de camera opgeslagen beelden weergeven op een computer ......................................... 79
Beelden downloaden en opslaan ........................................................................ 79
5 Instellingen en functies aanpassen volgens uw wensen.......................... 64
Beschrijft de overige verschillende soorten functies. De instellingen of functies kunnen aangepast
worden aan de omgeving waarin de camera gebruikt wordt.
6 Printen...................................................................................................... 71
Beschrijft hoe u opgenomen beelden print.
7 Gebruik van de OLYMPUS Master software............................................ 77
Beschrijft hoe u de beelden van de camera naar uw computer overbrengt en ze daar opslaat.
NL 13
Camera loskoppelen van de computer ................................................................ 80
Stilstaande beelden bekijken ................................................................................................ 80
Als u meer talen nodig heeft ................................................................................................. 81
Beelden overbrengen naar uw computer zonder OLYMPUS Master te gebruiken............... 82
Fotografeertips en -gegevens ............................................................................................... 83
Tips voordat u gaat fotograferen ......................................................................... 83
Fotografeertips .................................................................................................... 84
Aanvullende fotografeertips en -gegevens .......................................................... 87
Weergavetips....................................................................................................... 88
Bekijken van foto's op een computer ................................................................... 88
Als er foutmeldingen verschijnen .......................................................................................... 89
Onderhoud van de camera ................................................................................................... 91
Reinigen en opbergen van de camera ................................................................ 91
Reinigingsfunctie – Stof verwijderen ................................................................... 92
Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties ........................... 92
Info over het kaartje .............................................................................................................. 93
Toepasbare geheugenkaartjes............................................................................ 93
Het geheugenkaartje formatteren........................................................................ 94
Batterij en laadapparaat ........................................................................................................94
Uw laadapparaat in het buitenland gebruiken ..................................................... 94
Menulijst ................................................................................................................................ 95
Functies die kunnen worden ingesteld per stand Fotograferen ............................................ 98
Lijst met beeldkwaliteiten .................................................................................................... 100
Namen van onderdelen....................................................................................................... 101
Camera .............................................................................................................. 101
Indicaties in de zoeker ....................................................................................... 103
Scherm met het bedieningspaneel .................................................................... 104
Indicaties op de LCD-monitor (tijdens live bekijken).......................................... 106
Indicaties op de LCD-monitor (tijdens weergave).............................................. 107
Begrippenlijst....................................................................................................................... 108
Technische gegevens ......................................................................................................... 111
Lens .................................................................................................................................... 114
ZUIKO DIGITAL verwisselbare lens.................................................................................... 114
Volgorde E-systeem............................................................................................................ 116
VEILIGHEIDSMAATREGELEN .......................................................................................... 118
Index ................................................................................................................................... 125
8 Uw camera beter leren kennen ................................................................ 83
Kijk hier als u hulp nodig hebt of als u meer over de camera wilt weten.
9 Informatie ................................................................................................. 93
Beschrijft hoe u met de kaartjes en de oplaadbare batterij om moet gaan en bevat een lijst met
functies en displays van de camera.
10 Verwisselbare lenzen ............................................................................. 114
Beschrijft hoe u met verwisselbare lenzen om moet gaan.
11 Diversen ................................................................................................. 118
Beschrijft voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het gebruik van de camera en accessoires.
14 NL
1 Leer de E-410 gebruiken
De functieknop biedt u de mogelijkheid de
camera-instellingen moeiteloos aan het
onderwerp aan te passen.
Programma's voor gemakkelijk
fotograferen
• Selecteren afhankelijk van de te fotograferen scène. De camera stelt de juiste
lichtomstandigheden automatisch in.
• Als u de functieknop draait of de camera uitschakelt in de programma's voor gemakkelijk
fotograferen, worden functies waarbij instellingen zijn gewijzigd teruggezet naar de
standaardinstellingen af fabriek.
Geavanceerde programma's
• Voor geavanceerde en creatieve opnamen kunt u de diafragmawaarde en de sluitertijd zelf
instellen.
• De instellingen die in de geavanceerde programma's zijn uitgevoerd, worden ook behouden als de
camera wordt uitgeschakeld.
Gebruik van de functieknop
AUTO
AUTO
Hierbij kiest de camera zelf de optimale combinatie van diafragma en
sluitertijd. De ingebouwde flitser springt automatisch omhoog onder
omstandigheden met weinig licht.
i
PORTRAIT Voor een portretopname van een persoon.
l
LANDSCAPE Voor landschappen en andere buitenopnamen.
&
MACRO Voor dichtbij-opnamen (close-ups).
j
SPORT Voor scherpe opnamen van snelbewegende onderwerpen.
/
NIGHT+
PORTRAIT
(portret)
Voor scherpe opnamen van het onderwerp mét achtergrond bij
nachtlicht.
g
Motiefprogramma
In deze stand kunt u kiezen tussen 20 verschillende
motiefprogramma's voor diverse situaties. (
g
Blz. 26)
P
Programmagestuurd
fotograferen
Hierbij kiest de camera zelf een combinatie van diafragma en
sluitertijd. (
g
Blz. 26)
A
Diafragmavoorkeuze Hierbij stelt u zelf het gewenste diafragma in. De camera kiest
automatisch de bijpassende sluitertijd. (
g
Blz. 27)
S
Sluitertijdvoorkeuze Hierbij stelt u zelf de gewenste sluitertijd in. De camera kiest
automatisch het bijpassende diafragma. (
g
Blz. 28)
M
Handmatig fotograferen
(Manual)
Hierbij kiest u zelf de gewenste combinatie van sluitertijd en
diafragma. (
g
Blz. 29)
Leer de E-410 gebruiken
1
NL 15
Leer de E-410 gebruiken
1
Functies instellen
U kunt de functies van deze camera op drie manieren instellen.
• Instellen terwijl u naar het scherm met het bedieningspaneel kijkt (zie hieronder)
• Instellen met directe knoppen (gBlz. 16)
• Instellen in het menu (gBlz. 17)
Functies instellen met behulp van het scherm met het bedieningspaneel
Selecteer een functie op het scherm met het
bedieningspaneel en verander de instelling.
1
Zodra u de cameraschakelaar op ON
zet, verschijnt op de LCD-monitor
het scherm met het
bedieningspaneel met informatie en
instelmenu.
•
Het display verandert bij elke druk op de
INFO
-knop.
•
U kunt ook het scherm met het
bedieningspaneel weergeven en de instelling
wijzigen terwijl u live bekijken gebruikt.
2
Druk op de
i
-knop.
•
Op het scherm met het bedieningspaneel verschijnt de cursor (functie wordt geselecteerd).
3
Gebruik
p
om de cursor naar de functie die u wilt instellen te bewegen.
4
Draai de regelaar om de instelling te veranderen.
•
Door op de
i
-knop te drukken terwijl de functie geselecteerd wordt, verschijnt het directmenu
voor die functie. Draai de regelaar om de instelling te veranderen.
•
Als u de
i
-knop indrukt of de regelaar niet binnen enkele seconden bedient, wordt uw
instelling bevestigd en verschijnt het scherm met het bedieningspaneel opnieuw.
Instellen van de functies
Camera-
schakelaar
Regelaar
i-knop p Pendelknop INFO-knop
2007.08.16 2007.08.16
Scherm met het
bedieningspaneel
Basis Weergave OFF
Gedetailleerd
Cursor Directmenu
bijv.) Bij het instellen van Repeterende opnamen / Zelfontspanner / Afstandsbediening
16 NL
Leer de E-410 gebruiken
1
Functies op het scherm met het bedieningspaneel
De functies die op het basisdisplay en het gedetailleerde display kunnen worden ingesteld, variëren.
3
: Kan worden ingesteld
k
: Kan niet worden ingesteld
Instellen met behulp van de directe knoppen
Deze camera is uitgerust met directe knoppen waar functies vastgelegd zijn en snel ingesteld
kunnen worden.
1
Druk op de knop die bestemd is voor de functie die u wilt instellen.
•
Het directmenu verschijnt.
Nee. Functies Basis Gedetail-
leerd Zie Blz.
1
ISO
33
Blz. 48
2
WB
33
Blz. 50
Witbalanscorrectie
k3
Blz. 51
3
Lichtmeetfunctie
33
Blz. 46
4
Kaartje
33
Blz. 93
5
Beeldkwaliteit
33
Blz. 45
6
AF-kader
33
Blz. 42
7
Scherpstelfunctie
33
Blz. 43
8
Repeterene opnamen /
Zelfontspanner / Afstandsbediening
33
Blz. 39
9
Flitserfunctie
33
Blz. 35
Regelen van de flitssterkte
k3
Blz. 36
10
Beeldeffecten
33
Blz. 52
11
Kleurruimte
Scherpte
Contrast
Kleurintensiteit
Gradatie
k3
Blz. 54
Blz. 52
Blz. 52
Blz. 52
Blz. 53
Basis Gedetailleerd
2007.08.16
10
11
54
1
2
9
3,6,7,8
2007.08.16
10
9
8
765
3
4
2
1
Directmenu
Regelaar
bijv.) Bij het instellen van Repeterende opnamen /
Zelfontspanner / Afstandsbediening
2
1
4
3
NL 17
Leer de E-410 gebruiken
1
2
Draai de regelaar om de instelling te wijzigen.
•
Druk op de
i
-knop om uw instelling te bevestigen. Als u de regelaar niet binnen enkele seconden
bedient, wordt uw instelling bevestigd en verschijnt het scherm met het bedieningspaneel opnieuw
.
Lijst met directe knoppen
De functies zijn als volgt aan de knoppen toegewezen.
Instellen in het menu
1
Druk op de
MENU
-knop.
•
Het menu verschijnt op de LCD-monitor.
2
Gebruik
p
om een functie in te stellen.
Nee.
Directe knoppen Functie Zie Blz.
1< / Y / j
Knop Afstandsbediening /
Zelfontspanner / Repeterende
opnamen
Afstandsbediening / Zelfontspanner /
Repeterende opnamen
Blz. 39
2F
Belichtingscorrectieknop
Belichtingscorrectie
Blz. 47
3u
Knop Live bekijken
Schakelt live bekijken in of uit
Blz. 18
4#
Knop flitser
Hierdoor springt de flitser omhoog
en wordt de flitserfunctie ingesteld
Blz. 35
CUSTOM RESET
SETTING
Onderaan op het scherm staan de bedieningsaanwijzingen.
CANCEL
Ja
:Druk op
MENU
om de instelling te annuleren.
SELECT
J/
:Druk op
dac
om de functie te selecteren.
De pijltjes op het scherm komen overeen met de onderstaande
pendelknopsymbolen.
:
a
:
c
:
d
:
b
GO
Jf
:Druk op
i
om uw instellingen te bevestigen.
MENU-knop
p Pendelknop i-knop
Tabblad De huidige instelling verschijnt
op het scherm
CUSTOM RESET
SETTING
NOISE FILTER STANDARD
NOISE REDUCT.
Functie
Hiermee gaat u naar functies binnen het
geselecteerde tabblad.
Selecteer een functie en ga naar het instelmenu.
NL 19
Leer de E-410 gebruiken
1
2
Druk de ontspanknop helemaal in om scherp te stellen en te fotograferen.
•
Om vooraf scherp te stellen, houdt u de
AFL
-knop ingedrukt en drukt u de ontspanknop in. De
scherpstelling wordt vastgezet als de
AFL
-knop is ingedrukt.
•
De weergave van het beeld op de monitor bevriest als de spiegel tijdens het scherpstellen naar
beneden gaat. De foto die u heeft gemaakt wordt kort weergegeven op de monitor, zodat u de
foto kunt controleren.
Om scherp te stellen met gebruik van MF
1
Stel [AF MODE] in op [MF].
g“Scherpstelfunctie“ (Blz. 43)
•
Draai de scherpstelring om het onderwerp scherp te stellen. Voor de manier van fotograferen
MF, zie “Scherpstelfunctie“ (Blz. 43).
•
U kunt ook de
AFL
-knop indrukken om autofocus te activeren.
Het informatiedisplay omschakelen
U kunt de
INFO
-knop indrukken om de informatie die op de monitor wordt weergegeven, te
wisselen.
*1
Weergegeven als
[FRAME ASSIST]
is ingesteld.
*2
Voor bediening met de vergrote weergave, zie “Bediening met vergrote weergave“ op de
volgende bladzijde.
Bediening met vergrote weergave
Het is mogelijk om voor de weergave het onderwerp 7 of 10 keer te vergroten. Het vergroten
van het beeld tijdens MF vereenvoudigt het bevestigen en aanpassen van de scherpstelling.
1
Gebruik
p
om het kader te bewegen en druk op de
i
-knop.
•
Het gebied binnen het kader wordt vergroot en weergegeven.
•
Druk op de
i
-knop en houd deze ingedrukt om het verschoven kader voor vergroting weer in
het midden te zetten.
Informatiedisplay ON Informatiedisplay ON
+ weergave met lijnen *1 Informatiedisplay ON
+ histogram
Vergrote weergave *2
Informatiedisplay OFF
20 NL
Leer de E-410 gebruiken
1
2
Draai de regelaar om de vergroting te veranderen (7x / 10x).
•
Door
i
in te drukken wordt de bediening met vergrote weergave geannuleerd.
Weergave met lijnen
U kunt de lijnen op de LCD-monitor weergeven als hulpmiddel bij het bevestigen van de
samenstelling.
MENU

[
Y
]

[FRAME ASSIST]
[OFF] / [GOLDEN SECTION] / [GRID] / [SCALE]

TIPS
De monitor lichter maken om het onderwerp goed te kunnen zien:
JRaadpleeg “Live bekijken verbeteren“ (Blz. 67)
x Opmerkingen
• Als er een sterke lichtbron binnen het scherm aanwezig is, kan het beeld donkerder
weergegeven worden, maar het wordt normaal opgeslagen.
• Als de functie Live bekijken langdurig wordt gebruikt, stijgt de temperatuur van het
beeldopneemelement waardoor beelden met een hoge ISO-gevoeligheid veel ruis en
oneffenheden in de kleur vertonen. Verlaag de ISO-gevoeligheid of schakel de camera een
tijdje uit.
• Door het vervangen van de lens stopt het live bekijken.
• De volgende functies zijn niet beschikbaar tijdens het live bekijken.
C-AF / AE-lock / [AEL / AFL]
NL 21
2 Verbeter uw vaardigheid in het fotograferen –
Fotogidsen
Maak vaak foto's om aan de camera te wennen. U kunt beginnen met het fotograferen van
onderwerpen bij u in de buurt zoals kinderen, bloemen of huisdieren. Probeer bij de gemaakte
foto's die een slechte kwaliteit hebben te ontdekken wat fout is gegaan. De problemen kunnen
vaak worden opgelost door eenvoudigweg beter op te letten tijdens het fotograferen.
Scherpstelling: de ontspanknop bedienen
Niet scherpgesteld is vaak de oorzaak van slechte foto's. In veel
gevallen wordt in plaats van op het bedoelde onderwerp
scherpgesteld op het gebied achter of voor het onderwerp of op
andere onderwerpen.
De ontspanknop kan half en helemaal worden ingedrukt. Zodra
u het half en helemaal indrukken beheerst, kunt u zelfs
scherpstellen op bewegende onderwerpen.
g
“Fotograferen“ (Blz. 7), “Als scherpstellen op het
onderwerp niet lukt (scherpstelgeheugen)“ (Blz. 31)
Echter, zelfs als op het onderwerp is scherpgesteld, kan het
beeld wazig worden als de camera beweegt terwijl de
ontspanknop wordt ingedrukt. Houd de camera goed vast zodat
deze niet beweegt. De camera is vooral gevoelig voor beweging
als met live bekijken gefotografeerd wordt terwijl het onderwerp
op de monitor bekeken wordt. Daarnaast kan het nodig zijn om
een statief te gebruiken om te voorkomen dat de camera
beweegt, zelfs als u denkt dat er voldoende licht is.
g
“Vasthouden van de camera“ (Blz. 7)
Naast de problemen met scherpstelling en beweging van de camera, zorgt beweging van het
onderwerp er ook voor dat het beeld wazig wordt. De mogelijkheid om met een sluitertijd te
fotograferen die bij de beweging van het onderwerp past is essentieel. U kunt de sluitertijd en
het diafragma op de displays van de zoeker en monitor bevestigen als u de ontspanknop bij het
fotograferen half indrukt. Controleer deze displays tijdens het fotograferen.
g
“Gebruik van de functieknop“ (Blz. 14), “Preview-functie“ (Blz. 30), “Live bekijken“ (Blz. 18)
Helderheid: Belichtingscorrectie
Aan de hand van de helderheid kiest de camera automatisch
een diafragmawaarde en sluitertijd. Dit is automatische
belichting. Echter, automatische belichting alleen is geen
garantie voor foto's die voldoen aan uw wensen. Op zulke
momenten kunt u de belichting aanpassen door de
belichtingswaarde die tijdens het fotograferen door de
automatische belichting van de camera wordt ingesteld te
verhogen of verlagen.
Verhoog de belichtingswaarde als u de duizelingwekkende
sensatie van het zomerstrand of de witte sneeuw eruit wilt laten
springen. En verlaag de belichtingswaarde als het te fotograferen gebied kleiner en helderder
is dan zijn omgeving. Als u niet zeker weet hoeveel belichtingscorrectie nodig is, is het beter
om de foto met verschillende instellingen te maken.
g
“Belichtingscorrectie – De helderheid van het beeld variëren“ (Blz. 47)
Gidsen voor basisfuncties
Half indrukken: Helemaal indrukken:
Verbeter uw vaardigheid in het fotograferen – Fotogidsen
2
22 NL
Verbeter uw vaardigheid in het fotograferen – Fotogidsen
2
Kleur: Witbalans
Behalve zonlicht zijn er andere lichtbronnen, zoals gloeilamplicht en TL-licht, die het onderwerp
kunnen verlichten. Anders dan zonlicht, bevatten deze lichtbronnen bepaalde kleuren. Daarom
vertoont hetzelfde onderwerp, onder verschillende lichtomstandigheden gefotografeerd, andere
kleuren. Zelfs bij zonlicht is het resultaat afhankelijk van de lucht, schaduw, bomen of
gebouwen enz.
Witbalans corrigeert de effecten van deze lichtbronnen automatisch en maakt fotograferen met
de juiste kleuren mogelijk. Hoewel de juiste kleuren verkregen kunnen worden als de witbalans
op
[AUTO]
is ingesteld, is het, afhankelijk van de situatie bij het fotograferen, misschien niet
mogelijk om de bedoelde kleuren te verkrijgen. Ga in dergelijke gevallen naar een passende
instelling.
g
“Witbalans – De kleurtint aanpassen“ (Blz. 49)
Deze paragraaf beschrijft de functies die onder verschillende lichtomstandigheden voor de
diverse onderwerpen geschikt zijn.
Landschapsfoto's nemen
Buitenopnamen zoals opnamen van bloemen en nachtopnamen behoren tot de
landschapsfoto's. Er zijn een aantal dingen waarop u tijdens het maken van landschapsfoto's
moet letten. Deze paragraaf beschrijft het maken van buitenopnamen van bijvoorbeeld bossen
en meren overdag.
De stand Fotograferen veranderen
Buitenopnamen omvatten zowel dynamische als ook statische
beelden. De manier van fotograferen is anders als u een
realistische beweging van het onderwerp vast wilt leggen.
• Om een foto te maken die op een bepaald punt scherpgesteld is
en toch de diepte van bijvoorbeeld een bos weergeeft, gebruikt u
de stand A (diafragmavoorkeuze) en sluit u het diafragma zoveel
mogelijk (diafragmawaarde verhogen).
• Om het moment vast te leggen waarop golven tegen de kust
slaan, gebruikt u de stand S (sluitertijdvoorkeuze) en kiest u een
snelle sluitertijd. Om een stromende waterval of rivier te
fotograferen, stelt u een langzame sluitertijd in om een ander effect te krijgen.
Belichtingscorrectie kan zelfs bij verschillende standen voor het fotograferen worden gebruikt.
Controleer de foto die u hebt gemaakt en gebruik + of
-
om te corrigeren.
Een gids voor functies voor verschillende onderwerpen
TL-licht Gloeilamplicht Schaduw van een boom
NL 23
Verbeter uw vaardigheid in het fotograferen – Fotogidsen
2
Witbalans gebruiken
De kleur van water is bij een meer omgeven door bossen
anders dan bij een tropische oceaan. Om het subtiele
kleurverschil vast te leggen, kunt u de instelling van de
witbalans veranderen.
Het is waarschijnlijk moeilijk met een automatische instelling de
subtiele kleuren vast te leggen van een meer dat de groene
bladeren van de bomen reflecteert of van een oceaan omringd
door koraal. Probeer de instellingen voor verschillende situaties
te veranderen zoals bijvoorbeeld 5300 K voor zonnige dagen en
7500 K voor een buitenopname in de schaduw op een zonnige
dag.
Metingsmethode veranderen
Afhankelijk van de diepte en de richting van de zon, verschilt de
helderheid van de zee aanzienlijk, zelfs in dezelfde compositie. Ook
de helderheid van bossen is verschillend, afhankelijk van hoe de
bomen elkaar overlappen. Als u weet in welke bereiken u de correctie
moet benadrukken in de compositie van het beeld, dan kunt u de
metingsmethode veranderen.
De metingsmethode staat op ESP zolang de camera-instellingen
onveranderd blijven. De camera meet automatisch de helderheid in
de compositie en de ESP bepaalt de belichting. Om een specifieke
gedeeltelijke belichting in de compositie te benadrukken, gaat u naar
Lichtmeting met nadruk op het centrum, stelt u het AF-kader op de
plaatsen waar u de belichting wilt aanpassen en meet u de belichting.
Kleurintensiteit veranderen
Misschien kon u niet altijd dezelfde kleur reproduceren die u had gezien terwijl u toch witbalans
of belichtingscorrectie had gebruikt. U kunt de kleurintensiteit instellen om die kleur te krijgen
die u wilt. U kunt een hoge of lage instelling voor de kleurintensiteit kiezen. Als de instelling
hoog is, worden er felle kleuren gebruikt. Maar als het beeld opgenomen wordt met deze
instelling tijdens het fotograferen, raden wij u aan om te hoog instellen te voorkomen.
g
“
A
: Diafragmavoorkeuze“ (Blz. 27), “
S
: Sluitertijdvoorkeuze“ (Blz. 28), “Metingsmethode
– Metingssysteem wijzigen“ (Blz. 46), “Belichtingscorrectie – De helderheid van het beeld
variëren“ (Blz. 47), “Witbalans – De kleurtint aanpassen“ (Blz. 49), “
[SATURATION]
: De
kleurdiepte van het beeld“ (Blz. 52)
Bloemen fotograferen
Opnamen van bloemen varieren van een paar in het wild groeiende bloemen tot een heel
bloemenveld. De manier van fotograferen is afhankelijk van wat u wilt bereiken met uw foto.
Witbalans gebruiken
Bloemen hebben heel verschillende kleuren, variërend van
licht tot fel. Afhankelijk van de kleur, worden subtiele
kleurnuances eventueel niet zo vastgelegd als u ze ziet.
Als mooie kleurnuances niet worden weergegeven, controleer
dan de lichtomstandigheden en verander de instelling van de
witbalans. De standaardinstelling van de witbalans is
automatisch zolang de camera-instellingen niet worden
veranderd. De automatische instelling is goed, maar door de
instellingen voor verschillende situaties te veranderen,
bijvoorbeeld 5300 K voor zonnige dagen en 7500 K voor een
buitenopname in de schaduw op een zonnige dag, kunt u de
subtiele kleurnuances veel effectiever naar voren brengen.


Product specificaties

Merk: Olympus
Categorie: Digitale camera
Model: E-410
Kleur van het product: Zwart
Gewicht: 375 g
Breedte: 129.5 mm
Diepte: 53 mm
Hoogte: 91 mm
Beeldscherm: LCD
Beeldschermdiagonaal: 2.5 "
Compatibele geheugenkaarten: microdrive, xd
Agenda: Ja
Focus: TTL
Ondersteunde beeldverhoudingen: 4:3
Megapixels: 10 MP
Maximale beeldresolutie: 3648 x 2736 Pixels
Type beeldsensor: CMOS
Beeldsensorformaat: 4/3 "
Digitale zoom: 0 x
Optische zoom: 3 x
Digitale SLR: Ja
Camera sluitertijd: 1/4000 - 60 s
Ingebouwde flitser: Ja
Videomogelijkheid: Nee
Interface: USB
Auto focusing (AF) modes: continuous auto focus, single auto focus
Lichtmeting: centre-weighted, spot
Flitser-modi: fill-in, Flash off, Red-eye reduction, Slow synchronization
Witbalans: auto, Cloudy, custom modes, daylight, Fluorescent, manual, Shade, Tungsten
Scene modes: beach, Candlelight, Children, Documents, Fireworks, Night, Night portrait, Panorama, Portrait, Sports, Sunset, Underwater, Landscape (scenery)
Foto-effecten: black&white, Sepia
Temperatuur bij opslag: -20 - 60 °C
Luchtvochtigheid bij opslag: 10 - 90 procent
Scherpstellen: Handmatig
Camera afspelen: Diavoorstelling
Blootstelling type: aperture priority AE, auto, manual, shutter priority AE
Vergroting: 0.92 x
Bedrijfstemperatuur (T-T): 0 - 40 °C
Relatieve vochtigheid in bedrijf (V-V): 30 - 90 procent
Auto Focus (AF) slot: Ja
Richtgetal flitser: 12 m

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Olympus E-410 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Digitale camera Olympus

Handleiding Digitale camera

Nieuwste handleidingen voor Digitale camera