Hercules Brose 14d Pedelec Display 2020 Handleiding

Hercules Fiets E-bike Brose 14d Pedelec Display 2020

Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Hercules Brose 14d Pedelec Display 2020 (92 pagina's) in de categorie Fiets E-bike. Deze handleiding was nuttig voor 52 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/92
Pedelecs
Nos FS Pro 1.1 HE 27,5", Nos FS Comp 1.1 HE 27,5",
Nos FS Sport 1.1 HE 27,5", Nos Pro 1.1 HE 27,5",
Nos Sport 1.1 HE 27,5"
20-R-0001, 20-R-0002, 20-R-0003, 20-R-0004, 20-R-0005
MY20H01-16 • 1.0 • 27. mei 2019
VERTALING VAN DE ORIGINELE
GEBRUIKSHANDLEIDING
BELANGRIJK
VOOR GEBRUIK ZORGVULDIG LEZEN
BEWAREN ALS NASLAGWERK
1
2
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 2
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1 Over deze gebruikshandleiding 5
1.1 Fabrikant 5
1.2 Typenummer en model 5
1.3 Gebruikshandleiding identificeren 5
1.4 Wetgeving, normen en richtlijnen 6
1.5 Wijzigingen voorbehouden 6
1.6 Taal 6
1.7 Voor uw veiligheid 6
1.7.1 Instructie, opleiding en klantenservice 6
1.7.2 Essentiële veiligheidsaanwijzingen 6
1.7.3 Waarschuwingen 6
1.7.4 Veiligheidsmarkeringen 7
1.8 Ter informatie 7
1.8.1 Instructies 7
1.8.2 Taalconventies 7
1.9 Typeplaat 8
1.9.1 Informatie op de typeplaat 9
2 Veiligheid 10
2.1 Algemene waarschuwingen 10
2.2 Giftige stoffen 11
2.3 Eisen aan de berijder 12
2.4 Bescherming van kwetsbare groepen 12
2.5 Persoonlijke beschermingsmiddelen 12
2.6 Veiligheidsmarkeringen en
veiligheidsaanwijzingen 12
2.7 Noodgevallen 13
2.7.1 Gedrag in noodgevallen 13
2.7.2 Brand bestrijden 13
2.7.3 Vrijkomende vloeistoffen 13
2.7.3.1 Remvloeistof 13
2.7.3.2 Smeermiddelen en olie uit de vork 13
2.7.3.3 Smeermiddelen en olie uit de
achterbouwdemper 13
3Overzicht 14
3.1 Beschrijving 15
3.1.1 Wiel en vering 15
3.1.1.1 Ventiel 15
3.1.2 Vering 15
3.1.2.1 Opbouw voorvork met stalen veer 16
3.1.2.2 Opbouw voorvork met luchtvering 16
3.1.2.3 Opbouw achterbouwdemper FOX 17
3.1.2.4 Opbouw achterbouwdemper Suntour 17
3.1.3 Remsysteem 17
3.1.3.1 Velgrem 17
3.1.3.2 Schijfrem 18
3.1.3.3 Terugtraprem 18
3.1.4 Elektrisch aandrijfsysteem 19
3.1.5 Accu 19
3.1.5.1 Laadtoestandweergave 20
3.1.5.2 Bereik 20
3.1.6 Rijverlichting 20
3.1.7 Bedieningselement 20
3.2 Bedoeld gebruik 21
3.3 Niet-bedoeld gebruik 22
3.4 Technische gegevens 23
3.4.1 Pedelec 23
3.4.2 Motor 23
3.4.3 Accu Evo 650 23
3.4.4 USB-aansluiting 23
3.4.5 Accu SuperCore 23
3.4.6 Display en bediening 23
3.4.7 Emissies 23
3.4.8 Aanhaalmoment 23
3.5 Beschrijving van besturing en
weergaven 24
3.5.1 Stuur 24
3.5.1.1 Display 24
3.5.1.2 Snelheid 24
3.5.1.3 Ondersteuningsniveau 24
3.5.1.4 Reisinformatie 24
3.5.1.5 Laadtoestandweergave 25
3.6 Omgevingseisen 26
4 Transport en opslag 28
4.1 Fysieke transporteigenschappen 28
4.1.1 Afmetingen bij transport 28
4.1.2 Transportgewicht 28
4.1.3 Voorziene handgrepen/hijspunten 28
4.2 Transport 28
4.2.1 Accu vervoeren 29
4.2.2 Transportbeveiliging rem gebruiken 29
4.3 Opslag 29
4.3.1 Onderbreking van het gebruik 30
4.3.1.1 Onderbreking van het gebruik
voorbereiden 30
4.3.1.2 Onderbreking van het gebruik uitvoeren 30
5 Montage 31
5.1 Vereist gereedschap 31
5.2 Uitpakken 31
5.2.1 Levering 31
5.3 In gebruik nemen 32
5.3.1 Accu controleren 32
5.3.2 Wiel monteren in Suntour-vork 32
5.3.2.1 Wiel met schroefas (15 mm) monteren 32
5.3.2.2 Wiel met schroefas (20 mm) monteren 33
5.3.2.3 Wiel met opsteekas monteren 33
5.3.3 Wiel met snelspanner monteren 35
5.3.4 Wiel monteren in FOX-vork 36
5.3.4.1 Wiel met snelspanner (15 mm) 36
5.3.4.2 FOX-snelspanner afstellen 36
5.3.4.3 Wiel met Kabolt-assen monteren 36
5.3.4.4 Voorbouw en stuur controleren 37
5.3.5 Verkoop van de pedelec 37
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 3
Inhoudsopgave
6Gebruik 38
6.1 Gevaren en risico's 38
6.1.1 Omgevingsomstandigheden 39
6.1.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen 39
6.2 Storingsmeldingen 40
6.3 Voor het eerste gebruik 41
6.3.1 Zadel afstellen 41
6.3.1.1 Zadelhoek afstellen 41
6.3.2 Zithoogte bepalen 41
6.3.2.1 Zithoogte met snelspanner afstellen 41
6.3.2.2 In hoogte verstelbare zadelpen 42
6.3.2.3 Zitpositie afstellen 42
6.3.3 Stuur afstellen 43
6.3.3.1 Voorbouw afstellen 43
6.3.3.2 Stuurhoogte afstellen 43
6.3.3.3 Stuur opzij draaien 44
6.3.3.4 Spankracht snelspanners controleren 44
6.3.3.5 Spankracht snelspanners afstellen 44
6.3.4 Remhendel afstellen 44
6.3.4.1 Drukpunt Magura remhendel afstellen 44
6.3.4.2 Grijpafstand afstellen 45
6.3.4.3 Grijpafstand Magura remhendel
afstellen 45
6.3.5 Vering van de Suntour-vork afstellen 46
6.3.5.1 Negatieve veerweg afstellen 46
6.3.5.2 Negatieve veerweg van een voorvork
met luchtvering afstellen 46
6.3.5.3 Negatieve veerweg van een voorvork
met stalen veer afstellen 47
6.3.5.4 Trekdemper afstellen 48
6.3.6 Vering van de FOX-vork afstellen 48
6.3.6.1 Negatieve veerweg afstellen 48
6.3.6.2 Trekdemper afstellen 49
6.3.7 Achterbouwdemper Suntour afstellen 50
6.3.7.1 Negatieve veerweg afstellen 50
6.3.7.2 Trekdemper afstellen 50
6.3.7.3 Drukdemper afstellen 50
6.3.8 Achterbouwdemper FOX afstellen 51
6.3.8.1 Negatieve veerweg afstellen 51
6.3.8.2 Trekdemper afstellen 52
6.3.9 Remvoeringen inrijden 52
6.4 Accessoires 53
6.4.1 Kinderzitje 53
6.4.2 Aanhanger 54
6.4.3 Bagagedrager 54
6.5 Voor het rijden 55
6.6 Checklist voor het rijden 55
6.7 Zijstandaard gebruiken 56
6.7.1 Zijstandaard omhoog klappen 56
6.7.1.1 Pedelec parkeren 56
6.8 Bagagedrager gebruiken 56
6.9 Accu 57
6.9.1 Accu verwijderen 58
6.9.2 Accu aanbrengen 58
6.9.3 Accu laden 58
6.9.4 Accu uit de slaapstand halen 59
6.10 Elektrisch aandrijfsysteem 60
6.10.1 Elektrisch aandrijfsysteem inschakelen 60
6.10.2 Aandrijfsysteem uit de slaapstand halen 60
6.10.3 Aandrijfsysteem uitschakelen 60
6.11 Bediening met display 61
6.11.1 Rijverlichting gebruiken 61
6.11.2 Duwondersteuning gebruiken 61
6.11.3 Ondersteuningsniveau selecteren 61
6.11.4 De meeteenheid voor de snelheid
wijzigen 61
6.11.5 Reisinformatie wijzigen 61
6.11.5.1 Afgelegde afstand wissen 61
6.12 Rem 62
6.12.1 Remhendel gebruiken 63
6.12.2 Terugtraprem gebruiken 64
6.13 Vering en demping 64
6.13.1 Drukdemper van de FOX-vork afstellen 64
6.13.2 Drukdemper van de FOX-demper
afstellen 64
6.13.3 Drukdemper van de Suntour-vork
afstellen 65
6.13.4 Drukdemper van de Suntour-demper
afstellen 65
6.13.5 Trekdemper van de RockShox-demper
afstellen 65
6.13.6 Drukdemper van de RockShox-demper
afstellen 66
6.14 Versnelling 66
6.14.1 Versnellingen selecteren 66
6.14.2 Versnellingsnaaf gebruiken 67
7 Reinigen en onderhouden 68
7.1 Reiniging elke keer na het rijden 68
7.1.1 Verende voorvork reinigen 68
7.1.2 Achterbouwdemper reinigen 68
7.1.3 Pedalen reinigen 68
7.2 Grondige reiniging 69
7.2.1 Frame reinigen 69
7.2.2 Voorbouw reinigen 69
7.2.3 Achterbouwdemper reinigen 69
7.2.4 Wiel reinigen 69
7.2.5 Aandrijfelementen reinigen 69
7.2.6 Ketting reinigen 70
7.2.7 Accu reinigen 70
7.2.8 Display reinigen 70
7.2.9 Aandrijfeenheid reinigen 70
7.2.10 Rem reinigen 71
7.3 Onderhoud 71
7.3.1 Onderhoud aan het frame 71
7.3.2 Onderhoud aan de voorbouw 71
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 4
Inhoudsopgave
7.3.3 Onderhoud aan de vork 71
7.3.4 Onderhoud aan de aandrijfelementen 71
7.3.5 Onderhoud aan de pedalen 71
7.3.6 Onderhoud aan de ketting 71
7.3.7 Onderhoud aan de aandrijfelementen 71
7.4 Onderhouden 71
7.4.1 Wielen 71
7.4.2 Banden controleren 72
7.4.3 Velgen controleren 72
7.4.4 Luchtdruk controleren 72
7.4.5 Vuldruk corrigeren 72
7.4.5.1 Blitzventiel 72
7.4.5.2 Frans ventiel 73
7.4.5.3 Autoventiel 73
7.4.6 Remsysteem 73
7.4.7 Remvoeringen op slijtage controleren 73
7.4.8 Drukpunt controleren 73
7.4.9 Remschijven op slijtage controleren 74
7.4.10 Elektrische bekabeling en remkabels 74
7.4.11 Versnelling 74
7.4.12 Voorbouw 74
7.4.13 USB-aansluiting 74
7.4.14 Kettingspanning controleren 74
7.4.15 Handvaten controleren 74
8 Onderhoud 75
8.1 As met snelspanner 76
8.1.1 Snelspanner controleren 76
8.2 De versnelling afstellen 76
8.2.1 Versnelling met bowdenkabelbediening,
enkel 77
8.2.2 Versnelling met bowdenkabelbediening,
dubbel 77
8.2.3 Draaibare handvatschakelaar met
bowdenkabelbediening, dubbel 77
9 Storingen zoeken, storingen verhelpen
en reparatie 78
9.1 Storingen zoeken en storingen
verhelpen 78
9.1.1 Aandrijfsysteem of display start niet op 78
9.1.2 Storingsmeldingen 78
9.2 Reparatie 79
9.2.1 Gebruik uitsluitend originele onderdelen
en smeermiddelen 79
9.2.2 Verlichting vervangen 79
9.2.3 Koplamp afstellen 79
10 Recycling en afvoer 80
11 Documenten 82
11.1 Onderdelenlijst 82
11.2 Montageprotocol 83
11.3 Onderhoudsprotocol 85
12 Lijst met trefwoorden 88
13 Terminologie 89
I. EG-conformiteitsverklaring 92
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 5
Over deze gebruikshandleiding
1 Over deze gebruikshandleiding
Hartelijk dank voor uw vertrouwen!
Pedelecs van HERCULES zijn sportuitrusting van
de allerhoogste kwaliteit u hebt een goede keus
gemaakt. Uw dealer heeft u van advies gediend
en heeft de eindmontage uitgevoerd. Of het nu
gaat om onderhoud, inspectie, ombouw of
reparatie - uw dealer zal ook in de toekomst voor
u klaar staan.
Bij uw nieuwe pedelec ontvangt u deze
gebruikshandleiding. Neemt u alstublieft de tijd
om uw nieuwe pedelec te leren kennen en houdt
u zich aan de tips en suggesties in de
gebruikshandleiding. Zo zult u lang plezier
hebben van uw HERCULES pedelec. Wij wensen
u veel plezier en altijd een goede en behouden
vaart!
Deze gebruikshandleiding is geschreven voor de
berijder en de eigenaar van de pedelec, zodat ook
technische leken de pedelec veilig kunnen
gebruiken.
Om de gebruikshandleiding ook tijdens het rijden
altijd bij de hand te hebben, kunt u deze via het
volgende adres op uw mobiele telefoon
downloaden:
www.hercules-bikes.de/de/
de/index/downloads
1.1 Fabrikant
De fabrikant van de pedelec is:
HERCULES GMBH
Longericher Straße 2
50739 Köln, Germany
Tel.: +49 4471 18735 0
Fax: +49 4471 18735 29
E-mail: info@hercules-bikes.de
Internet: www.hercules-bikes.de
1.2 Typenummer en model
De gebruikshandleiding is onderdeel van
pedelecs met de volgende typenummers:
1.3 Gebruikshandleiding
identificeren
U vindt op elke pagina linksonder het
identificatienummer van de gebruikshandleiding.
Het identificatienummer bestaat uit het
documentnummer, de publicatieversie en de
verschijningsdatum.
Aanwijzing
De gebruikshandleiding vervangt niet de
persoonlijke instructie door de uitleverende
dealer.
Deze gebruikshandleiding is onderdeel van de
pedelec. Wanneer deze te zijner tijd wordt
doorverkocht, moet de gebruikshandleiding aan
de nieuwe eigenaar worden overhandigd.
Aanwijzingen voor de dealer hebben een grijze achtergrond en
zijn gemarkeerd met een pictogram. Dealers zijn op grond van
hun relevante vakopleiding in staat de gevaren te herkennen en
de risico's te vermijden, die optreden bij onderhoud aan en
reparatie van de pedelec. Informatie gericht tot deze
vakmensen mag door technische leken niet worden opgevat als
vrijbrief om de betreffende handelingen uit te voeren.
Type-
nummer Model Type
pedelec
20-R-0001 Nos FS Pro 1.1 HE 27,5" Mountainbike
20-R-0002 Nos FS Comp 1.1 HE 27,5" Mountainbike
20-R-0003 Nos FS Sport 1.1 HE 27,5" Mountainbike
20-R-0004 Nos Pro 1.1 HE 27,5" Mountainbike
20-R-0005 Nos Sport 1.1 HE 27,5" Mountainbike
Tabel 1: Typenummer, model en type pedelec
Identificatienummer MY20H01-16_1.0_27.05.2019
Tabel 2: Identificatienummer
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 6
Over deze gebruikshandleiding
1.4 Wetgeving, normen en richtlijnen
Deze gebruikshandleiding voldoet aan de
essentiële eisen van:
de Machinerichtlijn 2006/42/EG,
de EMC-richtlijn 2014/30/EU,
ISO/DIS 20607:2018, Safety of machinery –
Instruction handbook – General drafting
principles
EN 15194:2018, Fietsen – Elektrisch
ondersteunende fietsen – EPAC fietsen,
EN 11243:2016, Fietsen – Bagagedragers voor
fietsen – Eisen en beproevingsmethoden,
EN-ISO 17100:2015/A1:2017, Vertaaldiensten –
Eisen aan vertaaldiensten.
1.5 Wijzigingen voorbehouden
De informatie in deze gebruikshandleiding komt
overeen met de vrijgegeven technische
specificaties op het moment van druk. Relevante
wijzigingen zullen worden verwerkt in een nieuwe
uitgave van de gebruikshandleiding.
Alle wijzigingen op deze gebruikshandleiding
vindt u onder:
www.hercules-bikes.de/de/de/index/downloads
1.6 Taal
De originele gebruikshandleiding is opgesteld in
de Duitse taal. Een vertaling daarvan is zonder de
originele gebruikshandleiding niet geldig.
1.7 Voor uw veiligheid
Het veiligheidsconcept van de pedelec bestaat uit
vier elementen:
de instructie van de berijder resp. de eigenaar en
het onderhoud en de reparatie van de pedelec
door de dealer,
het hoofdstuk Algemene veiligheid,
de waarschuwingen in deze
gebruikshandleiding, en
de veiligheidsmarkeringen op de typeplaat en de
pedelec.
1.7.1 Instructie, opleiding en
klantenservice
De klantenservice wordt uitgevoerd door de
uitleverende dealer. Zijn contactgegevens staan
op de achterzijde en op het datablad in deze
gebruikshandleiding. Wanneer deze niet bereikt
kan worden, vindt u op de internetpagina
www.hercules-bikes.de andere dealers.
De berijder of eigenaar van de pedelec krijgt
uiterlijk bij de overdracht van de pedelec
persoonlijk uitleg van de uitleverende dealer over
de functies van de pedelec, in het bijzonder de
elektrische functies en het juiste gebruik van de
oplader.
Elke berijder aan wie deze pedelec ter
beschikking wordt gesteld, moet instructie krijgen
over de functies van pedelec. Deze
gebruikshandleiding moet aan elke berijder in
gedrukte vorm worden overhandigd ter
kennisneming en inachtneming.
1.7.2 Essentiële veiligheidsaanwijzingen
Deze gebruikshandleiding bevat in hoofdstuk 2.
Veiligheid een toelichting op alle algemene
veiligheidsaanwijzingen.
1.7.3 Waarschuwingen
Gevaarlijke situaties en handelingen zijn
gemarkeerd met waarschuwingen. In deze
gebruikshandleiding worden waarschuwingen als
volgt weergegeven:
Niet in acht nemen leidt tot ernstig letsel of de
dood. Hoog risico.
Kan bij niet in acht nemen leiden tot ernstig letsel
of de dood. Gemiddeld risico.
Kan leiden tot gering letsel of letsel. Laag risico.
Aanwijzing
Kan bij niet in acht nemen leiden tot materiële
schade.
GEVAAR
!
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 7
Over deze gebruikshandleiding
1.7.4 Veiligheidsmarkeringen
Op de typeplaten van de pedelec worden
onderstaande veiligheidsmarkeringen gebruikt:
1.8 Ter informatie
1.8.1 Instructies
Instructies zijn als volgt opgebouwd:
Voorwaarden (optioneel)
Instructiestap
Resultaat van de stap (optioneel)
1.8.2 Taalconventies
De in deze gebruikshandleiding beschreven
pedelec kan zijn voorzien van alternatieve
componenten. De uitrusting van de pedelec wordt
bepaald door het betreffende typenummer. Waar
van toepassing, wordt op alternatief toegepaste
componenten gewezen door middel van de
aanwijzing alternatief onder het opschrift. Voor een
betere leesbaarheid worden onderstaande
begrippen gebruikt:
In deze gebruikshandleiding worden
onderstaande schrijfwijzen gebruikt:
Algemene waarschuwing
Neem de gebruikshandleiding in acht
Tabel 3: Betekenis veiligheidsmarkeringen
Begrip Betekenis
Gebruikshandleiding Originele
gebruikshandleiding resp.
vertaling van de originele
gebruikshandleiding
Pedelec Elektrisch aangedreven
fiets
Motor Aandrijfmotor
Schrijfwijze Gebruik
cursief Terminologiebegrippen
GEBLOKKEERD Weergaven op het display
[Voorbeeld,
paginanummering]
Kruisverwijzingen
• Opsommingen
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 8
Over deze gebruikshandleiding
1.9 Typeplaat
De typeplaat bevindt zich op het frame. Zie voor de
exacte positie van de typeplaat afbeelding 2. Op de
typeplaat vindt u dertien gegevens.
Afbeelding 1: Voorbeeld typeplaat
89
11
Nr. Aanduiding Beschrijving
1 CE-markering Met de CE-markering verklaart de fabrikant, dat de pedelec voldoet aan de geldende
eisen.
2 Contactgegevens fabrikant Via dit adres kunt u de fabrikant bereiken. Meer informatie vindt u in hoofdstuk 1.1.
3 Typenummer Aan elke pedelec is een achtcijferig typenummer toegekend, dat het modeljaar, het type
pedelec en de betreffende variant beschrijft. Meer informatie vindt u in hoofdstuk 1.9.1.
4 Nominaal continuvermogen Het nominaal continuvermogen is het maximale vermogen gedurende 30 minuten op de
uitgaande as van de elektromotor.
5 Hoogste toegestane totaalgewicht Het hoogste toegestane totaalgewicht is het gewicht van de volledig samengebouwde
pedelec plus berijder plus bagage.
6Bouwjaar Het bouwjaar is het jaar waarin de pedelec is gemaakt. De productieperiode loopt van
augustus 2019 tot en met juli 2020.
7 Type pedelec Meer informatie vindt u in hoofdstuk 1.9.3.
8 Veiligheidsmarkeringen Meer informatie vindt u in hoofdstuk 2.6.
9 Aanwijzing voor afvoer Meer informatie vindt u in hoofdstuk 9.
10 Toepassingsgebied Meer informatie vindt u in hoofdstuk 1.9.4.
11 Modeljaar Het modeljaar is bij de in serie geproduceerde pedelecs het eerste productiejaar van de
versie en is niet altijd identiek aan het bouwjaar. Het bouwjaar kan soms ook voor het
modeljaar liggen. Wanneer geen technische wijzigingen zijn uitgevoerd aan een serie,
kunnen pedelecs van een voorgaand modeljaar ook later zijn gemaakt.
12 Gewicht van de rijklare pedelec Het vermelde gewicht van de rijklare pedelec betreft het gewicht van de pedelec op het
moment van verkoop. Alle aanvullende accessoires moeten bij dit gewicht worden
opgeteld.
13 Uitschakelsnelheid Snelheid van de pedelec op het moment dat de stroom naar nul of naar de vrijloopwaarde
is geschakeld.
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 9
Over deze gebruikshandleiding
1.9.1 Informatie op de typeplaat
Op de typeplaten van de producten staat, naast
de waarschuwingen, andere belangrijke
informatie over de pedelec:.
Gebruiksaanwijzing lezen
Gescheiden inzameling van
oude elektrische en
elektronische apparaten
Gescheiden inzameling van
batterijen
Niet in het vuur werpen
(verbranden verboden)
Accu openen verboden
Apparaat van
beschermingsklasse II
Uitsluitend geschikt voor
gebruik binnenshuis
Zekering (apparaatzekering)
EU-conformiteit
Recyclebaar materiaal
Beschermen tegen
temperaturen boven 50 °C
en invallend zonlicht
Tabel 4: Betekenis veiligheidsaanwijzingen
max. 50°C
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 10
Veiligheid
2 Veiligheid
2.1 Algemene waarschuwingen
Brand- en explosiegevaar door een defecte
accu
Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De
restspanning kan kortsluiting veroorzaken. De
accu kan ontvlammen en exploderen.
Neem een accu, die uitwendige schade
vertoont, onmiddellijk buiten bedrijf en laad
deze nooit op.
Houd afstand wanneer een accu vervormt of
begint te roken, onderbreek de voeding van de
contactdoos en neem onmiddellijk contact op
met de brandweer.
Blus een beschadigde accu niet met water en
laat deze nooit met water in contact komen.
Neem na een val of botsing zonder uitwendige
schade aan de behuizing, de accu gedurende
ten minste 24 uur buiten bedrijf en observeer
deze.
Een defecte accu is gevaarlijk afval. Voer een
defecte accu zo snel mogelijk op de juiste
wijze af.
Sla de accu tot het afvoeren droog op. Sla
nooit brandbare stoffen op in de omgeving.
Probeer nooit de accu te openen of te
repareren.
Elektrische schok bij beschadiging
Een beschadigde oplader, kabel of stekker
verhoogt het risico op een elektrische schok.
Controleer voor elk gebruik de oplader, kabels
en stekkers. Gebruik nooit een beschadigde
oplader.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Brand- en explosiegevaar door kortsluiting
Kleine metalen voorwerpen kunnen de
elektrische aansluitingen van de accu
overbruggen. De accu kan ontvlammen en
exploderen.
Houd paperclips, schroeven, muntstukken,
sleutels en andere kleine voorwerpen op
afstand en steek deze niet in de accu.
Brand- en explosiegevaar door verkeerde
oplader
Een accu, die wordt opgeladen met een
ongeschikte oplader, kan inwendige schade
oplopen. Dit kan leiden tot brand of een explosie.
Gebruik voor de accu uitsluitend de
meegeleverde oplader.
Voorzie, om verwisseling te voorkomen, de
meegeleverde oplader van een eenduidige
markering, bijvoorbeeld het framenummer of
het typenummer van de pedelec.
Brand- en explosiegevaar door binnendringen
van water
De accu is slechts beschermd tegen opspattend
water. Binnendringend water kan kortsluiting
veroorzaken. De accu kan ontvlammen en
exploderen.
Dompel de accu nooit onder in water.
Wanneer er reden is om aan te nemen dat er
water in de accu kan zijn binnengedrongen,
moet deze buiten bedrijf worden genomen.
Brand- en explosiegevaar door hoge
temperaturen
Te hoge temperaturen leiden tot schade aan de
accu. De accu kan ontvlammen en exploderen.
Bescherm de accu tegen hoge temperaturen
Stel de accu niet langdurig bloot aan invallend
zonlicht.
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 11
Veiligheid
2.2 Giftige stoffen
Brand door oververhitte oplader
De oplader wordt tijdens het laden van de accu
warm. Bij onvoldoende koeling kan dit leiden tot
brand of brandwonden aan de handen.
Gebruik de oplader nooit op een licht
ontvlambare ondergrond (bv. papier, tapijt,
enz.).
Dek de oplader tijdens het laden nooit af.
Laad de accu nooit zonder toezicht op.
Elektrische schok door binnendringen van
water
Bij het binnendringen van water in een oplader
bestaat het risico op een elektrische schok.
Laad de accu nooit buitenshuis op.
Aanwijzing
Bij transport van de pedelec en tijdens het rijden
kan een achtergebleven sleutel afbreken of kan
de vergrendeling onbedoeld open gaan.
Verwijder de sleutel van het accuslot
onmiddellijk na gebruik.
Het wordt aanbevolen de sleutel te voorzien
van een sleutelhanger.
Vergiftiging door veringolie
De veringolie in de achterbouwdemper irriteert de
luchtwegen, leidt tot mutaties in kiemcellen en tot
steriliteit, veroorzaakt kanker en is toxisch bij
huidcontact.
Probeer nooit de achterbouwdemper uit elkaar
te halen.
Laat nooit veringolie met de huid in contact
komen.
VOORZICHTIG
!
WAARSCHUWING
!
Letsel aan huid en ogen door een defecte accu
Uit een beschadigde of defecte accu kunnen
vloeistoffen en dampen vrijkomen. Deze kunnen
leiden tot irritatie van de luchtwegen en tot
brandwonden.
Vermijd elk contact met vrijkomende
vloeistoffen.
Zorg voor ventilatie en neem bij klachten
contact op met een arts.
Neem bij oogcontact of klachten onmiddellijk
contact op met een arts.
Spoel bij huidcontact de huid onmiddellijk af
met water.
Ventileer de ruimte goed.
Milieuschade door vrijkomende remvloeistof
In het remsysteem bevindt zich een giftige en
milieugevaarlijke remvloeistof. Wanneer dit in het
riool of het grondwater terecht komt, raken deze
vergiftigd.
Wanneer remvloeistof vrijkomt, moet het
remsysteem onmiddellijk worden gerepareerd.
Neem hiervoor contact op met een dealer.
Voer vrijkomende remvloeistof veilig voor het
milieu en conform de wettelijke voorschriften
af. Neem hiervoor contact op met een dealer.
Milieuschade door smeermiddelen en olie uit
de vork
In de vork bevinden zich giftige en milieugevaarlijke
smeermiddelen en olie. Wanneer deze in het riool
of het grondwater terechtkomen raken deze
vergiftigd.
Wanneer smeermiddelen of olie vrijkomen,
moet de vork onmiddellijk worden
gerepareerd. Neem hiervoor contact op met
een dealer.
Voer vrijkomende smeermiddelen en olie veilig
voor het milieu en conform de wettelijke
voorschriften af. Neem hiervoor contact op
met een dealer.
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 12
Veiligheid
2.3 Eisen aan de berijder
Wanneer geen wettelijke eisen zijn gesteld aan
berijders van elektrisch ondersteunende fietsen,
wordt een minimale leeftijd van 15 jaar
aanbevolen en ervaring in de omgang met
normale fietsen.
De lichamelijke en geestelijke vermogens van de
berijder dienen voldoende te zijn voor het gebruik
van een normale fiets.
2.4 Bescherming van kwetsbare
groepen
Accu en oplader moeten verwijderd worden
gehouden van kinderen.
Wanneer de pedelec door minderjarigen wordt
gebruikt, moet, naast een grondige instructie door
de opvoeder, uit worden gegaan van gebruik
onder toezicht, tot is vastgesteld dat de pedelec
conform deze gebruikshandleiding wordt gebruikt.
2.5 Persoonlijke
beschermingsmiddelen
Het dragen van een geschikte fietshelm wordt
aanbevolen. Daarnaast wordt aanbevolen
speciale, nauwsluitende fietskleding en stevige
schoenen te dragen.
2.6 Veiligheidsmarkeringen en
veiligheidsaanwijzingen
Op de typeplaat bevinden zich de volgende
veiligheidsmarkeringen en
veiligheidsaanwijzingen:
Milieuschade door smeermiddelen en olie uit
de achterbouwdemper
In de achterbouwdemper bevinden zich giftige en
milieugevaarlijke smeermiddelen en oliën. Wanneer
deze in het riool of het grondwater terechtkomen
raken deze vergiftigd.
Voer vrijkomende smeermiddelen en olie uit
de achterbouwdemper veilig voor het milieu en
conform de wettelijke voorschriften af. Neem
hiervoor contact op met een dealer.
VOORZICHTIG
!
Pictogram Toelichting
Algemene waarschuwing
Neem de gebruikshandleiding in
acht
Tabel 5: Betekenis veiligheidsmarkeringen
Pictogram Toelichting
Gebruiksaanwijzing lezen
Gescheiden inzameling van
oude elektrische en
elektronische apparaten
Gescheiden inzameling van
batterijen en accu's
Niet in het vuur werpen
(verbranden verboden)
Openen van batterijen en accu's
verboden
Apparaat van
beschermingsklasse II
Uitsluitend geschikt voor gebruik
binnenshuis
Zekering (apparaatzekering)
EU-conformiteit
Recyclebaar materiaal
Beschermen tegen
temperaturen boven 50 °C en
invallend zonlicht
Tabel 6: Betekenis veiligheidsaanwijzingen
max. 50°C
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 13
Veiligheid
2.7 Noodgevallen
2.7.1 Gedrag in noodgevallen
Rem bij alle gevaren in het wegverkeerde de
pedelec met de rem af tot stilstand. De rem
dient daarbij als noodstop.
2.7.2 Brand bestrijden
Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De restspanning
kan kortsluiting veroorzaken. De accu kan
ontvlammen en exploderen.
Houd afstand wanneer een accu vervormt of
begint te roken!
Neem onmiddellijk contact op met de
brandweer!
Blus een beschadigde accu niet met water en
laat deze nooit met water in contact komen.
2.7.3 Vrijkomende vloeistoffen
2.7.3.1 Remvloeistof
Wanneer remvloeistof vrijkomt, moet het
remsysteem onmiddellijk worden gerepareerd.
Neem hiervoor contact op met een dealer.
Voer vrijkomende remvloeistof veilig voor het
milieu en conform de wettelijke voorschriften
af. Neem hiervoor contact op met een dealer.
2.7.3.2 Smeermiddelen en olie uit de vork
Wanneer remvloeistof vrijkomt, moet het
remsysteem onmiddellijk worden gerepareerd.
Neem hiervoor contact op met een dealer.
Voer vrijkomende remvloeistof veilig voor het
milieu en conform de wettelijke voorschriften
af. Neem hiervoor contact op met een dealer.
2.7.3.3 Smeermiddelen en olie uit de
achterbouwdemper
Voer vrijkomende smeermiddelen en olie uit de
achterbouwdemper veilig voor het milieu en
conform de wettelijke voorschriften af. Neem
hiervoor contact op met een dealer.
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 14
Overzicht
3Overzicht
Afbeelding 2:Pedelec van rechts gezien, Lacuba Evo
1Voorwiel
2Vork
3Stuur
4Voorbouw
5Frame
6 Achterbouwdemper
7 Zadelpen
8 Zadel
9 Achterwiel
10 Ketting
11 Framenummer
12 Accu
13 Typeplaat
1
2
3
4
5
6
7
8
10 11 12
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 15
Overzicht
3.1 Beschrijving
3.1.1 Wiel en vering
Afbeelding 3: Componenten van het wiel, voorbeeld
voorwiel
1 Band
2Velg
3 Kop van de verende voorvork met afstelwiel
4 Vorkpoot
5 Spaak
6 Snelspanner
7 Naaf
8Ventiel
9 Uitvaleinde van de vorkpoot
3.1.1.1 Ventiel
Elk wiel heeft een ventiel. Het dient om de band te
vullen met lucht. Elk ventiel is voorzien van een
ventieldop. De aangebrachte ventieldop houdt het
ventiel vrij van stof en vuil.
De pedelec is voorzien van een klassiek
Blitzventiel, een Frans ventiel. of een autoventiel
3.1.2 Vering
Deze modelserie maakt gebruik van zowel starre als
verende voorvorken. Een verende voorvork veert
door middel van een stalen veer of een luchtveer.
Een verende voorvork verbetert het contact met de
ondergrond en het comfort door middel van twee
functies: de vering en de demping.
Afbeelding 4: Pedelec zonder vering (1) en met vering (2)
bij het rijden over een hindernis
De vering zorgt ervoor dat een schok, bv. door
een op de weg liggende steen, niet via de vork
rechtstreeks naar het lichaam van de berijder
wordt geleid, maar door het veersysteem wordt
opgevangen. De verende voorvork wordt daarbij
samengedrukt. Het samendrukken kan worden
geblokkeerd, zodat een verende voorvork
hetzelfde reageert als een starre vork. De
schakelaar waarmee de vork kan worden
geblokkeerd wordt remote lockout genoemd.
Na het samendrukken keert de verende voorvork
terug naar de oorspronkelijke stand. Wanneer een
demper aanwezig is, remt deze de beweging af en
voorkomt zo, dat het veersysteem
ongecontroleerd terugveert en de vork op en neer
blijft schommelen. Dempers, die
samendrukbewegingen dempen, dus een
belasting op druk, worden drukdempers of
compressiedempers genoemd.
Dempers, die uittrekbewegingen dempen, dus
een belasting op trek, worden trekdempers of
rebounddempers genoemd.
1
2
4
5
8
7
3
9
6
12
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 16
Overzicht
3.1.2.1 Opbouw voorvork met stalen veer
Afbeelding 5: Voorbeeld vork Suntour
de voorbouw en het stuur zijn bevestigd op de
vorkschacht (1). Het wiel is bevestigd op de
opsteekas (6). Overige onderdelen: compressie-
instelling (2), kroon (3), Q-loc (5),
vuilafstrijker (6), uitvaleinde voor de
snelspanner (7), standbuis (8) en veer (9)
3.1.2.2 Opbouw voorvork met luchtvering
De vork van de pedelec is voorzien van zowel een
luchtveer als een drukdemper en voor een deel ook
van een trekdemper.
Afbeelding 6: Voorbeeld vork Yari
De tekening toont de volgende onderdelen:
luchtventiel (1), ventieldop (2) vorkblokkering (3),
snelspanner (4) en afsteller van de
trekdemper (5), en de samenstellen:
Luchtveersamenstel (A),
drukdempersamenstel (B) en
trekdempersamenstel (C)
1
1
2
3
4
5
6
7
8
7
A
B
C
1
2
3
4
5
A
B
C
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 17
Overzicht
3.1.2.3 Opbouw achterbouwdemper FOX
De achterbouwdemper van de pedelec is voorzien
van zowel een luchtveer als een drukdemper en een
trekdemper.
Afbeelding 7: Voorbeeld achterbouwdemper FOX
1 Oog geleidestang
2 Luchtventiel
3 Afstelwiel
4 Hendel
5 Luchtkamer
6O-ring
3.1.2.4 Opbouw achterbouwdemper Suntour
De achterbouwdemper van de pedelec is voorzien
van zowel een luchtveer als een drukdemper en een
trekdemper.
Afbeelding 8: Voorbeeld achterbouwdemper Suntour
1 Bovenste oog
2.1 Totale lengte van de demper
2.2 SAG
3 Onderste oog
4O-ring
5Mof
6 Dempereenheid
7 IFP (internal floating piston)
8 Luchtventiel
9 Luchtkamer
10 Lockout hendel
11 Rebound hendel
3.1.3 Remsysteem
Het remsysteem van de pedelec bestaat uit ofwel
een hydraulische:
velgrem op het voor- en achterwiel,
schijfrem op het voor- en achterwiel, of
een velgrem op het voor- en achterwiel en
aanvullend een terugtraprem.
De mechanische remmen dienen als
noodstopvoorziening en leiden tot een snelle en
veilige stop in noodgevallen.
3.1.3.1 Velgrem
Afbeelding 9: Componenten van de velgrem met detail,
voorbeeld Magura HS22
1 Velgrem achterwiel
2 Brake-booster
3 Remblok
4Stuur met remhendel
5 Velgrem voorwiel
De velgrem stopt de beweging van het wiel
doordat, wanneer de berijder in de remhendel
knijpt, twee tegenover elkaar gelegen remblokken
tegen de velg worden gedrukt.
25-30%
1
2
4
3
1
2.2
3
4
5
6
78
910
11
2.1
1
2
3
4
5
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 19
Overzicht
3.1.4 Elektrisch aandrijfsysteem
De pedelec kan met spierkracht worden
aangedreven door middel van de
kettingaandrijving. De kracht, die door het trappen
op de pedalen in de rijrichting wordt uitgeoefend,
drijft het voorste kettingwiel aan. Via de ketting
wordt de kracht overgedragen op het achterste
kettingwiel en vervolgens op het achterwiel.
U kunt de pedelec altijd als een normale fiets
gebruiken door het elektrische aandrijfsysteem uit
te schakelen of door het ondersteuningsniveau op
Uit te zetten. Hetzelfde geldt als de accu leeg is.
Afbeelding 13:Schema aandrijfsysteem
1 Rijrichting
2Ketting
3 Achterste kettingwiel
4 Voorste kettingwiel
5 Pedaal
Naast het met spierkracht aangedreven
aandrijfsysteem beschikt de pedelec over een
geïntegreerd elektrisch aandrijfsysteem. Tot het
elektrische aandrijfsysteem behoren maximaal 8
componenten:
Afbeelding 14:Schema elektrisch aandrijfsysteem
1Koplamp
2Display
3Bedieningselement
4Accu
5 Achterlicht
6Motor
een oplader, die op accu is afgestemd.
Zodra de benodigde spierkracht van de berijder
tijdens het trappen een bepaald niveau overstijgt,
schakelt de motor licht bij en ondersteunt deze de
trapbeweging van de berijder. De motorkracht is
afgestemd op het ingestelde
ondersteuningsniveau. De ondersteuning is
afhankelijk van de door de berijder op de pedalen
uitgeoefende kracht. Het aandrijfsysteem levert
derhalve uitsluitend ondersteuning wanneer de
berijder op de pedalen trapt. Dat geldt
onafhankelijk van het geselecteerde
ondersteuningsniveau. De motor schakelt
automatisch uit zodra de berijder niet meer op de
pedalen trapt, de temperatuur buiten het
toegestane bereik ligt, er sprake is van
overbelasting of de uitschakelsnelheid van
25 km/h wordt bereikt. Wanneer de snelheid
onder 25 km/h komt, schakelt de ondersteuning
weer automatisch in.
Er kan een duwondersteuning worden
geactiveerd. Zolang de berijder de plus-toets op
het stuur indrukt, drijft de duwondersteuning de
pedelec aan op loopsnelheid. De snelheid kan
daarbij maximaal 6 km/h bedragen.
3.1.5 Accu
De lithium-ion-accu is voorzien van een
ingebouwde beschermingsregeling. Deze is
afgestemd op oplader en pedelec. De
temperatuur van de accu wordt continu bewaakt.
De accu is beveiligd tegen diepontlading,
overbelading, oververhitting en kortsluiting. Zo
nodig schakelt de accu automatisch uit door
middel van een beveiligingsschakeling. Ook
wanneer het systeem langere tijd niet wordt
gebruikt, gaat de accu ter bescherming naar de
slaapstand. De levensduur van de accu kan
worden verlengd door een goede omgang, met
name door deze bij de juiste temperatuur op te
slaan. Ook bij een goede omgang neemt de
laadcapaciteit van de accu na verloop van tijd af.
5
2
3
4
1
B
3
1
2
4
5
6
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 20
Overzicht
Een aanmerkelijk kortere gebruiksduur na het
opladen is een teken dat de accu het einde van
zijn levensduur nadert.
De pedelec is voorzien van één van de volgende
twee typen accu's: een Evo 650 accu of een
SuperCore accu.
Afbeelding 15:Detail Evo 650 accu
De Evo 650 accu is op de tekening voorzien van
een accuslot (1), een aansluiting voor de
laadconnector (2), een aan/uit-schakelaar (3) en
een bedrijfs- en laadtoestandweergave (4) op de
bovenzijde van de framebuis (5). Ook ziet u
daarop de uitgezwenkte accu (6).
3.1.5.1 Laadtoestandweergave
De vijf groene LED's van de
laadtoestandweergave geven bij een
ingeschakelde accu de laadtoestand van de accu
aan. Daarbij komt elke LED ongeveer overeen
met 20% van de laadcapaciteit. De laadtoestand
van de ingeschakelde accu wordt tevens
weergegeven op het display.
Wanneer de laadtoestand van de accu minder
bedraagt dan 5% doven alle LED's van de
bedrijfs- en laadtoestandweergave. De
laadtoestand wordt dan wel nog weergegeven op
het display.
3.1.5.2 Bereik
Het bereik wordt door meerdere factoren
beïnvloed, zoals:
ondersteuningsniveau: hoe hoger het
geselecteerde niveau, des te geringer het bereik;
het schakelgedrag,
het type banden,
de bandenspanning,
de leeftijd, staat en laadtoestand van de accu,
de route (stijgingspercentage) en de aard van de
ondergrond (wegoppervlak),
de weersomstandigheden (bv. tegenwind,
omgevingstemperatuur, enz.),
het gewicht van de pedelec, en
de belading.
3.1.6 Rijverlichting
Bij geactiveerde rijverlichting zijn de koplamp en
het achterlicht ingeschakeld.
3.1.7 Bedieningselement
Het bedieningselement stuurt het aandrijfsysteem
aan en toont de rijgegevens. De accu van de
pedelec voedt het display wanneer er een
voldoende opgeladen accu op de pedelec is
gemonteerd en het aandrijfsysteem is
ingeschakeld.
Het bedieningselement bestaat uit een LCD-
display, 2 schakelaars en 3 toetsen.
Afbeelding 16: Details display
Transporttemperatuur C - 2C
Optimale transporttemperatuur 10 °C - 15 °C
Opslagtemperatuur C - 2C
Optimale opslagtemperatuur 10 °C - 15 °C
Omgevingstemperatuur laden 10 °C - 30 °C
Tabel 7: Technische gegevens accu
1
2
4
5
6
CHARGE
CHARGE
3
Opslagtemperatuur C - 2C
Omgevingstemperatuur laden -10 °C - +60 °C
Tabel 8: Technische gegevens display
Gebruik
1Plus-toets
2Aan/uit-toets
3Verlichtingtoets
4Instellingstoets
5LCD-display
6Min-toets
Tabel 9: Overzicht display
1
2
1
3
2
4
5
6
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 21
Overzicht
3.2 Bedoeld gebruik
De pedelec mag uitsluitend in correcte functionele
toestand worden gebruikt. Per land kunnen van de
standaarduitvoering afwijkende eisen aan de
pedelec worden gesteld. Voor deelname aan het
verkeer gelden deels bijzondere voorschriften met
betrekking tot de rijverlichting, de reflectoren en
andere onderdelen.
De algemene wetgeving en voorschriften ter
voorkoming van ongevallen en ter bescherming
van het milieu van het betreffende gebruiksland
moeten in acht worden genomen. Alle instructies
en checklists in deze gebruikshandleiding moeten
worden aangehouden. Montage van
goedgekeurde accessoires door een vakman is
toegestaan.
Aan elke pedelec is een bepaald type pedelec
toegekend waaruit het bedoelde gebruik en het
toepassingsgebied volgt
Stads- en
toerfiets
Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbike Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Stads- en toerfietsen
zijn bedoeld voor
dagelijks, comfortabel
gebruik. Ze zijn
geschikt voor
deelname aan het
openbare verkeer.
Deze
gebruikshandleiding
moet voor
ingebruikname door
de opvoeder van de
minderjarige berijder
worden gelezen en
begrepen.
De inhoud van deze
gebruikshandleiding
moet, op een bij de
leeftijd passende
wijze, aan de berijder
worden
overgedragen.
Kinder- en
jeugdfietsen zijn
geschikt voor
deelname aan het
verkeer. Om
orthopedische
redenen moet de
grootte van de
pedelec regelmatig
worden
gecontroleerd.
Ten minste elke drie
maanden moet
worden gecontroleerd
of nog aan het
toegestane
totaalgewicht is
voldaan.
De mountainbike is
bedoeld voor sportief
gebruik.
Constructieve
kenmerken zijn een
korte wielbasis, een
naar voren
verschoven zitpositie
en remmen met
geringe bedienkracht.
De mountainbike is
sportuitrusting, die
naast lichamelijke
fitheid een
gewenningsfase
vereist. Het gebruik
moet getraind
worden; in het
bijzonder moet
worden geoefend in
het maken van
bochten en het
remmen.
De belasting op de
berijder, in het
bijzonder op handen
en polsen, armen,
schouders, nek en
rug is aanmerkelijk
groter. Een
ongeoefende berijder
neigt gemakkelijk tot
te hard remmen, wat
leidt tot verlies van
controle.
De racefiets is
bedoeld voor snel
rijden op wegen met
een goed,
onbeschadigd
wegoppervlak.
De racefiets is
sportuitrusting en
geen verkeersmiddel.
De racefiets
onderscheidt zich
door zijn lichte
uitvoering en door
minder voor het
fietsen benodigde
onderdelen.
De framegeometrie
en de positie van de
bedieningselementen
zijn bedoeld om met
hoge snelheden te
kunnen rijden. Door
de frameconstructie
is oefening vereist
voor het veilig op- en
afstappen, het
langzaam rijden en
het remmen.
De zitpositie is
sportief. De belasting
op de berijder, in het
bijzonder op handen
en polsen, armen,
schouders, nek en
rug is aanmerkelijk
groter. Deze zitpositie
vereist lichamelijke
fitheid.
De transportfiets is
geschikt voor het
dagelijks
transporteren van
lasten in het
openbare
wegverkeer.
Het transporteren van
lasten vereist
handigheid en
lichamelijke fitheid
om het extra gewicht
in balans te houden.
De wisselende
beladingstoestanden
en
gewichtsverdelingen
vereisen oefening en
handigheid bij het
remmen en het rijden
door bochten.
De lengte en breedte
van de fiets en de
draaicirkel vereisen
een relatief lange
gewenningsfase. Met
de transportfiets moet
anticiperend worden
gereden. Dat geldt
voor het wegverkeer
en voor de toestand
van de weg.
De vouwfiets is
geschikt voor
deelname aan het
openbare verkeer.
De vouwfiets kan
worden
samengevouwen en
daarmee geschikt
voor
ruimtebesparend
transport,
bijvoorbeeld in het
openbaar vervoer of
een personenauto.
De vouwbaarheid van
de vouwfiets vereist
het gebruik van kleine
wielen en lange
remleidingen en
bowdenkabels.
Onder verhoogde
belasting moet
daarom rekening
worden gehouden
met een verminderde
rijstabiliteit en
remwerking,
verminderd comfort
en verminderde
hanteerbaarheid.
Tabel 10: Bedoeld gebruik
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 22
Overzicht
3.3 Niet-bedoeld gebruik
Niet in acht nemen van het bedoelde gebruik leidt
tot gevaar voor persoonlijk letsel en materiële
schade. Voor onderstaand gebruik is de pedelec
niet geschikt:
manipulaties aan de elektrische aandrijving,
rijden met een beschadigde of incomplete
pedelec,
rijden op trappen,
rijden door diep water,
verhuren van de pedelec aan niet-geïnstrueerde
berijders,
meenemen van andere personen,
rijden met overmatige bagage,
rijden met losse handen,
rijden op ijs en sneeuw,
ondeskundig onderhoud,
ondeskundige reparatie,
zware gebruiksomstandigheden zoals
beroepsmatig gebruik, en
stunts en sprongen.
Stads- en
toerfiets
Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbike Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Stads- en toerfietsen
zijn geen sportfietsen.
Bij sportief gebruik
moet rekening
worden gehouden
met verminderde
rijstabiliteit en
verminderd comfort.
Kinder- en
jeugdfietsen zijn geen
speelgoed.
Mountainbikes
moeten voor
deelname aan het
verkeer
overeenkomstig de
nationale wet- en
regelgeving alsnog
worden voorzien
van verlichting, een
spatbord, enz.
De vouwfiets is geen
sportfiets.
De vouwfiets is geen
toer- of sportfiets.
Racefietsen moeten
voor deelname aan
het verkeer
overeenkomstig de
nationale wet- en
regelgeving alsnog
worden voorzien van
verlichting, een
spatbord, enz.
Tabel 11: Aanwijzingen met betrekking tot niet-bedoeld gebruik
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 23
Overzicht
3.4 Technische gegevens
3.4.1 Pedelec
3.4.2 Motor
3.4.3 Accu Evo 650
3.4.4 USB-aansluiting
3.4.5 Accu SuperCore
3.4.6 Display en bediening
3.4.7 Emissies
*Aan de beschermingseisen conform de EMC-richtlijn
2014/30/EU is voldaan. De pedelec en de oplader kunnen
zonder beperkingen in een woonomgeving worden gebruikt.
3.4.8 Aanhaalmoment
*voor zover op het onderdeel geen andere gegevens staan
vermeld
Transporttemperatuur C - 2C
Optimale transporttemperatuur 10 °C - 15 °C
Opslagtemperatuur C - 2C
Optimale opslagtemperatuur 10 °C - 15 °C
Temperatuur gebruik C - 3C
Temperatuur werkplek 15 °C - 25 °C
Temperatuur laden 10 °C - 30 °C
Afgegeven vermogen/systeem 250 W (0,25 kW)
Uitschakelsnelheid 25 km/h
Tabel 12: Technische gegevens pedelec
Afmetingen (mm) 213 x 150 x 128
Gewicht 3400 g
Nominale spanning 36 V DC
Beschermingsgraad IP56
Koppel max. 90 Nm
Nominaal duurvermogen 250 W
Ondersteuning tot 25 km/h
Bedrijfstemperatuurbereik -10 - +50 °C
Tabel 13: Technische gegevens motor
Transporttemperatuur C - 2C
Optimale transporttemperatuur 10 °C - 15 °C
Opslagtemperatuur C - 2C
Optimale opslagtemperatuur 10 °C - 15 °C
Omgevingstemperatuur laden 10 °C - 30 °C
Tabel 14: Technische gegevens accu
Laadspanning 5 V
Laadstroom max. 500 mA
Tabel 15: Technische gegevens USB-aansluiting
Spanning 37 V / 42,0 V
Energie 750 W / 20 Ah
Transporttemperatuur C - 2C
Optimale transporttemperatuur 10 °C - 15 °C
Opslagtemperatuur C - 2C
Optimale opslagtemperatuur 10 °C - 15 °C
Omgevingstemperatuur laden 10 °C - 30 °C
Tabel 16: Technische gegevens accu
Afmetingen (mm) Display: 44 x 62,5 x 8
Bediening: 18 x 46 x 19,75
Weergavegedeelte: 38 x 50
Gewicht (g) Displayeenheid: 67
Nominale spanning 36 V DC
Beschermingsgraad IP65
Bedrijfstemperatuur-
bereik
-10 - +60 °C
Opslagtemperatuur-
bereik
-20 - +85 °C
Tabel 17: Technische gegevens bedieningselement
A-gewogen geluidsemissiedruk < 70 dB(A)
Totale waarde van de trillingen waaraan
het hand-armstelsel wordt blootgesteld
<2,5m/s²
Maximale kwadratische gemiddelde
waarde van de frequentiegewogen ver-
snelling waaraan het gehele lichaam
wordt blootgesteld
<0,5m/s²
Tabel 18: Emissies door de pedelec*
Aanhaalmoment asmoer 35 Nm - 40 Nm
Maximaal aanhaalmoment
klemschroeven stuur*
5Nm - 7Nm
Tabel 19: Aanhaalmomenten
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 24
Overzicht
3.5 Beschrijving van besturing en
weergaven
3.5.1 Stuur
Afbeelding 17:Detailaanzicht pedelec vanuit
berijderpositie gezien, voorbeeld
1 Remhendel achter
2Bel
3 Koplamp
4 Remhendel voor
5 Versnelling
6 Bedieningselement
7 Display
8 Vorkblokkering
9 Versnelling
3.5.1.1 Display
Het display van het bedieningselement heeft zeven
displayweergaven:
Afbeelding 18: Overzicht displayweergaven
3.5.1.2 Snelheid
De huidige snelheid wordt weergegeven door de
snelheidsweergave. In de instellingen kan worden
geselecteerd of de snelheid in kilometers of mijlen
wordt weergegeven. De geselecteerde
meeteenheid wordt onder de snelheidsweergave
weergegeven.
3.5.1.3 Ondersteuningsniveau
Hoe hoger het ondersteuningsniveau wordt
geselecteerd, hoe meer het aandrijfsysteem de
berijder ondersteunt bij het trappen. De volgende
ondersteuningsniveaus zijn beschikbaar.
3.5.1.4 Reisinformatie
Het display toont 3 typen reisinformatie. De
getoonde reisinformatie kan worden gewisseld.
Het display toont maximaal 9999 kilometer of
6213 mijl. Wanneer de kilometerteller boven
9999 kilometer komt, begint deze weer bij 0.
Gebruik
1Snelheidsweergave
2Weergave geselecteerde reisinformatie
3Weergave afgelegde afstand of bereik
4Ondersteuningsniveau
5Geselecteerde meeteenheid voor de snelheid
6Laadtoestandweergave
Tabel 20: Overzicht displayweergave
21
1
2
3
4
6
57
89
1
2
3
4
5
6
Weergave Ondersteuningsniveau
Niveau 4: het hoogste
ondersteuningsniveau met het
grootste vermogen, put de accu het
snelst uit.
Niveau 3: het op één na hoogste
ondersteuningsniveau
Niveau 2: het op twee na hoogste
ondersteuningsniveau
Niveau 1: het laagste
ondersteuningsniveau, behoudt het
langst de lading van de accu.
Niveau 0 (uit): u rijdt zonder
ondersteuning zoals op een
normale fiets.
Tabel 21: Weergave Ondersteuningsniveau
Weergave Functie
TRP Afgelegde afstand
RResterend bereik van de pedelec
TDe totale door de pedelec afgelegde
afstand
Tabel 22: Reisinformatie
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 25
Overzicht
3.5.1.5 Laadtoestandweergave
De laadtoestandweergave bestaat uit
5 segmenten. Elke segment komt overeen met
20% van de laadcapaciteit van de accu.
Wanneer de laadtoestand van de accu 10% of
minder bedraagt, begint het laatste segment te
knipperen om de lage laadtoestand aan te geven.
Weergave Laadtoestand van de accu
81 - 100%
61 - 80%
41 - 60%
21 - 40%
11 - 20%
(weergave knippert) < 10%
Tabel 23: Weergave laadtoestand van de accu
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 26
Overzicht
3.6 Omgevingseisen
De pedelec is bedoeld voor buitengebruik.
De pedelec mag worden gebruikt binnen een
temperatuurbereik van 5 °C - 35 °C. Buiten dit
temperatuurbereik is de capaciteit van het
aandrijfsysteem beperkt.
Daarnaast moeten de volgende temperaturen
worden aangehouden.
Op de typeplaat bevinden zich pictogrammen voor
het toepassingsgebied van de pedelec.
Controleer voor het eerste gebruik op welke
wegen u mag rijden.
Temperatuur gebruik C - 3C
Transporttemperatuur C - 2C
Optimale transporttemperatuur 10 °C - 15 °C
Opslagtemperatuur C - 2C
Optimale opslagtemperatuur 10 °C - 15 °C
Temperatuur gebruik C - 3C
Temperatuur werkplek 15 °C - 25 °C
Temperatuur laden 10 °C - 30 °C
Tabel 24: Technische gegevens pedelec
Toepassings
gebied
Stads- en
toerfiets
Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbike Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Geschikt voor
geasfalteerde en
verharde wegen.
Geschikt voor
geasfalteerde en
verharde wegen.
Geschikt voor
geasfalteerde en
verharde wegen.
Geschikt voor
geasfalteerde en
verharde wegen.
Geschikt voor
geasfalteerde en
verharde wegen.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en goed verharde
steenslagwegen,
voor wat langere
routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
15 cm.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en goed verharde
steenslagwegen,
voor wat langere
routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
15 cm.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en lichte tot
veeleisende
terreinroutes, voor
routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
60 cm.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en goed verharde
steenslagwegen,
voor wat langere
routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
15 cm.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en lichte tot
veeleisende
terreinroutes, voor
beperkt downhill-
gebruik en voor
sprongen tot
120 cm.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en lichte tot zeer
zware
terreinroutes, voor
onbeperkt downhill-
gebruik en voor
sprongen tot
willekeurige
hoogte.
Tabel 25: Toepassingsgebied
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 27
Overzicht
De pedelec is niet geschikt voor de volgende
toepassingsgebieden:
Toepassings
gebied
Stads- en
toerfiets
Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbike Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit van meer dan
15 cm.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit van meer dan
15 cm.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit
sprongen uit van
meer dan 15 cm.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit van meer dan
15 cm.
Rijd nooit downhill
en voer nooit
sprongen uit van
meer dan 61 cm.
Rijd nooit over zeer
zware terreinroutes
en voer nooit
sprongen uit van
meer dan 122 cm.
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 28
Transport en opslag
4 Transport en opslag
4.2 Transport
Neem bij transport het gewicht van de rijklare
pedelec in acht.
Verwijder voor transport van de pedelec het
display en de accu.
Bescherm de elektrische componenten en
aansluitingen van de pedelec met passende
hoezen tegen weersinvloeden.
Verwijder voor transport van de pedelec
accessoires als bidons.
Gebruik bij transport met een personenauto
een passend fietsdragersysteem.
4.1 Fysieke
transporteigenschappen
4.1.1 Afmetingen bij transport
Informatie over de afmetingen van de doos was
bij het opstellen van de gebruikshandleiding nog
niet bekend. Zie voor deze informatie de
nieuwste gebruikshandleiding op het
dealerportaal.
4.1.2 Transportgewicht
Informatie over de afmetingen van de doos was
bij het opstellen van de gebruikshandleiding nog
niet bekend. Zie voor deze informatie de
nieuwste gebruikshandleiding op het
dealerportaal.
4.1.3 Voorziene handgrepen/hijspunten
Informatie over de afmetingen van de doos was
bij het opstellen van de gebruikshandleiding nog
niet bekend. Zie voor deze informatie de
nieuwste gebruikshandleiding op het
dealerportaal.
Vallen bij onbedoelde activering
Bij onbedoelde activering van het
aandrijfsysteem bestaat gevaar voor letsel.
Verwijder de accu voordat de pedelec wordt
getransporteerd.
Brand- en explosiegevaar door hoge
temperaturen
Te hoge temperaturen leiden tot schade aan de
accu. De accu kan ontvlammen en exploderen.
Stel de accu niet langdurig bloot aan invallend
zonlicht.
VOORZICHTIG
!
Olieverlies bij ontbrekende transportbeveiliging
De transportbeveiliging van de rem voorkomt dat
de rem tijdens het transport onbedoeld wordt
bediend. Hierdoor kan onherstelbare schade aan
het remsysteem optreden of olieverlies, wat tot
milieuschade kan leiden.
Trek nooit aan de remhendel wanneer het wiel
is gedemonteerd.
Gebruik bij transport met gedemonteerde
wielen altijd de transportbeveiliging.
Aanwijzing
Wanneer de pedelec op zijn kant ligt, kunnen olie
en vet uit de pedelec vrijkomen.
Wanneer de transportdoos met de pedelec erin
op zijn kant ligt of op de kopse kant staat, biedt
deze onvoldoende bescherming tegen
beschadiging van het frame en de wielen.
Transporteer de pedelec uitsluitend staand.
Fietsdragersystemen waarbij de pedelec
ondersteboven op het stuur of frame wordt
vastgezet, oefenen tijdens het transport
ontoelaatbare krachten uit op de onderdelen.
Hierdoor kan een breuk optreden in dragende
delen.
Gebruik nooit fietsdragersystemen waarbij de
pedelec ondersteboven op het stuur of het
frame wordt vastgezet.
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 29
Transport en opslag
Transporteer de pedelec op een droge, schone
en tegen invallend zonlicht beschermde plek.
4.2.1 Accu vervoeren
Accu's vallen onder de voorschriften voor
gevaarlijke stoffen. Particulieren mogen
onbeschadigde accu's over de weg vervoeren. Bij
beroepstransport moeten de voorschriften worden
aangehouden voor verpakking, etikettering en
vervoer van gevaarlijke stoffen. Open contacten
moeten zijn afgedekt en de accu moet goed zijn
verpakt. De pakketbezorger moet worden
gewezen op de aanwezigheid van gevaarlijke
stoffen in de verpakking.
4.2.2 Transportbeveiliging rem gebruiken
Steek de transportbeveiligingen tussen de
remvoeringen.
De transportbeveiliging klemt tussen de beide
remvoeringen.
Afbeelding 19:Transportbeveiliging bevestigen
4.3 Opslag
Zet bij een pedelec met hydraulische zadelpen
uitsluitend de onderste zadelpen of het frame
vast in een montagestandaard, om schade aan
de zadelpen of de hendel van de zadelpen te
voorkomen.
Zet een pedelec met hydraulische zadelpen nooit
ondersteboven op de grond, om schade aan de
hendel van de zadelpen te voorkomen.
Sla pedelec, accu en oplader op in een droge en
schone omgeving.
Aanwijzing
De dealer dient u graag van advies bij een juiste
keuze en een veilig gebruik van een passend
dragersysteem.
Voor verzending van de pedelec wordt
aanbevolen de dealer opdracht te geven de
pedelec op de juiste manier gedeeltelijk te
demonteren en te verpakken.
Brand- en explosiegevaar door hoge
temperaturen
Te hoge temperaturen leiden tot schade aan de
accu. De accu kan ontvlammen en exploderen.
Bescherm de accu tegen hoge temperaturen
Stel de accu niet langdurig bloot aan invallend
zonlicht.
Aanwijzing
Wanneer de pedelec op zijn kant ligt, kunnen olie
en vet uit de pedelec vrijkomen.
Wanneer de transportdoos met de pedelec erin
op zijn kant ligt of op de kopse kant staat, biedt
deze onvoldoende bescherming tegen
beschadiging van het frame en de wielen.
Sla de pedelec uitsluitend staand op.
Opslagtemperatuur 5 °C - 25 °C
Optimale opslagtemperatuur 10 °C - 15 °C
Tabel 26: Opslagtemperatuur voor de accu, de pedelec en
de oplader
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 30
Transport en opslag
4.3.1 Onderbreking van het gebruik
Wanneer de pedelec, bv. in de winter, langer dan
vier weken buiten gebruik wordt gesteld, moet het
op de onderbreking van het gebruik worden
voorbereid.
4.3.1.1 Onderbreking van het gebruik
voorbereiden
Opslagstand van het display activeren.
Verwijder de accu van de pedelec.
Laad de accu op tot ca. 60% (drie tot vier LED's
van de laadtoestandweergave branden).
Maak de pedelec schoon met een vochtige doek
en conserveer deze met wasspray. Spuit nooit
was op de remvlakken van de rem.
Voor langere stilstandperioden is het aan te
bevelen een inspectie, grondige reiniging en
conservering te laten uitvoeren door de dealer.
4.3.1.2 Onderbreking van het gebruik uitvoeren
Sla pedelec, accu en oplader op in een droge
en schone omgeving.
Laad de displayaccu elke 3 maanden
gedurende ten minste 1 uur op.
Controleer na 8 weken de laadtoestand van de
accu. Laad de accu weer op tot ca. 60%
wanneer nog slechts één LED van de
laadtoestandweergave brandt.
Aanwijzing
Wanneer de accu een periode niet wordt gebruikt
treedt ontlading op. Hierdoor kan de accu schade
oplopen.
Laad de accu elke 8 weken op.
Wanneer de accu continu op de oplader wordt
aangesloten, kan de accu schade oplopen.
Sluit de accu niet continu aan op de oplader.
Wanneer de displayaccu een periode niet wordt
gebruikt treedt ontlading op. Hierdoor kan de
accu onherstelbare schade oplopen.
Laad de displayaccu elke 3 maanden
gedurende ten minste 1 uur op.
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 31
Montage
5 Montage
Voer montagewerkzaamheden aan de pedelec
uit in een schone en droge omgeving.
De temperatuur op de werkplek moet
15 °C - 25 °C bedragen.
Wanneer een montagestandaard wordt gebruikt,
moet deze zijn goedgekeurd voor een gewicht
van 30 kg.
Om het gewicht te verminderen, is het aan te
bevelen de accu altijd gedurende het gebruik van
de montagestandaard van de pedelec te
verwijderen.
5.1 Vereist gereedschap
Om de pedelec op te bouwen is onderstaand
gereedschap vereist:
•mes,
inbussleutels (2,5 mm, 3 mm, 4 mm, 5 mm, 6 mm
en 8 mm),
momentsleutel met een werkbereik van 5 tot
40 Nm,
Torx-sleutel T25,
ringsleutels (8 mm, 9 mm, 10 mm) 13 mm,
14 mm en 15 mm), en
kruiskop- en sleufschroevendraaiers.
5.2 Uitpakken
Het verpakkingsmateriaal bestaat hoofdzakelijk
uit karton en kunststof folie.
Voer de verpakking af conform de lokale
voorschriften.
5.2.1 Levering
De pedelec is voor testdoeleinden in de fabriek
eerst volledig gemonteerd en vervolgens voor het
transport weer gedeeltelijk gedemonteerd.
De pedelec is voor 95 - 98% voorgemonteerd. Tot
de levering behoort:
de voorgemonteerde pedelec,
het voorwiel,
de pedalen,
de snelspanners (optioneel),
de oplader,
•de gebruikshandleiding.
De accu wordt apart van de pedelec geleverd.
Oogletsel
Wanneer afstellingen van onderdelen niet correct
worden uitgevoerd, kunnen er problemen
optreden die onder bepaalde omstandigheden tot
ernstig letsel kunnen leiden.
Draag altijd een veiligheidsbril ter
bescherming van uw ogen bij de montage.
Beknelling bij onbedoelde activering
Bij onbedoelde activering van het
aandrijfsysteem bestaat gevaar voor letsel.
Verwijder de accu wanneer deze voor de
montagewerkzaamheden niet absoluut
noodzakelijk is.
Temperatuur werkplek 15 °C - 25 °C
Tabel 27: Temperatuur werkplek
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Letsel aan handen door verpakking
De transportdoos is gesloten met metalen
krammen. Bij het uitpakken en verscheuren van
de verpakking bestaat gevaar voor steek- en
snijwonden.
Draag geschikte handschoenen.
Verwijder metalen krammen met een tang
voordat de transportdoos wordt geopend.
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 32
Montage
5.3 In gebruik nemen
Omdat de eerste ingebruikname van de pedelec
speciaal gereedschap en bijzondere vakkennis
vereist, mag dit uitsluitend worden uitgevoerd
door opgeleid personeel.
In de praktijk wordt een onverkochte pedelec vaak
spontaan voor een proefrit aan eindgebruikers
meegegeven zodra deze er rijklaar uitziet.
Daarom is het zinvol elke pedelec na opbouw
direct in de volledig gebruiksklare toestand te
brengen.
Om de pedelec rijklaar te maken, moeten alle
in het montageprotocol (zie bijlage)
beschreven montagewerkzaamheden worden
uitgevoerd. Daarin staan alle voor de veiligheid
relevante inspecties, testen en
onderhoudswerkzaamheden voor de pedelec
beschreven in een aparte lijst.
Vul ter kwaliteitsborging een montageprotocol
in.
5.3.1 Accu controleren
De accu moet worden gecontroleerd voordat deze
de eerste keer wordt opgeladen.
Druk op de aan/uit-toets (accu).
Wanneer geen enkele LED van de bedrijfs- en
laadtoestandweergave gaat branden, is de
accu mogelijk beschadigd.
Wanneer ten minste één, maar niet alle LED's
van de bedrijfs- en laadtoestandweergave
gaan branden, kan de accu volledig worden
opgeladen.
Breng, wanneer de accu is opgeladen, deze
aan op de pedelec.
5.3.2 Wiel monteren in Suntour-vork
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
5.3.2.1 Wiel met schroefas (15 mm) monteren
Steek de as vanaf de aandrijfzijde volledig in
de naaf.
Afbeelding 20:As volledig insteken
Zet de as vast met 8-10 Nm met een 5 mm
inbussleutel.
Brand- en explosiegevaar door verkeerde
oplader
Een accu, die wordt opgeladen met een
ongeschikte oplader, kan inwendige schade
oplopen. Dit kan leiden tot brand of een explosie.
Gebruik voor de accu uitsluitend de
meegeleverde oplader.
Voorzie, om verwisseling te voorkomen, de
meegeleverde oplader van een eenduidige
markering, bijvoorbeeld het framenummer of
het typenummer van de pedelec.
Verbranding door een hete aandrijving
Tijdens het gebruik kan de koeler van de
aandrijving zeer heet worden. Bij contact kan
verbranding optreden.
Laat voorafgaand aan de reiniging de
aandrijfeenheid afkoelen.
VOORZICHTIG
!
Brand- en explosiegevaar door een defecte
accu
Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De
restspanning kan kortsluiting veroorzaken. De
accu kan ontvlammen en exploderen.
Laad nooit een defecte accu op.
WAARSCHUWING
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 33
Montage
Afbeelding 21:As vastzetten
Breng de vergrendelschroef aan aan de
tegenoverliggende zijde.
Afbeelding 22:Snelspanhendel in as schuiven
Zet de vergrendelschroef vast met 5-6 Nm met
een 5 mm inbussleutel.
De hendel is gemonteerd.
Afbeelding 23:Vergrendelschroef vastdraaien
5.3.2.2 Wiel met schroefas (20 mm) monteren
Steek de as vanaf de aandrijfzijde volledig in
de naaf.
Afbeelding 24:Aangebrachte as vastdraaien
Zet de vergrendelklem vast met 7 Nm met een
4 mm inbussleutel.
Afbeelding 25:As vastzetten
5.3.2.3 Wiel met opsteekas monteren
Vallen door losgeraakte opsteekas
Een defecte of onjuist gemonteerde opsteekas
kan gegrepen worden door de remschijf en het
wiel blokkeren. Een val is het gevolg.
Monteer nooit een defecte opsteekas.
Vallen door defecte of verkeerd gemonteerde
opsteekas
De remschijf kan tijdens gebruik zeer heet
worden. Onderdelen van de opsteekas kunnen
hierdoor schade oplopen. De opsteekas kan
losraken. Een val met letsel is het gevolg.
De opsteekas en de remschijf moeten aan
tegenover elkaar liggende zijden zitten.
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 34
Montage
Schuif de opsteekas vanaf de aandrijfzijde in
de naaf. Uitvoering II spannen
Afbeelding 26:As in de naaf schuiven
Zet de as vast met de rode hendel.
Afbeelding 27:As vastzetten
Schuif de snelspanhendel in de as.
Afbeelding 28:Snelspanhendel in as schuiven
Haal de snelspanhendel om.
De hendel is geborgd.
Afbeelding 29:Hendel borgen
Controleer de stand en spankracht van de
snelspanhendel. De snelspanhendel moet vlak
tegen de onderste behuizing aanliggen. Bij het
omhalen van de snelspanhendel moet een
lichte afdruk op de handpalm te zien zijn.
Afbeelding 30:Perfecte stand van de spanhendel
Stel zo nodig de spankracht van de
spanhendel af met een 4 mm inbussleutel.
Controleer daarna opnieuw de stand en
spankracht van de snelspanhendel.
Afbeelding 31:Spankracht van de snelspanner afstellen
Vallen door verkeerde afstelling van de
opsteekas
Onvoldoende spankracht leidt tot een ongunstige
krachtoverdracht. De verende voorvork of de
opsteekas kunnen breken. Een val met letsel is
het gevolg.
Bevestig een opsteekas nooit met
gereedschap (bv. een hamer of tang).
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 36
Montage
5.3.4 Wiel monteren in FOX-vork
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
5.3.4.1 Wiel met snelspanner (15 mm)
De montageprocedure is hetzelfde voor de 15 x
100 mm als voor de
15 x 110 mm snelspanner.
Breng het voorwiel aan in de uitvaleinden van
de vork. Schuif de as door het uitvaleinde en
de naaf vanaf de niet-aandrijfzijde.
Afbeelding 36:Snelspanner inschuiven
Open de ashendel.
Draai de as 5 tot 6 volle slagen rechtsom in de
asmoer.
Sluit de snelspanhendel. De hendel moet
voldoende spanning hebben, om een afdruk op
uw hand achter te laten.
De hendel moet zich in gesloten stand
1 tot 20 mm voor de vorkpoot bevinden.
Afbeelding 37:Afstand hendel tot vorkpoot
Wanneer de hendel niet genoeg of juist teveel
spanning heeft, als hij in de aanbevolen stand
is gesloten (1 tot 20 mm voor de vork), moet de
snelspanner worden afgesteld.
5.3.4.2 FOX-snelspanner afstellen
Afbeelding 38:Opbouw snelspanner van achteren met (1)
asmoerborging, (2) asmoer-vergrendelschroef, (3)
aanwijspijl, (4) as-afstelwaarde en (5) asmoer
Noteer de as-afstelwaarde (4), die door de
aanwijspijl (3) wordt aangegeven.
Draai met een 2,5 mm inbussleutel de asmoer-
vergrendelschroef (2) ca. 4 slagen los, zonder
de schroef volledig te verwijderen.
Draai de snelspanhendel in de open stand en
draai de as ca. 4 slagen los.
Druk de as vanaf de zijde van de open hendel
naar binnen. Daardoor wordt de asmoer-
vergrendelschroef eruit geschoven zodat u
deze opzij kunt draaien.
Schuif de as verder door en draai de asmoer
rechtsom om de hendelspanning te verhogen,
of draai de as linksom om de hendelspanning
te verlagen.
Breng de asmoerborging weer aan en draai de
schroef met 0,9 Nm vast.
Herhaal de stappen voor montage van de as
om de juiste montage en correcte afstelling te
controleren.
1-20 mm
1
2
3
45
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 38
Gebruik
6Gebruik
6.1 Gevaren en risico's
Letsel of de dood door andere weggebruikers
Andere weggebruikers, zoals bussen,
vrachtwagens, personenauto's en voetgangers
onderschatten vaak de snelheid van pedelecs. Ook
worden pedelecrijders in het wegverkeer vaak over
het hoofd gezien. Een ongeval met ernstig resp.
dodelijk letsel kan het gevolg zijn.
Draag een fietshelm en opvallende,
reflecterende kleding.
Rijd altijd defensief.
Let op de dode hoek van afslaande voertuigen
en minder uit voorzorg snelheid bij
rechtsafslaand verkeer.
Letsel of de dood door fouten tijdens het
rijden
Een pedelec is geen fiets. Fouten tijdens het rijden
en onderschatting van de eigen snelheid leiden snel
tot gevaarlijke situaties. Een val met ernstig resp.
dodelijk letsel kan het gevolg zijn.
Wen eerst aan de snelheid, zeker wanneer u
langere tijd niet op een pedelec hebt gereden,
voordat u met snelheden boven 12 km/h gaat
rijden. Verhoog stapsgewijs het
ondersteuningsniveau van uw pedelec.
Oefen regelmatig om voluit te remmen.
Volg een rijvaardigheidstraining.
Vallen door loszittende kleding
De spaken van de wielen en de kettingaandrijving
kunnen schoenveters, sjaals en andere
loszittende kleding intrekken. Een val met letsel
kan het gevolg zijn.
Draag stevige schoenen en nauwsluitende
kleding.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Verbranding en brand door hete motor
Tijdens het rijden wordt de motorbehuizing heet.
Bij contact kan verbranding van de huid optreden
of kunnen ander voorwerpen ontbranden.
Raak de motorbehuizing nooit direct na het
rijden aan.
Zet de pedelec direct na het rijden niet op een
ontvlambare ondergrond (gras, hout, enz.).
Vallen door vuil
Sterke vervuiling kan de werking van de pedelec
verstoren, bijvoorbeeld van de remmen. Een val
met letsel kan het gevolg zijn.
Verwijder voor het rijden sterke vervuiling.
Vallen door een slechte toestand van de weg
Losse voorwerpen, bijvoorbeeld takken, kunnen
verstrikt raken in de wielen en een val met letsel
veroorzaken.
Neem de toestand van de weg in acht.
Rijd langzaam en rem tijdig.
Aanwijzing
Door hitte of invallend zonlicht kan de
bandenspanning toenemen tot boven de
toegestane maximale druk. Hierdoor kan de band
falen.
Parkeer de pedelec nooit in de zon.
Controleer op warme dagen regelmatig de
bandenspanning en corrigeer deze zo nodig.
Bij afdalingen kunnen hoge snelheden worden
bereikt.
De pedelec is niet bedoeld om langdurig harder te
rijden dan 25 km/h. Bij een voortdurend hogere
belasting kunnen in het bijzonder de banden
falen.
Rem de pedelec af wanneer snelheden boven
25 km/h worden bereikt.
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 39
Gebruik
6.1.1 Omgevingsomstandigheden
De pedelec is bedoeld voor buitengebruik.
De pedelec mag worden gebruikt binnen een
temperatuurbereik van 5 °C - 35 °C. Buiten dit
temperatuurbereik is de capaciteit van het
aandrijfsysteem beperkt.
Daarnaast moeten de volgende temperaturen
worden aangehouden.
6.1.2 Persoonlijke
beschermingsmiddelen
Het dragen van een geschikte fietshelm wordt
aanbevolen. Daarnaast wordt aanbevolen lange,
nauwsluitende en reflecterende fietskleding en
stevige schoenen te dragen.
Aanwijzing
Door de open uitvoering kan binnendringend
vocht bij lage temperaturen bepaalde functies
van de pedelec verstoren.
Houd de pedelec altijd droog en vorstvrij.
Wanneer de pedelec wordt gebruikt bij
temperaturen onder 3 °C, moet de dealer
vooraf een inspectie uitvoeren en de pedelec
voorbereiden voor gebruik in de winter.
Bij transport van de pedelec en tijdens het rijden
kan een achtergebleven sleutel afbreken of kan
de vergrendeling onbedoeld open gaan.
Verwijder de sleutel van het accuslot
onmiddellijk na gebruik.
Het wordt aanbevolen de sleutel te voorzien
van een sleutelhanger.
Terreinrijden belast de armgewrichten.
Neem afhankelijk van de toestand van de weg
elke 30 tot 90 minuten pauze.
Temperatuur gebruik C - 3C
Transporttemperatuur C - 2C
Optimale transporttemperatuur 10 °C - 15 °C
Opslagtemperatuur C - 2C
Optimale opslagtemperatuur 10 °C - 15 °C
Temperatuur gebruik C - 3C
Temperatuur werkplek 15 °C - 25 °C
Temperatuur laden 10 °C - 30 °C
Tabel 28: Technische gegevens pedelec
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 40
Gebruik
6.2 Storingsmeldingen
Het aandrijfsysteem bewaakt zichzelf continu en
geeft een gedetecteerde storing aan als
storingsmelding aan de hand van een getal.
Afhankelijk van de aard van de storing schakelt
het systeem zichzelf zo nodig automatisch uit.
Code Beschrijving Oplossingsrichting
10 De accuspanning is te
laag.
Laad de accu op met de
oplader.
11 De accuspanning is te
hoog.
Schakel het systeem
volledig uit en weer in
met de aan/uit-toets op
de accu.
Blijft het probleem
bestaan, neem dan
contact op met uw dealer.
12 De accu is bijna of
volledig ontladen.
Laad de accu op met de
oplader.
20 Onjuiste elektrische
metingen.
Schakel het systeem
volledig uit en weer in
met de aan/uit-toets op
de accu.
Blijft het probleem
bestaan, neem dan
contact op met uw dealer.
21
Temperatuursensor
defect.
23
24
De interne spanning
ligt buiten het
bedrijfsbereik.
Laad de accu op met de
oplader.
25 Fout in de
motorstroommeting.
Schakel het systeem
volledig uit en weer in
met de aan/uit-toets op
de accu.
Blijft het probleem
bestaan, neem dan
contact op met uw dealer.
26 Er wordt een software-
reset uitgevoerd.
30 Fout in de
duwondersteuning.
40
Detectie van
overstroom in de
motor.
Verminder de belasting
van de motor door minder
hard te trappen of het
ondersteuningsniveau te
verlagen.
41
Detectie van
overstroom in de
motor.
Verminder de belasting
van de motor door minder
hard te trappen.
42 Storing in de
motorrotatie.
Schakel het systeem
volledig uit en weer in
met de aan/uit-toets op
de accu.
Blijft het probleem
bestaan, neem dan
contact op met uw dealer.
43 Kortsluiting in de
motor.
Tabel 29: Lijst storingsmeldingen
44 Oververhitting van de
motor.
Verminder de belasting
van de motor door minder
hard te trappen of het
ondersteuningsniveau te
verlagen.
45
De software heeft een
storing in de
motorrotatie
gecorrigeerd.
Schakel het systeem
volledig uit en weer in
met de aan/uit-toets op
de accu.
Blijft het probleem
bestaan, neem dan
contact op met uw dealer.
46
Er is geen motorrotatie
gedetecteerd ondanks
dat er een stroom > 2
A is gemeten.
60
Onderbreking in de
gegevensuitwisseling
op de CAN-BUS.
Controleer de kabels en
connectoren van alle
componenten van het
aandrijfsysteem.
70
De kracht op de
pedalen ligt buiten het
geldige gebied. Schakel het systeem
volledig uit en weer in
met de aan/uit-toets op
de accu.
Blijft het probleem
bestaan, neem dan
contact op met uw dealer.
71 Geen rotatie van de
pedalen gedetecteerd.
72 Geen kracht op de
pedalen gedetecteerd.
73
Storing in de
verbinding met de
pedaalkrachtsensor.
80 Onjuiste
motorparameter.
Schakel het systeem
volledig uit en weer in
met de aan/uit-toets op
de accu.
Blijft het probleem
bestaan, neem dan
contact op met uw dealer.
81 Geen snelheid
gedetecteerd.
Controleer dat de
spaakmagneet correct
tegenover de
snelheidssensor is
gepositioneerd.
82 Het programma is
gemanipuleerd.
Schakel het systeem
volledig uit en weer in
met de aan/uit-toets op
de accu.
Blijft het probleem
bestaan, neem dan
contact op met uw dealer.
83 Storing in het
programma.
84 Onjuiste
motorparameter.
Code Beschrijving Oplossingsrichting
Tabel 29: Lijst storingsmeldingen
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 41
Gebruik
6.3 Voor het eerste gebruik
Uitsluitend een correct aangepaste pedelec biedt
u het gewenste rijcomfort en garandeert een
gezondheidsbevorderende activiteit. Stem
daarom voor het eerste gebruik het zadel, het
stuur en de vering af op uw lichaam en de door u
gewenste rijstijl.
6.3.1 Zadel afstellen
6.3.1.1 Zadelhoek afstellen
Voor een optimale zit moet de zadelhoek worden
aangepast aan de zithoogte en moeten de zadel-
en stuurstand worden aangepast aan de
zadelvorm. Hiermee kan zo nodig de zitpositie
worden geoptimaliseerd. Stel het zadel pas bij
nadat u de voor u geschikte stuurstand hebt
gevonden.
Voordat u de pedelec aan uw behoeften gaat
aanpassen, zet u het zadel horizontaal.
Afbeelding 40:Horizontale zadelhoek
6.3.2 Zithoogte bepalen
Om veilig de juiste zithoogte te bepalen, zet u de
pedelec bij een muur, zodat u zich kunt
afsteunen, of vraagt u een tweede persoon om de
pedelec vast te houden.
Ga op de pedelec zitten.
Plaats uw hiel op het pedaal en strek uw been
volledig door zodat het pedaal op het laagste
punt staat van de omwenteling.
Bij de optimale zithoogte zit de berijder recht
op het zadel. Stel de lengte van de zadelpen af
op de juiste hoogte wanneer dat niet het geval
is.
Afbeelding 41:Optimale zadelhoogte
6.3.2.1 Zithoogte met snelspanner afstellen
Open de snelspanner van de zadelpen om de
zithoogte te wijzigen. Trek hiervoor de
spanhendel weg van de zadelpen.
Afbeelding 42:Snelspanner van de zadelpen (3)
De snelspanner van de zadelpen met
spanhendel (5) en afstelschroef (4) in geopende
stand (1) en de richting van de gesloten stand (2)
Vallen door verkeerd afgestelde
aanhaalmomenten
Wanneer een schroef te strak wordt
vastgedraaid, kan deze breken. Wanneer een
schroef te los wordt vastgedraaid, kan deze
losraken. Een val met letsel is het gevolg.
Neem altijd de op de schroef resp. in de
gebruikshandleiding vermelde
aanhaalmomenten in acht.
VOORZICHTIG
!
3
4
5
1
2
3
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 42
Gebruik
Stel de zadelpen af op de gewenste hoogte.
.
Afbeelding 43:Detailaanzicht zadelpen, voorbeelden van
de markering van de minimale insteekdiepte
Sluit de spanhendel van de zadelpen door deze
helemaal tegen de zadelpen aan te drukken.
Controleer de spankracht van de snelspanner.
6.3.2.2 In hoogte verstelbare zadelpen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Bij het eerste gebruik van de zadelpen moet u
deze een stevige "klap" omlaag geven om deze in
beweging te krijgen. Dat komt door de natuurlijke
neiging van de afdichting om olie weg te drukken
van het afdichtvlak. Dit hoeft uitsluitend te worden
gedaan voor het eerste gebruik resp. wanneer de
pedelec lange tijd niet is gebruikt. Zodra u de
zadelpen eenmaal over de veerweg hebt
bewogen, verdeelt de olie zich over de afdichting
en functioneert de zadelpen normaal.
Afbeelding 44:De bedieningshendel van de zadelpen kan
links (1) of rechts (2) op het stuur zijn gemonteerd
Zadel lager zetten
Om het zadel lager te zetten, belast u het zadel
met de hand of gaat u op het zadel zitten. Druk de
bedieningshendel van de zadelpen in en houdt
deze ingedrukt.
Laat de hendel los wanneer de gewenste
hoogte is bereikt.
Zadel hoger zetten
Trek aan de bedieningshendel van de
zadelpen.
Ontlast het zadel en laat de hendel los
wanneer de gewenste hoogte is bereikt.
6.3.2.3 Zitpositie afstellen
Het zadel kan op het zadelonderstel worden
verschoven. De juiste horizontale positie zorgt
voor een optimale hefboomstand van de benen.
Dat voorkomt knieklachten en een pijnlijke
bekkenscheefstand. Wanneer u het zadel meer
dan 10 mm verschuift, moet u vervolgens de
zadelhoogte nogmaals afstellen omdat beide
afstellingen elkaar beïnvloeden.
Om veilig de juiste zitpositie af te stellen, zet u de
pedelec bij een muur, zodat u zich kunt
afsteunen, of vraagt u een tweede persoon om de
pedelec vast te houden.
Ga op de pedelec zitten.
Zet de pedalen met de voet in de horizontale
stand (3-uur-stand).
De berijder zit in de optimale zitpositie,
wanneer de loodlijn vanaf de knieschijf exact
door de pedaalas loopt. Wanneer de loodlijn
achter het pedaal valt, moet u het zadel verder
naar voren afstellen. Wanneer de loodlijn voor
het pedaal valt, moet u het zadel verder naar
achteren afstellen. Verstel het zadel uitsluitend
Vallen door een te hoog afgestelde zadelpen
Een te hoog afgestelde zadelpen leidt tot breuk
van de zadelpen of het frame. Een val met letsel is
het gevolg.
Trek de zadelpen slechts tot de markering van
de minimale insteekdiepte uit het frame.
VOORZICHTIG
!
3
4
2
1
e
tiert w
se Position zur Be
aber in einem spätere
ochmals montieren.
Sie den mitgelieferten Winkel mit de
orrichtung und stecken Sie die Hülle in die
nvorrichtung.
der
Remotehebel
5
Oder
28
12
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 45
Gebruik
Afbeelding 48:Gebruik van de draaiknop (1) voor
afstelling van het drukpunt
6.3.4.2 Grijpafstand afstellen
Afbeelding 49:Grijpafstand van de remhendel
6.3.4.3 Grijpafstand Magura remhendel
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
De grijpafstand wordt afgesteld met de stelschroef
met een T25 TORX®-sleutel.
Draai de stelschroef in de min-richting (–).
De remhendel gaat dichter naar het handvat
toe.
Draai de stelschroef in de plus-richting (+).
De remhendel gaat verder van het handvat af.
Afbeelding 50:Gebruik van de stelschroef (2) om de
afstand van de remhendel tot het handvat (1) af te stellen
Vallen door verkeerde afstelling van de
grijpafstand
Bij verkeerd afgestelde of verkeerd gemonteerde
remcilinders kan de remwerking op elk moment
volledig verloren gaan. Een val met letsel kan het
gevolg zijn.
Controleer, nadat de grijpafstand is afgesteld,
de stand van de remcilinder en corrigeer deze
zo nodig.
Voer het corrigeren van de stand van de
remcilinder nooit uit zonder speciaal
gereedschap. Laat het corrigeren uitvoeren door
een dealer.
De grijpafstand van de remhendel kan worden
aangepast zodat deze beter bereikbaar is.
Neem contact op met uw dealer wanneer de
remhendel te ver van het stuur af staat of zich
te moeilijk laat bedienen.
1
WAARSCHUWING
!
1
2
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 46
Gebruik
6.3.5 Vering van de Suntour-vork afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
In deze modelserie kunnen de volgende Suntour-
vorken zijn gemonteerd:
De hier getoonde aanpassing betreft een
basisafstelling. De berijder kan, afhankelijk van
ondergrond en persoonlijke voorkeuren, de
basisafstelling wijzigen.
Het is aan te bevelen de waarden van de
basisafstelling schriftelijk vast te leggen. Dat
kan behulpzaam zijn als uitgangspunt voor
latere, geoptimaliseerde afstellingen en bij
onbedoelde wijzigingen.
6.3.5.1 Negatieve veerweg afstellen
De negatieve veerweg (sag) is de compressie van
de vork die optreedt door het gewicht van de
berijder met uitrusting (bv. een rugzak), de
zitpositie en de framegeometrie. De "sag" treedt
niet op door het rijden.
Elke berijder heeft een ander gewicht en een
andere zitpositie. De "sag" hangt af van de positie
en het gewicht van de berijder en moet,
afhankelijk van het gebruik van de pedelec en de
persoonlijke voorkeuren, liggen tussen 15% en
30% van de maximale veerweg van de vork.
6.3.5.2 Negatieve veerweg van een voorvork
met luchtvering afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Het luchtventiel bevindt zich onder een
afdekking op de kop van de linker vorkpoot.
Verwijder de afdekking.
Afbeelding 51:Schroefafdekkingen in verschillende
uitvoeringen
Breng een hogedrukpomp aan op het ventiel.
Pomp de verende voorvork op naar de
gewenste druk. Overschrijd nooit de
aanbevolen maximale luchtdruk. Houd u aan
de vuldruktabel.
Verwijder de hogedrukpomp.
Aion-35 Boost Voorvork met luchtvering
NCX Voorvork met luchtvering
NEX Voorvork met stalen veer
XCM-ATB Voorvork met stalen veer
XCM Voorvork met stalen veer
XCR32 Voorvork met luchtvering
XCR34 Voorvork met luchtvering
Tabel 30: Overzicht Suntour vorken
Vallen door verkeerde afstelling van de vering
Een verkeerde afstelling van de vering kan de
vork beschadigen waardoor problemen kunnen
optreden bij het sturen. Een val met letsel is het
gevolg.
Rijd nooit met een voorvork met luchtvering
zonder lucht.
Gebruik de pedelec nooit zonder de verende
voorvork op het gewicht van de berijder af te
stellen.
Aanwijzing
Veranderingen aan de afstelling van de vering
zijn van grote invloed op het rijgedrag van de
pedelec. Om een val te voorkomen is gewenning
en inrijden vereist
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 47
Gebruik
.
Meet de afstand tussen de kroon en de
vuilafstrijker van de vork. Deze afstand is de
totale veerweg van de vork.
Schuif een tijdelijk aangebrachte kabelbinder
aan de onderzijde tegen de vuilafstrijker van
de vork.
Draag uw normale fietskleding, inclusief
bagage.
Ga in uw normale rijstand op de pedelec zitten
en steun u af (bv. tegen de muur of een boom).
Stap van de pedelec af zonder deze te laten
inveren.
Meet de afstand tussen de vuilafstrijker en de
kabelbinder. Deze maat is de "sag". De "sag"-
waarde moet 15% (hard) tot 30% (zacht) van
de totale veerweg van de vork bedragen.
Verhoog of verminder de luchtdruk tot u de
gewenste "sag" hebt bereikt.
Wanneer de "sag" correct is, draait u de
blauwe luchtafdekkap weer rechtsom vast.
Wanneer u de gewenste "sag" niet kunt bereiken,
moet er mogelijk een interne afstelling worden
aangepast. Neem hiervoor contact op met uw
dealer.
6.3.5.3 Negatieve veerweg van een voorvork
met stalen veer afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
De vork kan door middel van de voorspanning van
de veer op het gewicht van de berijder en de
voorkeursrijstijl worden afgesteld. Hierbij wordt
dus niet de hardheid van de spiraalveer afgesteld,
maar de voorspanning. Deze vermindert de
negatieve veerweg van de vork wanneer de
berijder op de pedelec gaat zitten.
Afbeelding 52:Afstelwiel voor de negatieve veerweg op de
kroon van de verende voorvork
Het afstelwiel kan zich onder een kunststof
afdekking op de kroon van de verende
voorvork bevinden. Verwijder de kunststof
afdekking naar boven toe.
Draai het afstelwiel voor de negatieve veerweg
rechtsom om de voorspanning van de
voorspanning te verhogen. Draai het afstelwiel
voor de negatieve veerweg linksom om deze te
verlagen.
De optimale afstelling op het gewicht van de
berijder is bereikt, wanneer de vorkpoot onder
de rustbelasting van de berijder 3 mm inveert.
Breng na het afstellen de afdekking weer aan.
Gewicht van de
berijder AION, NEX XCR 32, XCR 34
< 55 kg 35 - 50 psi 40 - 55 psi
55 - 65 kg 50 - 60 psi 55 - 65 psi
65 - 75 g 60 - 70 psi 65 - 75 psi
75 - 85 kg 70 - 85 psi 75 - 85 psi
85 - 95 kg 85 - 100 psi 85 - 95 psi
> 100 kg + 105 psi + 100 psi
max. druk 150 psi 180 psi
Tabel 31: Vuldruktabel voor Suntour-luchtvorken
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 48
Gebruik
6.3.5.4 Trekdemper afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
De trekdemper bepaalt de snelheid waarmee de
vork na de belasting uitveert. De
trekdemperafstelling is afhankelijk van de
luchtdrukafstelling. Een hogere "sag"-afstelling
vereist een lagere trekdemperafstelling.
Draai de trekdemperafsteller helemaal
rechtsom naar de gesloten stand.
Afbeelding 53:Suntour-trekdemperafsteller (2) op de
vork (1)
Draai de trekdemperafsteller linksom.
Stel de trekdemper zo af, dat de vork bij het
testen snel uitveert, maar zonder naar boven
door te slaan. Bij doorslaan veert de vork te
snel uit en komt deze abrupt tot stilstand
wanneer deze de volledige uitveerweg heeft
bereikt. U hoort en voelt daarbij een lichte tik.
6.3.6 Vering van de FOX-vork afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
De hier getoonde aanpassing betreft een
basisafstelling. De berijder kan, afhankelijk van
ondergrond en persoonlijke voorkeuren, de
basisafstelling wijzigen.
Het is aan te bevelen de waarden van de
basisafstelling schriftelijk vast te leggen. Dat
kan behulpzaam zijn als uitgangspunt voor
latere, geoptimaliseerde afstellingen en bij
onbedoelde wijzigingen.
6.3.6.1 Negatieve veerweg afstellen
De negatieve veerweg (sag) is de compressie van
de vork die optreedt door het gewicht van de
berijder met uitrusting (bv. een rugzak), de
zitpositie en de framegeometrie. De "sag" treedt
niet op door het rijden. Elke berijder heeft een
ander gewicht en een andere zitpositie. De "sag"
hangt af van de positie en het gewicht van de
berijder en moet, afhankelijk van het gebruik van
de pedelec en de persoonlijke voorkeuren, liggen
tussen 15% en 20% van de maximale veerweg
van de vork.
1
2
Vallen door verkeerde afstelling van de vering
Een verkeerde afstelling van de vering kan de
vork beschadigen waardoor problemen kunnen
optreden bij het sturen. Een val met letsel is het
gevolg.
Rijd nooit met een voorvork met luchtvering
zonder lucht.
Gebruik de pedelec nooit zonder de verende
voorvork op het gewicht van de berijder af te
stellen.
Aanwijzing
Veranderingen aan de afstelling van de vering
zijn van grote invloed op het rijgedrag van de
pedelec. Om een val te voorkomen is gewenning
en inrijden vereist
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 49
Gebruik
Controleer dat bij het afstellen van de "sag" elke
drukdemperafsteller zich in de geopende stand
bevindt, d.w.z. helemaal linksom is gedraaid.
De druk moet worden gemeten bij een
omgevingstemperatuur van 21 tot 24 °C.
Het luchtventiel bevindt zich onder een blauwe
afdekking op de kop van de linker vorkpoot.
Verwijder de afdekking linksom.
Breng een hogedrukpomp aan op het ventiel.
Pomp de verende voorvork op naar de
gewenste druk. Overschrijd nooit de
aanbevolen maximale luchtdruk. Houd u aan
de vuldruktabel.
Verwijder de hogedrukpomp.
Meet de afstand tussen de kroon en de
vuilafstrijker van de vork. Deze afstand is de
totale veerweg van de vork.
Schuif de O-ring aan de onderzijde tegen de
vuilafstrijker van de vork. Ontbreekt de O-ring,
breng dan tijdelijk een kabelbinder aan op de
standbuis.
Draag uw normale fietskleding, inclusief
bagage.
Ga in uw normale rijstand op de pedelec zitten
en steun u af (bv. tegen de muur of een boom).
Stap van de pedelec af zonder deze te laten
inveren.
Meet de afstand tussen de vuilafstrijker en de
O-ring resp. de kabelbinder. Deze maat is de
"sag". De aanbevolen "sag"-waarde ligt tussen
15% (hard) en 20% (zacht) van de totale
veerweg van de vork.
Verhoog of verminder de luchtdruk tot u de
gewenste "sag" hebt bereikt.
Wanneer de "sag" correct is, draait u de
blauwe luchtafdekkap weer rechtsom vast.
6.3.6.2 Trekdemper afstellen
De trekdemper bepaalt de snelheid waarmee de
vork na de belasting uitveert. De
trekdemperafstelling is afhankelijk van de
luchtdrukafstelling. Een hogere "sag"-afstelling
vereist een lagere trekdemperafstelling.
Draai de trekdemperafsteller helemaal
rechtsom naar de gesloten stand.
Afbeelding 54:FOX-trekdemperafsteller (1) op de vork
Draai de trekdemperafsteller linksom.
Stel de trekdemper zo af, dat de vork bij het
testen snel uitveert, maar zonder naar boven
door te slaan. Bij doorslaan veert de vork te
snel uit en komt deze abrupt tot stilstand
wanneer deze de volledige uitveerweg heeft
bereikt. U hoort en voelt daarbij een lichte tik.
Gewicht van de
berijder Rhythm 34 Rhythm 36
min. luchtdruk 40 psi (2,8 bar) 40 psi (2,8 bar)
54 - 59 kg 58 psi 55 psi
59 - 64 kg 63 psi 59 psi
64 - 68 kg 68 psi 63 psi
68 - 73 kg 72 psi 67 psi
73 - 77 kg 77 psi 72 psi
77 - 82 kg 82 psi 76 psi
82 - 86 kg 86 psi 80 psi
86 - 91 kg 91 psi 85 psi
91 - 95 kg 96 psi 89 psi
95 - 100 kg 100 psi 93 psi
100 - 104 kg 105 psi 97 psi
104 - 109 kg 110 psi 102 psi
109 - 113 kg 114 psi 106 psi
max. druk 120 psi (8,3 bar) 120 psi (8,3 bar)
Tabel 32: Vuldruktabel voor de FOX-luchtvork
Wanneer u de gewenste "sag" niet kunt
bereiken, moet er mogelijk een interne afstelling
worden aangepast. Neem hiervoor contact op
met uw dealer.
1
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 50
Gebruik
6.3.7 Achterbouwdemper Suntour
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
6.3.7.1 Negatieve veerweg afstellen
De negatieve veerweg (sag) is de compressie van
de achterbouwdemper die optreedt door het
gewicht van de berijder met uitrusting (bv. een
rugzak), de zitpositie en de framegeometrie. De
"sag" treedt niet op door het rijden. Elke berijder
heeft een ander gewicht en een andere zitpositie.
De "sag" hangt af van de positie en het gewicht
van de berijder en moet, afhankelijk van het
gebruik van de pedelec en de persoonlijke
voorkeuren, liggen tussen 25% en 30% van de
maximale veerweg van de achterbouwdemper.
Zet de drukdemperafstellers in de stand
OPEN, zodat de "sag"-afstelling niet wordt
beïnvloed.
Verwijder de dop van het luchtventiel.
Breng een hogedruk-demperpomp aan op het
ventiel.
Stel de luchtdruk van de demper af
overeenkomstig uw gewicht.
Verwijder de hogedrukpomp.
Meet de afstand tussen de rubberen
luchtkamerafdichting en het uiteinde van de
demper. Deze afstand is de totale veerweg van
de demper.
Draag uw normale fietskleding, inclusief
bagage. Ga in uw normale rijstand op de
pedelec zitten en steun u af, bv. tegen de muur
of een boom.
Schuif de O-ring aan de onderzijde tegen de
rubberen luchtkamerafdichting.
Stap van de pedelec af zonder deze te laten
inveren.
Meet de afstand tussen de rubberen
luchtkamerafdichting en de O-ring. Deze maat
is de "sag". De aanbevolen "sag"-waarde ligt
tussen 15% (hard) en 25% (zacht) van de
totale veerweg van de demper.
Verhoog of verminder de luchtdruk tot u de
gewenste "sag" hebt bereikt.
6.3.7.2 Trekdemper afstellen
De trekdemper bepaalt de snelheid waarmee de
achterbouwdemper na de belasting uitveert. De
trekdemperafstelling is afhankelijk van de
luchtdrukafstelling. Een hogere "sag"-afstelling
vereist een lagere trekdemperafstelling.
Afbeelding 55:Wiel (1) van de trekdemperafsteller Suntour
op de achterbouwdemper
Draai het wiel van de trekdemperafsteller in de
– richting om het uitveren te vergroten.
Draai het wiel van de trekdemperafsteller in de
+ richting om de inveerbeweging te
verminderen.
6.3.7.3 Drukdemper afstellen
Met de drukdemperafstelling van de
achterbouwdemper kan deze worden afgesteld op
de aard van de ondergrond. De
drukdemperafstelling bepaalt de snelheid
waarmee de achterbouwdemper na de belasting
inveert.
Aanwijzing
Wanneer de luchtdruk in de achterbouwdemper
te hoog of te laag is, kan deze onherstelbare
schade oplopen.
Overschrijd niet de maximale luchtdruk van 300
psi (20 bar).
1
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 51
Gebruik
Afbeelding 56:Wiel (1) van de drukdemperafsteller
Suntour op de achterbouwdemper
Draai het wiel van de drukdemperafsteller in de
– richting om het uitveren te vergroten.
Draai het wiel van de drukdemperafsteller in de
+ richting om de inveerbeweging te
verminderen.
6.3.8 Achterbouwdemper FOX afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
6.3.8.1 Negatieve veerweg afstellen
De negatieve veerweg (sag) is de compressie van
de achterbouwdemper die optreedt door het
gewicht van de berijder met uitrusting (bv. een
rugzak), de zitpositie en de framegeometrie. De
"sag" treedt niet op door het rijden. Elke berijder
heeft een ander gewicht en een andere zitpositie.
De "sag" hangt af van de positie en het gewicht
van de berijder en moet, afhankelijk van het
gebruik van de pedelec en de persoonlijke
voorkeuren, liggen tussen 25% en 30% van de
maximale veerweg van de achterbouwdemper.
Zet de drukdemperafstellers in de stand
OPEN.
Stel de luchtdruk van de demper af
overeenkomstig uw gewicht.
Breng de hogedrukpomp aan op de demper.
Druk de demper 10 keer langzaam samen over
25% van de veerweg tot u de gewenste druk
hebt bereikt. Daardoor wordt de luchtdruk in de
positieve en de negatieve luchtkamers gelijk
aan elkaar; u ziet de drukweergave op de
pompdrukmeter dienovereenkomstig
veranderen.
Verwijder de hogedrukpomp.
Afbeelding 57:Achterbouwdemper FOX
De negatieve veerweg (2) is de afstand tussen de
O-ring (4) en de rubberen
luchtkamerafdichting (1). De totale veerweg van
de achterbouwdemper (5) is de afstand tussen
het uiteinde van de achterbouwdemper (3) en de
rubberen luchtkamerafdichting (1)
Meet de afstand tussen de rubberen
luchtkamerafdichting (1) en het uiteinde van de
demper (3). Deze afstand is de totale veerweg
van de demper (5).
Draag uw normale fietskleding, inclusief
bagage. Ga in uw normale rijstand op de
pedelec zitten en steun u af, bv. tegen de muur
of een boom.
Schuif de O-ring (4) aan de onderzijde tegen
de rubberen luchtkamerafdichting (1).
Stap van de pedelec af zonder deze te laten
inveren.
Meet de afstand tussen de rubberen
luchtkamerafdichting en de O-ring. Deze maat
is de "sag". De aanbevolen "sag"-waarde ligt
tussen 25% (hard) en 30% (zacht) van de
totale veerweg van de demper (5).
Verhoog of verminder de luchtdruk tot u de
gewenste "sag" hebt bereikt.
Aanwijzing
Wanneer de luchtdruk in de achterbouwdemper
te hoog of te laag is, kan deze onherstelbare
schade oplopen.
Overschrijd niet de maximale luchtdruk van
350 psi (24,1 bar). Ook de minimale luchtdruk van
50 psi (3,4 bar) moet worden aangehouden.
1
25-30%
2
1
3
4
5
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 52
Gebruik
6.3.8.2 Trekdemper afstellen
De trekdemper bepaalt de snelheid waarmee de
achterbouwdemper na de belasting uitveert. De
trekdemperafstelling is afhankelijk van de
luchtdrukafstelling. Een hogere "sag"-afstelling
vereist een lagere trekdemperafstelling.
Afbeelding 58:Trekdemperafsteller FOX (1) op de
achterbouwdemper
Draai de trekdemperafsteller helemaal
rechtsom naar de gesloten stand.
Bepaal de trekdemperafstelling aan de hand
van de luchtdruk. Draai de trekdemperafsteller
met het aantal in onderstaande tabel vermelde
klikken linksom terug:
6.3.9 Remvoeringen inrijden
Nieuwe remvoeringen ontwikkelen pas hun
definitieve remkracht tijdens een inrijfase.
Versnel de pedelec naar ca. 25 km/h.
Rem de pedelec af tot stilstand.
Herhaal dit 30 tot 50 keer.
De remvoeringen en remschijven zijn
ingereden en bieden de optimale remwerking.
1
Luchtdruk (psi) Aanbevolen trekdemperafstelling
< 100 Open (linksom)
100 - 120 11
120 - 140 10
140 - 160 9
160 - 180 8
180 - 200 7
200 - 220 6
220 - 240 5
240 - 260 4
260 - 280 3
280 - 300 2
Tabel 33: Vuldruktabel voor de FOX-luchtvork
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 53
Gebruik
6.4 Accessoires
Voor pedelecs zonder zijstandaard wordt een
fietsstandaard aanbevolen, waar het voor- of het
achterwiel veilig in kan worden geschoven.
Onderstaande accessoires worden aanbevolen:
*Systeemcomponenten zijn afgestemd op de
bagagedrager en zorgen voor voldoende
stabiliteit door hun speciale krachtoverdracht.
**Systeemcomponenten zijn afgestemd op het
aandrijfsysteem.
6.4.1 Kinderzitje
De dealer dient u graag van advies bij het kiezen
van een bij uw kind en bij de pedelec passend
kinderzitsysteem.
Voor behoud van de veiligheid moet de eerste
montage van een kinderzitje door de dealer
worden uitgevoerd.
Bij de montage van een kinderzitje let de dealer
erop, dat het zitje en de bevestiging van het zitje
bij de pedelec passen, dat alle onderdelen worden
gemonteerd en stevig worden bevestigd, dat
schakelkabels, remkabels, hydraulische en
elektrische leidingen zo nodig worden aangepast,
dat de bewegingsvrijheid van de berijder niet
wordt beperkt en dat het toegestane totaalgewicht
van de pedelec niet wordt overschreden.
Beschrijving Artikelnummer
Beschermende hoes voor
elektrische onderdelen 080-41000 ff
Fietstassen,
systeemcomponent* 080-40946
Bagagedragermand,
systeemcomponent* 051-20603
Bagagedragerbox,
systeemcomponent* 080-40947
Fietsstandaard
universele standaard XX-TWO14B
Verlichtingsset,
systeemcomponent** 070-50500 ff
Tabel 34: Accessoires
Vallen door een verkeerd kinderzitje
Zowel de bagagedrager als de framebuis van de
pedelec zijn niet geschikt voor een kinderzitje en
kunnen breken. Dit kan leiden tot een val met
ernstig letsel voor de berijder en het kind.
Bevestig nooit een kinderzitje aan het zadel, het
stuur of de framebuis.
WAARSCHUWING
!
Vallen door onjuist gebruik
Het gebruik van een kinderzitje is van grote
invloed op de rijeigenschappen en de stabiliteit
van de pedelec. Dit kan leiden tot verlies van de
controle en een val met letsel.
Oefen een veilig gebruik met het kinderzitje
voordat de pedelec op de openbare weg wordt
gebruikt.
Beknellingsgevaar door open veren
Het kind kan met de vingers bekneld raken tussen
de open veren of het open mechanisme van het
zadel resp. de zadelpen.
Monteer nooit een zadel met open veren
wanneer een kinderzitje wordt gebruikt.
Monteer nooit een verende zadelpen met open
mechanisme resp. open veren wanneer een
kinderzitje wordt gebruikt.
Aanwijzing
Neem de wettelijke bepalingen voor het
gebruik van kinderzitjes in acht.
Neem de bedienings- en
veiligheidsaanwijzingen voor het kinderzitje in
acht.
Overschrijd nooit het toegestane totaalgewicht
van de pedelec.
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 54
Gebruik
De dealer geeft instructie over de omgang met de
pedelec en het kinderzitje.
De dealer dient u graag van advies bij het kiezen
van een bij uw kind en bij de pedelec passend
kinderzitsysteem.
Voor behoud van de veiligheid moet de eerste
montage van een kinderzitje door de dealer
worden uitgevoerd.
Bij de montage van een kinderzitje let de dealer
erop, dat het zitje en de bevestiging van het zitje
bij de pedelec passen, dat alle onderdelen worden
gemonteerd en stevig worden bevestigd, dat
schakelkabels, remkabels, hydraulische en
elektrische leidingen zo nodig worden aangepast,
dat de bewegingsvrijheid van de berijder niet
wordt beperkt en dat het toegestane totaalgewicht
van de pedelec niet wordt overschreden.
De dealer geeft instructie over de omgang met de
pedelec en het kinderzitje.
6.4.2 Aanhanger
Een pedelec, die is vrijgegeven voor gebruik van
een aanhanger, is voorzien van een
overeenkomstige waarschuwingssticker. Er
mogen uitsluitend aanhangers worden gebruikt,
waarvan de verticale belasting en totale massa de
toegestane waarden niet overstijgen.
Afbeelding 59: Waarschuwingssticker
aanhanger
De dealer dient u graag van advies bij het kiezen
van een bij de pedelec passend
aanhangersysteem. Voor behoud van de
veiligheid moet daarom de eerste montage van
een aanhanger door de dealer worden uitgevoerd.
6.4.3 Bagagedrager
De dealer dient u graag van advies bij de keuze
van een geschikte bagagedrager.
Voor behoud van de veiligheid moet de eerste
montage van een bagagedrager door de dealer
worden uitgevoerd.
Bij de montage van een bagagedrager let de
dealer erop, dat de bevestiging bij de pedelec
past, dat alle onderdelen worden gemonteerd en
stevig worden bevestigd, dat schakelkabels,
remkabels, hydraulische en elektrische leidingen
zo nodig worden aangepast, dat de
bewegingsvrijheid van de berijder niet wordt
beperkt en dat het toegestane totaalgewicht van
de pedelec niet wordt overschreden.
De dealer geeft instructie over de omgang met de
pedelec en de bagagedrager.
Vallen door falen van de remmen
Bij een hoge aanhangerbelading kan de
remwerking onvoldoende zijn. De lange remweg
kan leiden tot een val of ongeval met letsel.
Overschrijd nooit de vermelde maximale
aanhangerbelading.
Aanwijzing
De bedienings- en veiligheidsaanwijzingen
voor het aanhangersysteem moeten in acht
worden genomen.
De wettelijke bepalingen voor het gebruik van
aanhangers moeten in acht worden genomen.
Gebruik uitsluitend koppelingssystemen met
typegoedkeuring.
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 55
Gebruik
6.5 Voor het rijden 6.6 Checklist voor het rijden
Controleer de pedelec elke keer voor het
rijden.
Gebruik de pedelec niet wanneer afwijkingen
worden vastgesteld.
Vallen door onopgemerkte schade
Na een val, ongeval of omvallen van de pedelec
kan er sprake zijn van moeilijk herkenbare
schade, bv. aan het remsysteem, de
snelspanners of het frame. Een val met letsel kan
het gevolg zijn.
Neem de pedelec buiten gebruik en laat deze
door een dealer controleren.
Vallen door materiaalmoeheid
Door intensief gebruik kan materiaalmoeheid
optreden. Bij materiaalmoeheid kan een
onderdeel plotseling falen. Een val met letsel kan
het gevolg zijn.
Neem de pedelec onmiddellijk buiten gebruik
bij tekenen van materiaalmoeheid. Laat de
dealer de kwestie controleren.
Laat regelmatig de dealer een inspectie
uitvoeren. Bij deze inspectie onderzoekt de
dealer de pedelec op tekenen van
materiaalmoeheid op het frame, de vork, de
ophanging van de veringelementen (indien
voorzien) en op onderdelen van composieten.
Door warmtestraling (bv. een radiator) in de
directe omgeving kan carbon breekbaar worden.
Falen van het carbon onderdeel en een val met
letsel kan het gevolg zijn.
Stel carbon onderdelen van de pedelec nooit
bloot aan sterke warmtebronnen.
VOORZICHTIG
!
Controleer de pedelec op volledigheid.
Controleer o.a. verlichting, reflectoren en remmen op
sterke vervuiling.
Controleer spatborden, bagagedrager en
kettingbeschermer op deugdelijke montage.
Controleer voor- en achterwiel op een rechte loop. Dat is
met name van belang wanneer de pedelec getransporteerd
is geweest of met een slot vastgezet is geweest.
Controleer de ventielen en de bandenspanning. Corrigeer
deze zo nodig voor het rijden.
Controleer bij een hydraulische velgrem of de
vergrendelingshendels zich volledig gesloten in hun
eindstand bevinden.
Controleer de voor- en achterwielrem op hun goede
werking. Druk daarvoor de remhendels in om te controleren
of deze in de gebruikelijke stand tegendruk geven. De rem
mag geen remvloeistof verliezen.
Controleer de rijverlichting op een goede werking.
Controleer op ongewone geluiden, trillingen, geuren,
verkleuringen, vervormingen, scheuren, groeven,
schuurplekken en slijtage. Dit duidt op materiaalmoeheid.
Controleer het veersysteem op scheuren, deuken, butsen,
aanlopende delen en vrijgekomen olie. Kijk ook naar delen
aan de onderzijde van de pedelec die niet in het zicht
liggen.
Druk het veersysteem samen met uw lichaamsgewicht.
Stel de optimale "sag" in wanneer dit te zacht aanvoelt.
Controleer dat alle snelspanners, voor zover deze gebruikt
worden, zich volledig gesloten in hun eindstand bevinden.
Verzeker u ervan dat alle bevestigingsschroeven van
steekassystemen, voor zover deze worden gebruikt, met
het juiste aanhaalmoment zijn vastgedraaid.
Let op een ongewoon gevoel bij het remmen, trappen of
sturen.
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 56
Gebruik
6.7 Zijstandaard gebruiken
6.7.1 Zijstandaard omhoog klappen
Klap voor het rijden de zijstandaard met de
voet volledig omhoog.
6.7.1.1 Pedelec parkeren
Klap voor het parkeren de zijstandaard met de
voet volledig omlaag.
Parkeer de pedelec voorzichtig en controleer
dat deze stabiel staat.
6.8 Bagagedrager gebruiken
Verdeel de bagage zo evenredig mogelijk over
de linker- en rechterzijde van de pedelec.
Het gebruik van fietstassen of bagagemanden
wordt aanbevolen.
Vallen door omlaag geklapte zijstandaard
De zijstandaard klapt niet automatisch omhoog.
Bij rijden met omlaag geklapte zijstandaard
bestaat valgevaar.
Klap de zijstandaard voor het rijden volledig
omhoog.
Aanwijzing
Door de hoge massa van de pedelec kan de
zijstandaard op een zachte ondergrond
wegzakken en kan de pedelec kantelen en
omvallen.
Parkeer de pedelec uitsluitend op een vlakke,
stevige ondergrond.
Controleer de stabiliteit in het bijzonder
wanneer de pedelec is voorzien van
accessoires of is beladen met bagage.
Vallen door beladen bagagedrager
Een beladen bagagedrager heeft invloed op het
rijgedrag van de pedelec, in het bijzonder bij het
sturen en remmen. Dat kan leiden tot verlies van
de controle. Een val met letsel kan het gevolg
zijn.
Oefen een veilig gebruik met beladen
bagagedrager voordat de pedelec op de
openbare weg wordt gebruikt.
VOORZICHTIG
!
VOORZICHTIG
!
Vallen door niet vastgezette bagage
Losse of niet vastgezette voorwerpen op de
bagagedrager, bv. riemen, kunnen in het
achterwiel verstrikt raken. Een val met letsel kan
het gevolg zijn.
Op de bagagedrager bevestigde voorwerpen
kunnen de reflectoren of de rijverlichting van de
pedelec afdekken. De pedelec kan daardoor in
het wegverkeer over het hoofd worden gezien.
Een val met letsel kan het gevolg zijn.
Zet op de bagagedrager geplaatste
voorwerpen voldoende vast.
Op de bagagedrager bevestigde voorwerpen
mogen nooit de reflectoren, de koplamp of het
achterlicht afdekken.
Beknelling van de vingers door veerklem
De veerklem van de bagagedrager heeft een hoge
spankracht. De vingers kunnen bekneld raken.
Laat de veerklem nooit ongecontroleerd
dichtklappen.
Let bij het sluiten van de veerklem op de
positie van de vingers.
Aanwijzing
Op de bagagedrager staat het maximale
draagvermogen vermeld.
Overschrijd nooit het toegestane totaalgewicht
bij het beladen van de pedelec.
Overschrijd nooit het maximale
draagvermogen van de bagagedrager.
Breng nooit wijzigingen aan aan de
bagagedrager.
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 57
Gebruik
6.9 Accu
Schakel de accu en het aandrijfsysteem uit
voordat de accu wordt verwijderd of aangebracht.
Brand- en explosiegevaar door een defecte
accu
Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De
restspanning kan kortsluiting veroorzaken. De
accu kan ontvlammen en exploderen.
Neem een accu, die uitwendige schade
vertoont, onmiddellijk buiten bedrijf en laad
deze nooit op.
Houd afstand wanneer een accu vervormt of
begint te roken, onderbreek de voeding van de
contactdoos en neem onmiddellijk contact op
met de brandweer.
Blus een beschadigde accu niet met water en
laat deze nooit met water in contact komen.
Neem na een val of botsing zonder uitwendige
schade aan de behuizing, de accu gedurende
ten minste 24 uur buiten bedrijf en observeer
deze.
Een defecte accu is gevaarlijk afval. Voer een
defecte accu zo snel mogelijk op de juiste
wijze af.
Sla deze tot het afvoeren droog op. Sla nooit
brandbare stoffen op in de omgeving.
Probeer nooit de accu te openen of te
repareren.
Letsel aan huid en ogen door een defecte accu
Uit een beschadigde of defecte accu kunnen
vloeistoffen en dampen vrijkomen. Deze kunnen
leiden tot irritatie van de luchtwegen en tot
brandwonden.
Vermijd elk contact met vrijkomende
vloeistoffen.
Neem bij oogcontact of klachten onmiddellijk
contact op met een arts.
Spoel bij huidcontact de huid onmiddellijk af
met water.
Ventileer de ruimte goed.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Brand- en explosiegevaar door hoge
temperaturen
Te hoge temperaturen leiden tot schade aan de
accu. De accu kan ontvlammen en exploderen.
Stel de accu niet langdurig bloot aan invallend
zonlicht.
Brand- en explosiegevaar door kortsluiting
Kleine metalen voorwerpen kunnen de
elektrische aansluitingen van de accu
overbruggen. De accu kan ontvlammen en
exploderen.
Houd paperclips, schroeven, muntstukken,
sleutels en andere kleine voorwerpen op
afstand en steek deze niet in de accu.
Brand- en explosiegevaar door binnendringen
van water
De accu is slechts beschermd tegen opspattend
water. Binnendringend water kan kortsluiting
veroorzaken. De accu kan ontvlammen en
exploderen.
Dompel de accu nooit onder in water.
Wanneer er reden is om aan te nemen dat er
water in de accu kan zijn binnengedrongen,
moet deze buiten bedrijf worden genomen.
Aanwijzing
Bij transport van de pedelec resp. tijdens het
rijden kan een achtergebleven sleutel afbreken of
kan de vergrendeling onbedoeld open gaan.
Verwijder de sleutel van het accuslot
onmiddellijk na gebruik.
Het wordt aanbevolen de sleutel te voorzien
van een sleutelhanger.
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 58
Gebruik
6.9.1 Accu verwijderen
Open het accuslot met de sleutel.
De accu is ontgrendeld en valt in de borging.
Ondersteun de accu van onderaf met de hand.
Druk met de andere hand van bovenaf op de
borging.
De accu is volledig ontgrendeld en valt in de
hand.
Trek de accu uit het frame.
Verwijder de sleutel van het slot.
6.9.2 Accu aanbrengen
Plaats de accu met de contacten naar voren in
de onderste houder.
Klap de accu omhoog tot deze door de borging
op zijn plaats wordt gehouden.
Druk de accu omhoog tot deze duidelijk
hoorbaar vast klikt.
Controleer dat de aangebrachte accu goed
vast zit.
Sluit de accu af met de sleutel omdat anders
het slot open kan gaan en de accu uit de
houder kan vallen.
Verwijder de sleutel van het slot.
6.9.3 Accu laden
De omgevingstemperatuur moet tijdens het
laden tussen 10 °C en 30 °C liggen.
De accu kan bij het laden op de pedelec blijven
zitten of worden verwijderd.
Een onderbreking van het laden leidt niet tot
schade aan de accu.
Verwijder het rubberen klepje van de accu.
Brand door oververhitte oplader
De oplader wordt tijdens het laden van de accu
warm. Bij onvoldoende koeling kan dit leiden tot
brand of brandwonden aan de handen.
Gebruik de oplader nooit op een licht
ontvlambare ondergrond (bv. papier, tapijt,
enz.).
Dek de oplader tijdens het laden nooit af.
VOORZICHTIG
!
Elektrische schok door binnendringen van
water
Bij het binnendringen van water in een oplader
bestaat het risico op een elektrische schok.
Laad de accu nooit buitenshuis op.
Elektrische schok bij beschadiging
Een beschadigde oplader, kabel of stekker
verhoogt het risico op een elektrische schok.
Controleer voor elk gebruik de oplader, kabels
en stekkers. Gebruik nooit een beschadigde
oplader.
Brand- en explosiegevaar door beschadigde
accu
Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De
restspanning kan kortsluiting veroorzaken. De
accu kan ontvlammen en exploderen.
Houd afstand wanneer een accu vervormt of
begint te roken, onderbreek de voeding van de
contactdoos en neem onmiddellijk contact op
met de brandweer.
Blus een beschadigde accu niet met water en
laat deze nooit met water in contact komen
Aanwijzing
Wanneer tijdens het laden een storing
optreedt, wordt een systeemmelding
weergegeven. Neem onmiddellijk de oplader
en de accu buiten bedrijf en volg de
aanwijzingen.
Temperatuur laden 10 °C - 30 °C
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 59
Gebruik
Sluit de netstekker van de oplader aan op een
normale geaarde contactdoos.
Steek de laadkabel in de laadaansluiting van
de accu.
Het laden start automatisch.
Tijdens het laden geeft de bedrijfs- en
laadtoestandweergave de laadtoestand aan.
Bij ingeschakeld aandrijfsysteem wordt het
laden op het display weergegeven.
Het laden is voltooid wanneer de LED's van de
bedrijfs- en laadtoestandweergave uitgaan.
6.9.4 Accu uit de slaapstand halen
Wanneer de accu een lange periode niet wordt
gebruikt, schakelt deze ter bescherming
automatisch uit. De LED's van de bedrijfs- en
laadtoestandweergave branden niet.
Druk op de aan/uit-toets (accu).
De bedrijfs- en laadtoestandweergave van de
accu geeft de laadtoestand aan.
Aansluitwaarden 230 V, 50 Hz
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 60
Gebruik
6.10 Elektrisch aandrijfsysteem
6.10.1 Elektrisch aandrijfsysteem
inschakelen
Er is een voldoende opgeladen accu op de
pedelec aangebracht.
De accu zit goed vast. De sleutel is verwijderd.
Druk op de aan/uit-toets (bedieningselement),
of
Druk op de aan/uit-toets (accu).
Het display schakelt na enkele seconden in.
Wanneer het aandrijfsysteem is ingeschakeld,
wordt de aandrijving geactiveerd zodra de
pedalen met voldoende kracht worden
voortbewogen.
6.10.2 Aandrijfsysteem uit de slaapstand
halen
Enkele minuten na het laatste commando
schakelt het systeem automatisch uit. Met
onderstaande mogelijkheden kan het
aandrijfsysteem direct handmatig worden
uitgeschakeld:
Druk op de aan/uit-toets (bedieningselement).
Het aandrijfsysteem schakelt zich weer in.
6.10.3 Aandrijfsysteem uitschakelen
Enkele minuten na het laatste commando
schakelt het systeem automatisch uit. Met
onderstaande mogelijkheden kan het
aandrijfsysteem direct handmatig worden
uitgeschakeld:
Druk op de aan/uit-toets (bedieningselement),
of
Druk op de aan/uit-toets (accu).
Het display en de LED's van de
laadtoestandweergave gaan uit.
Vallen door niet kunnen remmen
Het ingeschakelde aandrijfsysteem kan door
inwerking van krachten op de pedalen worden
geactiveerd. Wanneer de aandrijving onbedoeld
wordt geactiveerd en de rem niet bereikt kan
worden, kan een val met letsel het gevolg zijn.
Start nooit het elektrische aandrijfsysteem
resp. schakel dit onmiddellijk uit wanneer de
rem niet betrouwbaar kan worden bereikt.
VOORZICHTIG
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 61
Gebruik
6.11 Bediening met display
6.11.1 Rijverlichting gebruiken
Om de rijverlichting in te kunnen schakelen, moet
het aandrijfsysteem zijn ingeschakeld.
Druk op de koplamptoets.
De rijverlichting is ingeschakeld. De
achtergrondverlichting van het display wordt
ingeschakeld.
Druk opnieuw op de koplamptoets.
De rijverlichting is uitgeschakeld. De
achtergrondverlichting van het display wordt
uitgeschakeld.
6.11.2 Duwondersteuning gebruiken
De duwondersteuning ondersteunt de berijder bij
het duwen van de pedelec. De snelheid kan
daarbij maximaal 6 km/h bedragen.
De trekkracht en de snelheid van de
duwondersteuning worden beïnvloed door de
gekozen versnelling. Om de aandrijving te
ontzien, wordt voor duwen bergop de eerste
versnelling aanbevolen.
Druk op de plus-toets en houdt deze ingedrukt.
De duwondersteuning wordt gestart.
Laat de plus-toets los om de
duwondersteuning uit te schakelen.
De duwondersteuning schakelt automatisch uit
zodra de pedalen van de pedelec worden
bediend of de snelheid meer dan 6 km/h
bedraagt.
6.11.3 Ondersteuningsniveau selecteren
Druk op de plus-toets.
Het ondersteuningsniveau wordt verhoogd.
Druk op de min-toets.
Het ondersteuningsniveau wordt verminderd.
6.11.4 De meeteenheid voor de snelheid
wijzigen
Druk lang op de instellingstoets.
De meeteenheid voor de snelheid wisselt tussen
metrisch (km/h) en Engels (mph) .
6.11.5 Reisinformatie wijzigen
Het display toont 3 typen reisinformatie:
De standaardinstelling voor het display is de
afgelegde afstand (TRP).
De weergegeven reisinformatie kan worden
gewijzigd en voor een deel gereset.
Druk op de instellingstoets.
Het resterende bereik van de pedelec (R)
wordt weergegeven.
Druk opnieuw op de instellingstoets.
De totale door de pedelec afgelegde
afstand (T) wordt weergegeven.
Druk opnieuw op de instellingstoets.
De afgelegde afstand (TRP) wordt
weergegeven.
6.11.5.1 Afgelegde afstand wissen
Druk lang op de min-toets.
De afgelegde afstand wordt gereset naar 0 km.
Letsel door pedalen en wielen
De pedalen en het aandrijfwiel draaien bij gebruik
van de duwondersteuning. Wanneer de wielen
van de pedelec bij gebruik van de
duwondersteuning geen contact maken met de
ondergrond (bv. tijdens het tillen op een trap of
het beladen van de bagagedrager) bestaat
gevaar voor letsel.
Gebruik de duwondersteuningsfunctie
uitsluitend tijdens het duwen van de pedelec.
Tijdens gebruik van de duwondersteuning
moet de pedelec met beide handen veilig
worden geleid.
Zorg voor voldoende bewegingsruimte voor de
pedalen.
VOORZICHTIG
!
Weergave Functie
TRP Afgelegde afstand
RResterend bereik van de pedelec
TDe totale door de pedelec afgelegde
afstand
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 62
Gebruik
6.12 Rem
Hydraulische olie kan bij inslikken en bij
binnendringen in de luchtwegen dodelijk zijn.
Door een ongeval of door materiaalmoeheid kan
hydraulische olie vrijkomen. De hydraulische olie
kan bij inslikken en inademen dodelijk zijn.
Eerstehulpmaatregelen
Draag handschoenen en een veiligheidsbril als
persoonlijke beschermingsmiddelen. Houd
onbeschermde personen op afstand.
Breng slachtoffers uit de gevarenzone en in de
frisse lucht. Laat slachtoffers nooit zonder
toezicht.
Zorg voor voldoende ventilatie.
Verwijder onmiddellijk met hydraulische olie
verontreinigde kleding.
Houd rekening met gevaar door uitglijden ten
gevolge van vrijgekomen hydraulische olie.
Houdt hydraulische olie verwijderd van open
vuur, hete oppervlakken en ontstekingsbronnen.
Vermijd contact met huid en ogen.
Adem dampen en aerosolen niet in.
Na inademen
Verse lucht toevoeren, bij klachten contact
opnemen met een arts.
Na huidcontact
Betroffen huid afwassen met water en zeep en
goed afspoelen. Verontreinigde kleding
verwijderen. Bij klachten contact opnemen met
een arts.
Na oogcontact
De ogen ten minste 10 minuten met geopende
oogleden onder stromend water uitspoelen, ook
onder de oogleden. Bij aanhoudende klachten
contact opnemen met een oogarts.
GEVAAR
!
Na inslikken
De mond met water uitspoelen. Nooit braken
opwekken! Verstikkingsgevaar!
Leg een brakende, op de rug liggende persoon in
stabiele zijligging. Neem onmiddellijk contact op
met een arts.
Milieubeschermingsmaatregelen
Laat hydraulische olie nooit in het riool, het
oppervlaktewater of het grondwater
terechtkomen.
Meldt indringing in de bodem, verontreiniging
van waterlopen resp. het riool bij de
verantwoordelijke autoriteiten.
Vallen door falen van de remmen
Olie of smeermiddelen op de remschijf van een
schijfrem resp. op de velg van een velgrem
kunnen leiden tot het volledig falen van de rem.
Dit kan leiden tot een val met ernstig letsel.
Laat nooit olie of smeermiddelen in contact
komen met de remschijf resp. met de remblokken
en de velg
Wend u tot een dealer of werkplaats voor
reiniging of vervanging van componenten
wanneer de remblokken in contact zijn gekomen
met olie of smeermiddelen.
Bij lang, continu gebruik van de rem (bv. bij een
lange afdaling), kan de olie in het remsysteem
warm worden. Hierdoor kan zich een dampbel
vormen. Dat leidt tot expansie van eventueel in
het remsysteem aanwezig water of lucht.
Hierdoor kan de slag van de remhendel plotseling
groter worden. Een val met ernstig letsel kan het
gevolg zijn.
Laat bij lange afdalingen de rem regelmatig los.
GEVAAR
!
WAARSCHUWING
!
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 63
Gebruik
Tijdens het rijden wordt de aandrijfkracht van de
motor uitgeschakeld zodra de berijder niet meer
op de pedalen trapt. Bij remmen schakelt het
aandrijfsysteem niet uit.
Trap tijdens het remmen niet meer op de pedalen
voor een optimaal remresultaat.
6.12.1 Remhendel gebruiken
Afbeelding 60:Remhendel achter (1) en voor (2),
voorbeeld Shimano rem
Druk de linker remhendel voor de voorwielrem
resp. de rechter hendel voor de achterwielrem in
tot de gewenste snelheid is bereikt.
Amputatie door draaiende remschijf
De remschijf van de schijfrem is zo scherp, dat
deze ernstig letsel van de vingers veroorzaakt
wanneer deze in de openingen van de remschijf
komen.
Houd de vingers verwijderd van de draaiende
remschijf.
Vallen door natte omstandigheden
Op natte straten kunnen de banden slippen.
Onder natte omstandigheden moet tevens
rekening worden gehouden met een langere
remweg. Dan kan het remmen ook anders
aanvoelen dan normaal. Dit kan leiden tot verlies
van controle of tot een val met letsel.
Rijd langzaam en rem tijdig.
Vallen door verkeerd gebruik
Onjuist gebruik van de rem kan leiden tot verlies
van de controle of tot een val met letsel.
Verplaats uw lichaamsgewicht zo ver mogelijk
naar achteren en omlaag.
Oefen het remmen, ook in noodsituaties, voordat
de pedelec op de openbare weg wordt gebruikt.
Gebruik de pedelec nooit wanneer u bij het
indrukken van de remhendel geen weerstand
voelt. Neem contact op met een dealer.
Brandwonden door heetgelopen remmen
De remmen kunnen tijdens gebruik zeer heet
worden. Bij contact kunnen brandwonden
optreden of kan brand ontstaan.
Vermijd contact met de onderdelen van de rem
direct na het rijden.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Vallen na reiniging of opslag
Het remsysteem is niet bedoeld voor gebruik bij
een op de kop gezette of platgelegde pedelec.
Hierdoor kan de rem onder bepaalde
omstandigheden niet correct werken. Dit kan
leiden tot een val met letsel.
Wanneer de pedelec op de kop gezet of
platgelegd is geweest, moet voor het rijden de
rem enkele keren worden bediend om te zorgen
dat deze weer normaal werkt.
Gebruik de pedelec nooit wanneer deze niet
meer normaal remt. Neem contact op met een
dealer.
VOORZICHTIG
!
1
2
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 64
Gebruik
6.12.2 Terugtraprem gebruiken
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
De beste remwerking wordt bereikt wanneer de
pedalen zich bij het remmen in de 3-uur- resp. 9-
uur-stand bevinden. Om de loze hoek tussen rij-
en rembeweging te overbruggen is het aan te
bevelen, een stuk voorbij de 3-uur- resp. 9-uur-
stand te trappen voordat tegen de rijrichting in
wordt getrapt om te remmen.
Trap op de pedalen tegen de rijrichting in tot de
gewenste snelheid is bereikt.
6.13 Vering en demping
6.13.1 Drukdemper van de FOX-vork
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Met de drukdemperafsteller kan snel het
veergedrag van de vork worden aangepast bij
veranderingen van het terrein. Deze is bedoeld
voor afstellingen tijdens het rijden.
Afbeelding 61:FOX-drukdemperafsteller met de standen
OPEN (1) en HARD (2)
In de stand OPEN is de drukdemping het kleinst
zodat de vork zachter aanvoelt. Gebruik de stand
HARD wanneer de vork stijver moet aanvoelen of
wanneer u op een zachte ondergrond rijdt. De
hendelstanden tussen de standen OPEN en
HARD zijn voor fijnafstelling van de drukdemping.
Het wordt aanbevolen de hendel van de
drukdemperafsteller in eerste instantie in de stand
OPEN te zetten.
6.13.2 Drukdemper van de FOX-demper
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Met de drukdemperafsteller kan snel het
veergedrag van de demper worden aangepast bij
veranderingen van het terrein. Deze is bedoeld
voor afstellingen tijdens het rijden.
Afbeelding 62:FOX-drukdemperafsteller op de
achterbouwdemper met de standen OPEN (1). MIDDEL (2)
en HARD (3)
Gebruik de stand OPEN bij ruwe afdalingen, de
stand MIDDEL bij ongelijk terrein en de stand
HARD om efficiënt te klimmen. Zet de
drukdemperafsteller in eerste instantie in de
stand OPEN.
Afbeelding 63:Fijnafstelling van de stand OPEN met de
afsteller (4)
De FOX-achterbouwdemper heeft een
fijnafstelling voor de stand OPEN.
Het wordt aanbevolen fijnafstelling uit te voeren
terwijl de drukdemperafsteller zich in de stand
MIDDEL of HARD bevindt.
Trek de afsteller uit.
Draai de afsteller naar de stand 1, 2 of 3.
Afstelling 1 geeft het zachtste rijgedrag,
afstelling 3 het hardste.
Druk de afsteller in om de afstelling te
vergrendelen.
1
1
2
1
2
3
4
3
2
1
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 65
Gebruik
6.13.3 Drukdemper van de Suntour-vork
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Met de drukdemperafsteller kan snel het
veergedrag van de vork worden aangepast bij
veranderingen van het terrein. Deze is bedoeld
voor afstellingen tijdens het rijden.
Afbeelding 64:Suntour-drukdemperafsteller met de
standen OPEN (1) en LOCK (2)
In de stand OPEN is de drukdemping het kleinst
zodat de vork zachter aanvoelt. Gebruik de stand
LOCK wanneer de vork stijver moet aanvoelen of
wanneer u op een zachte ondergrond rijdt. De
hendelstanden tussen de standen OPEN en
LOCK zijn voor fijnafstemming van de
drukdemping.
Het wordt aanbevolen de hendel van de
drukdemperafsteller in eerste instantie in de stand
OPEN te zetten.
6.13.4 Drukdemper van de Suntour-demper
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Met de drukdemperafsteller kan snel het
veergedrag van de demper worden aangepast bij
veranderingen van het terrein. Deze mag nooit
worden gebruikt tijdens het rijden op ruw terrein.
Afbeelding 65:Suntour-drukdemperafsteller geopend (1)
Gebruik de stand OPEN bij ruwe afdalingen en de
stand LOCK om efficiënt te klimmen. Zet de
drukdemperafsteller in eerste instantie in de
stand OPEN.
Afbeelding 66:Suntour-drukdemperafsteller gesloten (2)
6.13.5 Trekdemper van de RockShox-
demper afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
De trekdemper bepaalt de snelheid waarmee de
vork na het inveren weer naar de volle lengte
uitveert. Deze snelheid heeft effect op het
wielcontact met de ondergrond, wat op zijn beurt
de controle en efficiency beïnvloedt. De
achterbouwdemper moet snel uitveren om tractie
te behouden, zonder onrustig of springerig aan te
voelen. Bij een te sterke trekdemping kan de
achterbouwdemper voor de volgende stoot niet
snel genoeg uitveren. De trekdemper voor het
achterwiel bevindt zich in de achterbouwdemper.
1
2
1
2
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 66
Gebruik
Afbeelding 67:Hardheid van de trekdemper afstellen met
het afstelwiel (1) van de achterbouwdemper
Zet het afstelwiel in de middelste stand.
Rijd met de pedelec over een kleine hindernis.
De optimale afstelling van de trekdemper is
bereikt, wanneer de terugveerbeweging van
het achterwiel vergelijkbaar aanvoelt als van
het voorwiel.
Wijzig de afstelling door te draaien aan het
instelwiel, wanneer het achterwiel wezenlijk
sneller of langzamer terugveert dan het voorwiel.
Draai om de uitveersnelheid te verhogen, het
afstelwiel linksom.
Draai om de uitveersnelheid te verlagen, het
afstelwiel rechtsom.
6.13.6 Drukdemper van de RockShox-
demper afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
De drukdemping stuurt de snelheid waarmee de
achterbouwdemper bij langzame stoten inveert,
bv. wanneer de berijder zijn gewicht verplaatst, bij
lichte stoten en bij het rijden door bochten.
Hierdoor verbetert de controle en efficiency.
Met een te hoge drukdemping voelt de vering bij
stoten te hard aan. De drukdemper wordt
afgesteld met de hendel.
Draai de hendel rechtsom (+) om de
inveersnelheid te verlagen.
Draai de hendel linksom (–) om de inveersnelheid
te verhogen.
Afbeelding 68:Hardheid van de drukdemper afstellen met
de hendel (1) van de achterbouwdemper
6.14 Versnelling
De keuze van de juiste versnelling is een
voorwaarde voor het rijden met zo weinig mogelijk
inspanning en voor een goede werking van het
elektrische aandrijfsysteem. De optimale
trapfrequentie ligt tussen 70 en
80 omwentelingen per minuut.
Het is aan te bevelen tijdens het schakelen het
trappen kort te onderbreken. Daardoor gaat het
schakelen gemakkelijker en treedt minder slijtage
op van de aandrijflijn.
6.14.1 Versnellingen selecteren
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Door de juiste versnelling te kiezen, kan met
dezelfde krachtsinspanning zowel de snelheid als
het bereik gebruiken vergroot. Derailleur
gebruiken.
Afbeelding 69:Schakelhendel omlaag (1) en
schakelhendel omhoog (2) van de linker (I) en rechter (II)
versnelling
2
2
3
1
1
III
1
22
1
MY20H01-16_1.0_27.05.2019 68
Reinigen en onderhouden
7 Reinigen en onderhouden
Checklist reiniging
Checklist onderhoud
Onderstaande onderhoudsmaatregelen moeten
periodiek worden uitgevoerd. Dit onderhoud kan
worden uitgevoerd door de eigenaar of de
berijder. Bij twijfel dient de dealer om raad te
worden gevraagd.
7.1 Reiniging elke keer na het rijden
Vereist gereedschap:
vochtige doek
borstel
sop
7.1.1 Verende voorvork reinigen
Verwijder met een vochtige doek vuil en
afzettingen van de staande buizen en de
vuilafstrijkers.
Controleer de staande buizen op deuken,
krassen, verkleuringen en vrijgekomen olie.
Controleer de luchtdruk.
Smeer de vuilafstrijkers en de staande buizen.
7.1.2 Achterbouwdemper reinigen
Verwijder met een vochtige doek vuil en
afzettingen van de demper.
Controleer de achterbouwdemper op deuken,
krassen, verkleuringen en vrijgekomen olie.
7.1.3 Pedalen reinigen
Reinig de pedalen na het rijden in vuil en regen
met een sopje en een borstel.
Voer na het reinigen onderhoud aan de
pedalen uit.
Pedaal reinigen elke keer na het
rijden
Verende voorvork en evt.
achterbouwdemper reinigen
elke keer na het
rijden
Accu reinigen maandelijks
Ketting (voornamelijk geasfalteerde
wegen) elke 250 - 300 km
Grondige reiniging en conservering van
alle onderdelen
ten minste elke
zes maanden
Oplader reinigen ten minste elke
zes maanden
In hoogte verstelbare zadelpen reinigen
en smeren
elke zes
maanden
Stand rubberen USB-klepje controleren voor het rijden
Slijtage van de banden controleren wekelijks
Slijtage van de velgen controleren wekelijks
Bandenspanning controleren wekelijks
Slijtage van de remmen controleren maandelijks
Elektrische bekabeling en bowdenkabels
op beschadigingen en functionaliteit
controleren
maandelijks
Kettingspanning controleren maandelijks
Spanning van de spaken controleren elke drie
maanden
Instelling versnelling controleren elke drie
maanden
Verende voorvork en evt.
achterbouwdemper op werking en slijtage
controleren
elke drie
maanden
Slijtage van de remschijven controleren ten minste elke
zes maanden
Vallen bij onbedoelde activering
Bij onbedoelde activering van het
aandrijfsysteem bestaat gevaar voor letsel.
Verwijder de accu voor het reinigen.
VOORZICHTIG
!


Product specificaties

Merk: Hercules
Categorie: Fiets E-bike
Model: Brose 14d Pedelec Display 2020

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Hercules Brose 14d Pedelec Display 2020 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Fiets E-bike Hercules

Handleiding Fiets E-bike

Nieuwste handleidingen voor Fiets E-bike