Graupner XR-2 Race Handleiding


Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Graupner XR-2 Race (10 pagina's) in de categorie Radio controll. Deze handleiding was nuttig voor 39 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/10
handleiding
2-kanaals-radiobesturingsset
XR-2 RACE
Veiligheidsaanwijzingen
In ieder geval doornemen alstublieft!
Om nog lang plezier aan uw modelbouwhobby te beleven, is het raadzaam deze handleiding nauwkeurig door te
lezen en met name de veiligheidsvoorschriften op te volgen. Deze handleiding dient in ieder geval aan een
eventuele navolgende gebruiker meegegeven te worden.
Gebruiksdoel
Deze radiobesturingsinstallatie mag alleen voor het door de producent beoogde doel, voor het besturen van niet
mandragende modelvoertuigen worden gebruikt. Een andersoortig gebruik is verboden.
Veiligheidsaanwijzingen
Radiobestuurde modellen zijn geen speelgoed!
Ook kleine modellen kunnen door onvakkundig gebruik, maar ook door invloed van derden, aanzienlijke schade
aan personen of goederen veroorzaken.
Behandelt u uw radiobesturingsinstallatie zorgvuldig. Dat garandeert een constante betrouwbaarheid en zorgt
ervoor, dat uw installatie steeds optimaal functioneert.
Technische defecten van electronische of mechanische aard kunnen leiden tot onvoorzien starten van de motor
en/of het rondvliegen van onderdelen, die u aanzienlijk kunnen blesseren!
Radiobesturingen mogen alleen bij “normale” buitentemperaturen worden gebruikt, d.w.z. in een bereik van –15
°C tot +55 °C.
Onderdelen, die door een motor worden aangedreven, zijn een voortdurende bron van gevaar. Zij mogen door
geen enkel lichaamsdeel of voorwerp worden aangeraakt. Een snel draaiende propeller b.v. kan een vinger
afhakken!
Houdt u zich daarom nooit op bij draaiende propellers of andere draaiende delen!
Beschermt u alle onderdelen tegen stof, vuil, vocht, trillingen en andere invloeden van buiten af. Vermijd
overmatige hitte en koude, evenals stoot- en drukbelasting.
Controleert u de apparatuur voortdurend op beschadigingen aan de behuizing en de kabels. Beschadigde of nat
geworden apparaten, zelfs wanneer ze opgedroogd zijn, niet meer gebruiken!
Alleen door ons aanbevolen componenten en accessoires mogen gebruikt worden. Gebruikt u altijd alleen bij
elkaar behorende, originele GRAUPNER stekkers van dezelfde constructie en hetzelfde materiaal.
Er mogen geen veranderingen aan de apparaten worden aangebracht, anders vervalt de zendvergunning en
verliest u alle bescherming van uw verzekering.
Wanneer de batterijaanduiding op de zender een leger wordende batterij of accu aangeeft, stoppen met rijden en
nieuwe batterijen inleggen resp. accu’s opladen. Controleert u regelmatig de toestand van met name de
ontvangeraccu. Wacht u niet tot de bewegingen van de servo’s merkbaar langzamer zijn geworden!
Haalt u altijd de accu’s uit uw model, wanneer u deze niet meer gebruikt. Opgebruikte batterijen of accu’s op tijd
vernieuwen.
Inbouwen van de ontvangstinstallatie in het model
De ontvanger wordt, ook om stoten te voorkomen, in schuimrubber ingepakt en beschermd tegen stof, vuil en
vocht in het model geplaatst. De ontvanger mag op geen enkele plek direct tegen het model zelf aanliggen,
omdat anders trillingen en schokken meteen aan de ontvanger zouden worden doorgegeven.
De ontvangerantenne niet inkorten of verlengen en zo ver mogelijk van electromotoren, servo’s, metalen stangen
of stroomdraden enz. plaatsen.
Let u er op bij het plaatsen van de kabels, dat deze niet strak getrokken, overmatig geknikt of gebroken zijn. Ook
scherpe randen en kanten zijn altijd een gevaar voor de isolatie. Let u er op, dat alle stekkers vast zitten. Stekkers
nooit aan de kabels lostrekken.
Vermijdt u verpolingen en kortsluitingen op welke manier dan ook met de aansluitkabels, de apparaten zijn
daartegen niet beschermd.
Bij het inbouwen van de ontvangstinstallatie in een model met verbrandingsmotor, alle delen altijd afgeschermd
inbouwen, zodat geen uitlaatgassen of olieresten kunnen binnendringen. Dit geldt vooral voor de meestal aan de
buitenkant gemonteerde AAN/UIT-schakelaar.
Servo’s altijd met de bijgevoegde trillingsdempende rubbers bevestigen, alleen zo zijn ze tegen al te harde
trillingen enigermate beschermd.
Voor het sturen de zenderantenne altijd helemaal uittrekken.
In het verlengde van de zenderantenne is de veldsterkte slechts gering. Het is daarom verkeerd, met de antenne
van de zender op het model te ‘richten’, om de ontvangstsituatie te verbeteren.
Bij gelijktijdig gebruik van radiobesturingen op naastgelegen kanalen moeten de bestuurders in een los groepje
bij elkaar staan. Bestuurders, die zich niet aan deze regel houden, brengen zowel hun eigen modellen als die van
anderen in gevaar.
Gedragsregels
Gebruik uw model nooit op openbare straten, wegen en pleinen.
Breng nooit dieren, toeschouwers of andere bestuurders in gevaar.
Gebruik uw model nooit in de buurt van hoogspanningsleidingen of in de buurt van sluizen en openbare
scheepsvaart.
Controle voor de start
Zijn er meerdere modelhobbyisten aanwezig, verzeker u er dan van dat u als enige op uw kanaal zendt, voordat u
uw zender aanzet. Dubbel gebruik van een zendfrequentie kan storingen veroorzaken of andere modellen laten
neerstorten.
Voordat u de ontvanger inschakelt moet u er zeker van zijn dat de gasknuppel van de zender op stop/stationair
staat.
Altijd eerst de zender aanzetten, dan pas de ontvanger.
Altijd eerst de ontvanger uitzetten, dan pas de zender.
Wanneer deze volgorde niet aangehouden wordt, dus de ontvanger aan staat en de bijbehorende zender nog op
“UIT”, dan kan de ontvanger door andere zenders, storingen enz. signalen oppikken. Het model voert
ongecontroleerde stuurbewegingen uit en kan schade aan personen of goederen veroorzaken. De servo’s kunnen
naar hun eindpositie lopen en electronica, tandwielen, stuurstangen, roeren enz. beschadigen en de
ontvangeraccu door de verhoogde belasting vroegtijdig ontladen.
Voor ieder gebruik correcte functie en reikwijdte controleren. Daarbij op een flinke afstand van het model
controleren, of alle roeren probleemloos werken en in de juiste richting uitslaan.
Deze test met draaiende motor herhalen, terwijl een helper het model vasthoudt.
Inbouwen van stuurstangen en roeren
Ín principe moet het inbouwen zó plaatsvinden, dat de stuurstangen vrij en licht lopen. Bijzonder belangrijk is,
dat alle roerhevels hun volledige uitslagen kunnen uitvoeren, dus niet mechanisch begrensd worden.
Er op letten, dat geen metalen delen b.v. door het uitslaan van roeren, trillingen, draaiende delen enz. tegen
elkaar schuren. Hierdoor ontstaan zogenaamde knakimpulsen, die de ontvanger storen.
Modellen met verbrandingsmotor
Om een draaiende motor ten allen tijde te kunnen stoppen, moet men de motordrossel zĂł hebben ingesteld, dat
de carburateuropening helemaal gesloten wordt, wanneer de stuurknuppel en trimhevel in de stationairpositie
worden gebracht.
Ontvanger met BEC-systeem
Let op: de belastbaarheid van het BEC-systeem is begrensd! Bij het gebruik van sterkere servo’s met hoger
stroomverbruik mag het BEC-systeem niet meer toegepast worden, omdat een overbelasting leidt tot een acute
uitval van het BEC-systeem. In dit geval moet een aparte ontvangeraccu worden toegepast.
Stroombronnen
Gebruik nooit defecte, beschadigde cellen of batterijen met verschillende cellentypen, mix nooit oude en nieuwe
cellen of cellen van verschillend fabricaat.
Laden van de accu’s
Alle accu’s moeten voor ieder gebruik worden opgeladen. Let u daarbij steeds op de aanwijzingen van de
accufabrikant en houdt u zich nauwkeurig aan de laadtijden.
Accu’s nooit zonder toezicht opladen. Probeer nooit droge batterijen op te laden (explosiegevaar).
Laden van de zenderaccu’s
De batterijhouder van de zender kan voorzien worden van oplaadbare batterijen. Gebruikt u uitsluitend cellen
van het type: Mignon/R6.
Wanneer de zender voorzien is van oplaadbare batterijen, dan kunnen deze via de in de zijwand aangebrachte
laadbus opgeladen worden. De zender moet tijdens het gehele laadproces op “UIT” staan.
De laadbus van de zender is voorzien van een diode als veiligheidsschakeling. Daardoor wordt schade bij
verpolen of kortsluiting met de aansluitstekkers van de zenderlaadkabel voorkomen.
Opladen van de zenderaccu’s met een automatisch snellaadapparaat is hierdoor niet mogelijk.
Maximale zender-laadstroom
Om schade aan de zender te voorkomen mag de maximale laadstroom nooit meer dan 300 mA (0,3 A) zijn.
Let altijd op de laad- en behandelvoorschriften van de accufabrikant.
Capaciteit en gebruikstijd
Voor alle stroombronnen geldt: bij lage temperaturen neemt de capaciteit sterk af, daardoor zijn de
gebruikstijden korter bij koude weersomstandigheden.
Ontstoring van electromotoren
In modellen met electroaandrijving moet elke motor zorgvuldig worden ontstoord. Een misschien al ingebouwde
basisontstoring van de electromotor is meestal niet voldoende , maar vervult alleen maar de wettelijke eisen. Let
u daarom in ieder geval op de desbetreffende aanwijzingen in de montage- of gebruiksaanwijzing van uw model.
Diverse ontstoorfilters en ontstoringsonderdelen vindt u in de GRAUPNER hoofdcatalogus FS.


Product specificaties

Merk: Graupner
Categorie: Radio controll
Model: XR-2 Race

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Graupner XR-2 Race stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden