Epson Expression Premium XP-6100 Handleiding
Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Epson Expression Premium XP-6100 (261 pagina's) in de categorie Printer. Deze handleiding was nuttig voor 166 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld
Pagina 1/261

Gebruikershandleiding
NPD5955-01 NL
Copyright
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schrielijke toestemming van Seiko Epson
Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in
deze handleiding. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die voortvloeit uit het gebruik van de
informatie in deze publicatie. De informatie in dit document is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit Epson-
product. Epson is niet verantwoordelijk voor gebruik van deze informatie in combinatie met andere producten.
Seiko Epson Corporation noch haar lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit
product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan
niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering
van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson
Corporation.
Seiko Epson Corporation en haar dochterondernemingen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor
schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen
kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit
elektromagnetische interferentie als gevolg van het gebruik van andere interfacekabels die door Seiko Epson
Corporation worden aangeduid als Epson Approved Products.
© 2018 Seiko Epson Corporation
De inhoud van deze handleiding en de specicaties van dit product kunnen zonder aankondiging worden
gewijzigd.
Gebruikershandleiding
Copyright
2

Handelsmerken
❏EPSON
®
is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
❏PRINT Image Matching™ en het PRINT Image Matching-logo zijn handelsmerken van Seiko Epson
Corporation.Copyright © 2001 Seiko Epson Corporation. All rights reserved.
❏Epson Scan 2 soware is based in part on the work of the Independent JPEG Group.
❏libti
Copyright © 1988-1997 Sam Leer
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this soware and its documentation for any purpose is
hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in
all copies of the soware and related documentation, and (ii) the names of Sam Leer and Silicon Graphics
may not be used in any advertising or publicity relating to the soware without the specic, prior written
permission of Sam Leer and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS,
IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF
MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL,
INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES
WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED
OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN
CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
❏SDXC Logo is a trademark of SD-3C, LLC.
❏PictBridge is a trademark.
❏QR Code is a registered trademark of DENSO WAVE INCORPORATED in Japan and other countries.
❏Intel
®
is a registered trademark of Intel Corporation.
❏Microso
®
, Windows
®
, and Windows Vista
®
are registered trademarks of Microso Corporation.
❏Apple, Macintosh, macOS, OS X, Bonjour, ColorSync, Safari, AirPrint, the AirPrint Logo, iPad, iPhone, iPod
touch, and iTunes are trademarks of Apple Inc., registered in the U.S. and other countries.
❏Google Cloud Print, Chrome, Chrome OS, Google Play and Android are trademarks of Google Inc.
❏Adobe and Adobe Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the
United States and/or other countries.
Gebruikershandleiding
Handelsmerken
3
❏Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als identicatie en
kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars.Epson maakt geen enkele aanspraak op enige
rechten op deze handelsmerken.
Gebruikershandleiding
Handelsmerken
4

Inhoudsopgave
Copyright
Handelsmerken
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen...............10
Informatie zoeken in de handleiding............10
Markeringen en symbolen...................12
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding. . . . . . 12
Referenties voor besturingssystemen............12
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................14
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 15
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 15
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 16
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van geheugenkaarten.....................16
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het display..........................16
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........17
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............18
Bedieningspaneel..........................21
Pictogrammen op het lcd-scherm............22
Conguratie basisscherm..................24
Tekens invoeren.........................25
Animaties bekijken...................... 26
Een menu weergeven dat past bij de handeling. . 27
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................28
Wi-Fi-verbinding........................28
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................28
Een computer verbinden.................... 29
Een smart device verbinden..................30
Verbinding maken met een smart device via
een draadloze router......................30
Verbinden met een iPhone of iPad (iOS-
apparaten) met Wi-Fi Direct................30
Verbinden met Android-apparaten met Wi-Fi
Direct................................34
Andere apparaten dan iOS en Android
verbinden via Wi-Fi Direct.................37
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer. . . . . 40
Wi- Fi-i nste l li ng e n u it v o e re n d o or h e t
invoeren van de SSID en het wachtwoord. . . . . . 40
Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling (WPS).................42
Wi-Fi-instellingen congureren via de
pincode-instelling (WPS)..................43
Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct
(eenvoudig toegangspunt) congureren....... 45
Geavanceerde netwerkinstellingen maken. . . . . . 46
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 47
Netwerkpictogram.......................47
De gedetailleerde netwerkinformatie
controleren op het bedieningspaneel..........47
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 48
Een netwerkstatusvel afdrukken.............54
Draadloze routers vervangen of toevoegen. . . . . 55
De verbindingsmethode met een computer
wijzigen.................................55
De Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)-
instellingen wijzigen........................56
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . . .57
Verbinding Wi-Fi Direct (Eenvoudig
Toegangspunt) verbreken vanaf het
bedieningspaneel..........................58
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................59
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. . . . . 60
Beschikbaar papier en capaciteiten.............61
Origineel Epson-papier................... 61
Commercieel beschikbaar papier............ 63
Lijst met papiertypes....................... 63
Functies papierbron........................64
Papier in de Papiercassette 1 laden........... 65
Papier in de Papiercassette 2 laden........... 69
Originelen plaatsen
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . . . 75
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
5

Verschillende originelen plaatsen..............76
Foto's plaatsen om te kopiëren..............76
Een id-kaart plaatsen om te kopiëren......... 77
Een cd/dvd plaatsen om daarop een label af
te drukken.............................77
Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te
scannen...............................77
Een geheugenkaart plaatsen
Ondersteunde geheugenkaarten...............79
Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen. . . . . . .79
Een cd/dvd laden om te bedrukken
Bedrukbare cd's/dvd's...................... 81
Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met
cd's/dvd's................................81
Een cd/dvd/ plaatsen en verwijderen............81
Afdrukken
Afdrukken vanuit het menu Foto's afdrukken
op het bedieningspaneel.....................83
Basishandelingen voor foto's afdrukken........83
Afdrukken in diverse lay-outs...............87
Id-foto's afdrukken.......................88
Foto's afdrukken met een sjabloon........... 89
Menuopties voor het afdrukken via het
bedieningspaneel........................91
Afdrukken vanuit het menu Verschillende
afdrukken op het bedieningspaneel............ 94
Ontwerppapier afdrukken................. 94
Foto's met handgeschreven tekst afdrukken. . . . . 95
Foto's op een cd-/dvd-label afdrukken.........96
Foto's afdrukken op een cd-hoesje........... 99
Originele kalenders met een foto afdrukken. . . .100
Een kalender afdrukken..................101
Gelinieerd papier afdrukken...............102
Origineel briefpapier afdrukken............103
Afdrukken op een originele wenskaart. . . . . . . .104
Een kleurboek afdrukken.................105
Afdrukken vanaf een computer...............106
Basisprincipes — Windows................106
Basisprincipes — Mac OS.................107
Dubbelzijdig afdrukken..................110
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . .112
Afdruk aanpassen aan papierformaat. . . . . . . . 114
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen
voor Windows)........................ 115
Eén aeelding afdrukken op meerdere vellen
om een poster te maken (alleen voor Windows) 116
Geavanceerde functies gebruiken voor
afdrukken............................122
Foto's afdrukken met Epson Easy Photo Print. . 124
Een cd-/dvd-label afdrukken met Epson Print
CD................................. 125
Afdrukken met Smart Devices............... 125
Epson iPrint gebruiken...................125
Epson Print Enabler gebruiken.............127
AirPrint gebruiken......................128
Foto's afdrukken vanaf een digitale camera......129
Afdrukken vanaf een via USB aangesloten
digitale camera.........................129
Afdrukken vanaf een draadloos verbonden
digitale camera.........................130
Afdrukken annuleren......................131
Afdrukken annuleren — Bedieningspaneel. . . . 131
Afdrukken annuleren - Windows........... 131
Afdrukken annuleren — Mac OS........... 131
Kopiëren
Normaal kopiëren........................ 132
Verschillende kopieermethoden..............133
Kopiëren in diverse lay-outs...............133
Foto's kopiëren.........................134
Kopiëren op een cd-/dvd-label............. 135
Menuopties voor kopiëren..................138
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel.............141
Scannen naar een geheugenapparaat. . . . . . . . . 141
Scannen naar een computer...............143
Scannen naar de cloud...................147
Scannen met behulp van WSD............. 149
Scannen vanaf een computer.................151
Scannen met Epson Scan 2................151
Scannen met smart-apparaten................158
Epson iPrint installeren.................. 158
Scannen met Epson iPrint.................158
Cartridges en andere
verbruiksgoederen vervangen
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren.............. 160
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
6

De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren —
Bedieningspaneel.......................160
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Windows. . . . 160
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Mac OS. . . . . 160
Codes van de cartridges....................161
Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen. . . . . . . 162
Cartridges vervangen......................164
Onderhoudscassettecode................... 168
Voorzorgsmaatregelen voor de
onderhoudscassette....................... 169
Een onderhoudscassette vervangen............169
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken............172
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken —
Windows.............................173
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS. 174
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna
opgebruikt is (alleen Windows)...............175
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen...........176
De printkop controleren en schoonmaken —
Bedieningspaneel.......................176
De printkop controleren en schoonmaken -
Windows.............................177
De printkop controleren en reinigen — Mac OS 177
De printkop uitlijnen......................178
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .178
Het papiertraject reinigen...................179
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . 179
Het papiertraject reinigen om
papierstoringen te voorkomen............. 181
De Scannerglasplaat reinigen................ 182
Het doorschijnende folie reinigen.............183
Stroom besparen......................... 185
Energie besparen — Bedieningspaneel. . . . . . . 185
Menuopties voor Instel.
Menuopties voor Voorraadstatus..............186
Menuopties voor Basisinstellingen.............186
Schermbeveiliging:......................186
Lcd-helderheid:........................186
Autom. inschakeling:....................186
Uitschakelingstimer:.....................186
Uitschakelinst.:.........................187
Slaaptimer:........................... 187
Taal/Language:.........................187
Alle inst.wissen:........................187
Menuopties voor Printerinstellingen...........187
Papierbroninstelling:.................... 187
CD/DVD:............................188
Binnen-/buitenkant van cd:............... 188
Stickers:..............................188
Dik papier:............................188
Stille modus:..........................188
Droogtijd voor inkt:.....................188
Bidirectioneel:.........................188
Alle inst.wissen........................ 188
Menuopties voor Netwerkinstellingen..........188
Menuopties voor Webservice-instellingen.......189
Menuopties voor Bestandsdeling instellen. . . . . . . 190
Menuopties voor Afdrukinstellingen camera. . . . . 190
Menuopties voor Geleiderfuncties.............190
Papier komt niet overeen:.................191
Automatische selectiestand:............... 191
Alle instellingen:....................... 191
Alle inst.wissen:........................191
Menuopties voor Firmware-update............191
Bijwerken:............................191
Melding:............................. 191
Menuopties voor Standaardinst. herstellen. . . . . . .191
Netwerkservice en
softwareinformatie
De service van Epson Connect...............193
Vanaf het bedieningspaneel registreren bij
Epson Connect Service...................193
Toepassing voor het congureren van
printerbewerkingen (Web Cong).............193
Webconguratie uitvoeren op een webbrowser. 194
Web Cong uitvoeren op Windows..........194
Web Cong uitvoeren op Mac OS...........195
Windows-printerdriver.....................195
Uitleg bij de printerdriver voor Windows. . . . . . 196
Bedieningsinstellingen voor Windows-
printerdriver congureren................ 198
Mac OS-printerstuurprogramma..............198
Uitleg bij het printerstuurprogramma voor
Mac OS..............................199
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver congureren................ 201
Toepassing voor het scannen van documenten
en aeeldingen (Epson Scan 2)...............201
De netwerkscanner toevoegen..............202
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
7

Toepassing voor het congureren van
scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel
(Epson Event Manager).................... 202
Toepassing voor fotolay-out (Epson Easy Photo
Print)................................. 203
Toepassing voor het afdrukken van tekst of
aeeldingen op een schijf (Epson Print CD). . . . . 204
Toepassing voor het afdrukken van webpagina's
(E-Web Print)........................... 204
Toepassing voor het scannen en overdragen van
aeeldingen (Easy Photo Scan).............. 205
Hulpprogramma's voor soware-updates
(EPSON Soware Updater). . . . . . . . . . . . . . . . . 205
Toepassingen installeren....................206
Toepassingen en rmware bijwerken...........206
De printerrmware bijwerken via het
bedieningspaneel.......................207
Toepassingen verwijderen...................207
Toepassingen verwijderen — Windows.......208
Toepassingen verwijderen — Mac OS........208
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................210
Berichten op het display bekijken...........210
De printerstatus controleren - Windows.......212
De printerstatus controleren — Mac OS...... 213
Vastgelopen papier verwijderen...............213
Vastgelopen papier binnen in de printer
verwijderen...........................213
Vastgelopen papier verwijderen uit het
Achterpaneel..........................216
Vastgelopen papier verwijderen uit de
Papiercassette..........................216
Papier wordt niet goed ingevoerd.............217
Papier loopt vast........................218
Papier wordt schuin ingevoerd.............218
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................218
Cd-/dvd-lade wordt uitgeworpen........... 218
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................219
De stroom wordt niet ingeschakeld..........219
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 219
Stroom schakelt automatisch uit............219
Het display wordt donker.................219
De functie Autom. inschakeling werkt niet. . . . .219
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 220
De verbinding controleren (USB)...........220
De verbinding controleren (netwerk).........220
De soware en gegevens controleren.........221
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................223
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................225
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren............................ 225
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 225
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................227
De SSID voor de computer controleren.......228
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad. . . . . 229
Afdrukproblemen........................ 229
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 229
Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .229
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 2.5 cm..........230
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 230
Afdrukkwaliteit is slecht..................231
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........232
Vlekken op het papier bij automatisch
dubbelzijdig afdrukken...................233
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............233
Aeeldingen of foto's worden afgedrukt met
de verkeerde kleuren.................... 233
De kleuren verschillen van wat u op het
scherm ziet........................... 234
Kan niet afdrukken zonder marges..........234
Randen van de aeelding vallen weg bij het
randloos afdrukken.....................234
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 235
Er worden meerdere originelen gekopieerd
op één vel papier....................... 235
De afdrukpositie van fotostickers is verkeerd. . . 236
De afdruk- of kopieerpositie op een cd/dvd is
verkeerd............................. 236
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 236
De afgedrukte aeelding is omgekeerd.......236
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .237
Op de gekopieerde afdruk verschijnen
ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................237
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel
"moiré" genoemd) op de gekopieerde
aeelding............................237
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................237
Het probleem kon niet worden opgelost.......238
Overige afdrukproblemen...................238
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
8

Afdrukken verloopt te traag...............238
Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het
continu afdrukken......................239
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een
computer met Mac OS X 10.6.8.............239
Kan niet beginnen met scannen.............. 239
Kan scannen niet starten via bedieningspaneel. .240
Problemen met gescande aeeldingen......... 240
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort
worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................240
De aeeldingskwaliteit is ruw..............240
De oset schijnt door in de achtergrond van
aeeldingen.......................... 241
De tekst is onscherp.....................241
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 241
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 242
Kan geen voorbeeld weergeven in umbnail. . 242
Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............243
Problemen in gescande aeelding kunnen
niet worden opgelost.................... 243
Andere scanproblemen.....................244
Scansnelheid is laag.....................244
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 244
Overige problemen........................245
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 245
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 245
Kan gegevens niet opslaan op een
geheugenapparaat...................... 245
Soware wordt geblokkeerd door een rewall
(alleen Windows).......................245
"!" wordt weergegeven in het fotoselectiescherm 246
Bijlage
Technische specicaties.................... 247
Printer specicaties..................... 247
Scannerspecicaties.....................248
Interfacespecicaties.................... 249
Lijst met netwerkfuncties.................249
Wi-Fi-specicaties......................250
Beveiligingsprotocol.....................250
Ondersteunde services van derden.......... 250
Specicaties externe opslagapparaten. . . . . . . . 250
Ondersteunde gegevensspecicaties......... 251
Dimensies............................252
Elektrische specicaties.................. 252
Omgevingsspecicaties...................253
Systeemvereisten....................... 253
Regelgevingsinformatie.................... 254
Normen en goedkeuringen................254
Beperkingen op het kopiëren.............. 255
De printer vervoeren en opslaan..............255
Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer 258
Hulp vragen.............................259
Technische ondersteuning (website).........259
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................259
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
9

Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen
De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de
verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de toepassingen raadplegen.
❏Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer, het
oplossen van problemen enzovoort.
❏Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor
netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
❏Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde
ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
❏Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates
beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie
downloaden.
Gerelateerde informatie
&“Hulpprogramma's voor soware-updates (EPSON Soware Updater)” op pagina 205
Informatie zoeken in de handleiding
In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan
met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg
over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
10

Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die
u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de
weergegeven zoekresultaten om naar de betreende pagina te gaan.
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat
gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
❏Wi nd o w s : h o u d de Alt-toets ingedrukt en druk op ←.
❏Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op ←.
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en
geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
❏Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voorbeeld: 20-25
❏Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
11

Markeringen en symbolen
!
Let op:
Instructies die nauwkeurig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
c
Belangrijk:
Instructies die moeten worden nageleefd om schade aan de apparatuur te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende en referentie-informatie.
Gerelateerde informatie
&Koppelingen naar gerelateerde gedeelten.
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding
❏Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS High Sierra. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de
situatie.
❏De aeeldingen in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine verschillen tussen elk
model, maar de gebruiksmethode blij hetzelfde.
❏Sommige menu-items op het lcd-scherm variëren naargelang het model en de instellingen.
❏U kunt de QR-code scannen met de speciale app.
Referenties voor besturingssystemen
Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows
Vista", en "Windows XP" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle
versies ervan aan te duiden.
❏Microso
®
Wi nd o w s
®
10 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd o w s
®
8.1 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd o w s
®
8 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd o w s
®
7 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd o w s Vi s t a
®
besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd o w s
®
XP besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd o w s
®
XP Professional x64 Edition besturingssysteem
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
12
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS High Sierra, macOS Sierra, OS X El
Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
13

Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies
Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere
raadplegingen. Let ook op al de waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
❏Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
❏Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur
kan leiden tot brand of elektrische schokken.
❏Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
❏Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen
van het apparaat.
❏Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of
als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de
prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden
gegeven.
❏Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
❏Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of
luchtvochtigheid.
❏Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
❏Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
❏Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw
handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u
uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen
problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
❏Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
❏Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
❏Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
❏Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
❏Haal de cartridge of onderhoudscassette niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
❏Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen. Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun
etiket scheurt. Omdat hierdoor inkt kan lekken.
❏Houd cartridges en de onderhoudscassette buiten het bereik van kinderen.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
14

Printeradviezen en waarschuwingen
Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze
handleiding voor toekomstig gebruik.
Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de
printer
❏Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
❏Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
❏Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
❏Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
❏Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
❏Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral
op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
❏Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het
totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de
maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
❏Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en
stroompieken.
❏Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op
een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden
beschadigd raken.
❏Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
❏Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
❏Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
❏Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
❏Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
❏Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
❏Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
❏Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
❏Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
❏Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
15
❏Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
❏Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
❏Zet de printer altijd uit met de knop
P
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact niet af zolang het lampje
P
nog knippert.
❏Controleer voordat u de printer vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of
de cartridges aanwezig zijn.
❏Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een
draadloze verbinding
❏Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische
instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de
medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
❏Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle
waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de
buurt van automatisch aangestuurde apparaten.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van geheugenkaarten
❏Verwijder een geheugenkaart niet en schakel de printer niet uit wanneer het lampje van de geheugenkaart
knippert.
❏Het gebruik van geheugenkaarten verschilt per type kaart. Raadpleeg de documentatie die bij de geheugenkaart
is geleverd voor meer informatie.
❏Gebruik alleen geheugenkaarten die compatibel zijn met het apparaat.
Gerelateerde informatie
&“Ondersteunde geheugenkaartspecicaties” op pagina 250
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het display
❏Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit
is normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
❏Maak het display alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
❏De buitenkant van de display kan breken als deze een grote weerslag krijgt. Neem contact op met uw
wederverkoper als het oppervlak van het scherm barst of splintert. Raak de gebroken stukken nooit aan en
verwijder ze niet.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
16

Uw persoonlijke gegevens beschermen
Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer Instel.
> Standaardinst. herstellen > Alle instellingen op het bedieningspaneel.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
17

Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen
AVoorpaneel Openen om papier te kunnen laden in de papiercassette.
BUitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt. Handmatig uitschuiven
en weer induwen voor bewaring.
CPapiercassette 1 Laadt papier.
Wanneer u afdrukt met Epson iPrint moet u ervoor zorgen dat het getal dat
op de rechterzijde van de papiercassette is afgebeeld overeenkomt met de
instelling voor de papierbron in Epson iPrint.
DPapiercassette 2
EZijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze naar de
randen van het papier.
Fverlenging van papiergeleider Schuif uit voor papier van Legal-formaat.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
18

ASleuf voor cd-/dvd-lade Plaats in deze sleuf de cd-/dvd-lade met een cd/dvd erin voor
labelafdrukken.
BCd-/dvd-lade Bij het afdrukken op een cd/dvd/ verwijdert u deze uit de onderzijde van de
printer, plaats vervolgens een cd/dvd en plaats deze in de cd/dvd-ladesleuf.
Als u niet op een cd/dvd afdrukt, bewaar hem dan in de onderzijde van de
printer zonder een cd/dvd te plaatsen.
AScannereenheid Scant de geplaatste originelen. Open om de inktcartridges te kunnen
vervangen of vastgelopen papier te verwijderen. Deze eenheid blijft meestal
gesloten.
BCartridgehouder Installeer de inktpatronen. Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de printkop.
CAfdekking onderhoudscassette Verwijder deze afdekking wanneer u de onderhoudscassette wilt vervangen.
De onderhoudscassette is een houder waarin kleine hoeveelheden
overtollige inkt wordt opgevangen tijdens het reinigen of afdrukken.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
19

DBedieningspaneel Geeft de status van de printer weer en maakt het mogelijk printerinstellingen
te congureren.
U kunt het bedieningspaneel in een andere hoek zetten.
E
P
(aan/uit-knop/lampje) Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact nadat u hebt gecontroleerd of het aan/
uit-lampje uit staat.
ADocumentdeksel Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
BScanplaat Plaats de originelen.
CSD-kaartsleuf Plaats een geheugenkaart in het apparaat.
DExterne USB-poort Voor aansluiting van een extern opslagapparaat of een apparaat met
PictBridge-ondersteuning.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
20

ANetaansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
BAfdekking achterzijde Verwijderen bij het verwijderen van vastgelopen papier.
CUSB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met een computer.
Bedieningspaneel
AHiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact nadat u hebt gecontroleerd of het aan/uit-lampje uit staat.
BHiermee opent u het startscherm.
CHiermee geeft u menu's en berichten weer. Gebruik de knoppen op het bedieningspaneel om instellingen te
selecteren of uit te voeren.
DHiermee selecteert u het aantal pagina's dat u wilt afdrukken.
EHiermee stopt u de actieve bewerking.
FHiermee keert u terug naar het vorige scherm.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
21

GGebruik de knoppen
u
d
l
r
om de focus naar het doel te verplaatsen en druk op de knop OK om het
geselecteerde menu te openen of instellingen te congureren.
HIs van toepassing op verschillende functies, afhankelijk van de situatie.
IHiermee start u een taak, zoals afdrukken of kopiëren.
Pictogrammen op het lcd-scherm
De volgende pictogrammen worden op het display weergegeven naargelang de status van de printer.
Pictogrammen op het startscherm
Hiermee wordt het scherm Voorraadstatus weergegeven.
U kunt controleren hoeveel inkt er nog is en hoe lang de onderhoudscassette nog meegaat (bij
benadering). U kunt ook de inktcartridges vervangen of de statusinformatie voor afdrukbenodigdheden
afdrukken.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
22

Geeft de status van de netwerkverbinding weer.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
De printer zoekt naar een SSID, het IP-adres is niet ingesteld of er is een probleem met het
draadloze (wi-)netwerk.
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te sterker de
verbinding is.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct
(eenvoudig toegangspunt).
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt).
Selecteer deze optie om het scherm Netwerkverbind.inst. weer te geven. Dit is de snelkoppeling naar
het volgende menu.
Instel. > Netwerkinstellingen > Wi-Fi instellen
❏Wanneer de printer nog niet is verbonden met een netwerk.
Selecteer het pictogram van de gewenste verbindingsmethode en selecteer vervolgens Start de
instelling op het volgende scherm om het instellingenmenu weer te geven.
❏Wanneer de printer al is verbonden met een netwerk.
Hiermee wordt de informatie weergegeven van de netwerkinstellingen, bijvoorbeeld het IP-adres van
de printer.
Hiermee wordt aangegeven dat Stille modus is ingesteld voor de printer. Wanneer deze functie is
ingeschakeld, wordt het geluid dat door de printer wordt gemaakt gedempt. De afdruksnelheid kan
hierdoor verminderen. Het geluid wordt mogelijk niet gedempt, afhankelijk van het geselecteerde
papiertype en de gekozen afdrukkwaliteit.
Selecteer deze optie om de instelling te wijzigen. Dit is de snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Printerinstellingen > Stille modus
Hiermee wordt het scherm Hulp weergegeven. U kunt bedieningsinstructies en oplossingen voor
problemen bekijken.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
23

Pictogrammen op elk scherm
Hiermee bladert u in het scherm van links naar rechts en van boven naar beneden.
Hiermee annuleert u de instellingen en sluit u het scherm.
Hiermee wordt aanvullende informatie weergegeven.
Geeft aan dat er een probleem is met de items. Selecteer het pictogram om te zien hoe u het probleem
kunt oplossen.
Wanneer dit op het startscherm wordt weergegeven op
B
betekent dit dat de geschatte inktniveaus en
de geschatte levensduur van de onderhoudscassette het einde van de levensduur naderen.
Gerelateerde informatie
&“Menuopties voor Netwerkinstellingen” op pagina 188
Conguratie basisscherm
Hieronder ziet u de schermconguratie voor kopiëren en scannen.
AU wisselt met de tabbladen tussen de lijsten met instellingen.
Op het tabblad links worden veelgebruikte items voor kopiëren en scannen weergegeven. Op het tabblad
Geavanceerde instellingen worden andere items weergegeven die u desgewenst kunt instellen.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
24

BHiermee toont u de lijst met instellingsitems.
Selecteer het item of schakel het selectievakje in om instellingen te congureren.
Items die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar. Selecteer het item om te controleren waarom het niet
beschikbaar is.
Tekens invoeren
Schermtoetsenbord
Wanneer u bijvoorbeeld netwerkinstellingen congureert, kunt u tekens en symbolen invoeren via het
schermtoetsenbord.
Opmerking:
Beschikbare pictogrammen variëren naargelang de instelling.
AGeeft het aantal tekens weer.
BVerplaatst de cursor naar de invoerpositie.
CHiermee schakelt u tussen hoofdletters en kleine letters, of cijfers en symbolen.
U kunt ook schakelen met de knop .
DHiermee schakelt u tussen tekentypes.U kunt alfanumerieke tekens, symbolen en speciale tekens, zoals umlauten
en accenten gebruiken.
U kunt ook schakelen met de knop .
EHiermee wijzigt u de indeling van het toetsenbord.
FHiermee voert u veelgebruikte e-maildomeinadressen of URL's in door het item te selecteren.
GHiermee typt u een spatie.
HHiermee voert u een teken in.
IHiermee wist u het teken links van de cursor.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
25

Schermtoetsenblok
Wanneer u bijvoorbeeld het aantal exemplaren wilt opgeven, kunt u getallen invoeren met het schermtoetsenblok.
Met het schermtoetsenblok kunt u eenvoudiger grotere getallen invoeren.Gebruik voor kleinere getallen de
knoppen +/-.
AHiermee annuleert u het invoeren en sluit u het schermtoetsenblok.
BHiermee bevestigt u het ingevoerde getal en sluit u het schermtoetsenblok.
CHiermee verwijdert u het ingevoerde getal.
DHiermee verwijdert u het ingevoerde getal links.
Animaties bekijken
Op het lcd-scherm kunt u animaties bekijken van bedieningsinstructies, zoals het laden van papier of het
verwijderen van vastgelopen papier.
❏Selecteer op het startscherm. Het Help-scherm wordt weergegeven. Selecteer Hoe en selecteer vervolgens de
items die u wilt bekijken.
❏Selecteer Hoe onderaan het bedieningsscherm. De contextgevoelige animatie wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
26

AGeeft het totale aantal stappen en het nummer van de huidige stap weer.
In het voorbeeld hierboven wordt stap 2 van 5 stappen weergegeven.
BDruk op de knop
l
om terug te keren naar de vorige stap.
CGeeft de voortgang in de huidige stap aan. De animatie wordt herhaald wanneer de voortgangsbalk het einde
bereikt.
DDruk op de knop
r
om verder te gaan naar de volgende stap.
Een menu weergeven dat past bij de handeling
De printer gee automatisch menu's weer die passen bij wat u wilt doen. Als u de functie wilt stoppen, schakelt u
de instelling Automatische selectiestand uit.
Instel. > Geleiderfuncties > Automatische selectiestand
❏Sluit een extern geheugenapparaat aan, bijvoorbeeld een geheugenkaart of USB-apparaat.
Gerelateerde informatie
&“Menuopties voor Geleiderfuncties” op pagina 190
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
27

Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen
U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.
Wi-Fi-verbinding
Sluit de printer en de computer of het smart device aan op de draadloze router. Dit is de meest gebruikelijke
manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een
draadloze router.
Gerelateerde informatie
&“Een computer verbinden” op pagina 29
&“Een smart device verbinden” op pagina 30
&“Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 40
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het
smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als draadloze router en
kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een gewone draadloze router nodig hebt.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
28

Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de
printer.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een
netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi,
wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
&“Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 45
Een computer verbinden
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U
kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
❏Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
❏Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de
gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
29

Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Volgende.
Volg de instructies op het scherm.
Een smart device verbinden
Verbinding maken met een smart device via een draadloze router
U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk
(SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende
website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart device met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de
computer te verbinden.
Verbinden met een iPhone of iPad (iOS-apparaten) met Wi-Fi Direct
Met deze methode kunt u de printer direct verbinden met een iPhone of iPad zonder draadloze router. De
volgende voorwaarden zijn vereist voor het gebruik van deze functie. Als uw omgeving niet voldoet aan deze
voorwaarden, kunt u verbinden door Andere OS-apparaten te selecteren. Raadpleeg de verwante
informatiekoppeling hieronder voor details over het verbinden.
❏iOS 11 of later
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
30

❏De standaard cameratoepassing gebruiken voor het scannen van de QR-code
❏Epson iPrint versie 7.0 of later
Epson iPrint wordt gebruikt voor het afdrukken van een smart-apparaat. Installeer vooraf Epson iPrint op het
smart-apparaat.
Opmerking:
U moet deze instellingen alleen opgeven voor de printer en het smart-apparaat waarmee u eenmaal wilt verbinden. Tenzij u
Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard netwerkinstellingen herstelt , hoe u deze instellingen niet opnieuw op te geven.
1. Selecteer Smartphone verbinden op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
2. Selecteer Start de instelling.
3. Selecteer iOS.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
31

De QR-code wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
4. Start de standaard Camera-app op uw iPhone of iPad en scan vervolgens de QR-code die wordt weergegeven
op het bedieningspaneel van de printer.
Gebruik de Camera-app voor iOS 11 of later. U kunt geen verbinding maken met de printer via de Camera-
app voor iOS 10 of ouder. U kunt evenmin verbinding maken via een app voor het scannen van QR-codes. Als
u geen verbinding kunt maken, schui u door het scherm op het bedieningspaneel van de printer en selecteert
u vervolgens Andere OS-apparaten. Raadpleeg de verwante informatiekoppeling hieronder voor details over
het verbinden.
5. Tik op het bericht dat wordt weergegeven op het scherm van het smart-apparaat.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
32

6. Tik op Verbind.
7. Selecteer Volgende op het bedieningspaneel van de printer.
8. Op de iPhone of iPad, start u Epson iPrint.
9. Tik op het scherm Epson iPrint op Printer niet geselecteerd..
10. Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
33

Raadpleeg de informatie die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer om de printer te
selecteren.
11. Selecteer Volledig op het bedieningspaneel van de printer.
Voor smart-apparaten die al eerder werden verbonden met de printer, selecteert u de netwerknaam (SSID) op het
wischerm van het smart-apparaat om ze opnieuw te verbinden.
Gerelateerde informatie
&“Andere apparaten dan iOS en Android verbinden via Wi-Fi Direct” op pagina 37
Verbinden met Android-apparaten met Wi-Fi Direct
Me deze methode kunt u de printer direct verbinden met uw Android-apparaat zonder draadloze router. De
volgende voorwaarden zijn vereist voor het gebruik van deze functie.
❏Android 4.4 of later
❏Epson iPrint versie 7.0 of later
Epson iPrint wordt gebruikt voor het afdrukken van een smart-apparaat. Installeer vooraf Epson iPrint op het
smart-apparaat.
Opmerking:
U moet deze instellingen alleen opgeven voor de printer en het smart-apparaat waarmee u eenmaal wilt verbinden. Tenzij u
Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard netwerkinstellingen herstelt , hoe u deze instellingen niet opnieuw op te geven.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
34

1. Selecteer Smartphone verbinden op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
2. Selecteer Start de instelling.
3. Selecteer Android.
4. Start Epson iPrint op het smart-apparaat.
5. Tik op het scherm Epson iPrint op Printer niet geselecteerd..
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
35

6. Selecteer de printernaam waarmee u verbinding wilt maken op het scherm Epson iPrint.
Raadpleeg de informatie die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer om de printer te
selecteren.
Opmerking:
Printers worden mogelijk niet weergegeven, aankelijk van het Android-apparaat. Als er geen printer worden
weergegeven, maakt u verbinding door Andere OS-apparaten te selecteren. Raadpleeg de verwante koppelingen
hieronder voor het verbinden.
7. Wanneer het scherm voor de goedkeuring van de apparaatverbinding wordt weergegeven, selecteert u
Goedkeuren.
8. Selecteer Volledig op het bedieningspaneel van de printer.
Voor smart-apparaten die al eerder werden verbonden met de printer, selecteert u de netwerknaam (SSID) op het
wischerm van het smart-apparaat om ze opnieuw te verbinden.
Gerelateerde informatie
&“Andere apparaten dan iOS en Android verbinden via Wi-Fi Direct” op pagina 37
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
36

Andere apparaten dan iOS en Android verbinden via Wi-Fi Direct
Met deze methode kunt u de printer direct verbinden met smart-apparaten, zonder een draadloze router.
Opmerking:
U moet deze instellingen alleen opgeven voor de printer en het smart-apparaat waarmee u eenmaal wilt verbinden. Tenzij u
Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard netwerkinstellingen herstelt , hoe u deze instellingen niet opnieuw op te geven.
1. Selecteer Smartphone verbinden op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
2. Selecteer Start de instelling.
3. Selecteer Andere OS-apparaten.
Netwerknaam (SSID) en Wachtwoord voor Wi-Fi Direct voor de printer worden weergegeven.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
37

4. Selecteer op het wischerm van het smart-apparaat, de SSID die wordt weergegeven op het bedieningspaneel
van de printer en voer dan het wachtwoord in.
De schermopname is een voorbeeld op de iPhone.
5. Selecteer Volgende op het bedieningspaneel van de printer.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
38

6. Start Epson iPrint op het smart-apparaat.
7. Tik op het scherm Epson iPrint op Printer niet geselecteerd..
8. Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
Raadpleeg de informatie die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer om de printer te
selecteren.
9. Selecteer Volledig op het bedieningspaneel van de printer.
Voor smart-apparaten die al eerder werden verbonden met de printer, selecteert u de netwerknaam (SSID) op het
wischerm van het smart-apparaat om ze opnieuw te verbinden.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
39

Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen congureren.
Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor de draadloze router, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de
instellingen handmatig congureren.
Als de draadloze router WPS ondersteunt, kunt u de instellingen congureren met drukknopinstellingen.
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.).
Congureer geavanceerde netwerkinstellingen om een statisch IP-adres te gebruiken.
Gerelateerde informatie
&“Wi-Fi-instellingen uitvoeren door het invoeren van de SSID en het wachtwoord” op pagina 40
&“Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)” op pagina 42
&“Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 43
&“Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 45
&“Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 46
Wi-Fi-instellingen uitvoeren door het invoeren van de SSID en het
wachtwoord
U kunt een Wi-Fi-netwerk opstarten door de informatie die nodig is voor de verbinding met een draadloze router
in te voeren via het bedieningspaneel. Om dit in te stellen met behulp van deze methode, hebt u de SSID en het
wachtwoord van de draadloze router nodig.
Opmerking:
Als u een draadloze router met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label
vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, zie dan de informatie die bij de draadloze router is geleverd.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
40

1. Selecteer op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi ( a a n b e v o l e n ) .
3. Druk op de OK knop.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Selecteer Instellingen
wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Selecteer Wizard Wi-Fi instellen.
5. Selecteer de SSID van de draadloze router.
Opmerking:
❏Als de SSID waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer,
drukt u op de knop om de lijst te vernieuwen. Als de SSID nog steeds niet wordt weergegeven, tikt u op de knop
en voert u de SSID rechtstreeks in.
❏Als u de netwerknaam (SSID) niet weet, controleer dan of deze vermeld staat op het label van het toegangspunt. Als
u de draadloze router gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat. Als u geen
informatie kunt vinden, zie dan de informatie die bij de draadloze router is geleverd.
6. Druk op de knop OK en voer het wachtwoord in.
Opmerking:
❏Het wachtwoord is gevoelig voor hoofdletters.
❏Als u het wachtwoord niet weet, controleer dan of deze vermeld staat op het label van het toegangspunt. Op het
wachtwoord kan het volgende geschreven staan: "Network Key", "Wireless Password" enz. Als u de draadloze router
gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u het wachtwoord dat op het label staat.
7. Als u klaar bent, selecteert u OK.
8. Controleer de instellingen en selecteer vervolgens Start installatie.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
41

9. Selecteer Negeren om de bewerking te voltooien.
Opmerking:
Als u geen verbinding kunt maken, laadt u normaal papier van A4-formaat en selecteert u Controlerapport afdrukken
om een netwerkverbindingsrapport af te drukken.
10. Druk op de knop.
Gerelateerde informatie
&“Tekens invoeren” op pagina 25
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 47
&“Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 225
Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op de draadloze router te drukken. Als aan de
volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
❏De draadloze router is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).
❏De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op de draadloze router te drukken.
Opmerking:
Als u de knop niet kunt vinden of als u de installatie uitvoert met de soware, raadpleegt u de documentatie die bij de
draadloze router is geleverd.
1. Selecteer op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi ( a a n b e v o l e n ) .
3. Druk op de OK knop.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Selecteer Instellingen
wijzigen om de instellingen te wijzigen.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
42

4. Selecteer Instellen met drukknop (WPS).
5. Houd de [WPS]-knop ingedrukt op de draadloze router tot het beveiligingslampje knippert.
Als u niet weet waar de [WPS] -knop zit, of als de draadloze router geen knoppen hee, raadpleeg dan de
documentatie van de draadloze router voor meer informatie.
6. Druk op de printer op de knop OK.
7. Sluit het scherm.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet hem dichter bij de printer en probeer het nog een
keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
8. Druk op de knop.
Gerelateerde informatie
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 47
&“Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 225
Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)
U kunt automatisch verbinding maken met een draadloze router met behulp van een pincode. U kunt deze
methode gebruiken als uw draadloze router WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Gebruik een computer om
een pincode in te voeren in de draadloze router.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
43

1. Selecteer op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi ( a a n b e v o l e n ) .
3. Druk op de OK knop.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Selecteer Instellingen
wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Selecteer Overige > Instellen met PIN (WPS).
5. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven in te voeren in de draadloze router. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van de draadloze router voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
6. Druk op de printer op de knop OK.
7. Sluit het scherm.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet hem dichter bij de printer en probeer het nog een
keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
8. Druk op de knop.
Gerelateerde informatie
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 47
&“Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 225
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
44

Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt) congureren
Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met apparaten. De printer
fungeert zelf als draadloze router.
1. Selecteer op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi D i r e c t .
3. Druk op de OK knop.
Als u Wi-Fi Direct-instellingen (eenvoudig toegangspunt) hebt gecongureerd, wordt gedetailleerde
verbindingsinformatie weergegeven. Ga naar stap 5.
4. Druk op de knop OK om de instellingen te congureren.
5. Kijk op het bedieningspaneel van de printer welke SSID en welk wachtwoord worden weergegeven.
Selecteer op het netwerkverbindingsscherm van de computer of het Wi-Fi-scherm van het smart device de
SSID die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om verbinding te maken.
6. Voer op de computer of het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel
van de printer.
Opmerking:
Als u Wi-Fi Direct inschakelt, blij dit geactiveerd totdat u de standaard netwerkinstellingen herstelt en Wi-Fi Direct
uitschakelt.
7. Nadat de verbinding is gemaakt, selecteert u Negeren op het bedieningspaneel van de printer.
8. Druk op de knop.
Gerelateerde informatie
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 47
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
45
&“Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 225
Geavanceerde netwerkinstellingen maken
U kunt de naam van het netwerkapparaat, TCP/IP-instellingen, de proxyserver enzovoort aanpassen.Controleer de
netwerkomgeving voordat u wijzigingen aanbrengt.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
2. Selecteer Netwerkinstellingen > Geavanceerd.
3. Selecteer het menu-item dat u wilt congureren en selecteer vervolgens de waarden of geef deze op.
4. Selecteer Start de instelling.
Gerelateerde informatie
&“Items voor Geavanceerde netwerkinstellingen congureren” op pagina 46
Items voor Geavanceerde netwerkinstellingen congureren
Selecteer het menu-item dat u wilt congureren en selecteer vervolgens de waarden of geef deze op.
❏Apparaatnaam
U kunt de volgende tekens gebruiken.
❏Tekenlimiet: 2 t/m 15 (u moet minstens 2 tekens invoeren)
❏Toegestane tekens: A t/m Z, a t/m z, 0 t/m 9, -.
❏Tekens die u niet bovenaan kunt gebruiken: 0 t/m 9, -.
❏Tekens die u niet onderaan kunt gebruiken: -
❏TCP/IP
❏Auto
Selecteer deze optie wanneer u thuis een toegangspunt gebruikt of wanneer u het IP-adres automatisch laat
toewijzen via DHCP.
❏Handmatig
Selecteer deze optie wanneer u niet wilt dat het IP-adres van de printer wordt gewijzigd.Voer de adressen in
voor IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway, en congureer de instellingen voor de DNS-server,
aankelijk van uw netwerkomgeving.
Wanneer u Auto selecteert voor de instellingen voor het toewijzen van het IP-adres, kunt u de instellingen voor
de DNS-server selecteren uit Handmatig of Auto.Als u het DNS-serveradres niet automatisch kunt verkrijgen,
selecteert u Handmatig en voert u vervolgens de primaire DNS-server en het secundaire DNS-serveradres
rechtstreeks in.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
46

❏Proxy-server
❏Niet gebr.
Selecteer deze optie wanneer u de printer gebruikt in een thuisnetwerk.
❏Gebr.
Selecteer deze optie wanneer u in uw netwerkomgeving een proxyserver gebruikt en u dit wilt instellen in de
printer.Voer het adres en poortnummer van de proxyserver in.
De status van de netwerkverbinding controleren
U kunt de netwerkstatus als volgt controleren.
Netwerkpictogram
U kunt de status van de netwerkverbinding en kracht van het radiosignaal controleren aan de hand van het
netwerkpictogram op het startscherm van de printer.
Gerelateerde informatie
&“Pictogrammen op het lcd-scherm” op pagina 22
De gedetailleerde netwerkinformatie controleren op het
bedieningspaneel
Wanneer uw printer verbinding hee met het netwerk, kunt u ook andere netwerkgerelateerde informatie bekijken
door de netwerkmenu's te selecteren die u wilt controleren.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
2. Selecteer Netwerkinstellingen > Netwerkstatus.
3. Als u deze informatie wilt controleren, selecteert u de menu's die u wilt nakijken.
❏Wi - Fi - s t a t us
Gee de netwerkinformatie weer (apparaatnaam, verbinding, signaalsterkte, IP-adres ophalen, enz.) voor
Wi - Fi - v e r bi n d i n ge n .
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
47
❏Wi-Fi Direct-status
Gee weer of Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) is in- of uitgeschakeld voor Wi-Fi Direct-
verbindingen (eenvoudig toegangspunt).
❏statusvel
Drukt een netwerkstatusblad af.De informatie voor Wi-Fi, Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) enz.
wordt op twee of meer pagina's afgedrukt.
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken
U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en de draadloze router te
controleren.
1. Doe het papier in.
2. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding.
De verbindingscontrole wordt gestart.
4. Selecteer Controlerapport afdrukken.
5. Volg de instructies op het scherm van de printer om het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte
oplossingen.
6. Druk op de OK knop.
Gerelateerde informatie
&“Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 49
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
48

Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
b. Berichten over de netwerkomgeving
Gerelateerde informatie
&“E-1” op pagina 50
&“E-2, E-3, E-7” op pagina 50
&“E-5” op pagina 51
&“E-6” op pagina 51
&“E-8” op pagina 51
&“E-9” op pagina 52
&“E-10” op pagina 52
&“E-11” op pagina 52
&“E-12” op pagina 53
&“E-13” op pagina 53
&“Berichten in de netwerkomgeving” op pagina 54
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
49
E-1
Oplossingen:
❏Controleer of de ethernetkabel goed is aangesloten op uw printer en op uw hub of een ander netwerkapparaat.
❏Controleer of uw hub of een ander netwerkapparaat is ingeschakeld.
❏Als u de printer wilt verbinden via wi, moet u de wi-instellingen opnieuw opgeven omdat dit is
uitgeschakeld.
E-2, E-3, E-7
Oplossingen:
❏Controleer of uw draadloze router is ingeschakeld.
❏Controleer of uw computer of apparaat correct is aangesloten op de draadloze router.
❏Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
❏Plaats de printer dichter bij uw draadloze router en verwijder alle eventuele obstakels ertussen.
❏Als u de SSID handmatig hebt ingevoerd, moet u controleren of deze correct is. Controleer de SSID op het
gedeelte Netwerkstatus op het netwerkverbindingsrapport.
❏Als een draadloze router meerdere SSID’s hee, selecteert u de SSID die wordt weergegeven. Wanneer de SSID
een niet-compatibele frequentie gebruikt, toont de printer deze niet.
❏Als u een drukknopinstelling gebruikt voor het tot stand brengen van een netwerkverbinding, moet u
controleren of uw draadloze router WPS ondersteunt. U kunt de drukknopinstelling niet gebruiken als uw
draadloze router WPS niet ondersteunt.
❏Controleer of uw SSID alleen ASCII-tekens (alfanumerieke tekens en symbolen) gebruikt. De printer kan geen
SSID die niet-ASCII-tekens bevat, weergeven.
❏Zorg dat u uw SSID en wachtwoord kent voordat u verbinding maakt met de draadloze router. Als u een
draadloze router gebruikt met de standaardinstellingen, bevinden de SSID en het wachtwoord zich op het label
op de draadloze router. Als u uw SSID en het wachtwoord niet kent, neemt u contact op met de persoon die de
draadloze routers hee ingesteld of raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is geleverd.
❏Als u wilt verbinden met een SSID die is gegenereerd met behulp van de tethering-functie van een smart device,
controleert u de SSID en het wachtwoord in de documentatie die bij het smart device is geleverd.
❏Als uw wi-verbinding plots wordt verbroken, controleert u de onderstaande voorwaarden. Als een of meer van
deze voorwaarden van toepassing zijn, stelt u uw netwerkinstellingen opnieuw in door de soware van de
volgende website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
❏Er is een ander smart device toegevoegd aan het netwerk met behulp van de drukknopinstelling.
❏Het wi-netwerk is ingesteld met een andere methode dan de drukknopinstelling.
Gerelateerde informatie
&“Een computer verbinden” op pagina 29
&“Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 40
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
50
E-5
Oplossingen:
Zorg dat het beveiligingstype van de draadloze router is ingesteld op een van het volgende. Als dat niet het geval is,
wijzigt u het beveiligingstype op de draadloze router en stelt u de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
❏WEP-64 bit (40-bits)
❏WEP-128 bit (104-bits)
❏WPA PSK (TKIP/AES)
*
❏WPA2 PSK (TKIP/AES)
*
❏WPA (TKIP/AES)
❏WPA2 (TKIP/AES)
* WPA PSK wordt ook wel WPA Personal genoemd. WPA2 PSK wordt ook wel WPA2 Personal genoemd.
E-6
Oplossingen:
❏Controleer of MAC-adreslter is uitgeschakeld. Als dit is ingeschakeld, registreert u het MAC-adres van de
printer zodat het niet wordt gelterd. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd voor
details. U kunt het MAC-adres van de printer controleren onder het gedeelte Netwerkstatus in het
netwerkverbindingsrapport.
❏Als uw draadloze router gebruik maakt van gedeelde vericatie met WEP-beveiliging, moet u controleren of de
vericatiecode en index correct zijn.
❏Als het aantal te verbinden apparaten op de draadloze router kleiner is dan het aantal netwerkapparaten dat u
wilt verbinden, gee u de instellingen op de draadloze router op om het aantal te verbinden apparaten te
vermeerderen. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd om instellingen op te geven.
Gerelateerde informatie
&“Een computer verbinden” op pagina 29
E-8
Oplossingen:
❏Schakel DHCP in op de draadloze router als de instelling IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op
Automatisch.
❏Als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Handmatig, is het IP-adres dat u handmatig hebt
ingesteld, ongeldig omdat het buiten bereik (bijvoorbeeld: 0.0.0.0) is. Stel een geldig IP-adres in vanaf het
bedieningspaneel van de printer of met Web Cong.
Gerelateerde informatie
&“Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 46
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
51
E-9
Oplossingen:
Controleer het volgende.
❏Apparaten worden ingeschakeld.
❏U kunt toegang krijgen tot internet en andere computer of netwerkapparaten op hetzelfde netwerk van de
apparaten die u met de printer wilt verbinden.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt
gecontroleerd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in. Stel dan uw
netwerkinstellingen opnieuw in door het installatieprogramma van de volgende website te downloaden en uit te
voeren.
http://epson.sn > Instellen
Gerelateerde informatie
&“Een computer verbinden” op pagina 29
E-10
Oplossingen:
Controleer het volgende.
❏Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
❏Netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u IP-adres verkrijgen van de
printer hebt ingesteld op Handmatig.
Stel het netwerkadres opnieuw in als het onjuist is. U kunt het IP-adres, het subnetmasker en de standaard gateway
controleren onder Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
Als DHCP is ingeschakeld, wijzigt u IP-adres verkrijgen van de printer naar Automatisch. Als u IP-adres
handmatig wilt instellen, selecteert u het IP-adres van het gedeelte Netwerkstatus op het
netwerkverbindingsrapport en selecteert u Handmatig op het scherm met de netwerkinstellingen. Stel het
subnetmasker in op [255.255.255.0].
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden, schakelt u de draadloze router uit. Wacht
ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Gerelateerde informatie
&“Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 46
&“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 54
E-11
Oplossingen:
Controleer het volgende.
❏Het standaard gateway-adres is correct als u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
52
❏Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld.
Stel het juiste standaard gateway-adres in. U kunt het standaard gateway-adres controleren onder het gedeelte
Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
Gerelateerde informatie
&“Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 46
&“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 54
E-12
Oplossingen:
Controleer het volgende.
❏Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
❏De netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u ze handmatig invoert.
❏De netwerkadressen voor andere apparaten (subnetmasker en standaard gateway) zijn dezelfde.
❏Het IP-adres komt niet in conict met andere apparaten.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt
gecontroleerd, probeert u het volgende.
❏Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
❏Geef de netwerkinstellingen opnieuw op met het installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende
website.
http://epson.sn > Instellen
❏U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
&“Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 46
&“Een computer verbinden” op pagina 29
E-13
Oplossingen:
Controleer het volgende.
❏Netwerkapparaten zoals een draadloze router, hub en router, zijn ingeschakeld.
❏De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven. (Als de TCP/IP-instelling van de
printer automatisch is ingesteld terwijl de TCP/IP-instelling voor andere netwerkapparaten handmatig wordt
uitgevoerd, kan het netwerk van de printer verschillen van het netwerk voor andere apparaten.)
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
❏Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
53

❏Denieer netwerkinstellingen op de computer die op hetzelfde netwerk als de printer zit met het
installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
❏U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
&“Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 46
&“Een computer verbinden” op pagina 29
Berichten in de netwerkomgeving
Bericht Oplossing
*Er zijn meerdere netwerknamen (SSID)
gedetecteerd die overeenstemmen met de
ingevoerde netwerknaam (SSID).
Controleer de netwerknaam (SSID).
Dezelfde SSID kan worden ingesteld op meerdere draadloze routers.
Controleer de instellingen op de draadloze router en wijzig de SSID.
De Wi-Fi-omgeving moet worden
verbeterd. Schakel de draadloze router uit
en vervolgens weer in. Als de verbinding
niet verbetert, raadpleegt u de
documentatie voor de draadloze router.
Nadat u de printer dichter bij de draadloze router hebt geplaatst en obstakels
ertussen hebt verwijderd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht ongeveer
10 seconden en schakel deze in. Als het nog steeds geen verbinding maakt,
raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is geleverd.
*Er kunnen niet meer apparaten
aangesloten worden. Verwijder een van de
apparaten als u een ander wilt toevoegen.
Computers en smart devices die tegelijkertijd kunnen worden verbonden,
worden volledig verbonden in de Wi-Fi Direct (enkel toegangspunt)-
verbinding. Om nog een computer of smart device toe te voegen, moet u
eerst de verbinding van een van de verbonden apparaten verbreken.
U kunt het aantal draadloze apparaten dat tegelijkertijd kan worden
verbonden en het aantal verbonden apparaten bevestigen door de
netwerkstatus of het bedieningspaneel van de printer te controleren.
Dezelfde SSID als Wi-Fi Direct bestaat in de
omgeving. Wijzig de Wi-Fi Direct SSID als u
geen smartapparaat kunt verbinden met
de printer.
Op het bedieningspaneel van de printer gaat u naar het scherm Instelling Wi-
Fi Direct en selecteert u het menu om de instelling te wijzigen. U kunt de
netwerknaam die direct op DIRECT-XX- volgt, wijzigen. Voer maximaal 32
tekens in.
Een netwerkstatusvel afdrukken
U kunt de gedetailleerde netwerkinformatie afdrukken om deze te controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Instel..
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Netwerkstatus.
4. Selecteer statusvel.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
54

5. Controleer het bericht en druk vervolgens een netwerkstatusvel af.
6. Druk op de knop OK.
Draadloze routers vervangen of toevoegen
Als de SSID verandert doordat een draadloze router wordt vervangen, of als een draadloze router wordt
toegevoegd en een nieuwe netwerkomgeving wordt ingesteld, congureert u de Wi-Fi-instellingen opnieuw.
Gerelateerde informatie
&“De verbindingsmethode met een computer wijzigen” op pagina 55
De verbindingsmethode met een computer wijzigen
Gebruik het installatieprogramma en stel de installatie in met een andere verbindingsmethode.
❏Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
❏Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethode wijzigen selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
55

Selecteer Breng de verbinding van Printer opnieuw tot stand (voor nieuwe netwerkrouter of om USB te
wijzigen naar netwerk, enz.) in het scherm Soware installeren en klik vervolgens op Volgend e.
De Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)-
instellingen wijzigen
Als Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) als verbinding is ingeschakeld, kunt u de instellingen wijzigen voor
> Wi - F i D i r e c t > Instellingen wijzigen, waarna de volgende menu-items worden getoond.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
Netwerknaam wijzigen
Wijzig de Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)- netwerknaam (SSID) die wordt de printer te verbinden met uw
willekeurige naam. U kunt de netwerknaam (SSID) instellen in ASCII-letters, die op het sowaretoetsenbord op
het bedieningspaneel worden getoond.
Tijdens het wijzigen van de netwerknaam (SSID), worden alle verbonden apparaten uitgeschakeld. Gebruik de
nieuwe netwerknaam (SSID), als u het apparaat opnieuw wilt verbinden.
Wachtwoord wijzigen
Wijzig het Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)-wachtwoord om de printer te verbinden met uw willekeurige
naam. U kunt het wachtwoord instellen in ASCII-letters, die op het sowaretoetsenbord op het bedieningspaneel
worden getoond.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
56

Tijdens het wijzigen van het wachtwoord, worden alle verbonden apparaten uitgeschakeld. Gebruik het nieuwe
wachtwoord, als u het apparaat opnieuw wilt verbinden.
Wi-Fi Direct uitschakelen
De Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)-instellingen van de printer uitschakelen. Als dit wordt uitgeschakeld,
worden alle apparaten die via Wi-Fi (eenvoudig toegangspunt) met de printer verbonden zijn, uitgeschakeld.
Standaardinst. herstellen
Alle instellingen terug naar de Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) standaardwaarden terugzetten.
De op de printer bewaarde informatie van de Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)-verbinding van het
intelligente apparaat wordt verwijderd.
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel
Wanneer u Wi-Fi uitschakelt, wordt de Wi-Fi-verbinding verbroken.
1. Selecteer op het startscherm .
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi ( a a n b e v o l e n ) .
De netwerkstatus wordt weergegeven.
3. Selecteer Instellingen wijzigen.
4. Selecteer Overige > Wi-Fi uitschakelen.
5. Controleer het bericht en start vervolgens het instellen.
6. Sluit het scherm wanneer een bevestigingsbericht wordt weergegeven.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
57

7. Druk op de knop .
Verbinding Wi-Fi Direct (Eenvoudig Toegangspunt)
verbreken vanaf het bedieningspaneel
Opmerking:
Wanneer de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) wordt uitgeschakeld, wordt de verbinding voor alle
computers en smart devices die met de printer zijn verbonden in Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
verbroken.Als u de verbinding met een speciek apparaat wilt verbreken, doe dit dan op het apparaat in kwestie en niet op
de printer.
1. Selecteer op het startscherm .
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi D i r e c t .
De Wi-Fi Direct-informatie wordt weergegeven.
3. Selecteer Instellingen wijzigen.
4. Selecteer Wi-Fi Direct uitschakelen.
5. Druk op de knop OK.
6. Sluit het scherm wanneer een bevestigingsbericht wordt weergegeven.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
7. Druk op de knop .
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
58

De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel
U kunt alle netwerkinstellingen terugzetten op de standaardinstellingen.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
2. Selecteer Standaardinst. herstellen > Netwerkinstellingen.
3. Controleer het bericht en selecteer Ja.
4. Sluit het scherm wanneer een bevestigingsbericht wordt weergegeven.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
Gerelateerde informatie
&“Een computer verbinden” op pagina 29
&“Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 40
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
59

Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking
❏Lees de instructiebladen die bij het papier worden geleverd.
❏Waaier papier en leg de stapel recht voor het laden. Fotopapier niet waaieren of buigen. Dit kan de afdrukzijde
beschadigen.
❏Als het papier omgekruld is, maakt u het plat of buigt u het vóór het laden lichtjes de andere kant op. Afdrukken
op omgekruld papier kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
❏Gebruik geen papier dat golvend, gescheurd, gesneden, gevouwen, vochtig, te dik of te dun is of papier met
stickers op. Het gebruik van deze papiersoorten kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
❏Waaier enveloppen en leg ze recht op elkaar voor het laden. Als de gestapelde enveloppen lucht bevatten, maakt
u ze plat om de lucht eruit te krijgen voordat ze worden geladen.
❏Gebruik geen omgekrulde of gevouwen enveloppen. Het gebruik van dergelijke enveloppen kan papierstoringen
of vlekken op de afdruk veroorzaken.
❏Gebruik geen enveloppen met zellevende oppervlakken of vensters.
❏Vermijd het gebruik van enveloppen die te dun zijn aangezien die kunnen omkrullen tijdens het afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Printer specicaties” op pagina 247
Gebruikershandleiding
Papier laden
60

Beschikbaar papier en capaciteiten
Origineel Epson-papier
Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruiken om afdrukken van hoge kwaliteit te krijgen.
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier verschilt per locatie. Neem contact op met Epson Support voor de recentste informatie over
beschikbaar papier in uw omgeving.
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van documenten
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen) Dubbelzijd
ig
afdrukken
Randloos
afdrukken
*1
Papiercassett
e 1
Papiercasset
te 2
Epson Bright White Ink
Jet Paper
A4 – 80
*2
Auto,
Handmatig
–
*1 Bij dubbelzijdig afdrukken is randloos afdrukken niet mogelijk.
*2 Voor handmatig dubbelzijdig afdrukken geldt dat u maximaal 30 pagina's kunt laden waarvan één zijde al is bedrukt.
Papier voor het afdrukken van documenten en foto's
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen) Dubbelzijd
ig
afdrukken
Randloos
afdrukken
*1
Papiercassett
e 1
Papiercasset
te 2
Epson Photo Quality Ink
Jet Paper
A4 – 80 – –
Epson Double-sided
Photo Quality Ink Jet
Paper
A4 – 50
*2
Auto,
Handmatig
–
Epson Matte Paper-
Heavyweight
A4 – 20 – ✓
Epson Double-Sided
Matte Paper
A4 – 1 Handmatig ✓
*1 Bij dubbelzijdig afdrukken is randloos afdrukken niet mogelijk.
*2 Voor handmatig dubbelzijdig afdrukken geldt dat u maximaal 1 pagina's kunt laden waarvan één zijde al is bedrukt.
Gebruikershandleiding
Papier laden
61

Papier dat geschikt is voor het afdrukken van foto's
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen) Dubbelzijd
ig
afdrukken
Randloos
afdrukken
Papiercassett
e 1
Papiercasset
te 2
Epson Ultra Glossy Photo
Paper
A4 – 20 – ✓
13×18 cm (5×7 inch),
10×15 cm (4×6 inch)
20 20
Epson Premium Glossy
Photo Paper
A4 – 20 – ✓
13×18 cm (5×7 inch),
16:9 breed formaat
(102×181 mm),
10×15 cm (4×6 inch)
20 20
Epson Premium
Semigloss Photo Paper
A4 – 20 – ✓
10×15 cm (4×6 inch) 20 20
Epson Photo Paper
Glossy
A4 – 20 – ✓
13×18 cm (5×7 inch),
10×15 cm (4×6 inch)
20 20
Diverse andere papiertypen
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen)
*1
Dubbelzijd
ig
afdrukken
Randloos
afdrukken
Papiercass
ette 1
Papiercas
sette 2
Epson Photo Stickers
16
A6 1 1 – – –
Epson Iron-On Cool
Peel Transfer Paper
*1
A4 – 1 – – –
*1 Alleen afdrukken vanaf een computer is beschikbaar.
Gerelateerde informatie
&“Namen en functies van onderdelen” op pagina 18
Gebruikershandleiding
Papier laden
62

Commercieel beschikbaar papier
Gewoon papier
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen) Dubbelzijd
ig
afdrukken
Randloos
afdrukken
Papiercasset
te 1
Papiercasse
tte 2
Kopieerpapier
Gewoon papier
A4, Letter, B5, 16K
(195×270 mm)
–100
*1
Auto,
Handmatig
–
A5 – 100
*1
Handmatig –
A6, B6 20 20 Handmatig –
Legal, 8,5×13 inch – 1 Handmatig –
Gebruikergedeniee
rd
*2
(mm)
89×127 –
215,9×1200
–1Handmatig–
*1 Voor handmatig dubbelzijdig afdrukken geldt dat u maximaal 30 pagina's kunt laden waarvan één zijde al is bedrukt.
*2 Alleen afdrukken vanaf een computer of smart device is beschikbaar.
Enveloppen
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (enveloppen) Dubbelzijd
ig
afdrukken
Randloos
afdrukken
Papiercasset
te 1
Papiercasse
tte 2
Enveloppe Enveloppe #10,
Enveloppe DL,
Enveloppe C6
–10––
Gerelateerde informatie
&“Namen en functies van onderdelen” op pagina 18
Lijst met papiertypes
Selecteer het papiertype dat bij het papier past voor optimale afdrukresultaten.
Medianaam Afdrukmateriaal
Bedieningspaneel Printerdriver, smart device
*2
Gewoon papier, kopieerpapier
Epson Bright White Ink Jet Paper
*1
Gewoon papier Gewoon papier
Epson Ultra Glossy Photo Paper
*1
Ultra Glossy Epson Ultra Glossy
Gebruikershandleiding
Papier laden
63

Medianaam Afdrukmateriaal
Bedieningspaneel Printerdriver, smart device
*2
Epson Premium Glossy Photo Paper
*1
Premium Glossy Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss Photo
Paper
*1
Premium Semigloss Epson Premium Semigloss
Epson Photo Paper Glossy
*1
Glossy Photo Paper Glossy
Epson Matte Paper-Heavyweight
*1
Epson Double-Sided Matte Paper
*1
Matte Epson Matte
Epson Photo Quality Ink Jet Paper
*1
Epson Double-sided Photo Quality Ink
Jet Paper
*1
Fotokwaliteit IJ Epson Photo Quality Ink Jet
Epson Photo Stickers 16
*1
Fotostickers Epson Photo Stickers
Epson Iron-On Cool Peel Transfer Paper Gewoon papier Gewoon papier
Enveloppe Enveloppe Enveloppe
*1: Dit afdrukmateriaal is compatibel met Exif Print en PRINT Image Matching wanneer wordt afgedrukt met het
printerstuurprogramma. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie van een met Exif Print of PRINT Image Matching
compatibele digitale camera.
*2: Voor smart devices kunnen deze soorten afdrukmateriaal worden geselecteerd bij het afdrukken met Epson iPrint.
Functies papierbron
De printer hee twee papierbronnen. Laad papier van een grootte en type dat voldoet aan uw afdrukbehoeen.
APapiercassette 1 ❏U kunt fotopapier met een kleiner formaat laden.
❏Als u in papiercassette 1 en papiercassette 2 hetzelfde papier laadt en in
de printerinstellingen Casset. 1>Casset. 2 selecteert als instelling voor de
Papiercassette, voert de printer automatisch papier in vanuit
papiercassette 2 wanneer papiercassette 1 leeg is.
BPapiercassette 2 Wij raden u aan om gewoon papier van A4-formaat te gebruiken. Dit wordt
het meest gebruikt.
Gebruikershandleiding
Papier laden
64

Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
Papier in de Papiercassette 1 laden
1. Als de uitvoerlade is uitgeschoven, duwt u deze met de hand terug.
2. Open het voorpaneel (tot de klik).
3. Controleer of de printer niet in werking is en schuif dan de papiercassette 1 naar buiten.
Gebruikershandleiding
Papier laden
65

Opmerking:
❏Als papiercassette 1 zich achterin de sleuf bevindt en niet kan worden uitgeschoven, schui u hem uit door de printer
uit en weer in te schakelen.
❏U kunt zelfs papier laden als u papiercassette 1 helemaal uitschui.Til de papiercassette 1 iets op en schuif deze dan
naar buiten.
4. Zet de geleiders op de ruimste positie.
5. Laad papier met de afdrukzijde naar beneden tot dit de achterzijde van papiercassette 1 raakt.
c
Belangrijk:
Laad geen verschillende papiersoorten in de papiercassette.
Volg de instructies die u bij de stickers hebt gekregen om één vel Epson Photo Stickers 16 te laden.De
steunvellen mag u niet in het apparaat laden.
Gebruikershandleiding
Papier laden
66

6. Schuif de geleiders tegen de randen van het papier aan.
c
Belangrijk:
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor het specieke papiertype.
7. Plaats papiercassette 1 voorzichtig.
Gebruikershandleiding
Papier laden
67

8. Breng het bedieningspaneel omhoog.
9. Controleer de instellingen voor het papierformaat en papiertype op het bedieningspaneel.Voor het gebruik
van de instellingen selecteert u Klaar.Als u de instellingen wilt wijzigen, selecteert u het item dat u wilt
wijzigen en gaat u verder naar de volgende stap.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
Opmerking:
❏Als u veelgebruikte combinaties van papierformaat en papiersoort als favoriet registreert, hoe u deze niet steeds
opnieuw in te stellen.U kunt papierinstellingen congureren door de geregistreerde voorinstelling te selecteren.
Als u een voorinstelling wilt registreren, selecteert u Favoriete papierinstell.. Vervolgens selecteert u
r
op het
volgende scherm en gee u het papierformaat en de papiersoort op.
❏Het scherm met papierinstellingen wordt niet weergegeven als u Papierconguratie hebt uitgeschakeld in de
volgende menu's.In dit geval kunt u niet afdrukken met een iPhone of iPad via AirPrint.
Instel. > Printerinstellingen > Papierbroninstelling > Papierconguratie
10. Controleer de instellingen en selecteer vervolgens Klaar.
11. Schuif de uitvoerlade uit.
Gerelateerde informatie
&“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 60
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 61
&“Menuopties voor Printerinstellingen” op pagina 187
Gebruikershandleiding
Papier laden
68

Papier in de Papiercassette 2 laden
1. Als de uitvoerlade is uitgeschoven, duwt u deze met de hand terug.
2. Open het voorpaneel (tot de klik).
3. Controleer of de printer niet in werking is en schuif dan de papiercassette 2 naar buiten.
Opmerking:
U kunt zelfs papier laden als u papiercassette 2 helemaal uitschui. Til de papiercassette 2 iets op en schuif deze dan
naar buiten.
Gebruikershandleiding
Papier laden
69

4. Zet de geleiders op de ruimste positie.
5. Laad papier met de afdrukzijde naar beneden tot dit de achterzijde van papiercassette 2 raakt.
c
Belangrijk:
Laad geen verschillende papiersoorten in de papiercassette.
Laad enveloppen of Epson Photo Stickers 16 in de richting die met de pijl in de volgende aeelding wordt
aangegeven totdat ze de achterkant van papiercassette 2 raken.
❏Enveloppe
Gebruikershandleiding
Papier laden
70

❏Epson Photo Stickers 16
Volg de instructies die u bij de stickers hebt gekregen om één vel Epson Photo Stickers 16 te laden. De
steunvellen mag u niet in het apparaat laden.
Laad papier dat langer is dan A4-formaat zoals aangegeven in de volgende illustratie.
❏8,5×13 inch
Laad papier met behulp van de lijn.
❏Legal
Trek de geleiding voor Legal-papier naar buiten en laad papier met behulp van de lijn.
Gebruikershandleiding
Papier laden
71

c
Belangrijk:
Duw niet tegen papier dat uit de papiercassette steekt.
6. Schuif de geleiders tegen de randen van het papier aan.
c
Belangrijk:
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor het specieke papiertype.
Gebruikershandleiding
Papier laden
72

7. Voer de papiercassette 2 zo ver mogelijk in.
8. Breng het bedieningspaneel omhoog.
9. Controleer de instellingen voor het papierformaat en papiertype op het bedieningspaneel. Voor het gebruik
van de instellingen selecteert u Klaar. Als u de instellingen wilt wijzigen, selecteert u het item dat u wilt
wijzigen en gaat u verder naar de volgende stap.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
Opmerking:
❏Als u veelgebruikte combinaties van papierformaat en papiersoort als favoriet registreert, hoe u deze niet steeds
opnieuw in te stellen. U kunt papierinstellingen congureren door de geregistreerde voorinstelling te selecteren.
Als u een voorinstelling wilt registreren, selecteert u Favoriete papierinstell.. Vervolgens selecteert u
r
op het
volgende scherm en gee u het papierformaat en de papiersoort op.
❏Het scherm met papierinstellingen wordt niet weergegeven als u Papierconguratie hebt uitgeschakeld in de
volgende menu's. In dit geval kunt u niet afdrukken met een iPhone of iPad via AirPrint.
Instel. > Printerinstellingen > Papierbroninstelling > Papierconguratie
10. Controleer de instellingen en selecteer vervolgens Klaar.
Gebruikershandleiding
Papier laden
73

Originelen plaatsen
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
c
Belangrijk:
Plaatst u omvangrijke originelen zoals boeken, zorg er dan voor dat er geen extern licht op de scannerglasplaat
schijnt.
1. Open de documentklep.
2. Gebruik een zachte, droge en schone doek om stof of vlekken van het oppervlak van de scannerglasplaat te
verwijderen.
Opmerking:
Als er stof of vuil op de scannerglasplaat zit, kan het scanbereik worden vergroot om het mee te nemen, waardoor de
aeelding van het origineel kan verschuiven of kleiner kan worden.
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
75

3. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag en duw het tegen de hoekmarkering.
Opmerking:
De eerste 1,5 mm vanaf de hoek van de scannerglasplaat wordt niet gescand.
4. Sluit de klep voorzichtig.
c
Belangrijk:
Oefen niet te veel kracht uit op de scannerglasplaat of de documentkap. Deze kunnen anders beschadigd raken.
5. Verwijder de originelen na het scannen.
Opmerking:
Als u de originelen langdurig op de scannerglasplaat laat liggen, kunnen ze aan het oppervlak van het glas kleven.
Verschillende originelen plaatsen
Foto's plaatsen om te kopiëren
U kunt meerdere foto's tegelijk plaatsen en deze afzonderlijk kopiëren. De foto's moeten groter zijn dan 30×40 cm.
Plaats een foto 5 mm van de hoekmarkering van de scannerglasplaat en laat 5 mm ruimte tussen de foto's. U kunt
foto's met een verschillend formaat op de glasplaat leggen.
Maximumformaat: 10×15 cm (4×6 inch)
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
76

Een id-kaart plaatsen om te kopiëren
Plaats een id-kaart 5 mm van de hoekmarkering op de scannerglasplaat.
Een cd/dvd plaatsen om daarop een label af te drukken
Plaats een cd/dvd in het midden van de scannerglasplaat. Als de cd/dvd niet precies in het midden ligt, wordt de
positionering automatisch bijgeregeld.
Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te scannen
U kunt meerdere foto's tegelijkertijd scannen en elke aeelding opslaan met Fotomodus in Epson Scan 2. Plaats
de foto's 4,5 mm van de horizontale en verticale rand van de scannerglasplaat en plaats de foto's ten minste 20 mm
uit elkaar. De foto's moeten groter zijn dan 15×15 mm.
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
77

Opmerking:
Schakel het selectievakje umbnail bovenin het voorbeeldscherm in.
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
78

Een geheugenkaart plaatsen
Ondersteunde geheugenkaarten
miniSD
*
miniSDHC
*
microSD*
microSDHC
*
microSDXC
*
SD
SDHC
SDXC
* Gebruik een geschikte adapter voor de geheugenkaartsleuf. Anders kan de kaart vast komen te zitten.
Gerelateerde informatie
&“Ondersteunde geheugenkaartspecicaties” op pagina 250
Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen
1. Breng het bedieningspaneel omhoog.
2. Plaats een geheugenkaart in de printer.
De printer begint de gegevens te lezen en het lampje knippert.Wanneer de printer klaar is met lezen, blij het
lampje branden.
Gebruikershandleiding
Een geheugenkaart plaatsen
79

c
Belangrijk:
Plaats een geheugenkaart rechtstreeks in de printer.
3. Wanneer u klaar bent met de geheugenkaart, drukt u op de geheugenkaart om deze te verwijderen nadat u
hebt gecontroleerd of het lampje niet knippert.
c
Belangrijk:
Als u de geheugenkaart verwijdert terwijl het lampje knippert, kunt u gegevens op de geheugenkaart
kwijtraken.
Opmerking:
Als u de geheugenkaart opent vanaf een computer, moet u de computer gebruiken om het verwisselbare apparaat veilig
te verwijderen.
Gerelateerde informatie
&“Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer” op pagina 258
Gebruikershandleiding
Een geheugenkaart plaatsen
80

Afdrukken
Afdrukken vanuit het menu Foto's afdrukken op het
bedieningspaneel
U kunt gegevens afdrukken van een geheugenapparaat, zoals een geheugenkaart of een extern USB-apparaat.
Basishandelingen voor foto's afdrukken
1. Laad papier in de printer.
2. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
Als Automatische selectiestand in Geleiderfuncties is ingeschakeld, wordt een bericht
weergegeven.Controleer het bericht en druk op de knop OK.
3. Selecteer Foto's afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
4. Selecteer Afdrukken.
5. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
6. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken.
Opmerking:
Selecteer rechtsboven in het scherm om het Selecteer het menu Foto weer te geven.Als u een datum opgee via
Zoeken, worden alleen foto's weergegeven die op die datum zijn gemaakt.
7. Stel het aantal afdrukken in met de knop - of +.
Wanneer u meer dan een foto afdrukt, gee u de foto's weer met de knop
l
of
r
en stelt u vervolgens het
aantal afdrukken in.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
83

8. Selecteer Afdrukinstellingen om papier- en afdrukinstellingen op te geven.
9. Druk op de knop
r
.
10. Druk op de knop om de foto's te bewerken, indien gewenst.
11. Schuif de uitvoerlade uit.
12. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
13. Controleer of het afdrukken is voltooid en selecteer vervolgens Sluiten.
Als u problemen opvallen met de afdrukkwaliteit zoals strepen, onverwachte kleuren of wazige aeeldingen,
selecteert u Problemen oplossen om de oplossingen te bekijken.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Lijst met papiertypes” op pagina 63
&“Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 79
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 85
&“Menuopties voor het selecteren van foto's” op pagina 91
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 85
&“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 91
&“Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 86
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 86
&“Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 93
Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Tegelweerg.)
U kunt foto's selecteren vanuit het miniaturenscherm. Dit is handig als u een aantal foto's wilt selecteren uit een
groot aantal foto's.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
84

AHiermee geeft u het Selecteer het menu Foto weer waarmee u foto's eenvoudig kunt selecteren.
BVerplaats de cursor naar een foto en druk vervolgens op de + knop om deze te selecteren. De geselecteerde foto's
zijn voorzien van het aantal afdrukken.
Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)
Hier kunt u de foto's stuk voor stuk vergroten.Druk op de knop
l
of
r
om de vorige of de volgende foto weer te
geven.Druk op de knop als u een foto zonder pictogrammen wilt weergeven.Tik opnieuw op deze knop om de
pictogrammen te herstellen.
AHiermee geeft u het Selecteer het menu Foto weer waarmee u foto's eenvoudig kunt selecteren.
BHiermee geeft u Exif-informatie weer, zoals de opnamedatum of de sluitersnelheid.
CHiermee vergroot u een foto.Druk op de knop + om de foto te vergroten en druk op de knoppen
udlr
om het
gedeelte dat u wilt controleren weer te geven.Druk op de knop OK om terug te keren naar de oorspronkelijke
weergave.Vergroten in dit scherm heeft geen invloed op het afdrukresultaat.
DStel het aantal exemplaren in door op de knop - of + te drukken.
Gerelateerde informatie
&“Menuopties voor het selecteren van foto's” op pagina 91
Gebruikershandleiding
Afdrukken
85

Uitleg bij het voorbeeldscherm
Druk op de knop
l
of
r
om de vorige of de volgende foto weer te geven.Druk op de knop om het
fotobewerkingsscherm weer te geven. Hierin kunt u de foto bijsnijden of kleurcorrectie toepassen.
AStel het aantal exemplaren in door op de knop - of + te drukken.U kunt het aantal exemplaren ook instellen via het
schermtoetsenblok.Selecteer de waarde en druk vervolgens op de knop OK om het toetsenblok weer te geven.
Als de waarde niet verandert, kunt u het aantal exemplaren op dit scherm niet instellen.
Gerelateerde informatie
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 86
Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)
U kunt de foto bijsnijden of roteren of kleurcorrectie toepassen. Schakel tussen Correctie uit en Correctie aan met
de knop . Wanneer Correctie aan wordt geselecteerd, wordt de aangepaste kleurcorrectie weergegeven in het
Gebruikershandleiding
Afdrukken
86

scherm Bewerk. Wanneer Correctie uit wordt geselecteerd, blij de kleurcorrectie onzichtbaar, maar wordt de
correctie toegepast op de afdruk.
AHiermee past u het bijsnijdgebied aan. U kunt het kader verplaatsen naar het gedeelte dat u wilt bijsnijden met de
knoppen
u
d
l
r
of het formaat van het kader wijzigen met de knoppen - en +. U kunt het kader ook roteren
met de knop .
BDrukt af in sepia of zwart-wit.
CHiermee past u kleurcorrectie toe. U kunt het correctieniveau voor bepaalde items instellen met de knoppen + en -.
Gerelateerde informatie
&“Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 93
Afdrukken in diverse lay-outs
U kunt de foto's op het geheugenapparaat afdrukken in een aantal verschillende lay-outs, bijvoorbeeld twee of vier
foto's op één pagina.De foto's worden automatisch geplaatst.
1. Laad papier in de printer.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
87

2. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
3. Selecteer Foto's afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
4. Selecteer Afdruklay-out.
5. Selecteer de lay-out.
6. Congureer papier- en afdrukinstellingen.
7. Druk op de knop
r
.
8. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
9. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken.
10. Selecteer Voorbeeld en Afdrukken.
11. Druk op de knop om de foto's te bewerken, indien gewenst.
12. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Lijst met papiertypes” op pagina 63
&“Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 79
&“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 91
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 85
&“Menuopties voor het selecteren van foto's” op pagina 91
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 85
&“Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 86
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 86
&“Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 93
Id-foto's afdrukken
U kunt foto's afdrukken voor een id-kaart met gegevens van een geheugenapparaat.Er worden twee exemplaren
van een foto afgedrukt met verschillend formaat, 50,8×50,8 mm en 45,0×35,0 mm, op fotopapier van 10×15 cm
(4×6 inch).
1. Laad papier in de printer.
2. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
88

3. Selecteer Foto's afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
4. Selecteer Afdrukken naar foto-id.
5. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
6. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken.
7. Selecteer Afdrukinstellingen om papier- en afdrukinstellingen op te geven.
8. Druk op de knop
r
en bevestig de instellingen.
9. Druk op de knop om de foto's te bewerken, indien gewenst.
10. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Lijst met papiertypes” op pagina 63
&“Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 79
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 85
&“Menuopties voor het selecteren van foto's” op pagina 91
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 85
&“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 91
&“Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 86
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 86
&“Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 93
Foto's afdrukken met een sjabloon
U kunt de foto's op het geheugenapparaat afdrukken in een aantal verschillende lay-outs, zodat u twee of vier foto's
op één pagina krijgt of alleen de bovenste hel van het papier bedrukt. U kunt kiezen waar u de foto's plaatst.
1. Laad papier in de printer.
2. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
3. Selecteer Foto's afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
4. Selecteer Afdrukken met sjabloon.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
89

5. Selecteer de lay-out.
6. Congureer afdrukinstellingen.
7. Druk op de
r
knop.
8. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
9. Voer een van de volgende handelingen uit.
❏Wanneer u in stap 5 een lay-out met één foto selecteert: selecteer één foto in het fotoselectiescherm,
selecteer Voorbeeld en Afdrukken en ga naar stap 15.
❏Wanneer u in stap 5 een lay-out met meerdere foto's selecteert en foto's automatisch plaatst: selecteer
Autom. indeling, selecteer foto's in het fotoselectiescherm, selecteer Vo orb eel d en Afdr ukken en ga naar
stap 15.
❏Wanneer u een lay-out met meerdere foto's selecteert en de foto's automatisch plaatst: ga naar stap 10.
10. Selecteer .
11. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken en selecteer vervolgens Foto plaatsen.
12. Controleer het bericht en selecteer Negeren.
13. Als u de foto wilt bewerken, selecteert u de foto en selecteert u vervolgens Foto's bewerken.
Opmerking:
Wanneer u klaar bent met bewerken, selecteert u Klaar om terug te keren naar het scherm Foto('s) plaatsen.
14. Herhaal stap 10 tot 13 totdat alle foto's zijn geplaatst en druk vervolgens op de knop .
15. Druk op de knop om de foto's te bewerken, indien gewenst.
16. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Lijst met papiertypes” op pagina 63
&“Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 79
&“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 91
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 85
&“Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 86
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 86
&“Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 93
Gebruikershandleiding
Afdrukken
90
Menuopties voor het afdrukken via het bedieningspaneel
Menuopties voor het selecteren van foto's
Zoeken:
Gee de foto's op het geheugenapparaat gesorteerd weer op basis van opgegeven voorwaarden.De
beschikbare opties zijn aankelijk van de gebruikte functies.
❏Zoeken annuleren:
Annuleert het sorteren van de foto's en gee alle foto's weer.
❏jj:
Selecteer het jaar van de foto's die u wilt weergeven.
❏jjjj/mm:
Selecteer het jaar en de maand van de foto's die u wilt weergeven.
❏jjjj/mm/dd:
Selecteer het jaar, de maand en de datum van de foto's die u wilt weergeven.
Weergavevolgorde:
Hiermee wijzigt u de weergavevolgorde van foto's naar oplopend of aopend.
Alle foto’s selecteren:
Hiermee selecteert u alle foto's en stelt u het aantal afdrukken in.
Selectie foto’s opheen:
Zet het aantal exemplaren van alle foto's op 0 (nul).
Selecteer apparaat voor laden foto’s:
Selecteer het apparaat waar u foto's van wilt laden.
Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen
Papierformaat:
Selecteer het papierformaat dat u hebt geladen.
Papiertype:
Selecteer het papiertype dat u hebt geladen.
Papiercassette:
Selecteer de papierbron die u wenst te gebruiken.
Randinstelling
❏Randloos:
Drukt af zonder marge rond de randen.De aeelding wordt een beetje vergroot om de marges rond
de randen van het papier te verwijderen.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
91
❏Met rand:
Hiermee drukt u af met een witmarge rond de randen.
Uitbreiding:
Bij het randloos afdrukken wordt de aeelding een klein beetje vergroot om de randen rondom te
laten verdwijnen.Selecteer hoeveel u de aeelding wilt vergroten.
Passend binnen rand:
Als de aeeldingsgegevens en het papierformaat niet dezelfde beeldverhouding hebben, wordt de
aeelding automatisch vergroot of verkleind, zodat de korte zijde gelijkloopt met de korte zijde van het
papier.Als de lange zijde van de aeelding langer is dan de lange zijde van het papier, wordt de
aeelding bijgesneden.Deze functie werkt mogelijk niet bij panoramafoto's.
Kwaliteit:
Selecteer de afdrukkwaliteit.Wanneer u Beste selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar
het afdrukken duurt mogelijk langer.
Datum:
Selecteer de notatie waarin de datum moet worden afgedrukt op foto's die de opname- of opslagdatum
bevatten.Bij sommige lay-outs wordt geen datum afgedrukt.
Info op foto's afdrukken
❏Uit:
Drukt af zonder enige informatie erbij.
❏Camera-instellingen:
Hiermee drukt af met bepaalde Exif-informatie, zoals de sluitertijd, f-waarde of ISO-
gevoeligheid.Informatie die niet is vastgelegd, wordt ook niet afgedrukt.
❏Cameratekst:
Drukt tekst af die op de digitale camera is ingesteld.Raadpleeg de documentatie van de camera voor
meer informatie over de tekstinstellingen.De informatie kan alleen randloos worden afgedrukt op
het formaat 10×15 cm, 13×18 cm of 16:9 breed formaat.
❏Oriëntatiepunt:
Drukt de naam af van een plaats of oriëntatiepunt waar de foto is gemaakt (voor digitale camera's
die een functie voor oriëntatiepunten hebben).Raadpleeg de website van de camerafabrikant voor
meer informatie.De informatie kan alleen randloos worden afgedrukt op het formaat 10×15 cm,
13×18 cm of 16:9 breed formaat.
Alle inst.wissen:
Zet de papier- en afdrukinstellingen terug op de standaardwaarden.
Dichtheid van cd:
Voor het bedrukken van een cd/dvd.Stel de dichtheid in die u wilt gebruiken voor de afdruk op een cd/
dvd.
Dichtheid:
Voor het afdrukken van kleurboeken.Selecteer de dichtheid voor de omtrek van de kleurplaat.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
92

Lijndetectie:
Voor het afdrukken van kleurboeken.Selecteer de gevoeligheid voor het detecteren van omtrekken in
de foto.
Menuopties voor het bewerken van foto's
(Bijsn.):
Hiermee snijdt u een gedeelte uit de foto.U kunt het gedeelte voor bijsnijden verplaatsen, vergroten of
verkleinen.
(Filter):
Hiermee drukt u af in sepia of zwart-wit.
(Aanpassingen):
Hiermee past u kleurcorrectie toe met de functie Versterken of Corr. rode ogen.
Versterken:
Selecteer een van de opties voor het aanpassen van aeeldingsgegevens. Met Auto, Personen, Liggend
of Nachtscène krijgt u scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast,
de verzadiging en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
❏Auto:
De printer detecteert de inhoud van de aeelding en corrigeert de aeelding automatisch op basis
van de gedetecteerde inhoud.
❏Personen:
Aanbevolen voor aeeldingen van mensen.
❏Liggend:
Aanbevolen voor aeeldingen van een landschap of de natuur.
❏Nachtscène:
Aanbevolen voor aeeldingen die 's nachts zijn gemaakt.
❏P. I . M . :
Past de aeelding aan op basis van afdrukgegevens uit een digitale camera die compatibel is met
PRINT Image Matching.
❏Verbeteren uit:
Schakelt de functie Versterken uit.
Corr. rode ogen:
Corrigeert rode ogen in foto's.Correcties worden niet toegepast op het oorspronkelijke bestand, alleen
op de afdrukken.Aankelijk van het type foto worden mogelijk andere delen van het beeld
gecorrigeerd.
Helderheid:
Past de helderheid van de aeelding aan.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
93

Contrast:
Past het verschil tussen licht en donker aan.
Scherpte:
Maakt omtrekken in de aeelding scherper of minder scherp.
Verzadiging:
Past de levendigheid van de aeelding aan.
Afdrukken vanuit het menu Verschillende afdrukken
op het bedieningspaneel
Ontwerppapier afdrukken
U kunt een scala aan ontwerppapier opslagen met behulp van de patronen die in de printer zijn opgeslagen,
bijvoorbeeld randen en stippels.Hiermee kunt u het papier op verschillende manieren gebruiken, bijvoorbeeld
voor het maken van kapapier, cadeaupapier, enzovoort.Ga naar de volgende website voor meer informatie over
hoe u uw eigen items kunt ontwerpen.
http://epson.sn
1. Laad papier in de printer.
2. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer Designpapier.
4. Selecteer het patroon, bijvoorbeeld randen of stippels.
5. Congureer papier- en afdrukinstellingen.
6. Druk op de knop
r
7. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
94

Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Lijst met papiertypes” op pagina 63
Foto's met handgeschreven tekst afdrukken
U kunt een foto van een geheugenapparaat afdrukken met eigen tekst of tekeningen erbij. Zo kunt u allerlei leuke
kaarten maken, bijvoorbeeld voor kerst of een verjaardag.
Eerst selecteert u een foto en drukt u een sjabloon af op gewoon papier. Vervolgens schrij of tekent u op die
sjabloon en scant u het resultaat op de printer. Ten slotte drukt u de foto af samen met uw notities of tekeningen.
1. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
c
Belangrijk:
Verwijder het geheugenapparaat pas wanneer u klaar bent met afdrukken.
2. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer Wenskaart > Selecteer foto- en afdruksjabloon.
4. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
5. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken en selecteer vervolgens Afdrukinstellingen.
6. Congureer de afdrukinstellingen, zoals het papiertype of de lay-out voor het afdrukken van een foto met uw
eigen tekst erbij, en druk vervolgens op de knop
r
.
7. Laad gewoon A4-papier in papiercassette 2 om een sjabloon af te drukken.
8. Selecteer Voor controle afdruk.
9. Druk op de knop
x
om een sjabloon af te drukken.
10. Controleer de afdruk en selecteer vervolgens Sluiten.
11. Volg voor het schrijven en tekenen de instructies op de sjabloon.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
95

12. Berg de uitvoerlade met de hand op. Laad fotopapier in papiercassette 1.
13. Selecteer Afdrukken met behulp van de sjabloon.
14. Controleer het scherm, plaats de sjabloon op de scannerglasplaat en druk vervolgens op de knop OK.
Opmerking:
De tekst op de sjabloon moet volledig droog zijn voordat u de sjabloon op de scannerglasplaat legt. Als er vlekken op de
glasplaat zitten, worden die ook afgedrukt op de foto.
15. Druk op de knop om de foto's te bewerken, indien gewenst.
16. Schuif de uitvoerlade uit.
17. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
&“Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 79
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 85
&“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 91
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Lijst met papiertypes” op pagina 63
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 75
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 86
&“Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 93
Foto's op een cd-/dvd-label afdrukken
U kunt foto's op een geheugenapparaat selecteren en afdrukken op een cd-/dvd-label.
c
Belangrijk:
❏Raadpleeg de voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met cd's/dvd's voordat u op een cd/dvd afdrukt.
❏Plaats de cd-/dvd-lade niet in de printer zolang het apparaat bezig is. Dit kan de printer beschadigen.
❏Plaats de cd-/dvd-lade pas in het apparaat wanneer dit in de instructies wordt aangegeven. Anders treedt er een
fout op en wordt de cd/dvd uitgeworpen.
1. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
96

2. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer Kopiëren naar CD/DVD > Afdrukken op CD/DVD.
4. Selecteer de lay-out.
Cd/dvd 1-omhoog, Cd/dvd 4-omhoog en Cd/dvd-variëteit zijn beschikbaar.
5. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
selecteert u Negeren.
6. Voer een van de volgende handelingen uit.
❏Cd/dvd 1-omhoog: selecteer een foto, selecteer Ga verder om Buitenk./Binnenk. in te stellen. en ga
vervolgens verder naar stap 10.
❏Cd/dvd 4-omhoog: ga naar stap 7.
❏Cd/dvd-variëteit: selecteer foto's totdat voor het aantal foto's dat kan worden ingesteld 0 wordt
weergegeven. Selecteer Ga verder om Buitenk./Binnenk. in te stellen. en ga vervolgens verder naar stap
10.
7. Selecteer , selecteer de foto die u wilt plaatsen en selecteer vervolgens Foto plaatsen.
8. Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop OK. Selecteer desgewenst de foto om deze te bewerken.
9. Herhaal stap 7 en 8 tot in alle delen een foto is geplaatst en druk vervolgens op de knop .
10. Selecteer de buitendiameter en druk vervolgens op de knop - of + om de waarde aan te passen. Pas de
binnendiameter op dezelfde wijze aan.
U kunt de diameter ook instellen door de waarde in het kader te selecteren en het schermtoetsenblok te
gebruiken.
Opmerking:
❏Als buitendiameter kunt u 114 tot 120 mm instellen, als binnendiameter 18 tot 46 mm, in stappen van 1 mm.
❏De door u ingestelde buiten- en binnendiameter worden teruggezet op de standaardwaarden na het afdrukken van
het schijabel. U kunt de standaardwaarden wijzigen in Instel. > Printerinstellingen > Binnen-/buitenkant van
cd.
11. Selecteer Type selecteren.
12. Selecteer Op cd/dvd afdrukken.
Opmerking:
Als u een testafdruk wilt maken, selecteert u Testafdr uk op A 4-papier en laadt u vervolgens gewoon A4-papier in
papiercassette 2. Voordat u afdrukt op een cd-/dvd-label, kunt u een voorbeeld van de aeelding afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
97

Foto's afdrukken op een cd-hoesje
U kunt eenvoudig foto's vanaf een geheugenapparaat afdrukken op een cd-hoesje.Druk het hoesje af op A4-papier
en snijd het op maat voor het cd-doosje.
1. Laad papier in de printer.
2. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
3. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
4. Selecteer Kopiëren naar CD/DVD > Afdrukken op jewel-case.
5. Selecteer de lay-out.
6. Congureer papier- en afdrukinstellingen.
7. Druk op de knop
r
.
8. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
9. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken.
10. Selecteer Voorbeeld en Afdrukken.
11. Druk op de knop om de foto's te bewerken, indien gewenst.
12. Druk op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Lijst met papiertypes” op pagina 63
&“Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 79
&“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 91
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 85
&“Menuopties voor het selecteren van foto's” op pagina 91
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 85
&“Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 86
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 86
&“Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 93
Gebruikershandleiding
Afdrukken
99

&“Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 86
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 86
&“Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 93
Een kalender afdrukken
U kunt eenvoudig een Maandelijks, Wekelijks of Dagelijks kalender afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer Schema.
4. Selecteer het type schema.
5. Congureer de papierinstellingen en druk vervolgens op de knop
r
.
6. Wanneer u Maandelijks of Dagelijks selecteert, stelt u de datum in en selecteert u vervolgens Klaar.
7. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Lijst met papiertypes” op pagina 63
&“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 91
&“Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 86
Gebruikershandleiding
Afdrukken
101

Gelinieerd papier afdrukken
U kunt bepaalde soorten gelinieerd papier, graekpapier of muziekpapier afdrukken om uw eigen originele
notitieblok of losse vellen te creëren.
1. Laad papier in de printer.
2. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer Gelinieerd papier.
4. Selecteer het type lijnen.
5. Geef de instellingen voor het papier op.
6. Druk op de knop
r
.
7. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Lijst met papiertypes” op pagina 63
&“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 91
&“Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 86
Gebruikershandleiding
Afdrukken
102

&“Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 86
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 86
&“Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 93
Afdrukken op een originele wenskaart
U kunt eenvoudig een originele wenskaart afdrukken met behulp van een foto op een geheugenapparaat.
1. Laad papier in de printer.
2. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
3. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
4. Selecteer Berichtkaart.
5. Selecteer Positie aeelding, Type lijn en Lijnkleur en selecteer vervolgens Klaar.
6. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
7. Selecteer de foto die u wilt afdrukken en selecteer vervolgens Afdrukinstellingen.
8. Congureer afdrukinstellingen.
9. Druk op de
r
knop.
10. Druk op de knop om de foto te bewerken, indien gewenst.
11. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Lijst met papiertypes” op pagina 63
&“Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 79
&“Menuopties voor het afdrukken van originele wenskaarten” op pagina 105
&“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 91
&“Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 86
&“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 86
Gebruikershandleiding
Afdrukken
104

&“Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 93
Menuopties voor het afdrukken van originele wenskaarten
Positie afbeelding:
Selecteer waar op de wenskaart u de aeelding wilt plaatsen.
Type lijn:
Selecteer het type lijn dat u op de wenskaart wilt afdrukken.
Lijnkleur:
Selecteer de kleur van de lijn die u op de wenskaart wilt afdrukken.
Een kleurboek afdrukken
U kunt alleen de omtrek van foto's of illustraties laten afdrukken. Zo maakt u uw eigen unieke kleurboeken.
Opmerking:
Tenzij voor persoonlijk gebruik (thuis of in een andere besloten omgeving) hebt u toestemming van de houder van het
auteursrecht nodig wanneer u voor uw kleurboek originelen wilt gebruiken waarop auteursrechten rusten.
1. Laad papier in de printer.
2. Als u een foto op een geheugenapparaat wilt gebruiken, plaatst u het apparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-
poort van de externe interface van de printer.
3. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen u d l r en drukt u op de
knop OK.
4. Selecteer Kleurboek.
5. Voer een van de volgende handelingen uit.
❏Als u Een origineel scannen selecteert: congureer de afdrukinstellingen en druk vervolgens op de knop
r. Plaats het origineel op de scannerglasplaat en druk vervolgens op de knop OK.
❏Als u Kiezen uit geheugenkaart selecteert: selecteer een foto, selecteer Afdrukinstellingen en congureer
de afdrukinstellingen. Druk op de r knop.
6. Druk op de x knop.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
105

Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Menuopties voor het selecteren van foto's” op pagina 91
&“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 91
Afdrukken vanaf een computer
Basisprincipes — Windows
Opmerking:
❏Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen.Rechtsklik op een item en klik dan op Help.
❏De werking varieert naargelang de toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand.
4. Selecteer uw printer.
5. Selecteer Voorkeu ren of Eigenschappen om het venster van het printerstuurprogramma te openen.
6. Geef de volgende instellingen op.
❏Papierbron: selecteer de papierbron waarin u het papier hebt geladen.
❏documentformaat: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
106
❏Randloos: selecteer deze optie om af te drukken zonder marges rond de aeelding.
Bij het randloos afdrukken worden de afdrukgegevens enigszins vergroot ten opzichte van het
papierformaat. Dit zorgt ervoor dat u geen witruimte krijgt rondom.Klik op Instellingen om de mate van
vergroting te selecteren.
❏Afdrukstand: selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
❏Papiertype: selecteer het type papier dat u hebt geladen.
❏Kwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit.
Wanneer u Hoog selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk
langer.
❏Kleur: selecteer Grijswaarden wanneer u wilt afdrukken in zwart-wit of grijswaarden.
Opmerking:
Selecteer de instelling Liggend als Afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
7. Klik op OK om het venster van het printerstuurprogramma te sluiten.
8. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 61
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 196
&“Lijst met papiertypes” op pagina 63
Basisprincipes — Mac OS
Opmerking:
In de uitleg in dit gedeelte wordt TextEdit gebruikt als voorbeeld.De precieze werking en schermen hangen af van de
toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
107

3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
Klik indien nodig op Toon detai l s of
d
om het afdrukvenster te vergroten.
4. Geef de volgende instellingen op.
❏Printer: selecteer uw printer.
❏Voorinstellingen: gebruik deze optie wanneer u de opgeslagen instellingen wilt gebruiken.
❏Papierformaat: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Selecteer een "randloos" papierformaat voor het afdrukken zonder marges.
❏Afdrukstand: selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Opmerking:
❏Als de bovenstaande menu's niet worden weergegeven, sluit dan het afdrukvenster, selecteer Pagina-instelling in het
menu Bestand en geef vervolgens instellingen op.
❏Selecteer de liggende afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
108

5. Selecteer Printerinstellingen in het snelmenu.
Opmerking:
Als in OS X Mountain Lion of later het menu Printerinstellingen niet wordt weergegeven, is het Epson-
printerprogramma fout geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe.Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga
naar Ondersteuning en lees de Tips.
http://epson.sn
6. Geef de volgende instellingen op.
❏Papierbron: selecteer de papierbron waarin u het papier hebt geladen.
Als u Automatisch selecteren selecteert, wordt de papierbron automatisch geselecteerd op basis van het
papierformaat en de papiersoort die op het bedieningspaneel van de printer zijn geselecteerd.
Als u de functie Autom. cassette omschakelen inschakelt en papiercassette 1 selecteert als Papierbron,
voert de printer automatisch papier in uit papiercassette 2 wanneer het papier in papiercassette 1 op is.Laad
hetzelfde papier (type en formaat) in papiercassette 1 en papiercassette 2.
Als u Autom. cassette omschakelen wilt inschakelen, selecteert u Systeemvoorkeuren in het menu >
Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en vervolgens selecteert u de
printer.Geef instellingen op in het weergegeven scherm door te klikken op Opties en toebehoren > Opties
(of Besturingsbestand).
❏Afdrukmateriaal: selecteer het type papier dat u hebt geladen.
❏Afdrukkwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit.
Wanneer u Fijn selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk
langer.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
109
Dubbelzijdig afdrukken - Windows
Opmerking:
❏Handmatig dubbelzijdig afdrukken is beschikbaar wanneer EPSON Status Monitor 3 ingeschakeld is. Is EPSON Status
Monitor 3 uitgeschakeld, ga dan naar de printerdriver, klik op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en
selecteer EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
❏Handmatig dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer via een netwerk of als gedeelde
printer wordt gebruikt.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Automatisch (binden langs lange zijde), Automatisch (binden langs korte zijde), Handmatig
(binden langs lange zijde), of Handmatig (binden langs korte zijde) bij Dubbelzijdig afdrukken op het
tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
Opmerking:
Selecteer Boekje om een gevouwen boekje af te drukken.
6. Klik op Afdrukdichtheid, selecteer het documenttype in Documenttype selecteren, en klik vervolgens op
OK.
De printerdriver stelt automatisch de opties voor Aanpassingen in voor dat documenttype.
Opmerking:
❏Afdrukken kan langzaam zijn aankelijk van de opties die u gecombineerd hebt voor Documenttype selecteren in
het venster Afdrukdichtheid aanpassen en voor Kwaliteit op het tabblad Hoofdgroep.
❏De instelling Afdrukdichtheid aanpassen is niet beschikbaar voor handmatig dubbelzijdig afdrukken.
7. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
8. Klik op Afdrukken.
Wanneer bij handmatig dubbelzijdig afdrukken de eerste zijde klaar is, verschijnt een pop-upvenster op de
computer. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Basisprincipes — Windows” op pagina 106
Dubbelzijdig afdrukken — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
111

4. Selecteer Inst. dubbelzijdig afdr. in het snelmenu.
5. Selecteer de bindingen in Dubbelz. afdrukken.
6. Selecteer het type van uw origineel in Documenttype.
Opmerking:
❏Het afdrukken kan traag verlopen naargelang de instellingen van Documenttype.
❏Als u iets met een hoge gegevensdichtheid afdrukt, zoals foto's of graeken, selecteert u Tekst me t foto of Foto als de
instelling voor Documenttype.Als de aeelding vlekken vertoont of doorloopt naar de achterkant, past u de
afdrukdichtheid en de droogtijd voor de inkt aan door op de pijl te klikken naast Aanpassingen.
7. Geef naar wens nog meer instellingen op.
8. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Basisprincipes — Mac OS” op pagina 107
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt twee of vier pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
Meerdere pagina's op één vel afdrukken - Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
112
4. Selecteer 2 per vel of 4 per vel als de instelling voor Meerdere pagina's op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Pag.volgorde, congeer de toepasselijke instellingen en klik vervolgens op OK om het venster te
sluiten.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Basisprincipes — Windows” op pagina 106
Meerdere pagina's op één vel afdrukken — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
4. Selecteer Lay-out in het snelmenu.
5. Stel het aantal pagina's in Pagina's per vel, de Richting van indeling (paginavolgorde) en Randen.
6. Geef naar wens nog meer instellingen op.
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Basisprincipes — Mac OS” op pagina 107
Gebruikershandleiding
Afdrukken
113

Afdruk aanpassen aan papierformaat
U kunt de afdruk aanpassen aan het papierformaat dat u in de printer hebt geladen.
Afdruk aanpassen aan papierformaat - Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Congureer de volgende instellingen op het tabblad Meer opties.
❏documentformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld.
❏Uitvoerpapier: Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Volledige pagina wordt automatisch geselecteerd.
Opmerking:
Als u een verkleinde aeelding wenst af te drukken in het midden van de pagina, selecteer dan Centreren.
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
6. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Basisprincipes — Windows” op pagina 106
Afdruk aanpassen aan papierformaat — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
114

2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
4. Selecteer het papierformaat van het papier dat u in de toepassing als Papierformaat hebt ingesteld.
5. Selecteer Papierverwerking in het snelmenu.
6. Selecteer Aanpassen aan papierformaat.
7. Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
8. Geef naar wens nog meer instellingen op.
9. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Basisprincipes — Mac OS” op pagina 107
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen voor Windows)
Met Taken indelen Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren
en als één afdruktaak afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen, zoals lay-out, afdrukvolgorde en oriëntatie, voor
gecombineerde bestanden congureren.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Taken indelen Lite op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op OK om het venster van de printerdriver te sluiten.
6. Klik op Druk af.
Het venster Taken indelen Lite wordt weergegeven en de afdruktaak wordt aan het Afdrukproject
toegevoegd.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
115

7. Open het bestand dat u met het huidige bestand wilt combineren terwijl het venster Taken indelen Lite
openstaat. Herhaal vervolgens stap 3 t/m 6.
Opmerking:
❏Als u het venster Take n indelen Lite sluit, wordt het niet opgeslagen Afdrukproject verwijderd. Selecteer Opslaan
in het menu Bestand om op een later tijdstip af te drukken.
❏Als u een Afdrukproject dat is opgeslagen in Take n indel en Li te wilt openen, klikt u op Take n indele n Lite op het
tabblad Hulpprogramma's van de printerdriver. Selecteer vervolgens Openen in het menu Bestand om het bestand
te selecteren. De bestandsextensie van de opgeslagen bestand is "ecl".
8. Selecteer de menu's Lay-out en Bewerken in Taken indelen Lite om de Afdrukproject indien nodig aan te
passen. Raadpleeg de Help-functie van de Taken indelen Lite voor details.
9. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Basisprincipes — Windows” op pagina 106
Eén afbeelding afdrukken op meerdere vellen om een poster te
maken (alleen voor Windows)
Met deze functie kunt u één aeelding afdrukken op meerdere vellen papier.U kunt een grotere poster maken
door ze samen te plakken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van het printerstuurprogramma.
4. Selecteer 2x1 Poster, 2x2 Poster, 3x3 Poster of 4x4 Poster bij Meerdere pagina's in het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
Opmerking:
Snijlijnen afdrukken met deze optie kunt u een snijlijn afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
116

6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Basisprincipes — Windows” op pagina 106
Posters maken met behulp van Overlappende uitlijningstekens
In dit voorbeeld ziet u hoe u een poster maakt wanneer 2x2 Poster geselecteerd is en Overlappende
uitlijningstekens geselecteerd is bij Snijlijnen afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
117

1. Prepareer Sheet 1 en Sheet 2. Knip de marges van Sheet 1 langs de verticale blauwe lijn door het midden van
de kruisjes boven en onder.
2. Plaats de rand van Sheet 1 op Sheet 2 en lijn de kruisjes uit. Plak de twee vellen aan de achterkant voorlopig
aan elkaar vast.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
118

3. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de verticale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn
links van de kruisjes).
4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
119

6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de
linker- en rechterkant.
7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig
aan de achterkant aan elkaar.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
120

8. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de horizontale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de
lijn boven de kruisjes).
9. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
121

10. Knip de resterende marges af langs de buitenste lijn.
Geavanceerde functies gebruiken voor afdrukken
In deze sectie worden verschillende aanvullende afdruk- en lay-outfuncties beschreven die in de printerdriver
beschikbaar zijn.
Gerelateerde informatie
&“Windows-printerdriver” op pagina 195
&“Mac OS-printerstuurprogramma” op pagina 198
Eenvoudig afdrukken met voorkeursinstellingen
Als u uw eigen preset maakt van vaak gebruikte instellingen, kunt u snel afdrukken door deze preset in de lijst te
selecteren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
122
Windows
Stel items in zoals documentformaat en Papiertype op het tabblad Hoofdgroep of Meer opties, en klik dan op
Voorinstellingen toevoegen/verwijderen in Voorkeursinstellingen.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen, waarna u de
naam selecteert van de desbetreende voorinstelling en deze verwijdert.
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster.Om uw eigen preset toe te voegen, stel Papierformaat en Afdrukmateriaal in en
sla dan de actuele instellingen op als preset in de Voorinstellingen instelling.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen > Voorinstellingen weergeven, selecteert
u de naam van de voorinstelling die u wilt verwijderen en verwijdert u deze.
Een verkleind of vergroot document afdrukken
U kunt het formaat van een document met een speciek percentage verkleinen of vergroten.
Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Stel documentformaat in op het tabblad Meer opties.Selecteer Verklein/vergroot document, Zoomen naar en
voer vervolgens een percentage in.
Mac OS
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Selecteer Pagina-instelling (of Afdrukken) vanaf het menu Bestand.Selecteer de printer in Opmaak voor, stel het
papierformaat in en voer dan een percentage in bij Schaal.Sluit het venster en druk de volgende
basisafdrukinstructies af.
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt.
PhotoEnhance gee scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast, de verzadiging
en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Opmerking:
❏Deze aanpassingen worden niet doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
❏PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren.Als u de locatie van het onderwerp
hebt gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen.Wanneer u de
instelling voor randloos selecteert, wordt de locatie van het onderwerp ook gewijzigd, wat in kleurwijzigingen
resulteert.Als de aeelding niet scherpgesteld is, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk.Als de kleur is gewijzigd of
onnatuurlijk is geworden, druk dan niet in PhotoEnhance maar in een andere modus af.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
123

Windows
Selecteer de methode voor kleurcorrectie bij Kleurcorrectie op het tabblad Meer opties.
Als u Automatisch selecteert, worden de kleuren automatisch aangepast aan de instellingen voor het papiertype en
de afdrukkwaliteit.Als u Aangepast selecteert en op Geavanceerd klikt, kunt u uw eigen instellingen congureren.
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster.Selecteer Kleuren aanpassen in het snelmenu en selecteer vervolgens EPSON
Kleurencontrole.Selecteer Kleurenopties in het snelmenu en selecteer dan één van de beschikbare opties.Klik op
de pijl naast Extra instellingen en kies de juiste instellingen.
Een watermerk afdrukken (uitsluitend voor Windows)
U kunt een watermerk, zoals bijvoorbeeld "Vertrouwelijk", op uw documenten afdrukken.U kunt ook uw eigen
watermerk toevoegen.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Klik op Watermerkfuncties in het tabblad Meer opties en selecteer daar een watermerk.Klik op Instellingen om
details te wijzigen zoals de dichtheid en positie van het watermerk.
Een kop- en voettekst afdrukken (uitsluitend voor Windows)
U kunt in een kop- of voettekst de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken.
Klik op Watermerkfuncties in het tabblad Meer opties en selecteer daar Koptekst/voettekst. Klik op Instellingen
en selecteer de gewenste items in de vervolgkeuzelijst.
Foto's afdrukken met Epson Easy Photo Print
Epson Easy Photo Print maakt het mogelijk om heel eenvoudig een lay-out te maken voor het afdrukken van uw
foto's op verschillende soorten papier.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
❏Wanneer u afdrukt op origineel Epson-fotopapier, wordt de inktkwaliteit gemaximaliseerd en krijgt u levendige en
scherpe afdrukken.
❏Als u randloos wilt afdrukken met een in de handel verkrijgbaar sowarepakket, congureert u de volgende instellingen.
❏Zorg dat uw gegevens passen op het papierformaat.Als u in de toepassing die u gebruikt een marge kunt
instellen, stel de marge dan in op 0 mm.
❏Schakel in het printerstuurprogramma de instelling voor randloos afdrukken in.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
124

Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor fotolay-out (Epson Easy Photo Print)” op pagina 203
&“Toepassingen installeren” op pagina 206
Een cd-/dvd-label afdrukken met Epson Print CD
Met Epson Print CD kunt u gemakkelijk allerlei originele labels maken voor een cd/dvd.Verder is het mogelijk om
een cd-/dvd-hoesje te maken en af te drukken.
U kunt het afdrukgebied voor de cd/dvd instellen op minimaal 18 mm voor de binnendiameter en maximaal 120
mm voor de buitendiameter.Aankelijk van de instellingen kan de cd/dvd of de lade vies worden.Blijf binnen het
afdrukgebied van de cd/dvd die u wilt bedrukken.
Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Als u een cd-/dvd-label wilt afdrukken met een in de handel verkrijgbaar sowarepakket, congureert u de volgende
instellingen.
❏Voor Windows wordt automatisch A4 geselecteerd bij documentformaat wanneer u Cd-/dvd-lade selecteert bij
Papierbron.Selecteer Staand als instelling voor Afdrukstand en CD/DVD als instelling voor Papiertype.
❏Voor Mac OS selecteert u A4 (CD/DVD) bij Papierformaat.Selecteer staand als afdrukrichting en selecteer vervolgens
CD/DVD als Afdrukmateriaal in het menu Printerinstellingen.
❏Bij sommige toepassingen kan het zijn dat u het type lade moet opgeven.Selecteer Epson-lade type 2.De precieze naam
van de instelling kan anders zijn, aankelijk van de toepassing.
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor het afdrukken van tekst of aeeldingen op een schijf (Epson Print CD)” op pagina 204
&“Toepassingen installeren” op pagina 206
Afdrukken met Smart Devices
Epson iPrint gebruiken
Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's, documenten en webpagina's kunt afdrukken vanaf uw smart-
apparaten, zoals smartphones of tablets. U kunt lokaal afdrukken (afdrukken vanaf een smart device dat
verbinding hee met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer) of afdrukken op afstand (via internet afdrukken
vanaf een externe locatie). Registreer uw printer bij de service Epson Connect om op afstand af te drukken.
Als u Epson iPrint start wanneer de printer niet met het netwerk verbonden is, wordt een melding weergegeven
waarin u wordt gevraagd verbinding met de printer te maken. Volg de instructies om de verbinding tot stand te
brengen. Zie de onderstaande URL voor de gebruiksomstandigheden.
http://epson.sn
Gebruikershandleiding
Afdrukken
125

EGeeft het scherm weer om printerinstellingen te congureren zoals het papierformaat en -type.
FGeeft het papierformaat weer. Wanneer dit wordt weergegeven als knop, kunt u daarop drukken om de
huidige papierinstellingen op de printer weer te geven.
GGeeft de geselecteerde foto's en documenten weer.
HStart het afdrukken.
Opmerking:
Als u vanuit het documentmenu wilt afdrukken met iPhone, iPad, en iPod touch op iOS, start u Epson iPrint na het
overbrengen van het document dat u wilt afdrukken wanneer u wilt afdrukken met de functie voor het delen van bestanden
in iTunes.
Epson Print Enabler gebruiken
U kunt draadloos documenten, e-mails, foto's en webpagina's afdrukken vanaf uw Android-telefoon of -tablet
(Android v4.4 of hoger).Met enkele tikken laat u uw Android-apparaat een Epson-printer detecteren die met
hetzelfde draadloze netwerk is verbonden.
1. Laad papier in de printer.
2. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
3. Installeer op het Android-apparaat de Epson Print Enabler-invoegtoepassing vanaf Google Play.
4. Verbind het Android-toestel met hetzelfde draadloze netwerk dat de printer gebruikt.
5. Ga naar Instellingen op het Android-apparaat, selecteer Afdrukken en schakel vervolgens Epson Print
Enabler in.
6. Tik vanuit een Android--toepassing, zoals Chrome, op het menupictogram en druk af wat er op het scherm
wordt weergegeven.
Opmerking:
Als u de printer niet ziet, tikt u op Alle printers en selecteert u de printer.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Een smart device verbinden” op pagina 30
Gebruikershandleiding
Afdrukken
127

AirPrint gebruiken
AirPrint maakt het mogelijk om meteen draadloos af te drukken vanaf een iPhone, iPad of iPod touch met daarop
de meest recente versie van iOS, of een Mac met daarop de meest recente versie van OS X of macOS.
Opmerking:
Als u de meldingen voor de papierconguratie op het bedieningspaneel van uw apparaat hebt uitgeschakeld, kunt u AirPrint
niet gebruiken.Volg de onderstaande koppeling om de meldingen zo nodig in te schakelen.
1. Laad papier in uw apparaat.
2. Stel uw apparaat correct in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.Raadpleeg de onderstaande koppeling.
http://epson.sn
3. Verbind uw Apple-toestel met hetzelfde draadloze netwerk dat uw apparaat gebruikt.
4. Druk vanaf uw toestel af op uw apparaat.
Opmerking:
Raadpleeg voor meer informatie de pagina over AirPrint op de Apple-website.
Gerelateerde informatie
&“Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad” op pagina 229
&“Menuopties voor Printerinstellingen” op pagina 187
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
Gebruikershandleiding
Afdrukken
128

Foto's afdrukken vanaf een digitale camera
Opmerking:
❏U kunt foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera die compatibel is met PictBridge. Raadpleeg de
documentatie van de camera voor meer informatie over het opgeven van instellingen op de camera.
❏Meestal krijgen de instellingen van de digitale camera voorrang. In de volgende gevallen worden echter de instellingen
van de printer gebruikt.
❏Wanneer in de afdrukinstellingen van de camera is opgegeven dat de printerinstellingen moeten worden
gebruikt
❏Wanneer de optie Sepia of Zwart-wit is geselecteerd in de afdrukinstellingen van de printer.
❏Wanneer de combinatie van afdrukinstellingen van de camera en van de printer instellingen oplevert die op
de printer niet beschikbaar zijn.
Afdrukken vanaf een via USB aangesloten digitale camera
U kunt foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera die met een USB-kabel is aangesloten.
1. Verwijder een geheugenapparaat uit de printer.
2. Laad papier in de printer.
3. Selecteer vanuit het startscherm Instel. > Afdrukinstellingen camera.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
4. Selecteer Afdrukinstellingen of Foto-aanpassingen en wijzig zo nodig de instellingen.
5. Zet de digitale camera aan en sluit deze vervolgens met een USB-kabel aan op de printer.
Opmerking:
Gebruik een USB-kabel die niet langer is dan 2 meter.
6. Selecteer de foto's die u wilt afdrukken vanaf de digitale camera, geef instellingen op, zoals het aantal
exemplaren, en begin met afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
129

Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 91
&“Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 93
Afdrukken vanaf een draadloos verbonden digitale camera
U kunt draadloos foto's afdrukken vanaf een digitale camera met ondersteuning voor DPS over IP (hierna
PictBridge (draadloos LAN) genoemd).
1. Controleer of het pictogram dat aangee dat de printer verbinding hee met een draadloos netwerk, wordt
weergegeven op het startscherm.
2. Laad papier in de printer.
3. Selecteer vanuit het startscherm Instel. > Afdrukinstellingen camera.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
4. Selecteer Afdrukinstellingen of Foto-aanpassingen en wijzig zo nodig de instellingen.
5. De digitale camera moet met hetzelfde netwerk verbonden zijn als de printer.
6. Geef de lijst met beschikbare printers weer op de digitale camera en selecteer vervolgens de printer waarmee u
verbinding wilt maken.
Opmerking:
❏Als u de naam van de printer wilt weten, selecteert u het netwerkstatuspictogram in het startscherm.
❏Als uw digitale camera een functie hee om printers te registreren, kunt u in het vervolg verbinding met de printer
maken door de printer te selecteren.
7. Selecteer de foto's die u wilt afdrukken vanaf de digitale camera, geef instellingen op, zoals het aantal
exemplaren, en begin met afdrukken.
8. Verbreek op de digitale camera de PictBridge-verbinding (draadloos LAN) met de printer.
c
Belangrijk:
Wanneer u PictBridge (draadloos LAN) gebruikt, kunt u geen andere printerfuncties gebruiken of afdrukken
vanaf andere apparaten.Verbreek meteen de verbinding zodra u klaar bent met afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Pictogrammen op het lcd-scherm” op pagina 22
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 91
&“Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 93
Gebruikershandleiding
Afdrukken
130

Afdrukken annuleren
Opmerking:
❏In Windows kunt u een afdruktaak niet via de computer annuleren als deze volledig naar de printer verzonden is.In dit
geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
❏Wanneer u verschillende pagina's afdrukt via Mac OS, kunt u niet alle taken annuleren via het bedieningspaneel.In dit
geval moet u de afdruktaak op de computer zelf annuleren.
❏Als u een afdruktaak vanuit Mac OS X v10.6.8 via het netwerk hebt verzonden, kunt u het afdrukken mogelijk niet via
de computer annuleren.In dit geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Afdrukken annuleren — Bedieningspaneel
Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop
y
om de afdruktaak die wordt uitgevoerd te annuleren.
Afdrukken annuleren - Windows
1. Open het venster van de printerdriver.
2. Selecteer de tab Hulpprogramma's.
3. Klik op Wachtrij.
4. Klik met de rechtermuisknop op de taak die u wilt annuleren en selecteer Annuleren.
Gerelateerde informatie
&“Windows-printerdriver” op pagina 195
Afdrukken annuleren — Mac OS
1. Klik op het printerpictogram in het Dock.
2. Selecteer de taak die u wilt annuleren.
3. Annuleer de taak.
❏OS X Mountain Lion of hoger
Klik op naast de voortgangsbalk.
❏Mac OS X v10.6.8 t/m v10.7.x
Klik op Ver w ijd ere n.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
131

Kopiëren
Normaal kopiëren
In dit gedeelte worden de stappen uitgelegd voor het kopiëren vanuit het menu Kopiëren op het bedieningspaneel.
1. Laad papier in de printer.
2. Plaats de originelen.
3. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
4. Congureer de instellingen op het tabblad Kopiëren.
❏Zwart-wit/Kleur: selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit.
❏ (Dubbelzijdig kopiëren): als u dubbelzijdige kopieën wilt maken, selecteert u het item, daarna 1>2-
zijdig en congureert u vervolgens de instellingen voor Richting origineel en Inbindmarge.Selecteer
Klaar om te bevestigen.
❏(Dichtheid): selecteer het item om de instellingen voor de kopieerdichtheid te congureren.Druk op de
knop + om de dichtheid te verhogen en druk op de knop - om de dichtheid te verlagen.Selecteer Klaar om
te bevestigen.
5. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen en wijzig desgewenst de andere instellingen.
6. Selecteer het tabblad Kopiëren en stel vervolgens het aantal exemplaren in.
7. Druk op de knop
x
.
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gekopieerde aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
Gebruikershandleiding
Kopiëren
132

&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 75
&“Menuopties voor kopiëren” op pagina 138
Verschillende kopieermethoden
Kopiëren in diverse lay-outs
Je kunt eenvoudig kopiëren door het gewenste menu te selecteren, bijvoorbeeld het kopiëren van beide zijden van
een id-kaart op één zijde van een vel A4, of het kopiëren van twee naast elkaar gelegen zijden van een boek op een
enkel vel papier.
1. Laad papier in de printer.
2. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer Verschillende kopieën en selecteer vervolgen een kopieermenu.
❏ID-kaart
Scant beide zijden van een identiteitskaart en kopieert ze naar één zijde van een A4.
❏Boekkopie
Hiermee kopieert u twee tegenover elkaar liggende A4-pagina's van bijvoorbeeld een boek op één vel
papier.
❏Randloos kopie
Kopieert zonder marge rond de randen.De aeelding wordt een beetje vergroot om de marges rond de
randen van het papier te verwijderen.
4. Plaats de originelen.
Plaats voor Boekkopie de eerste pagina van de originelen volgens de instructies op het scherm en druk
vervolgens op de knop OK.
5. Congureer de instellingen op het tabblad Kopiëren.
Beschikbare items kunnen variëren aankelijk van het kopieermenu.
6. Congureer desgewenst instellingen voor elk item op het tabblad Geavanceerde instellingen.
7. Selecteer het tabblad Kopiëren en stel vervolgens het aantal exemplaren in.
8. Druk op de knop
x
.
Opmerking:
Als u Voorbeeld selecteert, kunt u de gescande aeelding controleren.
9. Volg voor ID-kaart of Boekkopie de instructies op het scherm voor het plaatsen van de rest van de originelen
en selecteer vervolgens Scannen starten.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
133

Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 75
&“Een id-kaart plaatsen om te kopiëren” op pagina 77
&“Menuopties voor kopiëren” op pagina 138
Foto's kopiëren
U kunt meerdere foto's tegelijk kopiëren.Ook is het mogelijk om verkleurde foto's op te frissen.
Het kleinste origineel dat u kunt kopiëren is 30×40 mm.
Opmerking:
Witruimte rond de foto wordt mogelijk niet gedetecteerd.
1. Laad papier in de printer.
2. Selecteer Verschillende afdrukken op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer Verschillende kopieën > Foto's kopiëren/herstellen.
4. Wijzig desgewenst de afdrukinstellingen en druk vervolgens op de knop
r
.
5. Controleer de foto's op het op het scherm scannerglasplaat en selecteer vervolgens Scannen starten.
De foto's worden gescand en weergegeven op het scherm.
6. Druk desgewenst op de knop om instellingen als fotoaanpassingen te congureren.
Opmerking:
Als u bij het afdrukken een deel van de foto wilt vergroten, selecteert u Bijsnijden/zoomen en congureert u vervolgens
de instellingen.Verschuif het kader van het afdrukgebied met de knop
u
,
d
,
l
of
r
en pas de grootte van het kader
vervolgens aan met de knop - of +.
7. Stel het gewenste aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 65
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Foto's plaatsen om te kopiëren” op pagina 76
&“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen voor het kopiëren van foto's” op pagina 135
&“Menuopties voor fotoaanpassingen voor het kopiëren van foto's” op pagina 135
Gebruikershandleiding
Kopiëren
134
Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen voor het kopiëren van foto's
Kleur herstellen
Frist verkleurde foto's op.
Papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u hebt geladen.
Papiertype
Selecteer het papiertype dat u hebt geladen.
Papiercassette
Controleer de papierbron die u wenst te gebruiken.
Randinstelling
❏Randloos
Kopieert zonder marge rond de randen. De aeelding wordt een beetje vergroot om de marges rond
de randen van het papier te verwijderen. Selecteer hoeveel u de aeelding wilt vergroten in de
instelling Uitbreiding.
❏Met rand
Kopieert met een marge rond de randen.
Alle inst.wissen:
Zet de kopieerinstellingen terug op de standaardwaarden.
Menuopties voor fotoaanpassingen voor het kopiëren van foto's
Foto-aanpassingen
Wanneer u PhotoEnhance selecteert, krijgt u scherpere afdrukken en levendigere kleuren door
aanpassing van het contrast, de verzadiging en de helderheid van de oorspronkelijke
aeeldingsgegevens.
Filter
Kopieert in zwart-wit.
Bijsnijden/zoomen
Vergroot een deel van de foto om te kopiëren.
Bewerking wissen
Wi s f ot o b e w e r k i n g .
Kopiëren op een cd-/dvd-label
U kunt een schijabel of een vierkant origineel, een foto bijvoorbeeld, kopiëren op een cd-/dvd-label.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
135

c
Belangrijk:
❏Raadpleeg de voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met cd's/dvd's voordat u op een cd/dvd afdrukt.
❏Plaats de cd-/dvd-lade niet in de printer zolang het apparaat bezig is. Dit kan de printer beschadigen.
❏Plaats de cd-/dvd-lade pas in het apparaat wanneer dit in de instructies wordt aangegeven. Anders treedt er een
fout op en wordt de cd/dvd uitgeworpen.
1. Selecteer Verschillende afdrukken op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
2. Selecteer Kopiëren naar CD/DVD > Kopiëren naar CD/DVD.
3. Plaats het origineel aan de hand van de instructies op het scherm en druk vervolgens op de knop OK.
4. Geef de binnen- en buitendiameter op met de knop - of + en selecteer vervolgens Type selecteren.
U kunt ook vanuit het kader van de binnen- en buitendiameter selecteren en vervolgens de waarde invoeren
via het schermtoetsenblok.
Opmerking:
❏Als buitendiameter kunt u 114 tot 120 mm instellen, als binnendiameter 18 tot 46 mm, in stappen van 1 mm.
❏De door u ingestelde buiten- en binnendiameter worden teruggezet op de standaardwaarden na het afdrukken van
het schijabel. U dient deze diameters opnieuw in te stellen elke keer dat u afdrukt.
5. Selecteer Op cd/dvd afdrukken.
Opmerking:
Als u een testafdruk wilt maken, selecteert u Testafdr uk op A 4-papier en vervolgens laadt u gewoon A4-papier in
papiercassette. Voordat u afdrukt op een cd-/dvd-label, kunt u een voorbeeld van de aeelding afdrukken.
6. Wanneer op het scherm een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat u een cd/dvd moet
plaatsen, selecteert u Hoe en volgt u vervolgens de instructies op het scherm om een cd/dvd te plaatsen.
c
Belangrijk:
Leg een cd/dvd op de cd-/dvd-lade met de afdrukzijde naar boven. Druk op het midden van de cd/dvd om deze
stevig vast te zetten op de cd/dvd-lade. De cd/dvd kan anders uit de lade vallen. Draai de lade om te
controleren of de cd/dvd goed vastzit in de lade.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
136

Opmerking:
Als u de lade in de printer plaatst, kunt u lichte weerstand voelen. Dit is normaal; u kunt verdergaan met het
horizontaal plaatsen van de lade.
7. Selecteer Geïnstalleerd.
8. Selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit en wijzig vervolgens desgewenst de kopieerdichtheid.
Opmerking:
Selecteer om de gescande aeelding weer te geven. U kunt de afdrukpositie aanpassen in het scherm met het
voorbeeld.
9. Druk op de
x
knop.
10. Na het afdrukken wordt de cd-/dvd-lade uitgeworpen. Verwijder de lade uit de printer en volg de instructies
op het scherm om Klaar te selecteren.
c
Belangrijk:
Zorg ervoor dat u de cd-/dvd-lade verwijdert nadat het afdrukken is voltooid. Als u de lade niet verwijdert en
de printer aan- of uitzet of een printkopreiniging uitvoert, komt de cd-/dvd-lade tegen de printkop en kan de
printer defect raken.
11. Verwijder de cd/dvd en berg de cd-/dvd-lade weer op aan de onderkant van papiercassette 2.
Gerelateerde informatie
&“Een cd/dvd plaatsen om daarop een label af te drukken” op pagina 77
&“Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met cd's/dvd's” op pagina 81
&“Menuopties voor Kopiëren naar CD/DVD” op pagina 137
Menuopties voor Kopiëren naar CD/DVD
Buitenk., Buitenk.
Geef het afdrukgebied op. U kunt voor de buitendiameter maximaal 120 mm opgeven en voor de
binnendiameter minimaal 18 mm. Aankelijk van de instellingen kan de cd/dvd of de cd-/dvd-lade
vies worden. Gebruik waarden die passen bij het afdrukgebied van uw cd/dvd.
Op cd/dvd afdrukken, Testafdruk op A4-papier
Selecteer of u wilt afdrukken op een cd/dvd of als u een testafdruk wilt maken op gewoon A4-papier.
Wanneer u Testafdruk op A4-papier selecteert, kunt u het afdrukresultaat controleren voordat u
afdrukt op een cd/dvd.
(Instelling afdrukpositie)
Scant het origineel en gee de gescande aeelding weer. U kunt de afdrukpositie aanpassen in het
scherm met het voorbeeld.
Kleur
Kopieert het origineel in kleur.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
137

Zwart-wit
Kopieert het origineel in zwart-wit.
Dichtheid
Verhoog met + de dichtheid wanneer het kopieerresultaat te zwak is. Verlaag met - de dichtheid
wanneer de inkt vlekt.
Documenttype
Selecteer het type van het origineel. Hiermee kopieert u met optimale kwaliteit die het origineel zo
dicht mogelijk benadert.
Kwaliteit
Selecteer de kopieerkwaliteit. Wanneer u Beste selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar
het afdrukken duurt mogelijk langer.
Alle inst.wissen
Zet de kopieerinstellingen terug op de standaardwaarden.
Menuopties voor kopiëren
Beschikbare items op de tabbladen Kopiëren en Geavanceerde instellingen variëren aankelijk van het
geselecteerde menu.
Voorbeeld
Toont een gescande aeelding zodat u eerst een voorbeeld van het kopieerresultaat krijgt.
Zwart-wit
Kopieert het origineel in zwart-wit.
Kleur
Kopieert het origineel in kleur.
(Dubbelzijdig kopiëren)
❏1>enkelzijdig
Kopieert één zijde van een origineel op één zijde van het papier.
❏1>2-zijdig
Kopieert twee enkelzijdige originelen op beide zijden van één vel papier. Selecteer de afdrukstand en
de bindpositie van het papier.
(Dichtheid)
Verhoog met + de dichtheid wanneer het kopieerresultaat te zwak is. Verlaag met - de dichtheid
wanneer de inkt vlekt.
Zoom
Vergroot of verkleint de originelen. Selecteer de waarde en bepaal de vergroting of verkleining die moet
worden toegepast op het origineel. De waarde kan liggen tussen 25 en 400%.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
138

❏Ware g rootte
Kopieert met een vergroting van 100%.
❏Pag auto pass
Detecteert het scangebied en maakt het origineel automatisch groter of kleiner zodat het past op het
papierformaat dat u hebt geselecteerd. Wanneer het origineel een witte rand hee rondom, wordt
die witruimte vanaf de hoekmarkering van de glasplaat gedetecteerd als scangebied en kan de
witruimte aan de andere kant wegvallen.
❏10x15cm->A4, A4->10x15cm enzovoort
Maakt het origineel automatisch groter of kleiner, zodat het past op een speciek papierformaat.
Papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u hebt geladen.
Papiertype
Selecteer het papiertype dat u hebt geladen.
Papiercassette
Selecteer de papierbron die u wenst te gebruiken.
Indeling
❏Enkele pagina
Hiermee kopieert u een enkelzijdige origineel op één vel.
❏2-omhoog
Hiermee kopieert u twee enkelzijdige originelen op één vel in de indeling 2-op-1. U kunt de
afdrukstand en het formaat van het origineel selecteren. Controleer de aeelding aan de
rechterzijde om Richting origineel te selecteren en selecteer vervolgens Klaar om te bevestigen.
Kwaliteit
Selecteer de kopieerkwaliteit. Wanneer u Beste selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar
het afdrukken duurt mogelijk langer.
Achtergrond verwijderen
Detecteert de papierkleur (achtergrondkleur) van het origineel en vervolgens wordt de kleur verwijderd
of lichter gemaakt. In welke mate het verwijderen of lichter maken lukt, hangt af van de donkerte of
felheid van de kleur.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
139

Scannen
Scannen via het bedieningspaneel
Scannen naar een geheugenapparaat
U kunt de gescande aeelding in een geheugenapparaat opslaan.
Opmerking:
Het is niet mogelijk meerdere originelen op te slaan als een enkel pdf-bestand wanneer u scant vanaf het bedieningspaneel.
Wanneer u Epson Scan 2 gebruikt en Toevoeg. of bewerk. na het scan. instelt in de Documentmodus, kunt u extra
originelen scannen nadat u het eerste origineel hebt gescand en deze vervolgens opslaan in één bestand.
1. Plaats een extern geheugenapparaat in de printer.
2. Plaats de originelen.
3. Selecteer Scannen op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
4. Selecteer Geheugenapp.
Als u meerdere geheugenapparaten aansluit op de printer, selecteert u het geheugenapparaat waarop de
gescande aeeldingen worden opgeslagen.
5. Stel op het tabblad Scannen items in, zoals de bestandsindeling waarin moet worden opgeslagen.
❏Zwart-wit/Kleur: selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
❏JPEG/PDF: selecteer de indeling waarin u de gescande aeelding wilt opslaan.
❏ (Kwaliteit): selecteer het item en stel vervolgens Documenttype en Resolutie in.
6. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen, controleer de instellingen, en breng zo nodig aanpassingen
aan.
Gebruikershandleiding
Scannen
141

7. Selecteer het tabblad Scannen en druk vervolgens op de knop
x
.
Opmerking:
❏Gescande aeeldingen worden opgeslagen in de mappen "001" tot "999" in de map "EPSCAN".
❏De kleur, het formaat en de rand van de gescande aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
&“Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 79
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 75
Basis menu-opties voor scannen naar een geheugenapparaat
Zwart-wit/Kleur:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
JPEG/PDF:
Selecteer het bestandstype waarin u gescande aeelding wilt opslaan.
(Kwaliteit):
❏Documenttype:
Selecteer het type van het origineel.
❏Resolutie:
Selecteer de scanresolutie.
Geavanceerde menu-opties voor scannen naar een geheugenapparaat
Scaninstellingen:
❏Scangebied:
Selecteer het scanformaat. Selecteer Autom.bijsn. als u de witruimte rond tekst of rond een
aeelding wilt verwijderen tijdens het scannen. Als u het maximale gebied van de scannerglasplaat
wilt scannen, selecteert u Max. gebied.
❏Richting origineel:
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Contrast:
Selecteer het contrast van de gescande aeelding.
Geheugenapp. selecteren:
Selecteer het geheugenapparaat waarop u de gescande aeelding wilt opslaan.
Alle inst.wissen:
Zet de scaninstellingen terug op de standaardwaarden.
Gebruikershandleiding
Scannen
142

Scannen naar een computer
c
Belangrijk:
Installeer voordat u gaan scannen Epson Scan 2 en Epson Event Manager op de computer.
Opmerking:
Het is niet mogelijk meerdere originelen op te slaan als een enkel pdf-bestand wanneer u scant vanaf het bedieningspaneel.
Wanneer u Epson Scan 2 gebruikt en Toevoeg. of bewerk. na het scan. instelt in de Documentmodus, kunt u extra
originelen scannen nadat u het eerste origineel hebt gescand en deze vervolgens opslaan in één bestand.
1. Plaats de originelen.
2. Selecteer Scannen op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer Computer.
4. Selecteer om de computer te selecteren waarop u de gescande aeeldingen wilt opslaan.
Opmerking:
❏Wanneer de printer is verbonden met een netwerk, kunt u de computer selecteren waarop u de gescande aeelding
wilt opslaan. U kunt maximaal 20 computers weergeven op het bedieningspaneel van de printer. Als u Naam
netwerkscan (alfanumeriek) instelt in Epson Event Manager, wordt deze naam weergegeven op het
bedieningspaneel.
5. Selecteer om te selecteren hoe de gescande aeelding op een computer moet worden opgeslagen.
❏Opslaan als JPEG: de gescande aeelding opslaan in JPEG-indeling.
❏Opsl. PDF: de gescande aeelding opslaan in PDF-indeling.
❏Bijlage e-mail: de e-mailclient op uw computer starten en het bestand automatisch als bijlage toevoegen aan
een e-mailbericht.
❏Aangepaste inst. volgen: hiermee slaat u de gescande aeelding op met de instellingen in de Epson Event
Manager. U kunt de scaninstellingen wijzigen, zoals het scanformaat, de map waarin de scan wordt
opgeslagen of de opslagindeling.
Gebruikershandleiding
Scannen
143

6. Druk op de
x
knop.
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gescande aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 75
&“Toepassing voor het congureren van scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel (Epson Event Manager)”
op pagina 202
Aangepaste instellingen congureren in Epson Event Manager
U kunt de scaninstellingen voor Aangepaste inst. volgen congureren in Epson Event Manager.
Zie de Help van Epson Event Manager voor meer informatie.
1. Start Epson Event Manager.
2. Controleer of de scanner is geselecteerd als Scanner op het tabblad Knopinstellingen op het hoofdscherm.
Gebruikershandleiding
Scannen
144

3. Klik op Taakinstellingen opgeven.
Gebruikershandleiding
Scannen
145

4. Congureer de scaninstellingen op het scherm Taakinstellingen.
❏Taakinstellingen bewerken: selecteer Aangepaste actie.
❏Instelling: scan met de beste instellingen voor het geselecteerde type origineel. Klik op Gedetailleerde
scaninstellingen om items als de resolutie of de kleur te congureren voor het opslaan van de gescande
aeelding.
❏Doelmap: selecteer de map waarin de gescande aeelding moet worden opgeslagen.
❏Bestandsnaam (prex + startnummer): wijzig de instellingen voor de bestandsnaam die u wilt opslaan.
❏Bestandsindeling: selecteer de indeling voor opslaan.
❏Actie uitvoeren: selecteer de actie voor het scannen.
❏Instellingen testen: start een testscan met de huidige instellingen.
5. Klik op OK om terug te keren naar het hoofdscherm.
Gebruikershandleiding
Scannen
146

6. Zorg ervoor dat de Aangepaste actie is geselecteerd in de lijst Aangepaste actie.
7. Klik op Sluiten om Epson Event Manager te sluiten.
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor het congureren van scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel (Epson Event Manager)”
op pagina 202
Scannen naar de cloud
U kunt gescande aeeldingen naar clouddiensten sturen.Voordat u deze functie gebruikt, moet u instellingen
opgeven met Epson Connect.Raadpleeg de volgende portaalsite van Epson Connect voor meer informatie.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Opmerking:
Het is niet mogelijk meerdere originelen op te slaan als een enkel pdf-bestand wanneer u scant vanaf het
bedieningspaneel.Wanneer u Epson Scan 2 gebruikt en Toevoeg. of bewerk. na het scan. instelt in de Documentmodus,
kunt u extra originelen scannen nadat u het eerste origineel hebt gescand en deze vervolgens opslaan in één bestand.
1. Geef eerst instellingen op met Epson Connect.
2. Plaats de originelen.
Gebruikershandleiding
Scannen
147

3. Selecteer Scannen op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
4. Selecteer Cloud.
5. Selecteer bovenaan het scherm en selecteer vervolgens een bestemming.
6. Stel op het tabblad Scannen items in, zoals de bestandsindeling waarin moet worden opgeslagen.
❏Zwart-wit/Kleur: selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
❏JPEG/PDF: selecteer de indeling waarin u de gescande aeelding wilt opslaan.
7. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen, controleer de instellingen, en breng zo nodig aanpassingen
aan.
8. Selecteer het tabblad Scannen en druk vervolgens op de knop
x
.
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gescande aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 75
Basis menu-opties voor scannen naar de cloud
Zwart-wit/Kleur:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
JPEG/PDF:
Selecteer het bestandstype waarin u gescande aeelding wilt opslaan.
Gebruikershandleiding
Scannen
148

Geavanceerde menu-opties voor scannen naar de cloud
Documenttype:
Selecteer het type van het origineel.
Scaninstellingen:
❏Scangebied:
Selecteer het scanformaat. Selecteer Autom.bijsn. als u de witruimte rond tekst of rond een
aeelding wilt verwijderen tijdens het scannen. Als u het maximale gebied van de scannerglasplaat
wilt scannen, selecteert u Max. gebied.
❏Richting origineel:
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Contrast:
Selecteer het contrast van de gescande aeelding.
Alle inst.wissen:
Zet de scaninstellingen terug op de standaardwaarden.
Scannen met behulp van WSD
Opmerking:
❏Deze functie is uitsluitend beschikbaar voor computers met Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows
Vi s t a .
❏Als u Windows 7/Windows Vista gebruikt, moet u eerst uw computer instellen voordat u deze functie kunt gebruiken.
1. Plaats de originelen.
2. Selecteer Scannen op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen u d l r en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer WSD.
4. Selecteer een computer.
Gebruikershandleiding
Scannen
149

5. Druk op de
x
knop.
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gescande aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Een WSD-poort instellen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een WSD-poort instelt voor Windows 7/Windows Vista.
Opmerking:
Voor Windows 10/Windows 8.1/Windows 8 wordt de WSD-poort automatisch ingesteld.
Voor het instellen van een WSD-poort is het volgende nodig.
❏De printer en de computer moeten verbinding hebben met het netwerk.
❏De printerdriver moet op de computer zijn geïnstalleerd.
1. Zet de printer aan.
2. Klik op Start en vervolgens op Netwerk op de computer.
3. Klik met de rechtermuisknop op de printer en klik vervolgens op Installeren.
Klik op Doorgaan wanneer het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven.
Klik op Ver wij deren en begin opnieuw als het scherm Ver w ij der en wordt weergegeven.
Opmerking:
De printernaam die u instelt in het netwerk en de modelnaam (EPSON XXXXXX (XX-XXXX)) worden weergegeven in
het venster Netwerk. U kunt de printernaam die in het netwerk is ingesteld controleren vanaf het bedieningspaneel van
de printer of door een netwerkstatusvel af te drukken.
Gebruikershandleiding
Scannen
150

4. Klik op Uw apparaat is gereed voor gebruik.
5. Controleer het bericht en klik op Sluiten.
6. Open het venster Apparaten en printers.
❏Win d o w s 7
Klik op Start > Conguratiescherm > Hardware en geluiden (of Hardware) > Apparaten en printers.
❏Win d o w s Vis t a
Klik op Start > Conguratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
7. Controleer of een pictogram met de naam van de printer in het netwerk wordt weergegeven.
Selecteer de printernaam wanneer u WSD gebruikt.
Scannen vanaf een computer
Scannen met Epson Scan 2
U kunt scannen met de scannerdriver "Epson Scan 2". Raadpleeg de help van Epson Scan 2 voor een uitleg van de
items voor instellingen.
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor het scannen van documenten en aeeldingen (Epson Scan 2)” op pagina 201
Documenten scannen (Documentmodus)
Met Documentmodus in Epson Scan 2 kunt u originelen scannen met gedetailleerde instellingen die geschikt zijn
voor tekstdocumenten.
Gebruikershandleiding
Scannen
151

1. Plaats de originelen.
2. Start Epson Scan 2.
3. Selecteer Documentmodus in de lijst Modus.
4. Congureer de volgende instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen.
❏Documentformaat: selecteer de grootte van het origineel dat u hebt geplaatst.
❏Knoppen / (Originele afdrukstand): selecteer de ingestelde afdrukstand van het origineel dat u
hebt geplaatst. Aankelijk van het formaat van het origineel kan dit item automatisch zijn ingesteld en kan
dit niet worden gewijzigd.
❏Beeldtype: selecteer de kleur voor de gescande aeelding.
❏Resolutie: selecteer de resolutie.
Opmerking:
❏De instelling Documentbron is vast ingesteld op Scannerglasplaat. Deze instelling kunt u niet wijzigen.
❏Als u Toevoeg. of bewerk. na het scan. instelt, kunt u na het scannen van een origineel nog meer originelen
scannen. Als u daarnaast Beeldformaat instelt op PDF of Multi-TIFF, kunt u de gescande aeeldingen opslaan als
één bestand.
5. Congureer indien nodig andere scaninstellingen.
❏U kunt een voorbeeldweergave van de gescande aeelding bekijken door op de knop Voorb e eldsc an te
klikken. Het voorbeeldvenster wordt geopend en een voorbeeld van de aeelding wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding
Scannen
152

6. Congureer de instellingen voor het opslaan van bestanden.
❏Beeldformaat: selecteer de indeling waarin u wilt opslaan uit de lijst.
U kunt gedetailleerde instellingen congureren voor elke opslagindeling, behalve BITMAP en PNG.
Selecteer Opties in de lijst nadat u de indeling voor opslaan hebt geselecteerd.
❏Bestandsnaam: bevestig de weergegeven naam waaronder het bestand wordt opgeslagen.
U kunt instellingen voor de bestandsnaam wijzigen door in de lijst Instellingen te selecteren.
❏Map: selecteer in de lijst de map waarin de gescande aeelding moet worden opgeslagen.
U kunt een andere map selecteren of een nieuwe map maken door in de lijst Selecteren te selecteren.
7. Klik op Scannen.
Gerelateerde informatie
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 75
Foto's of afbeeldingen scannen (Fotomodus)
Met Fotomodus in Epson Scan 2 kunt u originelen scannen met een breed scala aan functies voor het aanpassen
van aeeldingen die geschikt zijn voor foto's of aeeldingen.
1. Plaats de originelen.
Als u meerdere originelen op de glasplaat scant, kunt u deze tegelijkertijd scannen.Zorg ervoor dat er ten
minste 20 mm ruimte is tussen de originelen.
Gebruikershandleiding
Scannen
154

5. Klik op Voorbeelds c an.
Het voorbeeldvenster wordt geopend en de voorbeeldweergaven worden weergegeven als miniatuur.
Opmerking:
Als u een voorbeeld wilt weergeven van het gehele gescande gebied, schakelt u het selectievakje umbnail in de lijst
bovenaan het voorbeeldvenster uit.
6. Bevestig de voorbeeldweergave en congureer indien nodig instellingen voor het aanpassen van de aeelding
op het tabblad Geavanceerde instellingen.
Gebruikershandleiding
Scannen
156

Cartridges en andere verbruiksgoederen
vervangen
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren
U kunt de inktniveaus en de levensduur van de onderhoudscassette controleren via het bedieningspaneel of de
computer.
Opmerking:
U kunt doorgaan met afdrukken terwijl een bericht wordt weergegeven dat de inkt bijna op is. Vervang de inktcartridges
indien nodig.
De niveaus van de resterende inkt en de onderhoudscassette
controleren — Bedieningspaneel
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
2. Selecteer Voorraadstatus .
De niveaus van de resterende inkt en de onderhoudscassette
controleren - Windows
1. Open het venster van de printerdriver.
2. Klik op EPSON Status Monitor 3 in het tabblad Hulpprogramma's en selecteer daar Details.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, klikt u op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en
selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Gerelateerde informatie
&“Windows-printerdriver” op pagina 195
De niveaus van de resterende inkt en de onderhoudscassette
controleren - Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
160

2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
Codes van de cartridges
Hierna volgen de codes van originele Epson-inktpatronen.
Opmerking:
❏Inktcartridgecodes kunnen per locatie variëren. Neem contact op met Epson Support voor de juiste codes in uw omgeving.
❏De cartridges kunnen gerecycled materiaal bevatten. Dit is echter niet van invloed op de functies of prestaties van de
printer.
❏Specicaties en uiterlijk van het inktpatroon zijn onderhevig aan wijziging zonder voorafgaande kennisgeving voor
verbetering.
Voor Europ a
Pictogram BK: Black
(Zwart)
PB: Photo Black
(Fotozwart)
C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
Kiwi 202
202XL
*
202
202XL
*
202
202XL
*
202
202XL
*
202
202XL
*
* "XL" geeft een grote cartridge aan.
Opmerking:
Bezoek voor gebruikers in Europa onderstaande website met informatie over het rendement van de inktpatronen van Epson.
http://www.epson.eu/pageyield
Voor Australië en Nieuw-Zeeland
BK: Black (Zwart) PB: Photo Black
(Fotozwart)
C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
302
302XL
*
302
302XL
*
302
302XL
*
302
302XL
*
302
302XL
*
* "XL" geeft een grote cartridge aan.
Epson raadt het gebruik van originele Epson-cartridges aan. De kwaliteit of betrouwbaarheid van niet-originele
inkt kan niet door Epson worden gegarandeerd. Het gebruik van niet-originele cartridges kan leiden tot schade die
niet onder de garantie van Epson valt. Bovendien kan het gebruik van dergelijke producten er in bepaalde
omstandigheden toe leiden dat het apparaat niet correct functioneert. Informatie over niet-originele inktniveaus
kunnen mogelijk niet worden weergegeven.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
161

Gerelateerde informatie
&“Technische ondersteuning (website)” op pagina 259
Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen
Voorzorgsmaatregelen voor de opslag van inkt
❏Houd de inktcartridges uit de buurt van direct zonlicht.
❏Bewaar de inktcartridges niet bij hoge temperaturen of temperaturen onder het vriespunt.
❏Het is raadzaam de cartridge te gebruiken vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
❏U krijgt de beste resultaten als u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na het openen van de verpakking.
❏Voor de beste resultaten bewaart u inktpatroonverpakkingen met de onderkant naar beneden.
❏Laat cartridges voor gebruik ten minste drie uur op kamertemperatuur komen.
❏Open de verpakking niet totdat u klaar bent om het inktpatroon in de printer te plaatsen. Het inktpatroon is
vacuüm verpakt om de betrouwbaarheid ervan te garanderen. Als u een inktpatroon lange tijd onverpakt laat
voordat u het gebruikt, is normaal afdrukken niet mogelijk.
Voorzorgsmaatregelen voor het vervangen van inktpatronen
❏Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
❏Installeer alle cartridges, anders kunt u niet afdrukken.
❏Vervang inktpatronen niet met de stroom uitgeschakeld. Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u
de printer beschadigen.
❏Nadat u het inktpatroon hebt geplaatst, blij het aan/uit-lampje knipperen terwijl de printer inkt laadt. Schakel
de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u mogelijk
niet afdrukken.
❏Zorg ervoor dat er altijd inktpatronen in de printer zijn geplaatst en schakel de printer niet uit tijdens het
vervangen van inktpatronen. Anders droogt de inkt uit die in de spuitkanaaltjes van de printkop achterblij en
kunt u mogelijk niet afdrukken.
❏Zorg dat er geen stof of objecten in de inktpatroonhouder komt. Alles wat in de houder terechtkomt, kan een
negatieve invloed hebben op de afdrukresultaten of kan ertoe leiden dat u niet kunt afdrukken. Als er iets in de
houder terechtkomt, verwijdert u het voorzichtig.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
162

❏De opgegeven capaciteit hangt af van de aeeldingen die u afdrukt, het papier dat u gebruikt, hoe vaak u
afdrukt en de omgeving (bijvoorbeeld temperatuur) waarin u de printer gebruikt.
Cartridges vervangen
!
Let op:
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
c
Belangrijk:
Bij het vervangen van de cartridges, plaatst u deze in de correcte vervangingspositie. Als u deze in de verkeerde
positie plaatst, doet er zich erkenningsfout voor. Als er een fout is, plaats ze dan in de correcte vervangingspositie.
Opmerking:
Ook nadat de printer hee aangegeven dat de inkt bijna op is, kunt u blijven afdrukken. Zorg wel zo snel mogelijk voor
nieuwe cartridges.
1. Verwijder de cd-/dvd-lade als deze is geplaatst.
2. Voer een van de volgende handelingen uit.
❏Wanneer u wordt gevraagd om inktcartridges te vervangen:
Kijk welke cartridge moet worden vervangen, selecteer Volgende en selecteer vervolgens Ja, nu vervangen.
❏Wanneer u cartridges wilt vervangen voordat ze leeg zijn:
Selecteer vanuit het startscherm Onderhoud > Ver vangen patronen.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
164

Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Wanneer u de zwarte cartridge vervangt, moet u de nieuwe zwarte cartridge vier- of vijfmaal voorzichtig
schudden voordat u de cartridge uit de verpakking haalt. Wanneer u andere kleurencartridges en de
fotozwarte cartridge wilt vervangen, haalt u deze uit de verpakking zonder te schudden.
BK
c
Belangrijk:
Schud inktpatronen niet nadat u de verpakking hebt geopend, omdat ze kunnen lekken.
4. Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking en selecteer vervolgens de knop Volgende.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
165

5. Houd de cartridge met de dop naar boven en verwijder de dop.
c
Belangrijk:
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
6. Open de scannereenheid met het documentdeksel gesloten.
7. Bevestig het bericht en druk vervolgens op de knop Start.
De cartridgehouder gaat naar het vervangingspositie. De inktcartridgehouder kan echter na enkele minuten
terugkeren. In dit geval kunt u stappen 2 tot 7 herhalen.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
166

8. Duw het lipje in om de cartridgehouder te ontgrendelen en haal de cartridge er vervolgens schuin uit.
c
Belangrijk:
Vervang de inktcartridges één voor één, en zo snel mogelijk. Als u twee of meer cartridges tegelijk vervangt, of
als het vervangen langer duurt, wordt mogelijk inkt gebruikt om de goede werking van de printer te
garanderen.
9. Duw de cartridge schuin in de cartridgehouder en duw de cartridge voorzichtig aan tot hij vastklikt.
10. Sluit de scannereenheid en selecteer vervolgens Voltooid.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
167

Opmerking:
❏Wanneer deze vol is, kunt u niet afdrukken om het lekken van inkt te voorkomen. U kunt echter wel bewerkingen
uitvoeren zoals gegevens opslaan op een extern USB-apparaat.
❏Als het volgende scherm wordt getoond kan het onderdeel niet door gebruikers worden vervangen. Neem contact op met
de klantenservice van Epson.
1. Haal de vervangende onderhoudscassette uit de verpakking.
c
Belangrijk:
Raak de groene chip aan de zijkant van de onderhoudscassette niet aan. Omdat dit de normale werking kan
schaden.
Opmerking:
Bij een nieuwe onderhoudscassette wordt er een doorzichtige zak geleverd.
2. Til papiercassette 2 iets op en schuif deze naar buiten.
3. Open het bedieningspaneel.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
170

4. Draai de schroef los met de platte schroevendraaier en verwijder de afdekkap.
5. Verwijder de gebruikte onderhoudscassette uit de printer.
c
Belangrijk:
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Als u dit wel doet, kan de normale werking worden
gehinderd en kunt u inktvlekken krijgen.
6. Doe de gebruikte onderhoudscassette in de doorzichtige zak die bij de nieuwe onderhoudscassette werd
geleverd, en verzegel deze.
7. Duw de nieuwe onderhoudscassette helemaal in de printer.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
171

8. Plaats de cover terug.
c
Belangrijk:
Plaats de nokken van de afdekking in de sleuven en draai de schroef aan. Als de afdekking niet correct is
geplaatst, kan er inkt lekken.
9. Plaats de papiercassette.
10. Selecteer Klaar.
c
Belangrijk:
Als de onderhoudscassette niet wordt herkend, plaatst u hem opnieuw. Als de onderhoudscassette nog steeds
niet wordt herkend, vervangt u deze. Wanneer een onderhoudscassette eenmaal in een printer is geplaatst, kan
deze niet meer worden gebruikt in andere printers.
Gerelateerde informatie
&“Onderhoudscassettecode” op pagina 168
&“Voorzorgsmaatregelen voor de onderhoudscassette” op pagina 169
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken
Wanneer de kleureninkt of fotozwarte inkt op is maar u nog wel gewone zwarte inkt hebt, kunt u (bij het
afdrukken vanaf de computer) nog korte tijd verder afdrukken met alleen zwarte inkt door de volgende
instellingen te gebruiken.
❏Type papier: Gewoon papier, Enveloppe
❏Kleur: Grijswaarden
❏Randloos: Niet geselecteerd
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
172

❏EPSON Status Monitor 3: Ingeschakeld (alleen voor Windows)
Aangezien deze functie slechts ca. vijf dagen beschikbaar is, moet u de lege cartridge zo snel mogelijk vervangen.
Opmerking:
❏Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u de printerdriver, klikt u op Extra instellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
❏De beschikbare periode varieert naargelang de gebruiksomstandigheden.
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Windows
1. Als het volgende venster verschijnt, stop dan met afdrukken.
Opmerking:
Als u het afdrukken niet kunt annuleren vanaf de computer, doe dit dan op het bedieningspaneel van de printer.
2. Open het venster van het printerstuurprogramma.
3. Schakel Randloos uit op het tabblad Hoofdgroep.
4. Selecteer Gewoon papier of Enveloppe bij Papiertype op het tabblad Hoofdgroep tab.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
173

Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna
opgebruikt is (alleen Windows)
Wanneer de zwarte inkt bijna op is en er is nog genoeg kleureninkt, kunt u een mengsel van kleureninkt gebruiken
om zwarte inkt te maken. U kunt blijven afdrukken terwijl u een nieuwe zwarte cartridge gereedmaakt.
Deze functie is alleen beschikbaar als u de volgende instellingen in de printerdriver selecteert.
❏Papiertype: Gewoon papier
❏Kwaliteit: Standaard
❏EPSON Status Monitor 3: Ingeschakeld
Opmerking:
❏Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u de printerdriver, klikt u op Extra instellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
❏Zwart dat uit andere kleuren is samengesteld, ziet er iets anders uit dan zuiver zwart. Bovendien ligt de afdruksnelheid
lager.
❏Om de kwaliteit van de printkop in stand te houden wordt ook zwarte inkt verbruikt.
Menu Beschrijving
Ja Selecteer deze optie om een mengsel van kleureninkt en fotozwarte inkt te gebruiken om
zwarte inkt te maken. Dit venster wordt weergegeven wanneer u de volgende keer een
soortgelijke afdruktaak uitvoert.
Nee Selecteer deze optie om verder af te drukken met de resterende zwarte inkt. Dit venster
wordt weergegeven wanneer u de volgende keer een soortgelijke afdruktaak uitvoert.
Deze functie uitschakelen Selecteer deze optie om verder af te drukken met de resterende zwarte inkt. Dit venster
wordt pas opnieuw weergegeven wanneer u de zwarte cartridge hebt vervangen en deze
cartridge bijna is opgebruikt.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
175

De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen
Als de spuitkanaaltjes verstopt zitten, worden de afdrukken vaag, en ziet u strepen of onverwachte
kleuren.Wanneer de afdrukkwaliteit minder is geworden, gebruikt u de spuitstukcontrole om te kijken of de
kanaaltjes verstopt zitten.Is dit zo, reinig dan de printkop.
c
Belangrijk:
❏Open de scannereenheid niet of schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de printkop. Als het reinigen
van de kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
❏Omdat bij reiniging van de printkop wat inkt wordt gebruikt, moet u de kop alleen reinigen als de kwaliteit
verslechtert.
❏Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd.
❏Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na drie herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging moet u ten
minste zes uur wachten zonder afdrukken en vervolgens de printkopcontrole en -reiniging herhalen. We raden u
aan om de printer uit te schakelen. Neem contact op met de klantenservice van Epson als de afdrukkwaliteit nog
steeds niet is verbeterd.
❏Voorkom dat de printkop uitdroogt en trek nooit de stekker van de printer uit het stopcontact wanneer de printer
nog aan is.
De printkop controleren en schoonmaken — Bedieningspaneel
1. Laad gewoon A4-papier in de papiercasette.
2. Selecteer Onderhoud op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer PrintkopControle spuitm..
4. Volg de instructies op het scherm om het testpatroon af te drukken.
5. Bekijk het afgedrukte patroon goed.
❏Als u geen ontbrekende segmenten of onderbroken lijnen ziet, zoals in het volgende patroon "OK", zijn de
spuitkanaaltjes niet verstopt. Het is niet nodig om printkopreiniging uit te voeren. Selecteer . Er zijn
geen aanvullende stappen nodig.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
176

❏Als er stukken van lijnen of segmenten ontbreken, zoals weergegeven in het patroon "NG", zijn de
spuitkanaaltjes van de printkop mogelijk verstopt. Ga naar de volgende stap.
6. Selecteer .
7. Volg de instructies op het scherm om de printkop te reinigen.
8. Na de reiniging selecteert u Controleren en volgt u de instructies op het scherm om het
spuitkanaaltjespatroon opnieuw af te drukken. Herhaal het reinigen en afdrukken van het testpatroon tot alle
lijnen geheel afgedrukt worden.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
De printkop controleren en schoonmaken - Windows
1. Laad gewoon A4-papier in de papiercassette.
2. Open het venster van de printerdriver.
3. Klik op Spuitkanaaltjes controleren op het tabblad Hulpprogramma's.
4. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
&“Windows-printerdriver” op pagina 195
De printkop controleren en reinigen — Mac OS
1. Laad gewoon A4-papier in de papiercassette.
2. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
3. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
4. Klik op Spuitkanaaltjes controleren.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
177

5. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
De printkop uitlijnen
Als u een verkeerde uitlijning van verticale lijnen of onscherpe beelden ziet, lijn de printkop dan uit.
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel
1. Laad gewoon A4-papier in de papiercassette.
2. Selecteer Onderhoud op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer Printkop uitlijnen.
4. Selecteer een van de uitlijningsmenu's.
❏Verticale uitlijning: selecteer deze optie als uw afdrukken wazig zijn of verticale lijnen niet goed uitgelijnd
zijn.
❏Horizontale uitlijning: selecteer deze optie als er op gelijke intervallen horizontale banden verschijnen.
5. Volg de instructies op het scherm om een uitlijningspatroon af te drukken en selecteer het nummer van het
optimale patroon.
❏Verticale uitlijning: zoek en selecteer het nummer voor het meest solide patroon in elke groep.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
178

❏Horizontale uitlijning: zoek en selecteer het nummer van het patroon met de minste scheidingen en
overlappingen.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
Het papiertraject reinigen
Als de afdrukken vlekken vertonen of bekrast zijn of als het papier niet correct wordt ingevoerd, reinig dan de
roller binnenin.
c
Belangrijk:
Gebruik geen keukenpapier om de binnenkant van de printer te reinigen.Het kan zijn dat de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zitten met stof.
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken
Als de afdrukken vlekken vertonen of bekrast zijn, reinig dan de roller binnenin.
c
Belangrijk:
Gebruik geen keukenpapier om de binnenkant van de printer te reinigen. Het kan zijn dat de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zitten met stof.
1. Laad gewoon A4-papier in de papiercasette.
2. Selecteer Onderhoud op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer Papiergeleider reinigen.
4. Volg de instructies op het scherm om het papiertraject te reinigen.
5. Herhaal deze procedure tot er geen inktvegen meer op het papier zitten.
Als het papier nog altijd inktvlekken na meermalen reinigen, voer dan de volgende stap uit.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
179

6. Druk op
P
om de printer uit te zetten.
7. Neem de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en koppel vervolgens het netsnoer los.
8. Doe het bedieningspaneel omhoog totdat dit horizontaal ligt.
9. Schuif de uitvoerlade uit.
10. Veeg de twee witte rollen voorzichtig af met een zachte vochtige doek.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
180

11. Sluit het netsnoer aan.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 69
Het papiertraject reinigen om papierstoringen te voorkomen
Wanneer het papier niet correct wordt uitgevoerd vanuit de papiercassette, moet u de roller binnenin reinigen.
1. Druk op
P
om de printer uit te zetten.
2. Neem de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en koppel vervolgens het netsnoer los.
3. Koppel de USB-kabel los en verwijder vervolgens de geheugenkaart.
4. Trek de papiercassettes uit.
Voor papiercassette 2, tilt u deze iets op en trekt u deze dan naar buiten.
5. Plaats de printer met de knop
P
op het bedieningspaneel naar boven.
!
Let op:
Pas bij het neerzetten van de printer op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
181

6. Maak een doek vochtig met wat water, wring de doek grondig uit en veeg hiermee de rollen af terwijl u deze
verdraait.
7. Plaats de printer weer in de normale positie en plaats de papiercassettes.
c
Belangrijk:
Laat de printer niet gedurende lange tijd zo staan.
8. Sluit het netsnoer aan.
De Scannerglasplaat reinigen
Wanneer de kopieën of gescande beelden vies zijn, moet u de scannerglasplaat reinigen.
c
Belangrijk:
Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemicaliën kunnen de printer beschadigen.
1. Open het documentdeksel.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
182

Papier komt niet overeen:
Gee een waarschuwing weer als de papierinstellingen (afdrukinstellingen) voor de afdruktaak niet
overeenstemmen met de papierinstellingen van de printer die u hebt opgegeven bij het laden van het
papier.Deze instelling voorkomt verkeerde afdrukken.Het scherm met papierinstellingen wordt
echter niet weergegeven als u Papierconguratie hebt uitgeschakeld in de volgende menu's.
Instel. > Printerinstellingen > Papierbroninstelling
Automatische selectiestand:
Wanneer een van de volgende handelingen wordt verricht, worden de menu's weergegeven die bij die
handeling horen.
❏Er wordt een geheugenkaart geplaatst.
❏Er wordt een USB-stick geplaatst.
Alle instellingen:
Hiermee worden alle hulpfuncties in- en uitgeschakeld.
Alle inst.wissen:
Hiermee worden de instellingen voor Geleiderfuncties teruggezet op de standaardwaarden.
Menuopties voor Firmware-update
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Firmware-update
Bijwerken:
Hiermee controleert u of er een nieuwe versie van de rmware op de netwerkserver staat. Als er een
update beschikbaar is, kunt u aangeven of de update mag worden uitgevoerd.
Melding:
Selecteer Aan om een melding te ontvangen als er een rmware-update beschikbaar is.
Gerelateerde informatie
&“Hulpprogramma's voor soware-updates (EPSON Soware Updater)” op pagina 205
Menuopties voor Standaardinst. herstellen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Standaardinst. herstellen
Netwerkinstellingen:
Zet de netwerkinstellingen terug op de standaardwaarden.
Gebruikershandleiding
Menuopties voor Instel.
191
Product specificaties
Merk: | Epson |
Categorie: | Printer |
Model: | Expression Premium XP-6100 |
Kleur van het product: | Zwart |
Ingebouwd display: | Ja |
Gewicht: | 6600 g |
Breedte: | 349 mm |
Diepte: | 340 mm |
Hoogte: | 142 mm |
USB-poort: | Ja |
Ethernet LAN: | Nee |
Geïntegreerde geheugenkaartlezer: | Ja |
Compatibele geheugenkaarten: | SD, SDHC, SDXC |
Markt positionering: | Thuis & kantoor |
Stroomverbruik (indien uit): | 0.2 W |
Intern geheugen: | - MB |
Duurzaamheidscertificaten: | ENERGY STAR |
Ondersteunde beveiligingsalgoritmen: | 64-bit WEP, 128-bit WEP, TKIP, WPA-PSK |
Ondersteunt Windows: | Ja |
Ondersteunt Mac-besturingssysteem: | Ja |
Maximale resolutie: | 5760 x 1440 DPI |
Printkleuren: | Black, Cyan, Magenta, Yellow |
Papierlade mediatypen: | Envelopes, Photo paper, Plain paper |
Printtechnologie: | Inkjet |
Modus voor dubbelzijdig afdrukken: | Auto |
Printsnelheid (zwart, standaardkwaliteit, A4/US Letter): | 32 ppm |
Printsnelheid (kleur, standaard, A4/US Letter): | 32 ppm |
Printen: | Afdrukken in kleur |
Duplex printen: | Ja |
Gebruiksindicatie (maximaal): | - pagina's per maand |
Digital Sender: | Nee |
Maximale kopieerresolutie: | - DPI |
Kopiëren: | Kopiëren in kleur |
Scannen: | Scannen in kleur |
Scantechnologie: | CIS |
Optische scanresolutie: | 1200 x 4800 DPI |
Faxen: | Nee |
Totale invoercapaciteit: | 100 vel |
Totale uitvoercapaciteit: | - vel |
Maximale ISO A-series papierformaat: | A4 |
ISO A-series afmetingen (A0...A9): | A4, A5, A6 |
Gemiddeld stroomverbruik ( bedrijfsresultaat ): | - W |
Slaapstand: | 0.6 W |
Stroomverbruik (gereed): | 6 W |
Mobiele printing technologieën: | Apple AirPrint, Epson Connect, Epson Email Print, Epson Remote Print, Epson iPrint, Google Cloud Print |
Direct printen: | Ja |
Totaal aantal invoerladen: | 2 |
ISO C-series sizes (C0...C9): | C6 |
ISO B-series afmetingen (B0...B9): | B5 |
Afmetingen enveloppen: | 10, C6, DL |
Non-ISO print papierafmetingen: | Legal (media size), Letter (media size) |
Kleurenscherm: | Ja |
Gemiddeld stroomverbruik tijdens Kopiëren: | 18 W |
Scan naar: | Cloud |
Wifi: | Ja |
AC-ingangsspanning: | 100 - 240 V |
AC-ingangsfrequentie: | 50/60 Hz |
Afdruksnelheid (ISO/IEC 24734) zwart-wit: | 15.8 ipm |
Afdruksnelheid (ISO/IEC 24734) kleur: | 11.3 ipm |
Heb je hulp nodig?
Als je hulp nodig hebt met Epson Expression Premium XP-6100 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden
Handleiding Printer Epson

12 Februari 2025

2 Februari 2025

2 Februari 2025

2 Februari 2025

2 Februari 2025

2 Februari 2025

2 Februari 2025

14 Januari 2025

14 December 2024

21 November 2024
Handleiding Printer
- Printer HP
- Printer Sony
- Printer Samsung
- Printer Xiaomi
- Printer Panasonic
- Printer LG
- Printer Huawei
- Printer Canon
- Printer Honeywell
- Printer Olympus
- Printer Toshiba
- Printer Xerox
- Printer Agfaphoto
- Printer AVM
- Printer Brother
- Printer Builder
- Printer D-Link
- Printer Dell
- Printer Digitus
- Printer Dymo
- Printer Epson 7620
- Printer Frama
- Printer Fujifilm
- Printer Fujitsu
- Printer Ibm
- Printer Intermec
- Printer Kern
- Printer Kodak
- Printer Kogan
- Printer Konica Minolta
- Printer Kyocera
- Printer Lenovo
- Printer Lexmark
- Printer Minolta
- Printer Mitsubishi
- Printer MSI
- Printer Nec
- Printer Paxar
- Printer Polaroid
- Printer Primera
- Printer Renkforce
- Printer Ricoh
- Printer Roland
- Printer Royal Sovereign
- Printer Sagem
- Printer Seiko
- Printer Sharp
- Printer Star
- Printer Thomson
- Printer Tomy
- Printer Toshiba TEC
- Printer Triumph-Adler
- Printer Velleman
- Printer Zebra
- Printer Oce
- Printer Oki
- Printer Olivetti
- Printer Olympia
- Printer CSL
- Printer Argox
- Printer DTRONIC
- Printer Metapace
- Printer Citizen
- Printer Nilox
- Printer Approx
- Printer Ultimaker
- Printer Custom
- Printer Bixolon
- Printer Brady
- Printer GoDEX
- Printer Testo
- Printer EC Line
- Printer Sawgrass
- Printer Pantum
- Printer DNP
- Printer TSC
- Printer Equip
- Printer StarTech.com
- Printer Fichero
- Printer GG Image
- Printer Posiflex
- Printer ZKTeco
- Printer Star Micronics
- Printer Datamax-O'neil
- Printer Panduit
- Printer Dascom
- Printer HiTi
- Printer Vupoint Solutions
- Printer Elite Screens
- Printer Phoenix Contact
- Printer Videology
- Printer Colop
- Printer Raspberry Pi
- Printer Evolis
- Printer Unitech
- Printer Middle Atlantic
- Printer IDP
- Printer Fargo
- Printer Microboards
- Printer Mutoh
- Printer Tally Dascom
- Printer Nisca
Nieuwste handleidingen voor Printer

9 April 2025

8 April 2025

2 April 2025

2 April 2025

1 April 2025

1 April 2025

29 Maart 2025

29 Maart 2025

11 Maart 2025