Becker Traffic Assist Z 116 Handleiding

Becker Navigatie Traffic Assist Z 116

Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Becker Traffic Assist Z 116 (114 pagina's) in de categorie Navigatie. Deze handleiding was nuttig voor 44 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/114
Bedieningshandleiding
2
>>> INHOUDSOPGAVE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Inhoudsopgave 2
Veiligheidsvoorschriften 5
De Traffic Assist 7
Inhoud van de gebruiksaanwijzing 7
Gebruik 7
Navigatie 7
Telefoon* 8
De Traffic Assist uitpakken 8
Levering controleren 8
Levering 8
Bij reclamaties 9
Behandeling van de
verpakking 9
Beschrijving van het apparaat 9
Traffic Assist - basisapparaat 9
Kabel voor voedingsspanning via
sigarettenaansteker 10
Accu 10
USB-verbindingskabel 10
Apparaathouder 10
Accessoires 10
Voeding stopcontact 10
Aanwijzingen ten aanzien van de
documentatie 11
Quick Start Guide 11
Bedieningshandleiding 11
Registratie 11
Reparatie 11
Emissie en afvoer 11
Overzicht Traffic Assist 12
Algemene bediening 15
Onderhoud en verzorging 15
Accukwaliteit 16
Displaykwaliteit 16
Ingebruikname 16
Voedingsspanning 16
Voeding via accu's 17
Aansluiten op de sigarettenaansteker 17
Aansluiten op het stopcontact 18
Stroomvoorziening tot stand brengen 18
TMC-antenne* 18
GPS-Antenne 18
Apparaatantenne 18
Geheugenkaart 19
Geheugenkaart plaatsen 19
De geheugenkaart verwijderen 19
Apparaathouder 19
De apparaathouder aanbrengen 20
Op de voorruit 20
Apparaathouder verstellen 21
Traffic Assist opstellen 21
Traffic Assist verwijderen 21
Traffic Assist in-/uitschakelen 21
Inschakelen 21
Uitschakelen 22
Het touchscreen 23
Bediening 23
Kalibrering 23
De menu's 23
Het hoofdmenu 23
Invoeren met behulp van het
invoermenu 24
Tekens invoeren 25
Voorstellen overnemen 25
In de lijsten bladeren 25
Speciale tekens en trema's 26
Andere tekensets 26
Cijfers invoeren 27
Omschakeling hoofdletters/kleine letters 27
Tekens wissen 27
Spatie invoegen 27
De Becker-toets 28
Content Manager 28
Content Manager installeren 28
Content Manager starten 29
Bij storingen 30
Gebruiksmodus Navigatie 31
Wat is navigatie? 31
Navigatie kiezen 32
De snelkoppeling 32
Snelkoppeling opvragen 32
Het overzicht bestemmingen 32
Gebruikte pictogrammen 33
Snelkoppeling bedienen 33
Met aanwezige bestemming starten. 33
In het bestemmingsgeheugen bladeren 33
Bestemming weergeven of bewerken 33
Huisadres 34
Menu Bestemming invoeren oproepen 34
Inhoudsopgave
3
INHOUDSOPGAVE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Het menu Bestemmingen invoeren 34
Structuur van het menu
Bestemming invoeren 35
Adres invoeren 35
POI selecteren 35
Persoonlijke bestemmingen 35
Contacten 35
Op kaart selecteren 35
Geo-coördinaten invoeren 35
Route plannen 35
Bestemming invoeren 35
Land kiezen 36
Adres kiezen en routebegeleiding
starten 36
Bijzondere bestemmingen 41
Bijzondere bestemming in de
omgeving 41
Bijzondere bestemming bij een adres 42
Bijzondere bestemming in de
omgeving van de bestemming 43
Bijzondere bestemming rechtstreeks
invoeren 43
Telefoonnummers van bijzondere
bestemmingen bellen* 43
Aanvullende informatie over
bijzondere bestemmingen 44
Bestemming uit Persoonlijke
bestemmingen selecteren 44
Persoonlijke bestemmingen bewerken 45
Bestemming uit Contacten selecteren 45
Route plannen 46
Nieuwe route aanmaken 48
Route bewerken 48
Route optimaliseren 49
Bestemming vanuit de kaart selecteren 49
Coördinaten invoeren 50
Navigatie-instellingen 51
De toets Begeleidingsinfo 52
De toets Routeopties 53
Tijdafhankelijke navigatie* 53
Mijden van soorten wegen 54
De toets TMC* 54
De toets Kaartvenster 55
Autozoom 57
POI-categorieën instellen 57
De toets Waarschuwingen 58
De toets Bestuurderswaarschuwingen* 58
De toets Snelheidsinfo 59
De toets Gespr. begeleiding 60
De toets Stem 61
De toets Volume 61
De toets Formaat 61
De toets Tijd 62
De toets Geblokkeerde wegen 62
De toets Resetten 64
Verkeersberichten via TMC* 64
Weergave van TMC-berichten op
de wegenkaart* 65
TMC gebruiken* 65
Melding lezen* 66
Betreffende straat in de kaart
weergeven* 66
Rekening houden met berichten
voor de routeberekening* 67
Automatisch een nieuwe route
berekenen* 67
Handmatig een nieuwe route
berekenen* 67
De kaartweergave 68
Kaartweergave oproepen 68
Opbouw van kaartweergave 68
Kaartweergave zonder navigatie 68
Kaartweergave met navigatie 68
Gedeeld beeldscherm met navigatie 70
Navigatie met pijlen 71
Kaartweergave met Junction View 71
Kaartweergave bedienen 72
Laatste aankondiging herhalen 72
Volume van aankondigingen
veranderen 72
Kaart in-/uitzoomen 72
Kaart verschuiven 73
Opties voor de kaartweergave 73
Bijzondere bestemming op de route 74
TMC op de route* 75
Navigatie afbreken 75
Routeopties wijzigen 75
Traject blokkeren 76
Kaartweergave omschakelen 76
Oriëntatie van de kaart wijzigen 77
Tripcomputer* 77
Dag-/nachtmodus instellen 79
Bestemming invoeren 79
Tussenstop invoeren/wissen. 79
Gehele route weergeven 80
Overzicht bestemmingen weergeven 82
Bestemming overslaan 83
Actuele positie weergeven 83
Positie opslaan 84
4
>>> INHOUDSOPGAVE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Telefoon oproepen* 84
Display uitschakelen 84
Sneltoetsen definiëren 85
TELEFOONFUNCTIE* 86
Telefoonfunctie oproepen 86
Telefoonmenu 87
Nummer kiezen 87
Telefoonboek 88
Nummerlijsten 90
Gebruikte pictogrammen 90
In de nummerlijst bladeren 90
Bestaande nummers kiezen 91
Vermeldingen weergeven of bewerken 91
Van de mobiele telefoon geladen lijsten 91
Bluetooth-telefoons aansluiten 92
Apparaatlijst oproepen 92
Automatische verbinding 93
Mobiele telefoons zoeken 93
Vanuit de apparaatlijst verbinden 94
Verbinding vanuit de mobiele telefoon 94
Verbinding met telefoon verbreken 94
Telefoongesprekken 95
Gesprek tot stand brengen 95
Oproep aannemen 95
Gesprek beëindigen 96
Tijdens een gesprek 96
Telefooninstellingen 97
Bluetooth in-/uitschakelen 98
Automatische verbinding 98
Zichtbaarheid 98
Automatisch aannemen 98
Volume van de telefoon 99
Telefoonboek bijwerken 99
Bluetooth-naam 99
Instellingen 100
Systeeminstellingen selecteren 100
Het menu Systeeminstellingen 100
Bediening 100
Keuzemogelijkheden 100
Menu instellingen sluiten 100
De afzonderlijke menuopties 101
Accu 101
Dag-/nachtmodus 101
Kalibrering 102
Helderheid 102
Taal 102
Automatisch aan/uit 103
Tonen 103
Kleur instellen 104
Fabrieksinstellingen 104
Informatie 104
My XTRAS 105
Terminologie 106
Trefworden 107
Technische specificaties 110
NORMEN EN RICHTLIJNEN 111
EG-conformiteitsverklaring 111
Afvoer van het apparaat 112
Afvoer van de accu 113
Informatieplicht conform het
Besluit verwijdering batterijen 113
Accu uitbouwen 113
De specificaties en gegevens in deze docu-
mentatie kunnen niet zonder voorafgaan-
de aankondiging worden gewijzigd.
Zonder de uitdrukkelijke schriftelijke
goedkeuring van HARMAN/BECKER
Automotive Systems GmbH mag geen en-
kel onderdeel van deze documentatie voor
ongeacht welk doel worden verveelvou-
digd of overgedragen. Alle technische spe-
cificaties, tekeningen enz. worden be-
schermd door het auteursrecht.
© Copyright 2009, HARMAN/BECKER
Automotive Systems GmbH
Alle rechten voorbehouden.
5
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Veiligheidsvoorschriften
!Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat mag alleen dan worden bediend wanneer de verkeerssituatie dat toelaat en u er absoluut zeker van bent, dat
u uwzelf, uw medeweggebruikers of andere verkeersdeelnemers niet in gevaar kunt brengen, kunt hinderen of tot last zult
zijn.
In ieder geval gelden de voorschriften van de wegenverkeerswet. Alleen wanneer de auto stilstaat mag een bestemming
worden ingevoerd.
Het navigatiesysteem is slechts een hulpmiddel, in afzonderlijke gevallen kunnen de gegevens/aanwijzingen onjuist zijn.
De bestuurder moet in iedere situatie zelf beslissen, of hij of zij de aanwijzingen wel of niet opvolgt. De aansprakelijkheid
voor onjuiste aanwijzingen door het navigatiesysteem is uitgesloten. Op grond van gewijzigde verkeerssituaties of
afwijkende gegevens kan het gebeuren, dat onnauwkeurige of onjuiste aanwijzingen worden gegeven. Daarbij moeten
altijd de concrete verkeerstekens en verkeersregels worden opgevolgd. Het navigatiesysteem mag in het bijzonder bij
slechte zichtomstandigheden niet als oriëntatiehulp worden gebruikt.
Het apparaat mag alleen overeenkomstig de reglementaire bestemming worden gebruikt. Het volume van het
navigatiesysteem moet zodanig worden ingesteld, dat geluiden van buiten het voertuig nog kunnen worden waargenomen.
In geval van een storing (bijv. rook- of stankontwikkeling) moet het apparaat onmiddellijk worden uitgeschakeld.
Uit veiligheidsoverwegingen mag het apparaat alleen door een technicus worden geopend. Neem wanneer reparatie
noodzakelijk is, contact op met uw leverancier.
6
>>> VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De spanningswaarden (volt) op de voeding, de voertuiglaadadapter en het toestel mogen niet worden overschreden. Als u
dat toch doet, kunnen het toestel en het laadapparaat onherstelbaar worden beschadigd en kan de accu exploderen.
Open het toestel en de accu onder geen beding. Elke andere wijziging aan het toestel is niet toegestaan en leidt tot verlies
van de vergunning.
Gebruik uitsluitend originele accessoires van BECKER. Zo zorgt u ervoor dat alle geldende bepalingen worden
aangehouden en voorkomt u letsel en materiële schade. Voer onbruikbare toestellen of de accu volgens de geldende
wettelijke bepalingen af.
Door ondeskundig gebruik komt elke aanspraak op garantie te vervallen! Deze veiligheidsvoorschriften gelden ook voor
de originele BECKER-accessoires.
7
DE TRAFFIC ASSIST >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De Traffic Assist
Inhoud van de gebruiksaan-
wijzing
In deze gebruiksaanwijzing worden de
toestellen Traffic Assist Z112,
Traffic Assist Z113 en Traffic Assist Z116
beschreven.
Op enkele plaatsen in deze gebruiksaan-
wijzing zijn er verschillen tussen de ge-
noemde toestellen. Deze verschillen wor-
den door een sterretje gemarkeerd en in
een voetnoot toegelicht.
Functies die alleen als optie ter beschik-
king staan, zijn eveneens met een sterretje
(*) en een bijbehorende voetnoot gemar-
keerd. De optionele functies kunnen na-
derhand tegen betaling via de Contentma-
nager worden geactiveerd.
Gebruik
Met de Traffic Assist beschikt u over
een
krachtige PND (
P
ersonal
N
avigation
D
e-
vice) voor het gebruik in voertuigen
en
binnenshuis. Het apparaat en de
accessoires beschermen tegen vocht en
vuil.
De Traffic Assist kan worden gebruikt als:
• Navigatieapparaat
*Via een mobiele telefoon met
Bluetooth® als uiterst comfortabele
handsfree-installatie.
Navigatie
Door het GPS = Global Positioning
System vervalt het moeizame zoeken in
wegenkaarten.
Door de in het apparaat geïntegreerde
ontvangstantenne heeft u buiten gebouwen
een permanente toegang tot de navigatie-
mogelijkheden. In gebouwen kan de navi-
gatiefunctie, afhankelijk van de ontvangst,
niet worden gebruikt.
Uw Traffic Assist beschikt over TMC**.
Met TMC kunt u verkeersinformatie
ontvangen. Zo krijgt u informatie over
mogelijke verkeersproblemen.
Afhankelijk van de instellingen wordt u
automatisch of op aanvraag geïnformeerd
over verkeersproblemen.
*Geldt alleen voor de Traffic Assist Z116 **Geldt niet voor de Traffic Assist Z112
8
>>> DE TRAFFIC ASSIST
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Telefoon*
Uw Traffic Assist is uitgerust met
Bluetooth® wireless technology. Via
Bluetooth® kunt u verbinding maken
met een mobiele telefoon met
Bluetooth® wireless technology. Uw
Traffic Assist fungeert dan als uiterst
comfortabele handsfree-installatie. Bo-
vendien kunt u het adres- en telefoonboek
van de mobiele telefoon bekijken.
De Traffic Assist uitpakken
Levering controleren
Voordat de Traffic Assist in gebruik wordt
genomen, moet de volledigheid en de toe-
stand van de levering worden gecontro-
leerd (zie ook pagina 12).
>Pak de inhoud van de verpakking voor-
zichtig uit en controleer deze.
Levering
Traffic Assist
Apparaathouder met draagplaat
USB-kabel
Autoadapter 12/24 V voor
sigarettenaansteker met ingebouwde
TMC-antenne**
DVD met Content Manager en
handleidingen (niet afgebeeld)
Opmerking:
Uw Traffic Assist wordt in een stevige
verpakking geleverd. Wanneer de
verpakking of de inhoud van de verpak-
king ernstig beschadigd is, mag het
apparaat niet verder worden uitgepakt.
Neem in dat geval contact op met uw le-
verancier.
1
2
3
4
1
2
3
4
5
*Geldt alleen voor de Traffic Assist Z116 **Geldt niet voor de Traffic Assist Z112
9
DE TRAFFIC ASSIST >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Bij reclamaties
Neem in geval van reclamaties contact op
met uw leverancier. Het apparaat kan ook
in de originale verpakking rechtstreeks
aan Harman/Becker worden gestuurd.
Behandeling van de
verpakking
De originele verpakking moet minimaal
gedurende de garantietijd op een droge
plaats worden bewaard.
Beschrijving van het appa-
raat
De Traffic Assist bestaat uit het basisappa-
raat Traffic Assist en de accessoires die
worden meegeleverd.
De afzonderlijke onderdelen worden
weergegeven onder:
"Overzicht Traffic Assist" op pagina 12
Traffic Assist - basisapparaat
Het basistoestel bevat de gehele elektroni-
ca:
een geïntegreerde antenne,
een TMC-ontvanger voor het ontvan-
gen van verkeersmeldingen**,
een touchscreen,
een geïntegreerde luidspreker voor de
weergave van navigatieaanwijzingen en
telefoongesprekken*,
een microfoon*.
Bovendien bevinden zich aan de zijkant
van het apparaat diverse aansluitingen en
interfaces.
Zie voor aanvullende gegevens:
"Technische specificaties" op
pagina 110
Opmerking:
De verpakking moet overeenkomstig de
landspecifieke voorschriften als afval
worden behandeld. De verpakking mag
niet worden verbrand. Afhankelijk
van het land waar het product wordt
geleverd kan de verpakking bij de
leverancier worden ingeleverd.
Opmerking:
Het basisapparaat en de accessoires mo-
gen niet worden geopend en op geen en-
kele wijze worden gewijzigd.
*Geldt alleen voor de Traffic Assist Z116 **Geldt niet voor de Traffic Assist Z112
10
>>> DE TRAFFIC ASSIST
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Kabel voor voedingsspanning
via sigarettenaansteker
Deze kabel maakt het mogelijk om het ap-
paraat op de sigarettenaansteker van het
voertuig aan te sluiten.
Eisen die aan de voedingsspanning
worden gesteld zijn:
gelijkstroom 12/24 volt
0,5 ampère
Accu
Na het ontladen van de geïntegreerde accu
kan deze door het aansluiten van de Traf-
fic Assist op de voeding weer worden op-
geladen.
Daartoe sluit u het toestel via de auto-ad-
apter op een 12/24 V-bus in de auto aan
of via de optioneel verkrijgbare netsteker
op het 230V-net aan.
USB-verbindingskabel
Via de meegeleverde USB-
verbindingskabel kan de Traffic Assist
worden aangesloten op een pc met USB-
interface. De 2GB-flashgeheugens van de
Traffic Assist en een eventueel geplaatste
micro-SD-kaart kunnen dan via de pc als
een mobiele gegevensdrager worden
gebruikt.
Apparaathouder
De Traffic Assist kan met behulp van de
apparaathouder in het voertuig worden
bevestigd.
Accessoires
Voeding stopcontact
Met deze voeding kunt u de Traffic Assist
op een stopcontact aansluiten.
De eisen m.b.t. de voeding zijn:
• Wisselstroom
100-240 volt
0,3 ampère
50-60 hertz
Opmerking:
U kunt uw Traffic Assist via de meegele-
verde laadkabel voor in de auto of via de
optioneel verkrijgbare netsteker voor het
stopcontact opladen.
Terwijl uw Traffic Assist met een pc ver-
bonden is, wordt het toestel via de pc van
stroom voorzien en verbruikt het toestel
geen stroom van de accu.
11
DE TRAFFIC ASSIST >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Aanwijzingen ten aanzien
van de documentatie
Quick Start Guide
Voor een snelle inleiding tot de bedie-
ningsopties van uw Traffic Assist verwij-
zen wij u naar de Quick Start Guide. In de
Quick Start Guide vindt u nadere uitleg
over de meest belangrijke basisfuncties
van de Traffic Assist.
Bedieningshandleiding
Een uitvoerige beschrijving van de wer-
king van de Traffic Assist vindt u in deze
handleiding.
Registratie
U kunt zich laten registreren bij onze soft-
ware-service.
U krijgt dan informatie over updates en
ander nieuws.
U kunt zich laten registreren op de Bec-
ker-homepage www.mybecker.com.
„Software update“ vindt u op de pagina
„SERVICE/SUPPORT“.
Reparatie
In geval van storingen mag het apparaat
niet worden geopend. Neem contact op
met uw leverancier.
Emissie en afvoer
Gegevens over emissies, elektromagneti-
sche compatibiliteit en afvoer vindt u in
"NORMEN EN RICHTLIJNEN" op
pagina 111.
12
>>> OVERZICHT TRAFFIC ASSIST
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Overzicht Traffic Assist
Omvang levering
1Traffic Assist - PND (Personal Navigation Device)
2USB-verbindingskabel
3Apparaathouder met draagplaat
4Kabel voor voeding via de sigarettenaansteker (12/24 volt)
met ingebouwde TMC-antenne*
1
2
3
4
*Geldt niet voor de Traffic Assist Z112
13
OVERZICHT TRAFFIC ASSIST >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Apparaatfront met bedienings- en weergave-elementen
1Becker-toets ( )
Drukken = in de meeste toepassingen de functie Terug
Lang drukken = hoofdmenu oproepen
2Touchscreen met gekozen hoofdmenu
3Touchscreen-toets
indrukken = activeren van het desbetreffende
toetscommando
4Microfoon*
1
2
3
4
*Geldt alleen voor de Traffic Assist Z116
15
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Algemene bedie ning
Onderhoud en verzorging
Het toestel is onderhoudsvrij.
Ter verzorging kan een standaard reini-
gingsmiddel voor elektronische appara-
tuur met een vochtige, zachte doek wor-
den aangebracht.
Uw mobiele navigatietoestel is met grote
zorgvuldigheid ontwikkeld en moet ook
zorgvuldig worden behandeld. Neem de
onderstaande aanbevelingen in acht om zo
veel mogelijk plezier aan uw mobiele navi-
gatietoestel te beleven:
Bescherm uw mobiel navigatiesysteem
en de accessoires tegen vocht! Als het
apparaat blootgesteld werd aan vocht,
moet u het uitschakelen en de stekker
uit het stopcontact trekken. Laat het
apparaat bij kamertemperatuur
opdrogen.
Gebruik en bewaar uw navigatietoestel
niet in een stoffige of vuile omgeving.
Bewaar uw mobiele navigatietoestel niet
in warme omgevingen. Hoge tempera-
turen kunnen de levensduur van elek-
tronische onderdelen in uw toestel ver-
korten, accu’s beschadigen en bepaalde
kunststoffen vervormen of doen smel-
ten.
Bewaar uw mobiele navigatietoestel niet
in koude omgevingen. Wanneer het bij
gebruik weer tot bedrijfstemperatuur
opwarmt, kan er sprake zijn van interne
condensvorming die schade aan de elek-
tronische componenten toebrengt.
Laat uw mobiele navigatietoestel niet
vallen, stel het niet bloot aan schokken
en schud het niet. Door ondeskundig
behandelen kunt u componenten in het
toestel beschadigen.
Gebruik voor het reinigen nooit bijten-
de chemicaliën, reinigingsoplossingen
of scherpe reinigingsmiddelen.
Alle instructies gelden navenant voor het
mobiele navigatietoestel, de accu, de net-
en voertuiglaadadapter en alle accessoires.
Neem contact op met uw dealer wanneer
één van deze onderdelen niet goed functi-
oneert.
!Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schokken.
Schakel het toestel vóór het verzorgen
van het toestel, de meegeleverde onder-
delen en de accessoires altijd uit en ver-
wijder de voeding.
Opmerkingen:
gebruik geen agressieve of schurende
middelen of wislappen die het oppervlak
bekrassen.
Het toestel mag niet met water in aanra-
king komen.
16
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Accukwaliteit
De capaciteit van de accu van uw mobiele
navigatietoestel neemt bij elke laad-/ont-
laadcyclus af. Ook kan de capaciteit als ge-
volg van ondeskundige opslag bij een te
hoge of lage temperatuur langzamerhand
afnemen. Op deze wijze kan de bedrijfs-
tijd ook bij een volle accu aanzienlijk wor-
den verkort.
In elk geval is de constructie van de accu
zodanig dat deze ook na gebruik geduren-
de 6 maanden na aankoop van uw mobie-
le navigatietoestel nog kan worden gela-
den en ontladen.
Displaykwaliteit
Bij uitzondering kunnen er door de speci-
fieke technologie een paar puntjes (pixels)
met een andere kleur op het display ver-
schijnen. Ook kunnen sommige scherm-
puntjes een lichter of donkerder kleur
hebben. In deze gevallen is er echter geen
sprake van gebreken.
Ingebruikname
Wanneer de Traffic Assist is uitgepakt en
is gecontroleerd of het geheel vrij van
schade is, kan het apparaat in gebruik
worden genomen. De afzonderlijke
stappen zijn:
Voedingsspanning aansluiten
Toestel inschakelen
Voor antenneontvangst zorgen (indien
navigatie gewenst)
Voedingsspanning
Opmerking:
U kunt uw Traffic Assist via de meegele-
verde laadkabel voor in de auto of via de
optioneel verkrijgbare netsteker voor het
stopcontact opladen.
Terwijl uw Traffic Assist met een pc ver-
bonden is, wordt het toestel via de pc van
stroom voorzien en verbruikt het toestel
geen stroom van de accu.
17
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Voeding via accu's
De interne voeding wordt verzorgd via
een ingebouwde accu. De accu is onder-
houdsvrij en behoeft geen bijzondere ver-
zorging.
Aansluiten op de sigaretten-
aansteker
De stroomvoorziening vanuit de auto-
accu via de bijgeleverde kabel voor de siga-
rettenaansteker komt als volgt tot stand:
>Pak de stekker van de aansluitkabel en
schuif deze zonder veel kracht tot aan de
aanslag in de aansluitbus van de Traffic
Assist.
>Steek de adapter in de sigarettenaanste-
ker.
Opmerking:
Bij een volledig ontladen accu kan het tot
een minuut duren voordat het toestel
weer kan worden ingeschakeld.
Opmerking:
Neem bij een defecte accu contact op met
de dealer. Probeer de accu niet zelf uit te
bouwen.
Opmerking:
Als de sigarettenaansteker kort daarvoor
gebruikt is en dus nog heet is, wacht u tot
deze in zijn houder is afgekoeld.
Opmerking:
Door stroomvoorziening via de sigaret-
tenaansteker wordt de accu van de auto
bij uitgeschakelde motor langzaam ontla-
den.
Gebruik de Traffic Assist daarom niet ge-
durende langere tijd bij uitgeschakelde
motor.
18
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Aansluiten op het stopcontact
Stroomvoorziening tot stand brengen
Het toestel wordt via een netsteker als
volgt op het openbare stroomnet aange-
sloten:
>Pak de stekker en schuif deze zonder
veel kracht tot aan de aanslag in de aan-
sluitbus van de Traffic Assist.
>Steek de netsteker in het stopcontact.
TMC-antenne*
De meegeleverde TMC-antenne is in de
voedingskabel geïntegreerd.
De TMC-antenne loopt bij levering paral-
lel met de kabel voor de sigarettenaanste-
ker.
Als het TMC-ontvangst niet voldoet,
dient u de kabel van de TMC-antenne van
de kabel voor de sigarettenaansteker te
verwijderen. Met de meegeleverde zuig-
nap kunt u de TMC-antenne dan aan de
voorruit bevestigen.
GPS-Antenne
Apparaatantenne
De GPS-antenne is in de behuizing geïn-
tegreerd.
!Levensgevaar!
Let erop dat u geen natte handen hebt
en dat de voedingseenheid droog is.
Sluit de voedingseenheid alleen op een
hiervoor goedgekeurd stroomnet aan.
Opmerking:
Trek de netsteker uit het stopcontact als
u de Traffic Assist lange tijd niet gebruik.
Opmerking:
de TMC-antenne moet zo worden gelegd
dat deze u tijdens het rijden niet hindert.
Opmerking:
De geïntegreerde GPS-antenne is slechts
beperkt bruikbaar in auto’s met zonwe-
rende ruiten (opgedampt metaal of me-
taalfolie, te herkennen aan de opdruk
SIGLA SOL, SIGLA CHROM, SIGLA,
KOOL-OF, SUNGATE o.i.d.) en in au-
to’s met fijnmazige verwarmingsdraden
in de ruiten.
*Geldt niet voor de Traffic Assist Z112
19
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Geheugenkaart
Uw Traffic Assist beschikt over een sleuf
voor een micro-SD-geheugenkaart.
Omdat bij de Traffic Assist de kaartgege-
vens in een intern geheugen opgeslagen
zijn, wordt de sleuf voor een micro-SD-
geheugenkaart voor updates gebruikt.
De geheugenkaart kan ook voor een uit-
breiding van de kaartgegevens worden ge-
bruikt.
De kaartsleuf bevindt zich aan de onder-
kant links van het toestel. Het kaartvak is
voorzien van een veerbediend vastklik- en
uitwerpmechanisme.
Geheugenkaart plaatsen
>Haal de Memory Card uit de verpak-
king zonder de contacten aan te raken
en vuil te laten worden.
>Pak de geheugenkaart zo vast dat de
contacten in de richting van de achter-
kant van het apparaat wijzen.
>Schuif de geheugenkaart in het kaart-
vak.
>Schuif de geheugenkaart met lichte
druk in het kaartvak, waarna de kaart
automatisch wordt vergrendeld.
De geheugenkaart verwijde-
ren
Het kaartvak schuift de kaart zover naar
buiten, dat u deze met twee vingers kunt
beetpakken.
> Druk met de vinger lichtjes tegen de
veerdruk in tegen de geheugenkaart en
laat gelijk los.
De kaart wordt naar buiten geschoven.
>Trek de Memory Card eruit en leg deze
in de verpakking zonder de contacten
aan te raken.
Apparaathouder
De Traffic Assist kan met de apparaathou-
der rechtstreeks op de voorruit worden be-
vestigd.
Opmerking:
De Traffic Assist en de apparaathouder
mogen niet gedurende langere tijd wor-
den blootgesteld aan de rechtstreekse in-
werking van zonnestralen. Binnentempe-
raturen van +70 C en hoger kunnen de
onderdelen van de houder beschadigen.
20
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Zuignap
Hendel
Voet
Klemschroef
Draagplaat
Ongrendelknop
De apparaathouder aanbren-
gen
Op de voorruit
Met de zuignap kan de apparaathouder
direct op de voorruit worden gemonteerd.
>Leg de klemschroef bij gedemonteerde
houder op de kogel van de voet .
Schuif daarna de draagplaat op de kogel
en draai de klemschroef iets vast.
>Zoek een geschikte plaats.
>Druk de voet met de zuignap te-
gen de voorruit. Draai de apparaathou-
der zodanig dat de draagplaat ongeveer
in de gewenste kijkrichting staat.
>Druk de hendel naar onderen.
De houder heeft zich aan de voorruit vast-
gezogen. U kunt deze vervolgens precies
afstellen. Om te verwijderen moet u de
hendel weer gebruiken
2
1
34
6
5
1
2
3
4
5
6
Opmerking:
Bevestig de toestelhouder zodanig dat
deze uw zicht met gemonteerde Traffic
Assist niet inperkt en zich niet in het ac-
tiveringsgebied van de airbag bevindt.
U moet er op letten dat de elektrische
aansluitkabel geen hinder oplevert voor
het gebruik van de bedieningselementen
van het voertuig.
Let er tevens op dat er voldoende ruimte
overblijft om de Traffic Assist zonder
problemen uit de houder te kunnen
schuiven.
Reinig het bevestigingsvlak op de voor-
ruit zodat het vetvrij en schoon is. Ge-
bruik geen smerende, zeephoudende rei-
nigingsmiddelen.
2
4
2 1
3
3
21
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Apparaathouder verstellen
>Draai de klemschroeven los tot de
draagplaat zonder veel kracht kan
worden bewogen.
>Zet de draagplaat in de gewenste
positie en houd de draagplaat in deze
positie vast.
>Draai de klemschroeven weer zoda-
nig vast dat de Traffic Assist tijdens het
rijden veilig vast blijft zitten.
Traffic Assist opstellen
>Zet de Traffic Assist met het bevesti-
gingspunt op de onderkant van de be-
huizing op de draagplaat .
>Druk de Traffic Assist zonder al te veel
krachtsinspanning op de draagplaat .
De Traffic Assist klikt vast.
Traffic Assist verwijderen
Druk op de knop aan de bovenkant van
de draagplaat en verwijder de Traffic
Assist met de vrije hand van de draagplaat.
Traffic Assist in-/uitschake-
len
Met de On/Off-schakelaar kunt u de
Traffic Assist inschakelen of helemaal uit-
schakelen.
Met behulp van de toets aan de boven-
kant van de Traffic Assist kunt u het toe-
stel in de slaapstand zetten of vanuit de
slaapstand weer inschakelen.
Inschakelen
>Zet de On/Off-schakelaar aan de on-
derkant van het toestel op On.
>Druk op de toets aan de bovenkant van
de Traffic Assist.
Het toestel wordt ingeschakeld. Op het
aanraakscherm verschijnt het logo van de
fabrikant.
Als u de Traffic Assist voor de eerste keer
start, wordt automatisch de taalkeuze
weergeven.
Met de toetsen kunt u in de
desbetreffende pijlrichting in de lijstweer-
gave bladeren.
4
5
5
4
5
5
5
1
2
1
2
5003
22
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
>Druk op het keuzeveld van de gewenste
taal.
>Bevestig uw keuze door de knop OK in
te drukken.
>Selecteer nu de gewenste spreker.
Er klinkt een korte voorbeeldaanwijzing.
>Bevestig uw keuze door het indrukken
van de toets OK.
Kort daarop verschijnt de volgende bood-
schap:
>Als u deze boodschap accepteert, drukt
u op de knop OK
Uitschakelen
U kunt het apparaat op elk gewenst mo-
ment uitschakelen.
>Druk op de toets aan de bovenkant van
de Traffic Assist.
De Traffic Assist schakelt over naar de
slaapstand.
>Zet de On/Off-schakelaar aan de on-
derkant van het toestel op Off om de
Traffic Assist helemaal uit te schakelen.
Opmerking:*
Sprekers die met (TTS) worden aange-
duid, ondersteunen de weergave van tek-
sten via spraak (bijv. straten melden).
Opmerking:
De Traffic Assist mag uitsluitend volgens
de desbetreffende nationale verkeerswet-
geving worden gebruikt!
Opmerking:
Bij korte onderbrekingen (tot een week)
in het gebruik raden wij u aan de Traffic
Assist alleen in de slaapstand te zetten.
De inschakeltijd wordt hierdoor aanzien-
lijk korter en de Traffic Assist satellieten
die voor de navigatie noodzakelijk zijn,
worden veel sneller gevonden.
Als er bij een activeren van de slaapstand
een navigatie actief was, gaat deze auto-
matisch verder als de Traffic Assist bin-
nen ca. 4 uur weer wordt ingeschakeld.
*Geldt alleen voor de Traffic Assist Z116
23
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Het touchscreen
De Traffic Assist is voorzien van een tou-
chscreen.
Bediening
Als u een keuzeveld van het touchscreen
aanraakt, verschijnt ter bevestiging van uw
keuze kort een rood kader om dit keuze-
veld.
Als een keuzeveld aanraakt dat momenteel
niet actief is, klinkt een kort signaal.
Kalibrering
Indien het touchscreen onnauwkeurig re-
ageert, bijv. wanneer de button alleen bui-
ten het midden van de button op het in-
drukken met de vinger reageert, moet een
kalibrering worden uitgevoerd. De kali-
bratiefunctie wordt vanuit het menu In-
stellingen gestart (zie ook pagina 102).
De menu's
Bij de bediening wordt u geholpen door
middel van de verschillende menu's en het
invoerscherm.
Het hoofdmenu
Het bovenste menuniveau is het hoofd-
menu. Vanuit het hoofdmenu worden de
afzonderlijke toepassingen opgestart.
In de desbetreffende hoofdstukken staat
informatie ten aanzien van de afzonderlij-
ke toepassingen.
Naast het opvragen van de diverse toepas-
singen ziet u in het hoofdmenu nadere in-
formatie of nog meer bedieningsopties.
Opmerking:
Om het oppervlak van het display niet te
beschadigen, mag dit alleen met de vin-
gers of een stomp, niet smerend voor-
werp worden aangeraakt.
24
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
*Op het symbool van knop Telefoon ziet
u of er al een telefoon verbonden is.
Telefoon verbonden
Telefoonniet verbonden
Links op de knop Bestemming selecte-
ren geeft een satellietsymbool aan of er
momenteel GPS-ontvangst is.
GPS-ontvangst beschikbaar
GPS-ontvangst niet beschikbaar
Als er al een navigatie actief is, verschijnt
tussen de beide knoppenrijen het huidige
bestemmingsadres en een knop voor het
afbreken van de navigatie.
Druk op de toets om rechtstreeks in
het hoofdmenu de navigatie naar de ge-
toonde bestemming af te breken.
Invoeren met behulp van het
invoermenu
In enkele toepassingen is het invoeren met
behulp van het invoermenu noodzakelijk.
Het invoermenu wordt net als een toet-
senbord bediend.
In de bovenste schrijfregel geeft het in-
voermenu de via het toetsenbord inge-
voerde tekens aan. Het middengebied
dient voor het invoeren van de tekens.
In de onderste regel worden de hulpfunc-
ties aangegeven. Hieronder wordt het ge-
bruik beschreven.
2
1
1
2
2
1
1
2
1
1
6007
*Geldt alleen voor de Traffic Assist Z116
25
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Tekens invoeren
De tekens worden door het indrukken van
de toetsen in het middengebied inge-
voerd.
Nadat de invoer is beëindigd, wordt deze
met behulp van de toets afgesloten
en voor bewerking aan de Traffic Assist
doorgegeven.
Bij de invoer van de navigatiebestemming
vergelijkt de Traffic Assist de gegevens
met het databestand.
U kunt steeds alleen kiezen uit de op dat
moment mogelijke letters.
Tekens die u niet kunt kiezen, worden
met een lichtere kleur weergegeven.
Voorstellen overnemen
Bij de invoer worden door de Traffic
Assist in de bovenste regel voorstellen
gedaan.
Bij de voorstellen wordt rekening
gehouden met uw gebruiksgewoonten.
Als u bijvoorbeeld vaker de stad Hamburg
invoert, verschijnt na invoer van de letter
'H' automatisch het voorstel 'Hamburg'.
Als u niet eerder een stad met de
ingevoerde letter hebt gebruikt, worden
steden/plaatsen die overeenkomen met de
invoer als voorstel weergegeven.
>Druk naar keuze op het invoerveld of
op de toets om het voorstel over te
nemen.
In de lijsten bladeren
Indien al enkele letters van de gewenste
keuze zijn ingevoerd, kunt u met behulp
van de keuzelijst alle bestemmingen met
de in aanmerking komende lettercombi-
naties laten weergeven.
>Om de keuzelijst te kunnen openen
moet u de toets indrukken.
Opmerking:
Het aantal keuzemogelijkheden wordt
door het getal op de knop weergegeven.
Bij meer dan 300 mogelijkheden worden
het precieze aantal niet weergegeven.
Alleen de vermeldingen die de al inge-
voerde letters bevatten, worden weerge-
geven. De ingevoerde letters zijn bij de
aparte vermeldingen rood gekleurd.
26
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De keuzelijst verschijnt.
>Druk op de pijltjestoetsen
op de rechter beeldschermrand om door
de lijst te bladeren.
>Klik de gewenste bestemming aan.
De bestemming wordt overgenomen en
de keuzelijst wordt gesloten.
Speciale tekens en trema's
Tijdens het invoeren van plaats- of straat-
namen hoeft u geen speciale tekens en tre-
ma's in te voeren. De Traffic Assist wijzigt
indien nodig de invoer in AE, OE en UE.
>Als u bijvoorbeeld de plaats 'Würzburg'
zoekt, typt u 'WUERZBURG' of
'WURZBURG'.
Speciale tekens kunnen bij het benoemen
van bestemmingen en routes nuttig zijn.
>Druk op de knop met het pijltje om
naar het toetsenbord voor speciale te-
kens te gaan.
Het toetsenbord voor speciale tekens ver-
schijnt.
>Voer het gewenste speciale teken in.
Na het invoeren van een teken verschijnt
automatisch het normale invoermenu op
de Traffic Assist.
Druk op de toets met het pijltje om het
toetsenbord voor speciale tekens af te
sluiten zonder een teken in te voeren.
Andere tekensets
Voor het toetsenbord van de Traffic Assist
kunnen diverse tekensets worden inge-
steld.
>Druk steeds op de knop met het pijltje
totdat de gewenste tekenset is ingesteld.
6008
27
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Cijfers invoeren
Ga voor het invoeren van cijfers naar het
cijfertoetsenbord.
>Druk op de toets .
Het cijfertoetsenbord verschijnt.
>Druk op de knop met het pijltje om
weer letters te kunnen invoeren.
Omschakeling hoofdletters/kleine let-
ters
Bij het invoeren van vrije tekst kan tussen
hoofdletters, kleine letters en de automati-
sche functie worden geschakeld.
>Druk steeds rechtsboven op het display
totdat de gewenste invoerwijze geacti-
veerd is.
Het opschrift van de knop geeft de invoer-
wijze aan.
De knop staat voor de automati-
sche modus. Dit betekent dat de eerste
letter automatisch een hoofdletter
wordt en alle letters erna kleine letters
worden.
De toets staat voor het invoeren
van hoofdletters.
De toets staat voor het invoeren
van kleine letters.
Tekens wissen
Om het laatst ingevoerde teken te kunnen
wissen moet de backspace-toets worden
ingedrukt.
>Om het teken links van de cursor te
kunnen wissen, moet u de toets in-
drukken.
Spatie invoegen
Wanneer twee woorden, bijv. bij namen
van steden, moeten worden ingevoerd,
moeten deze door middel van een spatie
van elkaar worden gescheiden.
>Om een spatie in te kunnen voegen
moet u de toets indrukken.
28
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De Becker-toets
De toets is in de hoek linksonder van
de behuizing geïntegreerd.
Deze heeft verschillende functies:
Afhankelijk van de menucontext zorgt
de toets bij kortstondig indrukken voor
de terugkeer naar een voorgaand invoer-
scherm.
Door lang te drukken, wordt het hoofd-
menu weergegeven.
Content Manager
De Content Manager is een pc-toepassing
die een aantal belangrijke functies biedt
om de content te beheren op uw Traffic
Assist.
Met de Content Manager kunt u:
Op de Traffic Assist opgeslagen content
back-uppen op uw pc en later op uw
Traffic Assist herstellen,
Content die op de DVD is opgeslagen,
installeren,
Actuele content van het internet
downloaden en op de Traffic Assist
installeren.
Om de Content Manager te gebruiken
hebt u de bijgeleverde USB-kabel nodig
en een pc die voldoet aan deze
minimumvereisten.
Content Manager installeren
Volg onderstaande stappen om de
Content Manager op uw pc te installeren:
>Plaats de DVD met de Content
Manager in het DVD-station van uw
pc.
>Als de DVD niet automatisch wordt
gestart, gaat u naar de map
„CONTENTMANAGER“ en start u
het bestand
„BECKERCMSETUP.EXE“.
>Selecteer een taal uit de lijst en klik
vervolgens op OK.
>Lees de welkomsttekst en klik op Vol-
gende om door te gaan.
>Selecteer de installatiemap. Een
standaard installatiemap wordt
voorgesteld. Om een andere map te
selecteren geeft u het pad in of klikt u
op Bladeren en bepaalt u een andere
map.
Minimum
Besturingssysteem Windows XP
Processor 300 MHz
klokfrequentie
RAM-geheugen 256 MB
Vrij geheugen 2GB
29
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
>Klik op Installeren om het
kopieerproces te starten. Klik op De-
tails weergeven om tijdens het
kopieerproces de details te bekijken.
De Content Manager wordt meteen na
het installeren automatisch gestart.
Verwijder het vinkje uit het aankruisvakje
als u dit niet wilt.
Het installatieproces is voltooid.
>Klik op Voltooien om het
installatieproces te beëindigen.
Content Manager starten
Voer deze stappen uit om de Content
Manager te starten:
>Sluit de bijgeleverde USB-kabel aan op
de USB-poort van de Traffic Assist en
op een USB-aansluiting van de
computer.
>Zet de Traffic Assist aan met de toets
.
Even later wordt de Traffic Assist als
mobiele gegevensdrager op de computer
weergegeven.
>Klik op de computer op Start > Alle
programma‘s.
>Selecteer Becker.
>Klik op Content Manager.
Wanneer de Content Manager wordt
gestart, voert het programma enkele
stappen uit voordat u de content van de
navigatiesoftware kunt beheren.
Bij iedere oproep wordt verbinding
gemaakt met het internet om na te gaan of
een recentere versie van de Content
Manager beschikbaar is. Wanneer een
nieuwe softwareversie wordt gevonden,
stelt de Contant Manager voor deze te
installeren. Wij adviseren de upgrades te
installeren zodra deze beschikbaar zijn.
Wanneer een nieuwe softwareversie wordt
gevonden, kunt u een van deze opties
kiezen:
•Klik op Ja om de nieuwe softwareversie
te accepteren. De nieuwe versie wordt
gedownload en geïnstalleerd voordat u
de Content Manager kunt gebruiken.
Opmerking:
Wanneer u de Becker Traffic Assist de
eerste keer aansluit op de pc, worden de
nodige stuurprogramma's geïnstalleerd.
Daarna verschijnt het bericht dat uw
apparaat gebruiksklaar is.
30
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
•Klik op Nee om de Content Manager te
starten met de geïnstalleerde oudere
versie.
Wanneer de nieuwe versie een
belangrijke upgrade bevat, wordt in
plaats van Nee de optie Sluiten
weergegeven. U moet dus ofwel de
nieuwe versie installeren ofwel de
toepassing afsluiten.
Wanneer u de DVD in het DVD-station
van uw pc plaatst, leest en catalogiseert de
Content Manager automatisch de content
van de DVD voor zover deze nog niet
werd toegevoegd aan de lijst van contents.
Als u nog geen back-up hebt gemaakt van
het navigatieapparaat, vraagt de Content
Manager bij iedere start of u een volledige
of gedeeltelijke back-up wilt maken.
Bij storingen
Storingen in het besturingssysteem of in
het apparaat worden overeenkomstig
weergegeven. Als de gewenste functie ver-
volgens niet kan worden uitgevoerd, moet
u de Traffic Assist met de On/Off-schake-
laar opnieuw starten.
Indien de meldingen terugkeren of het ap-
paraat door andere oorzaken niet goed
werkt, verzoeken wij u om contact op te
nemen met uw leverancier.
U kunt ook op de homepage van Becker
op www.mybecker.com onder Support bij
de veelgestelde vragen een oplossing voor
uw probleem proberen te vinden.
Opmerking:
We adviseren in ieder geval een back-up
te maken. Alleen dan kunt u de content
herstellen als er gegevens zijn verloren.
Opmerking:
Probeer nooit het toestel zelf te openen.
Neem contact op met uw dealer wanneer
u de opgetreden storingen niet zelf kunt
verhelpen.
31
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Gebruiksmodus Navigatie
Wat is navigatie?
Onder navigatie (lat. navigare = op zee va-
ren) verstaat men in het algemeen de
plaatsbepaling van een voer- of vaartuig,
de bepaling van richting en afstand ten
opzichte van de gewenste bestemming, en
het vaststellen van de route en het begelei-
den naar de bestemming. Als navigatie-
hulpmiddelen worden o. a. sterren, mar-
kante punten, kompas en satellieten
gebruikt.
Bij de Traffic Assist zorgt de GPS-ontvan-
ger voor de plaatsbepaling. Het Global
Positioning System (GPS) is in de jaren
70 ontwikkeld door het Amerikaanse leger
als wapenrichtmiddel.
GPS is gebaseerd op de ontvangst van sig-
nalen van in totaal 24 satellieten die de
aarde banen omcirkelen en daarbij signa-
len uitzenden. De GPS-ontvanger vangt
de signalen op en berekent uit de looptij-
den de afstand tot iedere satelliet afzon-
derlijk. Daaruit is dan weer de actuele geo-
grafische positie te bepalen.
Voor de positiebepaling zijn de signalen
van ten minste drie satellieten nodig. Als
er vier signalen beschikbaar zijn, kan ook
de hoogte boven de zeespiegel worden
vastgesteld.
De Traffic Assist bepaalt de richting en af-
stand tot de bestemming met behulp van
de navigatiecomputer en een digitale we-
genkaart in het interne geheugen.
Om veiligheidsredenen vindt de naviga-
tievoornamelijk door verbale
aanwijzingen plaats. Ter ondersteuning
dienen de richtingspijl en de kaartweerga-
ve op het touchscreen.
!Veiligheidsvoorschriften
De geldende verkeersregels zijn te allen
tijde bepalend. Het navigatiesysteem is
maar een hulpmiddel, in sommige ge-
vallen kunnen de gegevens onjuist zijn.
De bestuurder moet in elke situatie zelf
besluiten of hij de gegevens betrouw-
baar vindt.
Wij zijn in geen geval aansprakelijk
voor onjuiste gegevens in het navigatie-
systeem.
Bij de eerste inbedrijfstelling kan het
bepalen van een positie zo’n 30 minu-
ten in beslag nemen.
Verkeersborden en plaatselijke ver-
keersvoorschriften hebben altijd priori-
teit.
De verkeersgeleiding geldt alleen voor
personenauto’s. Er is geen rekening ge-
houden met specifieke aanbevelingen
over de route en voorschriften voor an-
dere voertuigen (b. v. bedrijfswagens).
De plaats van bestemming mag alleen
worden ingevoerd als de wagen stil-
staat.
32
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Navigatie kiezen
De navigatiemodus wordt uit het hoofd-
menu opgeroepen.
>Druk in het hoofdmenu op Bestem-
ming selecteren.
De snelkoppeling Telefoon verschijnt.
De snelkoppeling
In de snelkoppeling worden de laatste be-
stemmingen en de opgeslagen bestem-
mingen weergegeven en kunt u deze
rechtstreeks kiezen. Ook kan via de snel-
koppeling het menu Bestemmingen in-
voeren worden opgeroepen.
Snelkoppeling opvragen
In de snelle toegang wordt op de bovenste
regel de toets Bestemming invoeren voor
het opvragen van het menu Bestemming
invoeren weergegeven.
Op de tweede regel kunt u de navigatie
naar het thuisadres starten, als u deze al
hebt ingevoerd.
Het overzicht bestemmingen met de laatst
bereikte en opgeslagen bestemmingen ver-
schijnt in de onderliggende regels.
Het overzicht bestemmingen
Het overzicht bestemmingen bevat regels-
gewijs alle beschikbare bestemmingen die
u snel kunt kiezen. Op de eerste regel kunt
u de navigatie naar het thuisadres starten,
als u deze al hebt ingevoerd.
Elke regel van het overzicht bestemmin-
gen is in twee velden opgedeeld. Elk lijst-
veld is als toets weergegeven. Op de rech-
tertoets wordt de bestemming
weergegeven en met het linkerpictogram
worden de eigenschappen ervan weergege-
ven.
Opmerking:
Wanneer tussen de beide rijen toetsen
een adres wordt weergegeven, betekent
dit dat voordien reeds een navigatie naar
het vermelde adres werd gestart.
Opmerking:
In de bestemmingenlijst worden automa-
tisch de max. laatste 200 bestemmingen
opgeslagen. Als het geheugen vol is,
wordt voor een nieuwe bestemming de
oudste automatisch gewist. Echter, be-
langrijke bestemmingen kunnen worden
beveiligd.
Als u het thuisadres selecteert en deze nog
niet werd gedefinieerd, wordt u gevraagd
het adres in te voeren.
33
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Gebruikte pictogrammen
In het overzicht bestemmingen worden de
volgende pictogrammen gebruikt.
Snelkoppeling bedienen
Met aanwezige bestemming starten.
De bestemmingen in de snelkoppeling
verschijnen in de bestemmingenlijst.
>Druk op de toets met de gewenste be-
stemming om de routeberekening te
starten.
De berekening wordt gestart.
Na het berekenen verschijnt de kaartweer-
gave en begint de navigatie.
In het bestemmingsgeheugen bladeren
Met de toets en kunt u in de
desbetreffende pijlrichting in de lijstweer-
gave bladeren.
Bestemming weergeven of bewerken
Elke bestemming in de snelkoppeling kan
worden weergegeven of bewerkt.
>Druk op het toets enpaneel links naast
de gewenste bestemming.
>Op het display verschijnt een keuzeme-
nu.
Picto-
gram
Betekenis
Deze bestemming is een stan-
daardbestemming zonder bij-
zonderheden.
Deze bestemming is beveiligd.
Als het bestemmingengeheu-
gen vol is, wordt deze bestem-
ming niet automatisch gewist.
U kunt dit indien gewenst
handmatig doen.
Bij een beveiligde vermelding
kunt u de positie ook in de
snelkoppeling vastleggen.
Deze bestemming is het huidi-
ge thuisadres.
Keuze Betekenis
Details weer-
geven
De gegevens m.b.t. de be-
stemming worden weerge-
geven. Via dit scherm kunt
u de bestemming op de
kaart weergeven, de route
weergeven of de navigatie
starten.
Naaminvoer De naam van de bestem-
ming kan worden gewij-
zigd. De bestemming
wordt automatisch bevei-
ligd als deze een naam
heeft.
34
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Huisadres
Als u de knop Thuis indrukt, wordt u, als
er nog geen huisadres is ingevoerd, ver-
zocht een adres in te voeren.
>Druk Ja lang in om het adres in te voe-
ren.
U kunt dan, zoals onder 'Het menu Be-
stemmingen invoeren' op pagina 34 be-
schreven een bestemming invoeren.
Menu Bestemming invoeren oproepen
Met de toets Bestemming invoeren kunt
u het menu voor het invoeren van de be-
stemming oproepen.
Zie 'Het menu Bestemmingen invoe-
ren' op pagina 34.
Het menu Bestemmingen in-
voeren
Als geen snelkeuze van een bestemming
gewenst is of de geplande bestemming nog
niet in de snelkoppeling staat, kunt u via
het menu Bestemmingen invoeren een
nieuwe bestemming bepalen.
>Druk in de snelle toegang op de toets
Bestemming invoeren op de bovenste
beeldschermrand.
Op het display verschijnt het menu Be-
stemming invoeren.
Invoer wissen De bestemming wordt uit
de snelkoppeling gewist.
Invoer bevei-
ligen
De bestemming wordt te-
gen automatisch wissen
beveiligd. Deze functie is
alleen bij onbeveiligde be-
stemmingen beschikbaar.
Beveil. ophef-
fen
De beveiliging van de be-
stemming wordt ongedaan
gemaakt. Deze functie is
alleen bij beveiligde be-
stemmingen beschikbaar.
Omhoog De bestemming wordt een
positie naar voren verscho-
ven. De bestemming
wordt automatisch bevei-
ligd als deze wordt ver-
plaatst.
Omlaag De bestemming wordt een
positie naar achteren ver-
schoven. De bestemming
wordt automatisch bevei-
ligd als deze wordt ver-
plaatst.
Alle invoer
wissen
Alle bestemmingen (met
uitzondering van de bevei-
ligde bestemmingen en
het huisadres) worden uit
de lijst gewist.
Keuze Betekenis
Opmerking:
Ook kunt u gebruikmaken van de me-
nuopties Huidige positie instellen en Uit
laatste best. selecteren (snelkoppeling)
om de bestemming te kiezen.
35
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Structuur van het menu Bestem-
ming invoeren
Adres invoeren
Met de toets Adres invoeren worden de
verschillende stappen van het kiezen van
een adres tot aan het starten van de navi-
gatie mogelijk gemaakt.
Zie 'Bestemming invoeren' op
pagina 35.
POI selecteren
Met de toets POI selecteren kunt u een
bijzondere bestemming als b. v. vliegvel-
den en veerhavens, restaurants, hotels,
tankstations of openbare instellingen se-
lecteren en een navigatie erheen starten.
Zie 'Bijzondere bestemmingen' op
pagina 41.
Persoonlijke bestemmingen
Met de toets Persoonlijke bestemmin-
gen kunt u in de Traffic Assist geïmpor-
teerde bijzondere bestemmingen van
Google oproepen en de navigatie naar
deze bestemmingen starten.
Zie 'Bestemming uit Persoonlijke be-
stemmingen selecteren' op pagina 44.
Contacten
Met de toets Contacten kunt u in de Traf-
fic Assist geïmporteerde contactpersonen
van Microsoft® Outlook® oproepen en
de navigatie naar het opgegeven adres van
deze contactpersonen starten.
Zie 'Bestemming uit Contacten selecte-
ren' op pagina 45.
Op kaart selecteren
Met de toets Op kaart selecteren kunt u
direct op de kaart een bestemming kiezen
en een navigatie erheen starten.
Zie 'Bestemming vanuit de kaart selec-
teren' op pagina 49.
Geo-coördinaten invoeren
Via de toets Geo-coördinaten invoeren
kunt u de geografische coördinaten voor
een bestemming invoeren en de navigatie
naar deze bestemming starten.
Zie 'Coördinaten invoeren' op
pagina 50.
Route plannen
Met de toets Route plannen kunt u een
route met meerdere tussenstops plannen.
Zie 'Route plannen' op pagina 46.
Bestemming invoeren
Vanuit het menu Bestemming invoeren
wordt met de toets Adres invoeren het
menu voor het invoeren van een adres ge-
opend.
>Druk in het menu Bestemmingen in-
voeren op het keuzeveld Adres invoe-
ren.
Het menu voor het invoeren van adressen
verschijnt.
Opmerking:
Door het indrukken van toets Form. wis.
(rechtsboven) kunt u alle ingevoerde ge-
gevens tot en met het land wissen.
36
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Land kiezen
Met het veld voor het land van bestem-
ming kunt u de beschikbare landen kie-
zen. Na het kiezen van een land wordt dit
automatisch in het menu voor het invoe-
ren van adressen overgenomen. Als er al
een land van bestemming is opgegeven,
blijft dit behouden totdat u een ander
land kiest.
>Druk op de toets met het land van be-
stemming om naar het landenoverzicht
te gaan.
De keuzelijst verschijnt.
>Druk op de toets van het gewenste land.
Adres kiezen en routebegeleiding star-
ten
In het menu Adres invoeren kunt u het
precieze adres van bestemming invoeren.
In het menu Adres invoeren kunt u het
volgende instellen:
•plaats
• postcode
straat en huisnummer
dwarsstraten ter oriëntatie
Ook kunt u:
Een bijzondere bestemming in de omge-
ving van het ingevoerde adres zoeken
(POI zoeken). Het invoeren verloopt zo-
als onder 'Bijzondere bestemming bij een
adres' op pagina 42 beschreven.
De bestemming in de snelkoppeling op-
slaan.
De route op de kaart laten weergeven.
Direct met de navigatie starten.
Opmerking:
Door indrukken van de toets naast
het land kunt u landspecifieke informa-
tie, zoals bijv. de toegestane maximum-
snelheid, voor het ingestelde land weerge-
ven.
Opmerking:
Druk indien gewenst op de pijltoets en
rechts om door alle beschik-
bare landen te bladeren.
37
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Plaats selecteren
De opgave van de plaats van bestemming
kan plaatsvinden via de naam of via de
postcode.
Tijdens het invoeren van de letters van een
plaats geeft de Traffic Assist voorstellen
weer (zie 'Voorstellen overnemen' op
pagina 25). Als u het voorstel niet wilt
overnemen, voert u simpelweg de andere
letters van de gewenste plaatsnaam in.
De Traffic Assist verbiedt alle
onmogelijke lettercombinaties en
postcodes en activeert alleen letters resp.
cijfers die behoren bij een bestaande
plaatsnaam resp. postcode.
>Kies tussen het invoeren van de plaats-
naam of de postcode.
>Voer achter elkaar de letters van de
plaatsnaam van bestemming of de cij-
fers van de postcode in.
Na het invoeren van voldoende letters ver-
schijnt er automatisch een lijst waarin u de
plaatsnaam kunt kiezen. U kunt echter
ook al eerder naar de lijst gaan door op de
toets te drukken.
De lijst met plaatsnamen gebruiken
Als er al een paar letters van de gewenste
plaatsnaam zijn ingevoerd, kunt u via een
lijst alle plaatsnamen met de desbetreffen-
de lettercombinaties laten weergeven of
verschijnt deze lijst automatisch.
>Druk op de toets rechts om de
lijst op te vragen.
Met de toets en kunt u in de
lijst op het scherm bladeren.
>Druk op het keuzeveld van de gewenste
plaatsnaam.
Opmerking:
Scheid twee in te voeren woorden met
het teken .
Opmerking:
Na het invoeren van een postcode ver-
dwijnt in het invoermenu eerst de naam
van de plaats. Voer vervolgens de straat-
naam in. Vervolgens verschijnt dan ook
de plaatsnaam.
38
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Straat selecteren
In de menuoptie Straat kunnen, via een
letter- en cijferveld, de straatnaam en het
huisnummer afzonderlijk worden inge-
voerd.
De Traffic Assist verbiedt alle onmogelij-
ke lettercombinaties en activeert alleen
nog lettervelden die behoren bij een be-
staande straatnaam.
Een huisnummer kunt u pas na het kiezen
van de straatnaam selecteren en als de ge-
gevens huisnummers bevatten.
>Druk achtereenvolgens op de letters van
de straatnaam van bestemming.
Na het invoeren van voldoende letters ver-
schijnt er automatisch een lijst waarin u de
straatnaam kunt kiezen. U kunt echter
ook al eerder naar de lijst gaan door op de
toets te drukken.
De lijst met straatnamen gebruiken
Als er al een paar letters van de gewenste
straatnaam zijn ingevoerd, kunt u via een
lijst alle straatnamen met de desbetreffen-
de lettercombinaties laten weergeven of
verschijnt deze lijst automatisch.
>Druk op de toets rechts om het
straatnamenoverzicht op te vragen.
Met de toets en kunt u in de
lijst op het scherm bladeren.
>Druk op het keuzeveld met de gewenste
straatnaam.
Kruispunt kiezen
Nadat u de plaats en straat van bestem-
ming hebt ingevoerd, kunt u ter verdere
aanvulling een dwarsstraat invoeren.
>Druk op de toets Kruispunt.
Het invoermenu voor de naam van de
dwarsstraat verschijnt.
>Voer de gewenste naam van de dwars-
straat in.
Na het invoeren van de eerste letters van
de straatnaam verschijnt er automatisch
een lijst.
>Druk op het keuzeveld met de gewenste
straatnaam.
Opmerking:
In plaats van de dwarsstraat kunt u ook
een huisnummer invoeren, maar beide
tegelijkertijd is niet mogelijk.
39
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Het huisnummer kiezen
Nadat u de plaats en straatnaam van be-
stemming hebt ingevoerd, kunt u ter ver-
dere aanvulling een huisnummer invoe-
ren.
>Druk op de toets Nr.
Het invoermenu voor het huisnummer
verschijnt.
>Voer het huisnummer in en druk ver-
volgens op .
Route weergeven
Na het invoeren va het adres kunt u in het
menu Adres invoeren de route naar de be-
stemming op de kaart laten verschijnen.
>Druk op toets Route wrg. om de route
op de kaart weer te geven.
De route wordt berekend.
Via de toets Start kunt u de navigatie ook
rechtstreeks vanuit dit scherm starten.
Voor de andere bedieningsopties voor dit
scherm verwijzen wij u naar 'Gehele route
weergeven' op pagina 80.
Bestemming opslaan
In het menu Adres invoeren opent u via
het veld Opslaan een invoermenu om een
naam voor de ingevoerde bestemming in
te voeren.
Als de gewenste naam is opgegeven en met
is overgenomen, wordt deze bestem-
ming overgebracht naar de snelkoppeling
en daar beveiligd.
Navigatie starten
Met de toets Start kunt u de navigatie
starten.
Alle tot nu toe ingevoerde gegevens wor-
den bij het berekenen van de route ver-
werkt.
>Druk op de toets Start om de navigatie
te starten.
De route wordt berekend. Vervolgens ver-
schijnt de kaartweergave en begint de na-
vigatie.
Opmerking:
In plaats van het huisnummer kunt u ook
een dwarsstraat invoeren, maar beide te-
gelijkertijd is niet mogelijk.
40
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Als er al een navigatie wordt uitgevoerd
wordt u gevraagd of de nieuwe bestem-
ming de oude bestemming moet vervan-
gen of dat de nieuwe bestemming als tus-
senstop moet worden gebruikt.
>Kies tussen Toev. als tus.stop of Oude
best. verv..
Als er al een navigatie wordt uitgevoerd en
als er ook al een tussenstop is ingevoerd,
wordt u gevraagd of de nieuwe bestem-
ming de oude bestemming moet vervan-
gen.
>Kies tussen Tussenstop verv of Oude
best. verv..
Opmerking:
Door de symbolen boven de statusbalk
wordt op eventueel door u geactiveerde
beperkingen (bijv. onverharde wegen,
tolwegen) gewezen.
*Het symbool naast de statusbalk
geeft aan dat de onder 'De toets Routeop-
ties' op pagina 53 beschreven tijd-
afhankelijke navigatie geactiveerd is.
Opmerking:
Als er ten tijde van de routeberekening
geen GPS-signaal beschikbaar is, ver-
schijnt de volgende melding.
Als het GPS-signaal beschikbaar is, wordt
de routeberekening automatisch gestart.
Door het indrukken van Laatste pos.
wordt de laatst bekende positie gebruikt
en wordt de route vanaf deze positie bere-
kend.
*Geldt alleen voor de Traffic Assist Z116
41
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Bijzondere bestemmingen
Bijzondere bestemmingen, of kortweg
ook POI (Point of Interest) genannt,
staan op de kaart en kunnen daar worden
weergegeven. Bijzondere bestemmingen
zijn o.a. vliegvelden en veerhavens, restau-
rants, hotels, tankstations of openbare in-
stellingen. U kunt bijzondere bestemmin-
gen als bestemming voor navigatie
invoeren.
>Druk in de snelkoppeling op Bestem-
ming invoeren.
>Druk op de toets POI selecteren.
U kunt kiezen tussen:
een bijzondere bestemming in de omge-
ving,:
een bijzondere bestemming bij een
adres,
een bijzondere bestemming bij de be-
stemming en
rechtstreeks een bijzondere bestemming
invoeren.
Bijzondere bestemming in de omgeving
>Druk op POI nabij.
Met de pijltjestoets en kunt u
in de lijst op het scherm bladeren.
>Kies een van de beschikbare cate-
gorëeen.
Bij sommige categorieën, bijv. tanksta-
tion, verschijnt er nog een keuzemenu
waarin u een nadere inperking, bijv. op
merk, kunt invoeren.
Na het kiezen van de categorie verschijnen
nu de in de huidige omgeving beschikbare
bijzondere bestemmingen van de desbe-
treffende categorie.
Voor elke vermelding verschijnen de aan-
duiding, de hemelsbrede afstand en het
adres.
Opmerking:
Bijzondere bestemmingen uit de huidige
omgeving zijn alleen een optie als er vol-
doende GPS-ontvangst voor de positie-
bepaling is. Anders wordt de laatst opge-
slagen positie gebruikt.
Opmerking:
U kunt ook op Alle categ. drukken.
Daarna verschijnt er een invoermenu en
u kunt rechtstreeks de naam van een bij-
zondere bestemming invoeren en bevesti-
gen.
42
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
>Selecteer de gewenste bijzondere be-
stemming.
Er verschijnt nu informatie m.b.t. de ge-
kozen bestemming.
>Druk op de toets Start om de navigatie
naar de bijzondere bestemming meteen
te starten.
U kunt echter ook:
de geselecteerde bijzondere bestemming
weergeven op de kaart (Op kaart),
de geselecteerde bijzondere bestemming
in de snelkoppeling opslaan (Opslaan),
de route naar de bijzondere bestemming
laten weergeven (Route wrg.),
*bellen als een telefoon verbonden is en
het telefoonnummer beschikbaar is,
door op de toets met het symbool te
drukken.
Bijzondere bestemming bij een adres
>Druk op POI‘s bij locatie.
>Selecteer het gewenste land.
>Geef in het veld Stad of Pcode de
plaatsnaam op waarin u naar een bij-
zondere bestemming wilt zoeken.
>Druk op POI zoeken.
>Druk op Categorie selecteren.
De beschikbare categorieën bijzondere be-
stemmingen voor de ingevoerde plaats-
naam verschijnen.
>Kies zoals onder 'Bijzondere bestem-
ming in de omgeving' op pagina 41 be-
schreven de gewenste bijzondere
bestemming.
>Druk op de toets Start om de navigatie
naar de bijzondere bestemming meteen
te starten.
U kunt de gekozen bijzondere bestem-
ming echter ook in de snelkoppeling op-
slaan (Opslaan) of de route naar de bij-
zondere bestemming laten weergeven
(Route wrg.).
Door indrukken van de toets naast
de gewenste bijzondere bestemming kunt
u de extra beschikbare informatie m.b.t.
de bestemming weergeven.
Opmerking:
Als u al eerdere een adres hebt ingevoerd,
verschijnt dit adres al meteen.
Opmerking:
U kunt ook op POI selecteren drukken.
Daarna verschijnt er een invoermenu en
u kunt rechtstreeks de naam van een bij-
zondere bestemming invoeren en bevesti-
gen.
*Geldt alleen voor de Traffic Assist Z116
43
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Bijzondere bestemming in de omgeving
van de bestemming
>Druk op POI nabij.
De beschikbare categorieën bij de bestem-
ming verschijnen.
>Kies zoals onder 'Bijzondere bestem-
ming in de omgeving' op pagina 41 be-
schreven de gewenste bijzondere
bestemming.
Bijzondere bestemming rechtstreeks
invoeren
>Druk op POI‘s op naam zoeken.
>Voer de gewenste bijzondere bestem-
ming of een deel van de naam in.
>Druk op de toets .
De Traffic Assist toont in een lijst alle bij-
zondere bestemmingen die met de inge-
voerde naam overeenkomen in een lijst.
>Selecteer de gewenste bestemming in de
lijst.
Er verschijnt nu nadere informatie m.b.t.
de gekozen bestemming.
>Druk op de toets Start om de navigatie
naar de bijzondere bestemming meteen
te starten.
U kunt de gekozen bijzondere bestem-
ming echter ook op de kaart laten verschij-
nen (Op kaart), in de snelkoppeling op-
slaan (Opslaan) of de route naar de
bijzondere bestemming laten weergeven
(Route wrg.).
Telefoonnummers van bijzondere be-
stemmingen bellen*
U kunt telefoonnummers die in de
informatie over een bijzondere
bestemming worden vermeld, direct
bellen.
Voorwaarde hiervoor is dat een mobiele
telefoon via Bluetooth met de Traffic
Assist verbonden is.
>Druk in de informatie over de bijzonde-
re bestemming op de toets met het sym-
bool in het onderste gedeelte.
Het nummer wordt gebeld.
Opmerking:
De zoekradius is beperkt tot 50 kilometer
rondom de huidige positie.
*Geldt alleen voor de Traffic Assist Z116
44
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Aanvullende informatie over bijzondere
bestemmingen
Als een bijzondere bestemming aanvullen-
de informatie bevat, kunt u deze informa-
tie laten weergeven.
Druk in de informatie over de bijzonder
bestemming op de toets Meer in het on-
derste gedeelte om de aanvullende infor-
matie op te roepen.
Met de weergegeven pijltjestoetsen kunt u
in de tekst op het scherm bladeren.
Bestemming uit Persoonlijke be-
stemmingen selecteren
U kunt in de Traffic Assist geïmporteerde
bijzondere bestemmingen van Google
oproepen en de navigatie naar deze be-
stemmingen starten.
>Druk in de snelkoppeling op de toets
Bestemming invoeren.
>Druk op de toets Persoonlijke bestem-
mingen.
Er verschijnt een lijst met de beschikbare
bestemmingen.
Met de pijltjestoetsen kunt u
in de lijst op het scherm bladeren.
>Selecteer de gewenste bestemming.
De navigatie naar de gekozen bestemming
wordt gestart.
Opmerking:
Voor het bekijken van speciale eigen
Google bestemmingen moeten de
Google KML-bestanden in de directo-
ry iGO8\content\userdata\mydest van
de Traffic Assist worden opgeslagen. Opmerking:
Als de lijst veel vermeldingen bevat, is het
eventueel zinvol om de gewenste bestem-
ming na het selecteren van Bestemming
zoeken met behulp van het invoermenu
te zoeken.
Er kunnen maximaal 1000 bestemmin-
gen worden geïmporteerd.
Nieuw geïmporteerde bestemmingen
verschijnen bovenaan de lijst.
45
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Persoonlijke bestemmingen bewerken
>Druk in de lijst met eigen bestemmin-
gen op de toets voor de bestemming
die u wilt bewerken.
U kunt nu met Invoer wissen de bestem-
ming uit de lijst verwijderen.
Met Alle invoer wissen kunt u de com-
plete lijst wissen.
Met Details weergeven kunt u de details
van de bestemming laten weergeven.
Druk op de toets Start om de navigatie
naar de bestemming meteen te starten.
U kunt de gekozen bestemming echter
ook op de kaart laten verschijnen (Op
kaart) of in de snelkoppeling opslaan
(Opslaan), u kunt de route naar de be-
stemming laten weergeven (Route wrg.)
of u kunt de gekozen bestemming bellen
als een telefoon* verbonden is en het tele-
foonnummer beschikbaar is, door op de
toets met het symbool te drukken.
Bestemming uit Contacten selec-
teren
U kunt in de Traffic Assist geïmporteerde
contactpersonen van Microsoft®
Outlook® oproepen en de navigatie naar
het adres van deze contactpersonen star-
ten.
>Druk in de snelkoppeling op Bestem-
ming invoeren.
>Druk op de toets Contacten.
Bij meer dan 10 opgeslagen contactperso-
nen verschijnt er een invoermenu. Bij
minder dan 10 vermeldingen verschijnt
direct een lijst met de contactpersonen.
>Kies in het invoermenu de beginletter
van de gezochte vermelding.
>Druk op toets als de gewenste
naam op de bovenste regel wordt weer-
gegeven.
Als er vijf of minder vermeldingen met de
ingevoerde lettercombinatie beschikbaar
zijn, worden deze automatisch in een lijst
weergegeven.
>Selecteer de gewenste vermelding in de
lijst.
Opmerking:
het importeren van de Microsoft®
Outlook®-contacten verloopt via de
Content Manager.
Er kunnen maximaal 2000 contacten
worden geïmporteerd.
Opmerking:
U kunt ook al eerder een lijst met vermel-
dingen die overeenkomen met de inge-
voerde lettercombinatie laten weergeven.
Druk hiervoor in het invoermenu op de
toets .
*Geldt alleen voor de Traffic Assist Z116
46
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Druk op de toets Start om de navigatie
naar het bij deze contactpersoon weerge-
geven adres meteen te starten.
U kunt het weergegeven adres van de con-
tactpersoon echter ook op de kaart laten
verschijnen (Op kaart) of in de snelkoppe-
ling opslaan (Opslaan), u kunt de route
naar de bestemming laten weergeven
(Route wrg.) of het weergegeven telefoon-
nummer bellen* als dat beschikbaar is
(toets met het symbool ).
Als voor de geselecteerde contactpersoon
meerdere adressen beschikbaar zijn, kunt
u deze na het indrukken van de toets
kiezen.
Als voor de geselecteerde contactpersoon
meerdere telefoonnummers beschikbaar
zijn, kunt u deze na het indrukken van de
toets kiezen.
Route plannen
Het menu Route plannen biedt de moge-
lijkheid individuele routes samen te stel-
len en te kiezen. Voer hiertoe de afzonder-
lijke bestemmingen van de gewenste route
in. Deze punten kunnen achter elkaar
zonder invoer van verdere gegevens wor-
den bereikt. Ook kunt u de ingevoerde be-
stemmingen optimaliseren en daardoor de
volgorde wijzigen.
>Druk in de snelkoppeling op Bestem-
ming invoeren.
>Druk op de toets Route plannen.
In het routemenu kunt u met de toets
Nieuwe route maken een nieuwe route
aanmaken. In de onderliggende lijst wor-
den de tot nu tot opgeslagen routes weer-
gegeven.
Opgeslagen routes doorbladeren
>Druk op de pijltoets en
rechts om door de opgeslagen routes te
bladeren.
Opgeslagen routes bewerken
U kunt aan een opgeslagen route nog
meer etappes toevoegen, de naam van de
route wijzigen of een route wissen.
>Druk op de toets vóór de route die
u wilt bewerken.
2
1
1
2
Opmerking:
Als er nog geen route is opgeslagen, is het
routemenu leeg.
*Geldt alleen voor de Traffic Assist Z116
47
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
U kunt nu door te drukken op Plaats toe-
voegen een etappe aan de route toevoe-
gen.
Na het indrukken van Route hernoemen
kunt u een nieuwe naam aan de route toe-
kennen.
Door te drukken op Route wissen kunt u
de route uit de opgeslagen routes wissen.
Route selecteren en starten
>Door op het desbetreffende keuzevlak
te drukken kiest u een route.
De route wordt geladen en in het etappe-
menu weergegeven.
>Druk op de bovenste knop.
>Kies het startpunt of de huidige positie
als startpunt voor de navigatie.
De afzonderlijke etappes worden bere-
kend.
Vervolgens verschijnt een kaart met de
etappes.
>Druk op de toets Start om de navigatie
van de route te starten.
Met de toets Opties kunt u de routeopties
oproepen.
Met de toets Optimaliseer kunt u de volg-
orde van de diverse etappes optimaliseren.
Met de toets of kunt u de gehele
route langzamer of sneller simuleren.
Door aantippen van het scherm kunt u de
simulatie beëindigen.
Op de onderste regel kunt u met de toets
en en de afzonderlijke etappes
van de route doorbladeren. Bij het blade-
ren verschijnt dan de desbetreffende etap-
pe.
Opmerking:
U kunt ook een etappe van de route
kiezen. De route wordt dan vanaf deze
etappe gestart.
Opmerking:
Als een startpunt wordt gekozen, dient
dit alleen om een route te bekijken.
48
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Nieuwe route aanmaken
>Druk in het routemenu op Nieuwe rou-
te maken.
U kunt dan, zoals onder 'Het menu Be-
stemmingen invoeren' op pagina 34 be-
schreven (Adres invoeren, POI selecte-
ren, Persoonlijke bestemmingen,
Contacten, Op kaart selecteren of Geo-
coördinaten invoeren), beschreven een
tussenstop invoeren. Ook kunt u met de
toets Uit laatste best. selecteren een be-
stemming in de snelkoppeling kiezen.
>Druk in de invoermenus op de toets
Toevoegen om de desbetreffende etap-
pe over te nemen.
>Druk op de toets Plaats toevoegen om
nog meer etappes, zoals bovenstaand
omschreven over te nemen.
>Druk op de toets Klaar als u alle etappes
hebt ingevoerd.
>Voer een zelfgekozen naam voor de rou-
te in.
Het etappemenu van de nieuwe route ver-
schijnt.
Route bewerken
>Kies de te bewerken route.
>Druk op de toets vóór de etappe die
u wilt bewerken.
Op het display verschijnt het menu voor
het bewerken. U hebt de volgende moge-
lijkheden:
Keuze Betekenis
Details weer-
geven
De gegevens m.b.t. de
etappe worden weergege-
ven. Vanuit dit scherm
kunt u de etappe op de
kaart weergeven.
Omhoog De etappe wordt een posi-
tie naar voren verschoven.
Omlaag De etappe wordt een posi-
tie naar achteren verscho-
ven.
Plaats wissen De etappe wordt uit de
route gewist.
49
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Route optimaliseren
Na het invoeren van meerdere bestem-
mingen van een route kunt u de Traffic
Assist opdracht geven de bestemmingen
op het traject te optimaliseren. De
opgeslagen route blijft echter ook na het
optimaliseren behouden.
Roep de kaartweergave van de etappes op.
>Druk op de toets Optimaliseer.
De route wordt geoptimaliseerd en op-
nieuw berekend.
De geoptimaliseerde route verschijnt.
Bestemming vanuit de kaart se-
lecteren
U kunt een bestemming rechtstreeks in de
kaartweergave selecteren.
>Druk in de snelkoppeling op Bestem-
ming invoeren.
>Druk op de toets Op kaart selecteren.
Op het display verschijnt de kaartweerga-
ve.
Plaats ver-
vangen?
U kunt de gekozen etappe
door een andere etappe
vervangen.
Keuze Betekenis
Opmerking:
Met de zoomtoets en en moet u
evt. nog het bereik vergroten om het ge-
wenste punt te vinden. U kunt de kaart
ook door verplaatsen op het gewenste
punt zetten.
50
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
>Druk op het scherm licht op het ge-
wenste punt.
Op deze plek verschijnt een pulserende
rode cirkel.
>Druk op de toets Details.
Er verschijnt nu voorzover beschikbaar
het adres van het gekozen punt.
>Druk op de toets Start om de navigatie
naar de gekozen bestemming meteen te
starten.
U kunt ook in de omgeving van het geko-
zen punt met de toets POI’s nabij naar bij-
zondere bestemmingen zoeken.
U kunt het gekozen punt echter ook in de
snelkoppeling opslaan (Opslaan) of de
route naar de bijzondere bestemming la-
ten weergeven (Route wrg.).
Coördinaten invoeren
U kunt uw bestemming ook invoeren met
geografische coördinaten.
>Druk in de snelkoppeling op Bestem-
ming invoeren.
>Druk in het navigatiemenu op de toets
Geo-coördinaten invoeren.
>Kies met behulp van de toets en de
betreffende waarde die u wilt wijzigen.
>Kies met behulp van de beide toets en
bij de gewenste richting van de geo-
grafische lengte en breedte (oost/west
resp. noord/zuid).
Opmerking:
Door indrukken van de toets Terug n
GPS kunt u weer uw huidige positie laten
verschijnen.
Door op de toets Blokkeren te drukken,
kunt u de straat voor de navigatie blokke-
ren, zoals wordt beschreven onder 'De
toets Geblokkeerde wegen' op pagina 62.
12
3
2
1
51
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
>Voer daarna de gewenste waarden met
de toets en tot en met in.
U kunt coördinaten op drie verschillende
schrijfwijzen invoeren.
De volgende schrijfwijzen zijn mogelijk:
Graad Minuut Seconde Decimaalse-
conde, bijv. 42°52’46.801“
Graad Minuut.Decimaalminuut, bijv.
48° 53.56667'
Graad Decimaal, bijv. 48,89277778
>Druk op de toets .
Voor zover mogelijk verschijnt er een
adres met de desbetreffende coördinaten.
U kunt de bestemming op de kaart bekij-
ken, de route naar de bestemming weerge-
ven of de navigatie meteen starten.
Navigatie-instellingen
In de navigatie-instellingen bevinden zich
alle voor de navigatiefuncties relevante in-
stellingen.
>Druk in het hoofdmenu op Instell..
>Druk op de toets Navigatie-inst..
U komt in het menu voor de navigatie-in-
stellingen:
Structuur
In het menu staan u verschillende pagina’s
met de functies ter beschikking:
U komt op de volgende cq. Vorige pagina
van de instellingen met de toets en
en .
Aanwijzingen:
De ingevoerde coördinaten moeten
overeenkomen met WGS84 (World
Geodetic System 1984 ).
Door op de toets wordt uw huidige
geografische positie in de velden inge-
voerd.
3
Opmerking:
Alle instellingen moeten worden beves-
tigd door op de toets OK te drukken. Met
de toets kunt u op elk gewenst mo-
ment het huidige menu verlaten zonder
iets te hebben gewijzigd.
52
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De toets Begeleidingsinfo
In het venster Begeleidingsinfo kunt u in-
stellen, welke extra informatie tijdens de
navigatie wordt weergegeven.
>Druk in het instellingenmenu op de
toets Begeleidingsinfo.
Het venster Begeleidingsinfo wordt weer-
gegeven.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
>Schakel de gewenste functie door te
drukken op het desbetreffende veld in
of uit .
>Bevestig uw keuze door het indrukken
van de toets OK.
Instelling Betekenis
Rijstrookinfo Bij geactiveerde functie
wordt u, bij wegen met
meerdere rijstroken door
een kleine pijl, geadviseerd
over de te volgen rijstrook.
Wegwijzers Bij geactiveerde functie
krijgt u bij klaverbladen
bovendien informatie over
de borden die u moet vol-
gen.
Landinfo Na het activeren van deze
functie ontvangt u auto-
matisch algemeen gelden-
de verkeersinformatie over
het desbetreffende land,
bij het passeren van de
landsgrens (b. v. snel-
heidslimieten).
Junction
View*
Als deze functie geacti-
veerd is, krijgt u, voor zo-
ver beschikbaar, bij veel
klaverbladen een realis-
tisch overzicht van de ac-
tuele rijstrooksituatie te
zien.
Instelling Betekenis Opmerking:
de informatie kan alleen worden weerge-
geven als deze in het kaartmateriaal aan-
wezig is.
*Functie kan via de Contentmanager naderhand worden geactiveerd.
53
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De toets Routeopties
In het instellingenmenu Routeopties
kunt u uw rijprofiel instellen. De hier ge-
maakte instellingen hebben invloed op de
routekeuze en de berekening van de ver-
moedelijke rittijden.
>Druk in het instellingenmenu op de
toets Routeopties.
Het venster Routeopties wordt weergege-
ven.
>Kies na het drukken op het veld naast
Voertuig de manier waarop u zich ver-
plaatst.
Deze instelling beïnvloedt de berekening
van de vermoedelijke aankomsttijd en
blokkeert bijv. voor de fiets de snelwegen.
>Kies na het drukken op het veld naast
Soort route één van de volgende opties:
Tijdafhankelijke navigatie*
Als deze functie ingeschakeld is ( ),
wordt voor zover beschikbaar (momenteel
alleen Duitsland, Frankrijk en Groot-
Brittannië) bij de routeberekening reke-
ning gehouden met (statistische) informa-
tie over de mogelijke snelheid op bepaalde
trajecten op bepaalde tijden. Op basis van
deze gegevens kan de aankomsttijd nauw-
keuriger worden berekend of kan een an-
dere route worden gekozen.
Optie Betekenis
Zuinige route Bij deze optie wordt de
met het oog op de beno-
digde tijd en de af te leg-
gen afstand zo voordelig
mogelijke route berekend,
waarbij ook rekening
wordt gehouden met an-
dere parameters
zoals hellingen.
Snelste route Bij deze optie wordt de,
met het oog op de beno-
digde tijd, snelste route
berekend.
Kortste route Bij deze optie wordt de,
met het oog op de beno-
digde tijd en de af te leg-
gen afstand, kortste route
berekend.
Gemakkelijk-
ste route
Bij deze optie wordt een
route met zo min mogelijk
manoeuvres berekend. Dit
heeft eventueel grotere
omwegen tot gevolg.
*Geldt alleen voor de Traffic Assist Z116
54
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Mijden van soorten wegen
Na het drukken op het veld naast Vermij-
den kunt u verschillende soorten wegen
(bijv. snelwegen, veren en tolwegen van
de routeberekening uitsluiten.
U kunt voor deze types een van de volgen-
de opties instellen.
>Bevestig uw keuze door het indrukken
van de toets OK.
De toets TMC*
In het instellingenvenster TMC kunt u de
ontvangst van de verkeersmeldingen in-
stellen.
>Druk in het instellingenmenu op de
toets TMC.
Het venster TMC wordt weergegeven.
Optie Betekenis
Toegestaan Bij deze optie wordt het
desbetreffende type weg in
de berekening van de rou-
te opgenomen.
Vermijden Bij deze optie wordt het
desbetreffende type weg zo
mogelijk vermeden.
Verboden Bij deze optie wordt het
desbetreffende type weg
niet in de berekening van
de route opgenomen.
Instelling Betekenis
Zender autom.
inst.
Geef aan of automatisch
de zender met de beste
ontvangst moet worden
gezocht (functie inge-
schakeld ).
Door drukken op de
pijltoets en wordt de au-
tomatische zenderzoek-
functie geactiveerd. De
TMC-zender die nu
wordt ontvangen, wordt
in het veld daarnaast ge-
toond. Het instellen is
alleen mogelijk als de
functie Zender autom.
inst. uitgeschakeld is.
*Geldt niet voor de Traffic Assist Z112
55
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
>Bevestig uw instellingen door op de
toets OK te drukken.
De toets Kaartvenster
U kunt de kaartweergave tussen 3D- of
2D-weergave, een gedeeld beeldscherm
met 3D- of 2D-weergave of de pijlweerga-
ve omschakelen.
*Ook kunt u instellen of in 3D-weergave
in steden beschikbare 3D-gebouwen wel
of niet moeten worden weergegeven.
In de uitgebreide instellingen kunt u kie-
zen uit nog meer instelopties.
>Druk in het instellingenmenu op de
toets Kaartvenster.
Het venster Kaartvenster wordt weergege-
ven.
>Selecteer door het indrukken van de
toets resp. of u de 2D- of 3D-
weergave wilt gebruiken.
>Druk op de toets om de hele kaart
te kiezen.
>Druk op de toets voor het gedeelde
beeldscherm.
Herberek. Met dit keuzevlak kunt
u kiezen of een routever-
andering Nooit, Auto-
matisch of Handm.
plaatsvindt. (Zie 'Reke-
ning houden met be-
richten voor de routebe-
rekening*' op
pagina 67.) De instel-
ling Nooit komt over-
een met het uitschake-
len van de TMC-
functionaliteit.
Instelling Betekenis
1 2 3
5
4
4 5
1
2
*Functie kan via de Contentmanager naderhand worden geactiveerd.
56
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
>Druk op de toets voor de pijlweer-
gave.
3D-gebouwen in-/uitschakelen*
U kunt instellen of in 3D-weergave in ste-
den beschikbare 3D-gebouwen wel of niet
moeten worden weergegeven.
>Druk in het menu voor de kaartweerga-
ve op de toets 3D-gebouwen en schakel
de functie in of uit .
Kaart met geactiveerde 3D-gebouwen.
>Bevestig de instellingen door het in-
drukken van de toets OK
Voor het opvragen van de uitgebreide in-
stellingen drukt u op de toets Geavan-
ceerd.
In de uitgebreide instellingen hebt u de
volgende instelopties:
Autozoom
U kunt instellen hoe de kaart bij het na-
deren van een manoeuvreerpunt of bij
het veranderen van de snelheid veran-
dert.
POI-categ. selecteren
U kunt instellen welke symbolen voor
speciale bestemmingen in de kaart moe-
ten worden weergegeven.
Straatnamen 2D/Straatnamen 3D
U kunt instellen of in 3D- of 2D-weer-
gave de straatnamen wel ( ) of niet
( )moeten worden weergegeven.
2D rijricht. boven
U kunt instellen of de kaart in de 2D-
weergave in de rijrichting ( ) of naar
het noorden ( ) moet wijzen.
Opmerking:
deze instelling is alleen bij 3D-weergave
beschikbaar.
3
*Functie kan via de Contentmanager naderhand worden geactiveerd.
57
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Autozoom
>Druk in de uitgebreide instellingen op
de toets Autozoom.
Door te drukken op de toets Autozoom
kunt u de zoomfunctie in- ( ) of uit-
schakelen ( ).
Bij het inschakelen van de zoomfunctie
kunt u voor een zwakke, middelmatige of
een sterke autozoom kiezen.
POI-categorieën instellen
U kunt instellen welke POI-symbolen op
de kaart moeten worden weergegeven.
>Druk in de uitgebreide instellingen op
de toets POI-categ. selecteren.
Door selectie van Alle POI‘s weergeven
verschijnen alle bijzondere bestemmingen
op de kaart.
Door selectie van Geen POI‘s weergeven
verschijnen er geen bijzondere bestem-
mingen.
Door selectie van Gebruikersvoorkeuren
en het vervolgens indrukken van de toets
POI‘s selecteren kunt u in het daaropvol-
gende menu voor elke categorie bijzonde-
re bestemmingen zelf bepalen of bijzonde-
re bestemmingen van deze categorie wel of
niet op de kaart moeten verschijnen.
>U kunt nu het weergaven van hele cate-
gorieën in- ( ) of uitschakelen ( ).
Door te drukken op de toets achter
een categorie kunt u in andere menu’s
subcategorieën in- of uitschakelen.
>Bevestig al uw instellingen door op de
toets OK te drukken.
59
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De afzonderlijke categorieën bevatten de
volgende aanwijzingsborden:
Bochtwaarschuwing
Deze categorie bevat waarschuwings-
borden die betrekking hebben op scher-
pe bochten.
Algemene waarschuwing
Deze categorie bevat de overige waar-
schuwingsborden die bijv. waarschu-
wen voor hellingen of steenslag.
Verkeersreglement
Deze categorie bevat verkeersvoor-
schriften zoals inhaalverboden.
Informatieve verkeersborden
Deze categorie bevat alle beschikbare
aanwijzingsborden.
>Bevestig uw instellingen door op de
toets OK te drukken.
De toets Snelheidsinfo
In het instellingenvenster Snelheidsinfo
kunt u parallel aan de navigatie snelheids-
beperkingen laten weergeven. Bovendien
kunt u bij het overschrijden van de snel-
heid een akoestische waarschuwing instel-
len.
>Druk in het instellingenmenu op de
toets Snelheidsinfo.
Het venster Snelheidsinfo wordt weerge-
geven.
De volgende instellingen zijn mogelijk.
Druk voor de instelling altijd op het veld
naast de instelling die u wilt wijzigen.
Opmerking:
Deze informatie kan alleen worden weer-
gegeven als deze in het kaartmateriaal
aanwezig is.
!Gevaar voor ongevallen!
De informatie op het kaartmateriaal kan
vanwege kortstondige wijzigingen (bij-
voorbeeld wegwerkzaamheden) onjuist
zijn.
De verkeerssituatie en de borden ter
plaatse hebben prioriteit boven de infor-
matie van het navigatiesysteem.
Instelling Betekenis
Borden
weerg.
Geef aan of snelheidsbe-
perkingen nooit, altijd of
alleen bij een snelheids-
overschrijding moeten
worden weergegeven.
In beb. kom Kies vanaf welke snel-
heidsoverschrijding u bin-
nen de bebouwde kom
akoestisch wilt worden ge-
waarschuwd.
Buiten beb.
kom
Kies vanaf welke snel-
heidsoverschrijding u bui-
ten de bebouwde kom
akoestisch wilt worden ge-
waarschuwd.


Product specificaties

Merk: Becker
Categorie: Navigatie
Model: Traffic Assist Z 116

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Becker Traffic Assist Z 116 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Navigatie Becker

Handleiding Navigatie

Nieuwste handleidingen voor Navigatie