Ascot ASCOT AB1-WS-9 Handleiding

Ascot Weerstation ASCOT AB1-WS-9

Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Ascot ASCOT AB1-WS-9 (7 pagina's) in de categorie Weerstation. Deze handleiding was nuttig voor 45 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/7
Pagina 1
Radiogestuurd Weerstation
Bedieningshandleiding
Uitgave: 08//2010
Inhoudsopgave
1 Toepassingsgebied ....................................................................... 1
2 Veiligheid en onderhoud............................................................. 1
2.1 Veiligheidsaanwijzingen.....................................................1
2.2 Voorwaarden voor de bedrijfsomgeving............................1
2.3 Omgevingstemperatuur.......................................................1
2.4 Elektromagnetische verdraagzaamheid...............................1
2.5 Batterijwerking ...................................................................1
2.6 Verwijdering.......................................................................1
2.7 Onderhoud ..........................................................................1
2.8 Reiniging en vrzorging .......................................................1
2.9 Opslag.................................................................................1
2.10 Aanwijzingen over deze bedieningshandleiding.................1
2.11 Bij de levering inbegrepen..................................................1
3 Displayweergave en functietoetsen............................................. 2
3.1 Basisstation.........................................................................2
3.2 Buitensensor .......................................................................2
4 Ingebruikneming ......................................................................... 3
4 Ingebruikneming ......................................................................... 3
5 Modi/functies ............................................................................... 3
5.1 Tijd, datum en tijdzone.......................................................3
5.1.1 Radiografische tijd ........................................................3
5.1.2 Handmatige instelling....................................................3
5.2 Maanstand...........................................................................4
5.3 Alarm..................................................................................4
5.3.1 Alarmtijden instellen .....................................................4
5.3.2 Alarm aan-/uitzetten......................................................4
5.3.3 Wekherhaling ................................................................4
5.3.4 Alarm afzetten...............................................................4
5.4 Temperatuur en luchtvochtigheid .......................................4
5.4.1 Weergave van de temperatuur en luchtvochtigheid.......4
5.4.2 Min./Max. geheugen van de temperatuur en
luchtvochtigheid............................................................4
5.4.3 Wissen van het min./max. geheugen .............................4
5.4.4 Keuze °Celsius / °Fahrenheit.........................................4
5.4.5 Trendweergave van de binnen- en buitentemperatuur
en de luchtvochtigheid binnen en buiten .......................4
5.4.6 Buitensensor..................................................................4
5.4.7 Technische gegevens temperatuur en luchtvochtigheid.4
5.5 Luchtdruk ...........................................................................5
5.5.1 Luchtdrukweergave.......................................................5
5.5.2 Weersvoorspelling.........................................................5
5.5.3 Technische gegevens luchtdruk.....................................5
5.6 Licht....................................................................................5
6 Montage ....................................................................................... 5
7 Indicator batterij vervangen en vervangen van de batterij ..... 5
7.1 Basisstation.........................................................................5
7.1.1 Indicator batterij vervangen...........................................5
7.1.2 Vervangen van de batterij..............................................5
7.2 Buitensensor .......................................................................5
7.2.1 Indicator batterij vervangen...........................................5
7.2.2 Vervangen van de batterij..............................................5
8 Conformiteitsverklaring ............................................................. 5
9 Oplossen van problemen............................................................. 6
10 Garantiecertificaat ...................................................................... 6
1 Toepassingsgebied
Dit weerstation is alleen geconstrueerd voor gebruik als weerstation.
Weerstations leveren informatie over het binnenklimaat, dienen voor de
lokale weersvoorspelling en worden verder gebruikt voor informatie
over de buitentemperatuur, luchtvochtigheid buiten, voor vorstinformatie
(automobilisten, boeren), enz. Het weerstation kan door de consument
gebruikt worden binnen de gegeven toleranties. Gebruik het weerstation
NIET voor een commerciële of beroepsmatige weersvoorspelling. Een
andere toepassing dan in deze bedieningshandleiding beschreven, is niet
toegestaan en kan leiden tot beschadigingen of verwondingen. Voor
schade door onreglementair gebruik wordt geen aansprakelijkheid
geaccepteerd. In de bedieningshandleiding vindt u meer aanwijzingen en
verduidelijkingen.
2 Veiligheid en onderhoud
2.1 Veiligheidsaanwijzingen
Lees deze handleiding en vooral dit hoofdstuk aandachtig door en volg
alle gegeven aanwijzingen op. Zo garandeert u een betrouwbare werking
en een lange levensverwachting van uw weerstation. Bewaar de
verpakking en de bedieningshandleiding goed om deze bij een
overdracht aan de nieuwe bezitter te kunnen geven.
Open nooit de kast van het basisstation en van de buitensensor, deze
hebben geen onderdelen die onderhoud nodig hebben (met uitzondering
van het openen van batterijvakken voor het inleggen of vervangen van de
batterijen, zie punt 7 „Indicator batterij vervangen en vervangen van de
batterij“). Leg geen voorwerpen op het basisstation en op de
buitensensor en oefen geen druk uit op het display. Het display zou
kunnen breken. Raak het display niet aan met scherpe voorwerpen om
beschadigingen te voorkomen.
Gevaren voor kinderen en hulpbehoevende mensen:
Houd de verpakkingsfolie verwijderd van baby’s en kleine
kinderen, gevaar voor verstikking!
Dit apparaat is niet bestemd voor het gebruik door personen
(inclusief kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
bekwaamheden of een gebrekkige ervaring en/of een gebrekkige
kennis, tenzij een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon
toezicht houdt of zij aanwijzingen hebben gekregen hoe het
apparaat gebruikt moet worden.
Houd toezicht op kinderen om te garanderen dat zij niet met het
apparaat spelen.
2.2 Voorwaarden voor de bedrijfsomgeving
Het basisstation is niet beschermd tegen spatwater. Let er op, dat uw
basisstation niet bloot komt te staan aan vocht of aan een te hoge
luchtvochtigheid en voorkom stof, hitte en te lang direct zonlicht. Zet het
basisstation stabiel op een niet-metalen oppervlak om een optimale
radioregistratie te garanderen. De buitensensor is beschermd tegen
spatwater. Kies voor het gebruik buiten een plaats uit waar de
buitensensor niet direct blootgesteld wordt aan regen of zonlicht. Het
niet in acht nemen van deze aanwijzingen kan leiden tot storingen of tot
beschadiging van het basisstation en van de buitensensor.
2.3 Omgevingstemperatuur
Het basisstation kan continu gebruikt worden bij een
omgevingstemperatuur van 0 °C tot 50 °C. Aan temperaturen van -10 °C
tot 0 °C mag het alleen gedurende een korte tijd blootgesteld worden.
Als het basisstation buiten werking is, kan het bij -10 °C tot 50 °C
opgeslagen worden. De buitensensor kan continu gebruikt worden bij
een omgevingstemperatuur van -10 °C tot 50 °C. Hij mag slechts
gedurende korte tijd blootgesteld worden aan temperaturen van -25 °C
tot -10 °C en 50 °C tot 60 °C. Als de buitensensor buiten werking is, kan
hij bij -10 °C tot 50 °C opgeslagen worden.
2.4 Elektromagnetische verdraagzaamheid
Zet het basisstation en de buitensensor indien mogelijk niet in de buurt
van bijv. een computer, printer, televisie, mobiele telefoon of radio,
omdat apparaten met een sterke EM (elektromagnetische) straling of
andere radiostations de radio-ontvangst kunnen storen of beperken.
2.5 Batterijwerking
Uw basisstation werkt met twee 1,5V batterijen type LR6 /R6
(Mignon, AA) en de buitensensor met twee 1,5V batterijen type
LR03/R03 (Micro, AAA). Onderstaand vindt u enkele aanwijzingen
voor de omgang met de batterijen:
Vervang de batterijen alleen door een gelijkwaardig batterijtype.
Batterijen mogen niet opgeladen of met andere middelen gereactiveerd
worden, uit elkaar gehaald, in het vuur geworpen of kortgesloten
worden. Bewaar de batterijen altijd buiten het bereik van kinderen.
Batterijen kunnen levensgevaarlijk zijn als ze ingeslikt worden. Bewaar
de batterijen en het weerstation daarom op een plaats waar kleine
kinderen er niet bij kunnen komen. Als er een batterij ingeslikt is, moet
onmiddellijk medische hulp gezocht worden.
Voor het inleggen van de batterijen de apparaten en batterijcontacten
indien nodig reinigen met een licht vochtige doek en grondig
droogmaken.
Voorzichtig met uitgelopen batterijen! Vermijd het contact met huid,
ogen en slijmvliezen! Bij contact met batterijvloeistof de betreffende
plekken direct met ruim water spoelen en direct een arts raadplegen!
Batterijen verdragen geen hitte. Voorkom dat het basisstation resp. de
buitensensor en zodoende de ingelegde batterijen te heet worden. Het
niet in acht nemen van deze aanwijzingen kan leiden tot beschadiging en
in bepaalde omstandigheden zelfs tot exploderen van de batterijen.
Temperaturen onder 0 °C kunnen een negatieve uitwerking hebben op de
levensduur van de batterijen. Informatie over het vervangen van de
batterijen vindt u in punt 7 „Indicator batterij vervangen en vervangen
van de batterij“.
Aanwijzing: plaats de buitensensor zo, dat hij niet blootgesteld wordt
aan extreme hitte of kou. Bij extreme kou worden de batterijen en dus
ook het zendsignaal zwakker.
2.6 Verwijdering
Batterijen zijn speciaal afval. Voor het op de correcte
manier verwijderen van de batterijen staan in winkels die
batterijen verkopen en in de inzamelplaatsen van de
gemeente hiervoor geschikte tonnen.
Als u uw weerstation weg wilt doen, verwijder hem dan volgens de
huidige bepalingen. Informatie hierover kunt u inwinnen bij een
gemeentelijke instantie.
08/2010
Importer:
KRIPPL-WATCHES
Warenhandels GmbH
Maria-Theresia-Straße 41
A-4600 Wels
Verwijder de verpakking van het weerstation volgens de huidige
bepalingen. Informatie hierover kunt u inwinnen bij een gemeentelijke
instantie.
2.7 Onderhoud
Let op! Er bevinden zich geen onderdelen in de kast van het weerstation
die onderhoud nodig hebben of gereinigd moeten worden.
2.8 Reiniging en vrzorging
Reinig het basisstation en de buitensensor alleen met een zachte,
vochtige doek zonder pluisjes. Gebruik geen oplosmiddelen of bijtende
of gasvormende reinigingsmiddelen. Let er op, dat er geen waterdruppels
op het display achterblijven. Water kan blijvende verkleuringen
veroorzaken. Stel het display van het basisstation en van de buitensensor
niet bloot aan fel zonlicht of ultraviolette straling.
2.9 Opslag
Verwijder de batterijen als u het weerstation gedurende langere tijd niet
gebruikt. Let bij het opslaan van het weerstation op de aanwijzingen in
punt 2.2 „Voorwaarden voor de bedrijfsomgeving“ en punt 2.3
„Omgevingstemperatuur“. Het basisstation en de buitensensor moeten
veilig opgeslagen worden. Vermijd hoge temperaturen (bijv. door direct
zonlicht) en een constante vochtige omgeving.
2.10 Aanwijzingen over deze bedieningshandleiding
We hebben de bedieningshandleiding voor dit weerstation zo ingedeeld
dat u altijd via de inhoudsopgave de nodige informatie over een thema
na kunt lezen.
Maak als extra hulp voor uw weerstation gebruik van de FAQ’s (= veel
gestelde vragen), die opgeroepen kunnen worden op onze pagina
Produktservice op het Internet. http://www.produktservice.info
EAN Code: 27088685
Voor verdere vragen kunt u ons bereiken via de volgende adressen:
Serviceadres: KRIPPL-WATCHES
Maria-Theresia-Straße 41
A-4600 Wels
E-mailadres: krippl@krippl-watches.com
2.11 Bij de levering inbegrepen
1 Basisstation
1 Buitensensor
1 Bedieningshandleiding
Aanwijzing: extra buitensensoren of sensorkabels voor de
buitensensoren zijn niet bij de levering inbegrepen.
Pagina 2
3 Displayweergave en functietoetsen
3.1 Basisstation
Art.-No. AB0-WS-9, Type W210-1
Vooraanzicht basisstation
- Tijd, alarm
Radiografische tijd/kwartsklok
Tijd in de 12- of 24-uursaanduiding
Tijdzone-instelling +/- 12 uur
2 alarmtijden met wekherhaling (Snooze)
Zender oproepfunctie voor de radiografische tijd
Symbool radiotoren
- Weergave buitentemperatuur en luchtvochtigheid buiten
Buitentemperatuur voor max. 3 buitensensoren:
- Actuele meting
- Min/Max geheugen
- Weergave in °C / °F
- Trendweergave
Luchtvochtigheid buiten voor max. 3 buitensensoren:
- Actuele meting
- Min/Max geheugen
- Trendweergave
Weergave van de gekozen buitensensoren of automatische omschakeling
tussen de sensoren
Weergave lage stand batterij voor de buitensensoren
- Weergave binnentemperatuur en luchtvochtigheid binnen
Binnentemperatuur: - Actuele meting
- Min/Max geheugen
- Weergave in °C / °F
- Trendweergave
Luchtvochtigheid binnen: - Actuele meting
- Min/Max geheugen
- Trendweergave
Weergave lage stand batterij voor basisstation
- Weersvoorspelling
Weersvoorspelling met 5 symboolafbeeldingen
Weertendens
- Luchtdruk
Luchtdrukweergave:
- Weergave in hPa
- Min/Max geheugen
- Luchtdrukgrafiek
Weergave van de luchtdrukontwikkeling van de afgelopen
12 uur in 5 stappen
- Maanstand, datum
Maanstand
Weergave van dag, maand en dag van de week
- Licht
Bovenaanzicht basisstation
Achteraanzicht basisstation
3.2 Buitensensor
Art.-No. ASENSOR4, Type W209
Vooraanzicht buitensensor
Achteraanzicht buitensensor
Aanzicht gesloten Aanzicht open
Kanaalkiezer
„C/F“-toets
„TX“-toets
Standvoet
Standvoet
Batteri
j
va
k
1
2
3
4
Ophanginrichting voor
wandmontage
Kle
pj
e batteri
j
va
k
1
2
3
5
4
5
6
7
6
7
Aansluitbus voor
sensorkabel (sensorkabel
niet bij levering
inbegrepen)
Weergave van de
buitentemperatuur in
°C/°F en van de
luchtvochtigheid buiten
Indicator voor een
gezonden signaal
Kanaalaanduidin
g
LIGHT/SNOOZE“-toets
„SET BARO“-toets
„SET/ZONE“-toets “BARO”- toets
“BARO“- toets
1
2
3
1 2 3
„ALARM“-toets
„CH“-toets
“-toets
“+ “-toets
„MIN/MAX“-toets
Pagina 3
4 Ingebruikneming
Wij raden u aan de bedieningshandleiding aandachtig te lezen voordat u
het weerstation in gebruik neemt. Lees vooral voor de ingebruikneming
punt 3.1 „Basisstation“ en punt 3.2 „Buitensensor“ om u vertrouwd te
maken met de functietoetsen van het weerstation. Voer de
ingebruikneming op een tafel uit, waar u het basisstation en de
buitensensor naast elkaar kunt leggen of opstellen.
1. Basisstation
Legt U de batterijen met de polen in de juiste richting in het
batterijvak (2 batterijen type AA 1.5V LR6/R6) van het
basisstation.
De LCD-weergave verschijnt, er klinkt een korte signaaltoon.
Na het inleggen van de batterijen start het basisstation met de
knipperende luchtdrukweergave van 1013 hPa (basis
fabrieksinstelling). Om een zo correct mogelijke weersvoorspelling
te krijgen, is het noodzakelijk de instellingen uit te voeren zoals in
beschreven punt 5.5.1.a „Instellen van de luchtdrukwaarde“. Wij
raden u aan op deze plaats de luchtdrukweergave van 1013 hPa met
de „SET BARO“-toets te bevestigen en later pas de exacte waarde
voor uw regio in te stellen.
Nu knipperen de waarden voor de buitentemperatuur en de
luchtvochtigheid buiten „--“. Het basisstation is nu 3 minuten lang
„geopend“ voor de ontvangst van het signaal van een nieuwe
buitensensor.
2. Buitensensor
Verwijder het klepje van het batterijvak aan de achterkant van de
buitensensor.
Legt U de batterijen met de polen in de juiste richting in het
batterijvak van de buitensensor (2 batterijen type AAA 1.5V
LR03/R03).
De LCD-weergave verschijnt.
Druk nu kort op de „TX“-toets in het batterijvak van de
buitensensor. Daardoor begint de buitensensor met de overdracht
van de gemeten temperatuur en luchtvochtigheid, herkenbaar aan
het knipperen van de rode indicator aan de voorkant van de
buitensensor.
De buitensensor is in de fabriek zo ingesteld dat de overdracht van
het signaal op kanaal 1 plaatsvindt. Wacht een ogenblik totdat de
temperatuur op kanaal 1 op het basisstation weergegeven wordt. De
sensor is nu op kanaal 1 geregistreerd.
De waarden voor de buitentemperatuur en de luchtvochtigheid
buiten blijven knipperen, totdat de 3 minuten voorbij zijn. Daarna
worden de waarden stabiel weergegeven.
Aanwijzing: om een overdracht van het signaal te garanderen, mogen
het basisstation en de buitensensor maximaal 100 meter van elkaar
verwijderd zijn. De buitensensor zendt met een frequentie van 433 MHz.
De overdracht kan beïnvloed worden door objecten zoals metselwerk,
betonstaal, metalen vensters en mist. Elektronische apparaten, die in uw
omgeving, nabijheid of in het eigen huis resp. woning gebruikt worden
en op dezelfde frequentie (433 MHz) zenden, kunnen eveneens storingen
veroorzaken. Daarbij horen draadloze deurbellen, ingangscontroles,
draadloze luidsprekers, draadloze koptelefoons, garagedeuropeners en
huisveiligheidssystemen.
Ook overlappende radiogolven kunnen de ontvangst beïnvloeden.
Aanwijzing: lees punt 5.4.6.c „Registratie van een tweede resp. derde
buitensensor“ om een tweede resp. derde buitensensor te kunnen
registreren (niet bij de levering inbegrepen).
In zeldzame gevallen kan het gebeuren dat het basisstation het signaal
van de buitensensor niet ontvangt (veroorzaakt door vreemde of
stoorzenders). Let er bij de ingebruikneming op dat er geen ander
basisstation resp. andere buitensensor in het zendbereik ligt. Als de
ontvangst van het eerste signaal niet functioneert, hebt u de volgende
twee mogelijkheden:
1. Nieuwe ingebruikneming: haal de batterijen uit het basisstation en de
buitensensor en begin opnieuw met de ingebruikneming.
Aanwijzing: let er op, dat de batterijen altijd eerst in het basisstation
en dan pas in de buitensensor gelegd moeten worden, omdat anders
het basisstation het signaal van de buitensensor eventueel niet
ontvangt.
2. Handmatig zoeken: houd de „CH“-toets op het basisstation enkele
seconden lang ingedrukt, totdat de cijfers van de buitentemperatuur en
van de luchtvochtigheid buiten knipperen. Druk nu kort op de „TX“-
toets in het batterijvak van de buitensensor. De overdracht van het
signaal wordt daardoor één keer handmatig geactiveerd.
Als de ontvangst gelukt is, verschijnen de weergaven van de
buitentemperatuur en van de luchtvochtigheid buiten op het basisstation.
3. Basisstation – zoeken radiosignaal
Als de waarden voor de buitentemperatuur en de luchtvochtigheid buiten
stabiel op het basisstation weergegeven worden, begint het basisstation
het signaal voor de radiografische klok te zoeken, weergegeven door het
knipperende symbool van de radiotoren.
Symbool radiotoren
Het signaal van de radiografische klok wordt binnen 10 minuten door het
basisstation ontvangen, wat weergegeven wordt door een stabiel
symbool van de radiotoren.
Als dit niet het geval is (herkenbaar omdat het symbool van de
radiotoren niet zichtbaar is), druk dan op de
„– “-toets en houd hem ingedrukt, totdat u een signaaltoon hoort. De
radiotoren verschijnt en er wordt opnieuw geprobeerd een signaal van de
radiografische klok te ontvangen. Als er op de standplaats geen radio-
ontvangst is, kunt u de tijd ook handmatig instellen (zie punt 5.1.2
„Handmatige instelling“) of het basisstation op een andere plaats zetten
(zie punt 9 „Oplossen van problemen“).
Aanwijzing: het zoekproces wordt onderbroken als u de „+ “-,
„– “-, „SET/ZONE“- of „LIGHT/SNOOZE“-toets indrukt.
Zodra de radiografische tijd weergegeven wordt, raden wij u aan ook de
volgende instellingen uit te voeren:
Om een zo correct mogelijke weersvoorspelling te krijgen, is het
noodzakelijk de instellingen uit te voeren zoals beschreven in punt
5.5.1.a „Instellen van de luchtdrukwaarde“. De ingebruikneming van het
weerstation is afgesloten. U kunt de buitensensor op zijn definitieve
plaats zetten of hangen (zie punt 6 „Montage“).
5 Modi/functies
5.1 Tijd, datum en tijdzone
5.1.1 Radiografische tijd
De tijdbasis voor de radiogestuurde tijdweergave is een cesium
atoomklok van het natuurkundig-technisch rijksinstituut Braunschweig.
Deze tijd wordt gecodeerd (DCF77) en door een lange golfzender in
Mainflingen bij Frankfurt uitgestraald met een zendbereik van ongeveer
1.500 km. Bevind uw weerstation zich binnen dit zendbereik, dan
ontvangt hij dit signaal, rekent het om en geeft onafhankelijk van de
zomer- of wintertijd altijd de exacte tijd en de juiste datum aan. De
radiografische tijd wordt meerdere keren per dag automatisch door het
basisstation gesynchroniseerd om eventuele afwijkingen te corrigeren.
Mocht er op de plaats van inzet geen radio-ontvangst mogelijk zijn, kan
de tijd ook handmatig ingesteld worden (zie punt 5.1.2 „Handmatige
instelling“).
5.1.2 Handmatige instelling
Mocht er op de plaats van inzet geen radio-ontvangst mogelijk zijn, kunt
u de tijd en de datum ook handmatig instellen.
1. Om de tijd handmatig in te stellen, drukt u op de „SET/ZONE“-
toets en houdt deze ca. 3 seconden ingedrukt totdat het jaartal
begint te knipperen. Druk op de „+ “- of „– “-toets om het
jaartal in stellen. Bevestig dit met de „SET/ZONE“-toets, de maand
begint te knipperen.
2. Druk op de „+ “- of „– “-toets om de maand in te stellen.
Bevestig dit met de „SET/ZONE“-toets, de dag begint te knipperen.
3. Druk op de „+ “- of „– “-toets om de dag in te stellen. De dag
van de week wordt automatisch berekend en weergegeven. Bevestig
dit met de „SET/ZONE“-toets, het uur begint te knipperen.
4. Druk op de „+ “- of „– “-toets om het uur in te stellen. Bevestig
dit met de „SET/ZONE“-toets, de minuten beginnen te knipperen.
5. Druk op de „+ “- of „– “-toets om de minuten in te stellen.
Bevestig dit met de „SET/ZONE“-toets, de 12/24-uursaanduiding
begint te knipperen.
6. Druk op de „+ “- of „– “-toets om de 12/24-uursaanduiding in
te stellen. Bevestig dit met de „SET/ZONE“-toets, de tijdzone
begint te knipperen.
De aarde is onderverdeeld in 24 tijdzones. Een tijdzone is een deel van
het aardoppervlak waar een gemeenschappelijke tijd geldt. Hij loopt in
het ideale geval langs de lengtegraden vanaf de polen. Bij de overgang
naar een andere zone verspringt de tijd met een uur en wel in oostelijke
richting met 1 uur vooruit en in westelijke richting met 1 uur terug. Als u
bijv. de tijd van een land in wilt stellen dat 6 zones ten westen van uw
land ligt, moet u 6 uur minder ingeven.
7. Druk op de „+ “- of „– “-toets om de gewenste tijdzone in te
stellen. Bevestig dit met de „SET/ZONE“-toets. De instelling is nu
beëindigd.
Om de tijd in de ingestelde tijdzone weer te geven, drukt u na de
instelling 1 – 7 op de „SET/ZONE“-toets. Naast de tijd verschijnt
“ZONE”. Druk nogmaals op de „SET/ZONE“-toets om naar de normale
tijdweergave terug te gaan.
Symbool voor de tijdzone
Dag van de week
Dag
Tijd in uur, minuten en
seconden
Maand
Symbool radiotoren:
- Stabiel: radiografische tijd
ontvangen
- Knipperend: zoekt
radiografische tijd
- Niet zichtbaar: signaal
radiografische klok verloren en/of
handmatige tijd ingesteld


Product specificaties

Merk: Ascot
Categorie: Weerstation
Model: ASCOT AB1-WS-9

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Ascot ASCOT AB1-WS-9 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Weerstation Ascot

Handleiding Weerstation

Nieuwste handleidingen voor Weerstation