Apple GarageBand 09 Handleiding
Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Apple GarageBand 09 (127 pagina's) in de categorie Software. Deze handleiding was nuttig voor 143 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld
Pagina 1/127

GarageBand '09
Aan de slag
Een overzicht van het GarageBand-venster
en stapsgewijze instructies voor het maken
van muziek en podcasts met GarageBand.

2
1
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 6 Welkom bij GarageBand
6Het doel van de oefeningen
7Voordat u begint
7De benodigdheden
7Meer hulpinformatie
8Meer informatie
Hoofdstuk 2 9 GarageBand in één oogopslag
10 GarageBand-venster
12 Tijdbalk
14 Editor
14 Voor sporen voor fysieke instrumenten
15 Voor sporen voor software-instrumenten: muziekrolweergave
16 Voor sporen voor software-instrumenten: notatieweergave
17 Voor podcast- en filmprojecten: markeringsweergave
19 Loopbrowser
19 Knopweergave
21 Kolomweergave
23 Paneel 'Spoorinfo'
23 Sporen met fysieke instrumenten en software-instrumenten
25 Spoor voor elektrische gitaar
27 Masterspoor
29 Mediakiezer
Hoofdstuk 3 30 Oefening 1: GarageBand-projecten aanmaken en afspelen
30 Een nieuw project aanmaken
32 Een project afspelen
32 Werken met de transportregelaars
33 De afspeelkop verplaatsen
33 Werken met het lcd
33 De tijdeenheden wijzigen
33 De positie van de afspeelkop via het lcd wijzigen
34 Het tempo, de toonsoort en de maatsoort van een project wijzigen

Inhoudsopgave 3
35 Een project bewaren
36 Een Magic GarageBand-project aanmaken
37 Andere instrumenten kiezen in Magic GarageBand
37 Magic GarageBand-instrumenten herverdelen
37 Instrumenten mixen in Magic GarageBand
38 Uw instrument bespelen en opnemen in Magic GarageBand
Hoofdstuk 4 41 Oefening 2: gitaar en piano leren spelen
42 Een les openen
42 Hoofdstukken en subhoofdstukken kiezen
43 Een les afspelen
44 Uw instrument bespelen tijdens een les
45 Het tempo van een les wijzigen
45 Uw instrument in een les opnemen
46 De mix van een les wijzigen
48 Het lesvenster aanpassen
48 Een gitaarles aanpassen
48 Een pianoles aanpassen
49 Een les openen in GarageBand
49 Extra lessen verkrijgen
Hoofdstuk 5 50 Oefening 3: spraak, zang en instrumenten opnemen
50 Een spoor voor een fysiek instrument toevoegen
52 Een basisspoor toevoegen
53 Een spoor voor elektrische gitaar toevoegen
54 De opname voorbereiden
54 Fysieke instrumenten opnemen
55 Meerdere takes met het lussegment opnemen
57 Tegelijkertijd diverse sporen opnemen
58 Uw gitaar stemmen in GarageBand
Hoofdstuk 6 59 Oefening 4: software-instrumenten bespelen en opnemen
61 Software-instrumenten bespelen met het venster 'Muzikaal typen'
62 Software-instrumenten bespelen met het schermkeyboard
63 Voorbereidingen voor het opnemen van een software-instrument
63 Software-instrumenten opnemen
64 Opnamen van een software-instrument samenvoegen
65 Namen van noten en akkoorden tijdens het spelen weergeven
65 Werken in de notatieweergave
65 De notatieweergave
68 Noten in de notatieweergave bewerken
71 Het sleutelteken wijzigen
72 Muzieknotatie afdrukken

4Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7 73 Oefening 5: Apple Loops toevoegen
74 Loops zoeken die u in een project wilt gebruiken
75 Loops in de knopweergave zoeken
76 Loops in de kolomweergave zoeken
77 Loops vooraf beluisteren
77 Zoekacties naar loops verfijnen
78 Zoeken op naam
78 Loops weergeven uit een bepaalde Jam Pack of map
79 Zoeken op type toonladder
79 Loops zoeken met een verwante toonsoort
79 Loops als favoriet markeren
80 Loops aan de tijdbalk toevoegen
81 Apple Loops in dezelfde familie wijzigen
82 Loops aan de loopbibliotheek toevoegen
82 Eigen Apple Loops aanmaken
Hoofdstuk 8 83 Oefening 6: uw muziek arrangeren en bewerken
84 Elementaire informatie over arrangeren
84 Segmenten selecteren
85 Segmenten verplaatsen
86 De grootte van segmenten wijzigen
86 Segmenten herhalen
87 Segmenten splitsen en samenvoegen
88 Een project snel opnieuw arrangeren
90 Uw opnamen bewerken in de editor
90 De naam van segmenten wijzigen
91 Segmenten transponeren
92 De timing van een spoor voor een fysiek instrument verbeteren
92 De timing van een spoor voor een software-instrument verbeteren
93 De stemming van een spoor voor een fysiek instrument verbeteren
94 Het oorspronkelijke tempo en de oorspronkelijke toonhoogte van segmenten van
fysieke instrumenten behouden
94 Audio- en MIDI-bestanden importeren
Hoofdstuk 9 96 Oefening 7: mixen en effecten toevoegen
96 Mixen
97 Basisinformatie over mixen
97 Spoorvolumeniveaus instellen
97 Panning van sporen instellen
98 Het mastervolume instellen
98 Uitfaden
99 Werken met effecten in GarageBand
99 Verschillende typen effecten

1
6
1Welkom bij GarageBand
Met GarageBand krijgt u een muziekstudio op uw
computer en wel een heel bijzondere: de muzikanten
zijn nooit te laat en ze spelen nooit vals. In dit document
vindt u nuttige informatie en stapsgewijze instructies
voor het creëren van projecten met GarageBand.
Met GarageBand kunt u muziek opnemen, arrangeren, mixen en met de rest van
de wereld delen. Met GarageBand beschikt u over een volledige opnamestudio,
instrumenten en effecten van professionele kwaliteit en een uitgebreide verzameling
vooraf opgenomen geluiden die u in uw projecten kunt toepassen. Of u nu een
volleerd muzikant bent of nog nooit eerder muziek hebt gemaakt, met GarageBand
kunt u uw eigen nummers, podcasts en beltonen maken.
Het doel van de oefeningen
In de volgende hoofdstukken vindt u een overzicht van het GarageBand-venster en
uitgebreide oefeningen waarmee u leert hoe u uw eigen muziekprojecten creëert.
In deze oefeningen leert u het volgende:
ÂNieuwe projecten aanmaken
ÂGitaar of piano leren spelen
ÂApple Loops toevoegen met een drum- en basgedeelte en andere ritmische
elementen
ÂGeluid opnemen met een microfoon
ÂEen elektrische gitaar bespelen en opnemen
ÂSoftware-instrumenten afspelen en opnemen
ÂEen nummer arrangeren in de tijdbalk
ÂOpnamen bewerken in de editor
ÂUw project mixen en effecten toevoegen
ÂAudio- en videopodcasts aanmaken
ÂProjecten met andere iLife-programma's delen

Hoofdstuk 1 Welkom bij GarageBand 7
Verder bevat deze handleiding bijlagen met een overzicht van toetscombinaties en
informatie over het aansluiten van muziekapparatuur op de computer.
Voordat u begint
Het verdient aanbeveling de oefening die u wilt uitvoeren, af te drukken. Voor veel
taken die in deze handleiding worden beschreven, moet u menucommando's kiezen.
Deze worden in zowel de oefeningen als in GarageBand Help als volgt weergegeven:
Kies 'Wijzig' > 'Voeg samen'.
De eerste term na 'Kies' is de naam van een menu in de menubalk van GarageBand.
De term (of de termen) volgend op het punthaakje is het commando dat u uit het
desbetreffende menu moet kiezen.
De benodigdheden
Alles wat u nodig hebt om muziek te creëren met GarageBand is een Mac die voldoet
aan de systeemvereisten die u in het LeesMij-bestand vindt. U kunt de mogelijkheden
desgewenst uitbreiden met de volgende optionele apparatuur:
ÂEen microfoon om uw stem, een akoestisch instrument of andere geluiden op te
nemen
ÂEen elektrisch muziekinstrument, zoals een elektrische gitaar of een elektrische bas
ÂEen USB-keyboard (Universal Serial Bus) of een ander MIDI-compatibel keyboard om
software-instrumenten te bespelen en op te nemen
ÂEen audio-interface om microfoons en instrumenten op uw computer aan te sluiten
ÂEen set luidsprekers of monitors om de muziek die u hebt gemaakt af te spelen met
een betere geluidskwaliteit
Meer hulpinformatie
Als u de oefeningen hebt voltooid, kunt u de volgende bronnen raadplegen voor meer
informatie:
ÂIngebouwd helpsysteem: GarageBand is voorzien van een ingebouwd helpsysteem.
Als er een GarageBand-project is geopend, opent u dit helpsysteem door 'Help' >
'GarageBand Help' te kiezen. Als GarageBand Help is geopend, typt u een of
meerdere zoektermen in het zoekveld boven in de pagina, of klikt u op een van de
onderwerpen voor meer informatie over het uitvoeren van bepaalde taken.
ÂVideo-oefeningen: Er zijn online diverse video-oefeningen beschikbaar waarin uitleg
wordt gegeven over de meest essentiële functies en bewerkingen die u in
GarageBand kunt uitvoeren. U kunt de video-oefeningen bekijken door uit het Help-
menu van GarageBand de optie 'Video-oefeningen' te kiezen of door naar de website
met video-oefeningen te gaan op www.apple.com/nl/ilife/tutorials/#garageband.

8 Hoofdstuk 1 Welkom bij GarageBand
ÂHulptekst in het programma zelf: Voor veel knoppen, regelaars en andere
onderdelen op het scherm is in het programma hulpinformatie beschikbaar. U toont
deze hulptekst door de aanwijzer een paar seconden op een onderdeel te plaatsen.
Meer informatie
Ga naar de GarageBand-website op www.apple.com/nl/ilife/garageband voor actuele
informatie over GarageBand, inclusief nieuws over nieuwe functies, tips voor gebruikers
en een lijst met ondersteunde muziekapparatuur.

2
9
2GarageBand in één oogopslag
Dit hoofdstuk bevat een overzicht van het GarageBand-
venster. Hierin vindt u informatie over de naam en locatie
van regelaars en wat de functie is van deze regelaars.
Het wordt aanbevolen om in ieder geval dit hoofdstuk door te nemen, ook als u de
oefeningen in deze handleiding niet gaat uitvoeren. Als u de namen en functies van
de GarageBand-regelaars kent, is het namelijk een stuk eenvoudiger om in GarageBand
Help een antwoord op uw vraag te vinden. Mogelijk zijn de beschrijvingen die u hier
vindt zelfs genoeg om u aan de slag te laten gaan met uw eigen projecten.
Het GarageBand-venster bevat de tijdbalk, de loopbrowser, de editor en het paneel
'Spoorinfo'. In de tijdbalk kunt u instrumenten opnemen, segmenten arrangeren en uw
projecten mixen. In de loopbrowser kunt u loops zoeken. In het paneel 'Spoorinfo' kunt
u andere instrumenten en effecten kiezen.

Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag 11
ATijdbalk: De tijdbalk bevat de sporen waarin u instrumenten opneemt, loops toevoegt en
segmenten arrangeert. Deze balk bevat ook de maatliniaal, die u gebruikt om de afspeelkop te
verplaatsen en onderdelen in de tijdbalk te synchroniseren. Zie “Tijdbalk” op pagina 12 voor een
beschrijving van de kenmerken en regelaars van de tijdbalk.
BBegin van de sporen: Het symbool en de naam van het instrument worden links aan het begin
van elk spoor weergegeven. Klik op de naam van het spoor om het een nieuwe naam te geven.
Klik op de opnameactiveringsknop (de knop met het rode rondje) om het spoor te activeren
voor opname.
Klik op de knop met het luidsprekersymbool om het geluid van het spoor uit te schakelen.
Klik op de soloknop (de knop met het koptelefoonsymbool) om alleen het desbetreffende spoor
te horen.
Klik op de vergrendelknop voor het spoor (de knop met het hangslotsymbool) om het te
vergrendelen.
Klik op het driehoekje om de automatiseringscurve van het spoor weer te geven.
Sleep de panningregelaar om de panning (de plaatsing links en rechts in het stereobeeld) van
het spoor aan te passen.
Sleep de volumeschuifknop om het volume van het spoor aan te passen. Aan de niveaumeter
kunt u het volumeniveau van het spoor aflezen, zowel tijdens de opname als tijdens het
afspelen.
CZoomschuifknop: Sleep de zoomschuifknop om in te zoomen, zodat u een gedeelte van de
tijdbalk gedetailleerder kunt bekijken, of om uit te zoomen, zodat een groter gedeelte zichtbaar
is.
D Knop voor het toevoegen van een spoor en editorknop: Klik op de knop met het plusteken om
een spoor toe te voegen onder de bestaande sporen in de tijdbalk. Klik op de editorknop om de
editor te tonen of te verbergen.
ETransportregelaars: klik op de opnameknop om de opname te starten.
Klik op de afspeelknop om het afspelen van het project te starten of te stoppen.
Klik op de beginknop, de terugspoelknop of de vooruitspoelknop om de afspeelkop naar een
ander gedeelte van het project te verplaatsen.
Klik op de lusknop om het lussegment in of uit te schakelen.
FLcd: Het lcd heeft vijf modi: Tijd, Maten, Akkoord, Stemapparaat en Project. Klik op het symbool
links in het lcd om een andere modus te kiezen.
In de modus 'Tijd' geeft het lcd de positie van de afspeelkop weer in kloktijd (uren, minuten,
seconden, fracties van seconden). Sleep de getallen of klik er dubbel op om de afspeelkop te
verplaatsen.
In de modus 'Maten' geeft het lcd de positie van de afspeelkop weer in muziektijd (maten, tellen,
tikken). Sleep de getallen of klik er dubbel op om de afspeelkop te verplaatsen.
In de modus 'Akkoord' kunt u akkoordsymbolen zien wanneer u een software-instrument
bespeelt.
In de modus 'Stemapparaat' kunt u een gitaar stemmen in een spoor voor een elektrische gitaar
of voor een fysiek instrument.
In de modus 'Project' kunt u een andere toon- en maatsoort voor het project kiezen en het
tempo van het project wijzigen.

12 Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag
Tijdbalk
De tijdbalk bevat de sporen waarin u instrumenten opneemt, loops toevoegt
en segmenten voor uw muziek arrangeert.
GSchuifknop en niveaumeter voor het mastervolume: Sleep de volumeschuifknop om het
mastervolume van het project aan te passen. Kijk voordat u een project exporteert naar de
niveaumeter om te zien of er sprake is van oversturing.
HLoopbrowserknop, spoorinfoknop en mediakiezerknop: klik op de loopbrowserknop om
de loopbrowser te openen.
Klik op de spoorinfoknop (de knop met de “i”) om het paneel 'Spoorinfo' te openen.
Klik op de mediakiezerknop om de mediakiezer te openen.
A
D
F
G
E
B
H
I
C

Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag 13
A Maatliniaal: Deze geeft tijdeenheden weer in de tijdbalk (tellen en maten of minuten en
seconden). U kunt op de maatliniaal klikken om de afspeelkop naar een willekeurig punt
in de tijdbalk te verplaatsen.
B Sporen: U gebruikt de sporen in de tijdbalk voor het opnemen en arrangeren van uw muziek.
U kunt sporen toevoegen en voor elk spoor het instrument en de effecten wijzigen.
C Masterspoor: u kunt de automatiseringscurves in het masterspoor gebruiken om een fade-in
of fade-out toe te voegen, het tempo te wijzigen of delen van het project naar een andere
toonsoort te transponeren.
DAfspeelkop: Deze geeft het punt in het project weer dat momenteel wordt afgespeeld,
of het punt waar het afspelen begint wanneer u op de afspeelknop klikt. U kunt de afspeelkop
verplaatsen om een ander gedeelte van het project af te spelen. Geknipte en gekopieerde
onderdelen worden geplakt op de positie van de afspeelkop.
E Arrangementsspoor: U kunt arrangementssegmenten aan het arrangementsspoor toevoegen
om de verschillende secties van een project aan te duiden (zoals intro, couplet en refrein).
Vervolgens kunt u het arrangement van het project eenvoudig wijzigen door de
arrangementssegmenten te kopiëren en te verplaatsen.
F Rasterknop: kies een notenwaarde voor het tijdbalkraster of kies 'Automatisch' om de waarde
automatisch te laten aanpassen wanneer u in- of uitzoomt.
GSegmenten:
De opnamen en loops die u aan een project toevoegt, worden als segmenten in de
tijdbalk weergegeven. U kunt segmenten kopiëren en plakken, herhalen, vergroten en verkleinen,
verplaatsen, transponeren en andere wijzigingen aanbrengen om uw muziek te arrangeren.
H Automatiseringscurve: U kunt automatiseringscurves aan een spoor toevoegen (waaronder
het masterspoor) voor volume, panning en andere parameters. Vervolgens kunt u regelpunten
toevoegen en aanpassen om het mixen en andere parameters automatisch in te stellen.
IVergrendelknop afspeelkop: klik hier om de afspeelkoppen in de tijdbalk en de editor
te ontgrendelen, zodat ze elk een ander gedeelte van het project kunnen weergeven.

14 Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag
Editor
De editor werkt als een microscoop: u krijgt een close-up te zien van de segmenten in
een spoor. U kunt segmenten van fysieke instrumenten en van software-instrumenten
bewerken in de editor.
Voor sporen voor fysieke instrumenten
Als u een spoor voor een fysiek instrument selecteert (een spoor met een blauw label),
geeft de editor een golfvorm weer van de segmenten in het spoor. In de editor kunt u
segmenten inkorten, samenvoegen, verplaatsen, transponeren en een andere naam
geven.
B
E
C
D
A F G IH
ASchuifknop voor toonhoogte: sleep de schuifknop om het geselecteerde segment maximaal
twaalf halve tonen omhoog of omlaag te transponeren.
BAankruisvak 'Volg tempo en toonhoogte': Schakel dit aankruisvak in om het geselecteerde
segment het tempo en de toonsoort van het project te laten volgen. Het aankruisvak is alleen
zichtbaar wanneer een segment in het spoor is geselecteerd.
C Schuifknop en aankruisvak voor stemcorrectie: Sleep de schuifknop naar rechts om de mate
van stemcorrectie te verhogen of sleep de schuifknop naar links om de mate van stemcorrectie
te verlagen. Met het aankruisvak 'Op toonsoort' kunt u de verbetering van de toonhoogte
beperken tot noten in de toonsoort van het project.
DSchuifknop en venstermenu voor verbetering van de timing: Sleep de schuifknop naar rechts
om de mate van timingcorrectie te verhogen of sleep de schuifknop naar links om de mate van
timingcorrectie te verlagen. Kies uit het venstermenu de notenwaarde die u als basis voor de
timingverbetering wilt gebruiken.
EZoomschuifknop: Sleep deze knop om in te zoomen voor meer detail, of om uit te zoomen,
zodat u meer van het spoor of het geselecteerde segment ziet. De zoomfunctie in de editor
werkt onafhankelijk van de tijdbalk.
F Naamveld voor segment: klik dubbel op de naam van het segment en typ een nieuwe naam.
G Afspeelknop voor segment: klik hier om het geselecteerde segment af te spelen.

Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag 15
Voor sporen voor software-instrumenten: muziekrolweergave
Wanneer u een spoor voor een software-instrument selecteert (een spoor met een groen
label), geeft de editor het spoor of het geselecteerde segment grafisch (als muziekrol)
weer. In segmenten van een software-instrument kunt u afzonderlijke noten bewerken,
de timing van noten aanpassen en segmenten transponeren en een andere naam geven.
U kunt ook regelaargegevens voor de toonhoogtevariatie, een modulatiewiel of een
sustainpedaal (opgenomen tijdens het spelen op het keyboard) weergeven en
bewerken.
HGolfvormweergave: hier wordt de golfvorm van de segmenten in het spoor weergegeven.
IMaatliniaal: Deze geeft de tellen en maten weer voor het gebied dat zichtbaar is in de editor.
Klik op de rasterknop om een notenwaarde te kiezen voor de maatliniaal in de editor.
A G H I J
B
C
D
F
E
AKnop voor muziekrol-/notatieweergave: klik hierop om de muziekrolweergave (grafische
weergave) of de notatieweergave van de editor te activeren.
BVenstermenu 'Weergave': hier kiest u of u noten of regelaargegevens in de editor wilt
weergeven.
CSchuifknop voor toonhoogte: Sleep de schuifknop om het geselecteerde segment van een
software-instrument maximaal 36 halve tonen omhoog of omlaag te transponeren.
De schuifknop voor de toonhoogte is alleen zichtbaar wanneer een segment in het spoor
is geselecteerd.
DSchuifknop voor aanslagsterkte: Sleep de schuifknop om de aanslagsterkte van de
geselecteerde noten te wijzigen. De aanslagsterkte van een noot geeft aan hoe hard de toets
wordt ingedrukt wanneer u de noot speelt. De schuifknop voor de aanslagsterkte is alleen
zichtbaar wanneer een segment in het spoor is geselecteerd.
ESchuifknop en venstermenu voor verbetering van de timing: Sleep de schuifknop naar rechts
om de mate van timingcorrectie te verhogen of sleep de schuifknop naar links om de mate van
timingcorrectie te verlagen. Kies uit het venstermenu de notenwaarde die u als basis voor de
timingverbetering wilt gebruiken.

16 Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag
Voor sporen voor software-instrumenten: notatieweergave
U kunt sporen en segmenten van een software-instrument ook bekijken en bewerken in
de notatieweergave. In de notatieweergave worden de noten en andere muziektekens
in een segment weergegeven in de standaardmuzieknotatie. In deze weergave kunt
u noten, de aanslag van noten en pedaalmarkeringen bewerken.
F Zoomschuifknop: sleep deze knop om in te zoomen voor meer detail, of om uit te zoomen,
zodat u meer van het spoor ziet.
G Naamveld voor segment: klik dubbel op de naam van het segment en typ een nieuwe naam.
H Afspeelknop voor segment: klik hier om het geselecteerde segment af te spelen.
IWeergave noten en regelaargegevens: Hier worden de afzonderlijke noten in segmenten van
software-instrumenten grafisch weergegeven. U kunt noten verplaatsen en vergroten of
verkleinen om de toonhoogte, het beginpunt van afspelen en de duur van het afspelen aan te
passen. Om regelaargegevens te zien in plaats van noten, kiest u de gewenste regelaar uit het
venstermenu 'Weergave'.
JMaatliniaal: Deze geeft de tellen en maten weer voor het gebied dat zichtbaar is in de editor.
Klik op de rasterknop om een notenwaarde te kiezen voor de maatliniaal in de editor.
G
A H I
F
E
D
C
B
J K
AKnop voor muziekrol-/notatieweergave: klik hierop om de muziekrolweergave (grafische
weergave) of de notatieweergave van de editor te activeren.
BVenstermenu 'Weergave': hier kiest u of u noten of regelaargegevens in de editor wilt
weergeven.
CSchuifknop voor toonhoogte:
Sleep de schuifknop om het geselecteerde segment van een
software-instrument maximaal 36 halve tonen omhoog of omlaag te transponeren. De schuifknop
voor de toonhoogte is alleen zichtbaar wanneer een segment in het spoor is geselecteerd.
DSchuifknop voor aanslagsterkte: Sleep de schuifknop om de aanslagsterkte van de
geselecteerde noten te wijzigen. De aanslagsterkte van een noot geeft aan hoe hard de toets
wordt ingedrukt wanneer u de noot speelt. De schuifknop voor de aanslagsterkte is alleen
zichtbaar wanneer een segment in het spoor is geselecteerd.

Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag 17
Voor podcast- en filmprojecten: markeringsweergave
Wanneer u een aflevering van een podcast bewerkt, kunt u markeringen in de editor
bekijken en bewerken. U kunt voor elke markering in de lijst met markeringen de
begintijd, de illustratie voor het markeringssegment, de URL, de URL-titel en de
hoofdstuktitel wijzigen. U kunt in de editor ook een illustratie voor de aflevering
toevoegen.
ESchuifknop en venstermenu voor verbetering van de timing: Sleep de schuifknop naar rechts
om de mate van timingcorrectie te verhogen of sleep de schuifknop naar links om de mate van
timingcorrectie te verlagen. Kies uit het venstermenu de notenwaarde die u als basis voor de
timingverbetering wilt gebruiken.
F Zoomschuifknop: sleep deze knop om in te zoomen voor meer detail, of om uit te zoomen,
zodat u meer van het spoor ziet.
G Venstermenu voor sleutel: hier kunt u een andere sleutel kiezen voor de notatieweergave.
H Naamveld voor segment: klik dubbel op de naam van het segment en typ een nieuwe naam.
I Afspeelknop voor segment: klik hier om het geselecteerde segment af te spelen.
JNotatieweergave: Hier worden de noten en andere muziektekens in de standaardmuzieknotatie
weergegeven. U kunt noten verplaatsen om de toonhoogte en het beginpunt van afspelen aan
te passen, en u kunt de afspeeltijd wijzigen.
KMaatliniaal: Deze geeft de tellen en maten weer voor het gebied dat zichtbaar is in de editor.
Klik op de rasterknop om een notenwaarde te kiezen voor de maatliniaal in de editor.
D
B
A
C E F G H I
AVak voor illustraties voor afleveringen: Sleep hier een illustratie naartoe die de podcast
symboliseert. (Wordt alleen weergegeven wanneer u een podcast maakt.)

18 Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag
B Aankruisvak 'Markeert hoofdstuk': dit geeft aan of de geselecteerde markering een hoofdstuk
markeert.
Aankruisvak 'Toont illustratie': Dit geeft aan of de geselecteerde markering een illustratie bevat
voor het markeringssegment. (Wordt alleen weergegeven wanneer u een audiopodcast maakt.)
Aankruisvak 'Toont URL': dit geeft aan of de geselecteerde markering een URL bevat.
C Knop 'Voeg markering toe':
hiermee voegt u een markering toe op de positie van de afspeelkop.
DMarkeringslijst: hier wordt voor elke markering de begintijd, de illustratie (voor podcasts)
of het videobeeld (voor video's), de hoofdstuktitel, de URL en URL-titel weergegeven.
E Kolom 'Tijd': hier wordt de begintijd van elke markering weergegeven.
FKolom 'Illustraties': Hier worden de illustratie voor elk markeringssegment weergegeven. U kunt
illustraties toevoegen door afbeeldingsbestanden uit de mediakiezer te slepen. (Wordt alleen
weergegeven wanneer u een audiopodcast maakt.)
Kolom 'Beeld': Hier wordt het videobeeld op de positie van de markering weergegeven.
(Wordt alleen weergegeven wanneer u met een film- of videobestand werkt.)
GKolom 'Hoofdstuktitel': Hier wordt de titel van elke hoofdstukmarkering weergegeven.
Klik hierop en voer een titel voor een markering in.
HKolom 'URL-titel': Hier wordt de titel van de URL van het markeringssegment weergegeven.
Klik hierop en voer een titel in voor de URL.
IKolom 'URL': Hier wordt de URL van elk markeringssegment weergegeven. Voer de URL in van
de website waarnaar u een koppeling wilt weergeven.

Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag 19
Loopbrowser
In de loopbrowser kunt u snel zoeken naar loops die u aan uw projecten wilt
toevoegen. U kunt loops vinden met behulp van trefwoorden voor een instrument,
muziekgenre of sfeer. U kunt ook zoeken naar tekst en het resultaat op diverse
manieren verfijnen. In de loopbrowser worden voor elke gevonden loop het tempo,
de toonsoort en het aantal tellen weergegeven. Voordat u een loop aan een project
toevoegt, kunt u deze eerst beluisteren in de loopbrowser. Ook kunt u meer loops
toevoegen aan GarageBand door ze naar de loopbrowser te slepen. In de loopbrowser
kunt u op drie manieren naar loops zoeken: de knopweergave, de kolomweergave en
de podcastgeluidenweergave.
Knopweergave
In de knopweergave bevat de loopbrowser een serie knoppen met trefwoorden.
Klik op een knop om de overeenkomende loops in de resultatenlijst weer te geven.
Wanneer u op meerdere knoppen klikt, wordt het resultaat beperkt tot loops die
overeenkomen met alle geselecteerde trefwoorden.
C
E
C
AB
D
GF

20 Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag
A Weergaveknoppen: klik op een van deze knoppen om de kolomweergave, de knopweergave of
de podcastgeluidenweergave te kiezen.
BVenstermenu van de loopbibliotheek: kies uit dit venstermenu de loops die u in de
loopbrowser wilt weergeven.
C
Trefwoordknoppen: Klik op een trefwoordknop om overeenkomende loops in de resultatenlijst
weer te geven. U kunt op meerdere trefwoordknoppen klikken om het resultaat te beperken.
Knop 'Herstel': met deze knop deselecteert u alle geselecteerde knoppen, zodat u een nieuwe
zoekactie kunt uitvoeren.
D Venstermenu voor de toonladder: kies een type toonladder uit dit menu om alleen loops weer
te geven die van die toonladder gebruikmaken.
EResultatenlijst: Hier worden loops weergegeven die overeenkomen met de geselecteerde
trefwoorden. Ook worden voor elke loop het tempo, de toonsoort en het aantal tellen
weergegeven. Klik op een loop in de resultatenlijst om de loop vooraf te beluisteren.
Schakel het aankruisvak 'Fav.' van een loop in om deze loop aan uw favorieten toe te voegen.
F Volumeschuifknop voor het vooraf beluisteren van loops: sleep de schuifknop om het volume
van de loop die vooraf wordt beluisterd aan te passen.
G Zoekveld: typ tekst in dit veld om loops weer te geven waarvan de bestandsnaam of het pad
de getypte tekst bevat.

Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag 21
Kolomweergave
In de kolomweergave bevat de loopbrowser kolommen voor het type trefwoord, de
categorieën en de trefwoorden. Klik op een type trefwoord om de categorieën voor dat
type weer te geven. Klik vervolgens op een categorie om trefwoorden weer te geven
en klik tot slot op een trefwoord om overeenkomende loops in de resultatenlijst weer
te geven.
G
I
H
E
C
D
A B
F

24 Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag
A Knop 'Browser': klik hierop om de instrumentenlijst, het symboolmenu en de invoerregelaars
voor het spoor weer te geven.
B Venstermenu van de instrumentbibliotheek: kies uit het venstermenu de instrumenten die
u wilt weergeven in de lijsten met categorieën en instrumenten.
CCategorielijst instrumenten: klik op een categorie instrumenten om de instrumenten in die
categorie weer te geven in de instrumentenlijst aan de rechterkant.
DInstrumentenlijst: selecteer een instrument in de lijst.
EVenstermenu met instrumentsymbolen: Klik hier om een menu weer te geven waaruit u een
symbool kunt kiezen voor een nieuw instrument. Met behulp van symbolen kunt u sporen met
op elkaar lijkende instrumenten gemakkelijker onderscheiden.
F Venstermenu 'Invoerbron' (alleen sporen met fysieke instrumenten): kies hier de invoerbron
voor de opname van een fysiek instrument.
Venstermenu 'Monitor' (alleen sporen met fysieke instrumenten): Schakel de monitor in om
uw instrument te horen terwijl u aan het spelen bent. Schakel de monitor uit als u deze feedback
wilt voorkomen.
Schuifknop en aankruisvak voor opnameniveau (alleen sporen met fysieke instrumenten):
Sleep de schuifknop om het invoervolume voor het spoor in te stellen. Schakel het aankruisvak
'Automatische niveau-instelling' in om ervoor te zorgen dat GarageBand het opnameniveau
verlaagt zodat er geen sprake is van oversturing.
GKnop 'Wijzig': klik hierop om de menu's met effecten en de regelaars voor het spoor weer te
geven.
HEffectsleuven: Elk spoor bevat een compressorsleuf en vier extra effectsleuven.
Kies een lege effectsleuf en kies vervolgens een effect uit het venstermenu.
Klik op het led-lampje naast een effect om het effect in of uit te schakelen.
Klik op een effectnaam en kies een nieuw effect uit het venstermenu.
Klik op een voorinstelling en kies een nieuwe voorinstelling uit het venstermenu.
Wijzig de volgorde van effecten door het patroon aan de linkerkant van een effect omhoog
of omlaag te slepen.
Venstermenu 'Geluidsproducent' (alleen sporen met software-instrumenten): kies een nieuwe
producent om het geluid van het software-instrument te wijzigen.
I Schuifknoppen voor Send-effecten: elk spoor bevat schuifknoppen voor het echo- en
galmeffect waarmee u kunt regelen hoeveel uitvoer van dat spoor wordt doorgegeven aan de
echo- en galmeffecten van het masterspoor.
JKnoppen 'Bewaar instrument' en 'Verwijder instrument': Klik op de knop 'Bewaar instrument'
om een instrument te bewaren. Klik op de knop 'Verwijder instrument' om een bewaard
instrument te verwijderen.

Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag 25
Spoor voor elektrische gitaar
In het spoor voor elektrische gitaar worden de gitaarversterker en de stompboxeffecten
op het podium weergegeven.
D
A
B
C
F
E

26 Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag
A Venstermenu met gitaarvoorinstellingen: kies een gitaarvoorinstelling uit het menu.
B Gitaarversterker: Hier ziet u een visuele weergave van de geselecteerde gitaarversterker.
Klik op de versterker om de versterkerregelaars onder het podium weer te geven. Plaats de
aanwijzer op de versterker en klik vervolgens op een van de pijlen die verschijnen om een
ander model versterker te kiezen.
CStompboxeffecten: Hier ziet u een visuele weergave van de stompboxeffecten in de
geselecteerde voorinstelling. Klik op een stompbox om de bijbehorende regelaars onder
het podium weer te geven.
DRegelaars: Wanneer de versterker is geselecteerd, worden hier de versterkerregelaars
weergegeven. Wanneer een stompbox is geselecteerd, worden hier de bijbehorende
stompboxregelaars weergegeven. Sleep de knoppen om de instellingen van de versterker
of stompbox te wijzigen. Klik op de aan/uit-knop van een stompboxeffect om het effect
in of uit te schakelen.
EKnop 'Wijzig': Wanneer de versterker is geselecteerd, kunt u met de knop 'Wijzig'
het versterkermodel, de mastereffecten en de invoerregelaars weergeven. Wanneer een
stompboxeffect is geselecteerd, kunt u met de knop 'Wijzig' alle stompboxeffecten onder
het podium weergeven. Sleep een stompbox naar een van de sleuven op het podium
om een stompboxeffect toe te voegen. Klik op 'Gereed' als u een versterker of stompbox
naar wens hebt aangepast.
FKnoppen 'Bewaar instrument' en 'Verwijder instrument': Klik op de knop 'Bewaar instrument'
om een instrument te bewaren. Klik op de knop 'Verwijder instrument' om een bewaard
instrument te verwijderen.

Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag 27
Masterspoor
Wanneer u het masterspoor selecteert, bevat het paneel 'Spoorinfo' informatie over
de algemene project- en effectinstellingen die gelden voor het hele project. Algemene
projectinstellingen zijn het tempo, de maatsoort en de toonsoort. Algemene
effectinstellingen zijn onder andere de echo-, galm-, EQ- en compressorinstellingen.
H
G
A
B
C
DD
E
F
I

28 Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag
Met de schuifknoppen voor het echo- en galmeffect van elk spoor regelt u de
hoeveelheid echo en galm die van dat spoor wordt doorgegeven aan de echo-
en galmeffecten van het masterspoor. In het paneel 'Spoorinfo' voor het masterspoor
kunt u de masterecho en -galmeffecten wijzigen.
A Knop 'Browser': klik hierop om de instrumentenlijst, het symboolmenu en de invoerregelaars
voor het spoor weer te geven.
BVenstermenu voor mastereffecten: kies hier de mastereffecten die u wilt weergeven in de lijsten
met categorieën en effecten in het venstermenu.
C Categorielijst mastereffecten: klik op een categorie om de effecten in die categorie weer te
geven in de lijst met mastereffecten aan de rechterkant.
DVoorinstellingenlijst mastereffecten: klik op een voorinstelling in de lijst om deze instelling op
het project toe te passen.
ERegelaars voor tempo, toonsoort en maatsoort: sleep de schuifknop voor het tempo om het
tempo van het project te wijzigen.
Kies een toonsoort uit het venstermenu 'Toonsoort' en kies vervolgens een toonladder uit het
venstermenu aan de rechterkant.
Kies een maatsoort uit het venstermenu 'Maatsoort'.
FKnop 'Wijzig': klik hierop om de menu's met effecten en de regelaars voor het spoor weer te
geven.
GSpooreffecten: Klik op het led-lampje om de echo- en galmeffecten in of uit te schakelen. Kies
een echo-instelling uit het venstermenu 'Echo'. Kies een galminstelling uit het venstermenu
'Galm'. Met deze effecten regelt u de klank van de Send-effecten in afzonderlijke sporen.
HSleuven voor mastereffecten: elk masterspoor bevat een sleuf voor een visuele equalizer, een
compressor en een ducker en één extra effectsleuf.
Klik op het led-lampje naast een effect om het effect in of uit te schakelen.
Klik op een voorinstelling en kies een nieuwe voorinstelling uit het venstermenu.
Kies een lege effectsleuf en kies vervolgens een effect uit het venstermenu.
IKnoppen 'Bewaar master' en 'Verwijder master': Klik op de knop 'Bewaar master' om de
mastereffecten te bewaren. Klik op de knop 'Verwijder master' om de bewaarde mastereffecten
te verwijderen.

Hoofdstuk 2 GarageBand in één oogopslag 29
Mediakiezer
Met de mediakiezer kunt u nummers uit uw iTunes-bibliotheek, foto's uit uw iPhoto-
bibliotheek, iMovie-projecten en andere videobestanden zoeken en toevoegen.
A Knoppen voor type media:
klik op de knop voor het type mediabestand waarmee u wilt werken.
B Lijst met bronnen: Vanuit deze lijst gaat u naar de map die de bestanden bevat die u wilt
weergeven. U kunt ook mappen toevoegen door deze uit de Finder te slepen.
C Lijst met media: u kunt mediabestanden bekijken of vooraf beluisteren en selecteren om
aan uw project toe te voegen.
D Afspeelknop: klik hier om het geselecteerde mediabestand af te spelen voordat u het toevoegt.
E Zoekveld: typ een (deel van een) bestandsnaam om naar bestanden te zoeken.
C
A
B
D
E

3
30
3Oefening 1: GarageBand-
projecten aanmaken en afspelen
U kunt GarageBand-projecten aanmaken om onder
andere nummers, podcasts en beltonen te maken. U kunt
projecten afspelen om uw muziek te beluisteren en u
kunt uw projecten op verschillende manieren bewaren.
In deze oefening leert u het volgende:
ÂEen nieuw project aanmaken op basis van een sjabloon
ÂProjectinstelllingen voor het tempo, de toonsoort en de maatsoort kiezen
ÂHet project afspelen
ÂHet project bewaren
Een nieuw project aanmaken
De eerste handeling die u in GarageBand uitvoert, is het aanmaken van een nieuw
project. Met behulp van projecten kunt u uw muziek opnemen, arrangeren en mixen.
Wanneer u het venster 'Nieuw project' hebt geopend, kunt u een sjabloon selecteren
voor het type project dat u wilt aanmaken.
U kunt verschillende projecttypen kiezen, waaronder:
ÂMuziekprojecten voor bijvoorbeeld spraak, zang, akoestische instrumenten,
elektrische gitaar en loops
ÂPodcastprojecten voor afleveringen van geavanceerde audio- en videopodcasts
ÂMagic GarageBand-projecten, waarbij u het genre kiest en GarageBand voor u de
instrumenten kiest en een arrangement aanmaakt
ÂiPhone-beltoonprojecten die u naar iTunes kunt sturen en op uw iPhone kunt
gebruiken
Via het venster 'Nieuw project' kunt u niet alleen nieuwe projecten aanmaken, maar
ook lessen openen en downloaden om een instrument te leren spelen. Zie “Oefening 2:
gitaar en piano leren spelen” op pagina 41 voor meer informatie over het gebruik van
deze lessen.

Hoofdstuk 3 Oefening 1: GarageBand-projecten aanmaken en afspelen 31
Een nieuw muziekproject aanmaken
1Kies 'Archief' > 'Nieuw'.
Het venster 'Nieuw project' verschijnt. Dit venster bevat knoppen voor verschillende
projecttypen, bijvoorbeeld 'Nieuw project', 'Magic GarageBand' en 'iPhone-beltoon'.
Klik op 'Nieuw project'.
Rechts in het venster verschijnen projectsjablonen. Er zijn sjablonen beschikbaar voor
spraak of zang, akoestische instrumenten, elektrische gitaar, keyboard, het schrijven
van nummers, loops en podcastafleveringen.
2Klik op het symbool van de gewenste sjabloon en klik vervolgens op 'Kies'.
3Typ in het venster 'Bewaar als' een naam voor het project in het veld 'Bewaar als'
en navigeer vervolgens naar de locatie waar u het project wilt bewaren.
4Klik op 'Bewaar'.
Na enkele seconden wordt het nieuwe project in het GarageBand-venster geopend.
Het centrale gedeelte van het GarageBand-venster is de tijdbalk, die geordend is in
horizontale rijen die sporen worden genoemd. U kunt uw opnamen en loops met
behulp van sporen ordenen. Links worden de spoorlabels weergegeven. Hiermee kunt
u het volume, de panning en andere instellingen voor elk spoor aanpassen. Onder de
tijdbalk vindt u de regelbalk, met knoppen voor verschillende editors en infovensters,
een aantal regelaars waarmee u uw projecten kunt afspelen en het lcd, waarmee u de
projectinstellingen en de tijdeenheden in de maatliniaal kunt wijzigen. Zie “GarageBand
in één oogopslag” op pagina 9 voor meer informatie over de regelaars in het
GarageBand-venster.
In GarageBand kunt u op de volgende manieren muziek maken:
ÂDoor geluidsopnamen te maken met een microfoon die op de computer is
aangesloten

32 Hoofdstuk 3 Oefening 1: GarageBand-projecten aanmaken en afspelen
ÂDoor het geluid op te nemen van een elektrische gitaar die op de computer is
aangesloten
ÂDoor een USB- of MIDI-keyboard aan te sluiten en de software-instrumenten te
bespelen die in GarageBand zijn ingebouwd
ÂDoor Apple Loops aan de tijdbalk toe te voegen en deze te arrangeren
ÂDoor een Magic GarageBand-project aan te maken
ÂDoor een les te openen en mee te spelen
Een project afspelen
Nadat u een aantal opnamen, loops of audiobestanden aan uw project hebt
toegevoegd, kunt u het project afspelen zodat u kunt horen hoe het klinkt. U kunt
projecten afspelen door op de spatiebalk van het toetsenbord te drukken of u kunt
gebruikmaken van de transportregelaars, die zich in de regelbalk onder de tijdbalk
bevinden.
Afspelen starten en stoppen
Druk op de spatiebalk of druk op de afspeelknop in het midden van de
transportregelaars.
Werken met de transportregelaars
Met de transportregelaars kunt u projecten afspelen en de afspeelkop naar
verschillende delen van het project verplaatsen. Daarnaast is er een opnameknop en
een knop waarmee u het lussegment inschakelt.
De transportregelaars zijn vergelijkbaar met de regelaars van normale
geluidsapparatuur. Tot de transportregelaars behoren de volgende knoppen (van links
naar rechts):
ÂOpnemen: begint met opnemen in sporen die voor opnemen zijn geactiveerd.
ÂNaar begin gaan: verplaatst de afspeelkop naar het begin van het project.
ÂTerugspoelen: plaatst de afspeelkop één maat terug.
ÂAfspelen/Pauze: begint het afspelen van het project of stopt het afspelen.
ÂVooruitspoelen: plaatst de afspeelkop één maat verder.
ÂLus: schakelt het lussegment in of uit.
Afspeelknop
Lusknop
Opnameknop

34 Hoofdstuk 3 Oefening 1: GarageBand-projecten aanmaken en afspelen
Het tempo, de toonsoort en de maatsoort van een project wijzigen
Elk GarageBand-project bevat instellingen voor het tempo, de toonsoort en de
maatsoort. Wanneer u in GarageBand loops toevoegt of opnamen maakt in een
muziekproject, worden de nieuwe segmenten aan het tempo en de toonsoort van
het project aangepast, zodat het geheel goed klinkt. U kunt het tempo, de toonsoort
en de maatsoort van een project bij het aanmaken van een nieuw project in het
venster 'Bewaar als' kiezen. U kunt de gewenste instellingen ook opgeven terwijl
u met het project werkt. Hiervoor gebruikt u het lcd.
Het tempo wijzigen
Elk project heeft een eigen snelheid: het tempo. Het tempo bepaalt de snelheid
waarmee tellen (het basisritme) voorkomen in het project. Het tempo wordt gemeten
in tellen per minuut (beats per minute of bpm). U kunt het tempo instellen op elke
snelheid tussen 60 en 240 bpm. Het standaardtempo is 120 bpm, een veelvoorkomend
tempo in populaire muziek.
Het tempo wijzigen in het lcd
1Klik op het symbool aan de linkerzijde van het lcd en kies 'Project'.
2Klik op het getal onder 'Tempo'.
3Sleep de schuifknop omhoog of omlaag naar een nieuw tempo.
De toonsoort instellen
Ieder project heeft een toonsoort. De toonsoort definieert de verhouding van alle
noten in de muziek ten opzichte van de centrale noot. De toonsoort kan elke toonsoort
zijn tussen A en Gis (G#). Behalve de toonsoort kunt u ook opgeven welke toonladder
(majeur of mineur) u wilt gebruiken. In het lcd worden akkoorden in majeur aangeduid
met 'maj' en akkoorden in mineur met 'min'.
De toonsoort wijzigen in het lcd
1Klik op het symbool aan de linkerzijde van het lcd en kies 'Project'.
2Klik op de toonsoort (onder 'Toonsoort').
3Kies een andere toonsoort uit het venstermenu 'Toonsoort'.
4U kunt ook een andere toonsoort kiezen onder in het venstermenu 'Toonsoort'.

Hoofdstuk 3 Oefening 1: GarageBand-projecten aanmaken en afspelen 35
De maatsoort instellen
Elk project heeft een maatsoort, die de verhouding tussen tellen en maten regelt.
De maatsoort van een nummer bestaat uit twee cijfers, gescheiden door een schuine
streep (vergelijkbaar met een breuk). Het linkercijfer geeft aan hoeveel tellen een maat
bevat. Het rechtercijfer duidt de waarde van de tellen aan (de lengte van een noot die
één tel duurt).
U kunt de volgende maatsoorten in een GarageBand-project gebruiken: 2/2, 2/4, 3/4,
4/4, 5/4, 7/4, 6/8, 7/8, 9/8 of 12/8. De standaardmaatsoort is 4/4, de meest
voorkomende maatsoort.
Het tempo van het project wijzigen in het lcd
1Klik op het symbool aan de linkerzijde van het lcd en kies 'Project'.
2Klik op het getal onder 'Maatsoort'.
3Kies een andere maatsoort uit het venstermenu 'Maatsoort'.
Een project bewaren
Nu u enkele wijzigingen in het project hebt aangebracht, is het tijd om uw werk te
bewaren.
Een project bewaren
mKies 'Archief' > 'Bewaar' (of druk op Command + S).
U kunt projecten ook als archief bewaren. Wanneer u een project als archief bewaart,
worden alle audiobestanden, loops en andere media in het projectbestand opgeslagen.
Een project als archief bewaren is handig wanneer u een project naar een andere
computer wilt verplaatsen of wanneer u een project met zelfgemaakte opnamen van
fysieke instrumenten dupliceert.
Een project als archief bewaren
1Kies 'Archief' > 'Bewaar als'.
2Schakel in het venster het aankruisvak 'Archiveer project' in.
U kunt projecten ook comprimeren. U kunt het project dan gemakkelijker met anderen
uitwisselen. Als u een project comprimeert, wordt de bestandsgrootte gereduceerd
doordat het geluid in het project wordt gecomprimeerd. Compressie kan tot enig
verlies van geluidskwaliteit leiden.
Een project comprimeren
1Kies 'Archief' > 'Bewaar als'.
2Schakel in het venster het aankruisvak 'Comprimeer project' in.
3Kies de gewenste compressie-instellingen uit het venstermenu naast het aankruisvak
'Comprimeer project'.

36 Hoofdstuk 3 Oefening 1: GarageBand-projecten aanmaken en afspelen
Wanneer u een project sluit, maakt GarageBand standaard een iLife-voorvertoning van
het project aan. Met een iLife-voorvertoning kunt u een voorvertoning van het project
bekijken in de mediakiezer en in andere iLife-programma's. De bestandsgrootte van
het project kan hierdoor ook toenemen. In het paneel 'Algemeen' van het GarageBand-
voorkeurenvenster kunt u kiezen of u wel of geen iLife-voorvertoning wilt aanmaken.
Een Magic GarageBand-project aanmaken
U kunt snel een Magic GarageBand-project aanmaken. Bij het aanmaken van een Magic
GarageBand-project kiest u het genre (de stijl) van de muziek. GarageBand kiest voor
u de instrumenten en maakt daarmee een standaardarrangement aan. U kunt de
instrumenten wijzigen, het nummer mixen en met het nummer meespelen en
opnamen maken van uw eigen instrument.
Een Magic GarageBand-project aanmaken
1Kies 'Archief' > 'Nieuw'.
2Klik in het venster 'Nieuw project' op 'Magic GarageBand'.
3Klik op het gewenste genre en klik vervolgens op 'Kies'.
Na enkele seconden verschijnt het Magic GarageBand-podium met de instrumenten
van het nummer. Elk Magic GarageBand-nummer bevat gitaar, bas, slagwerk, keyboard
en melodische instrumenten, evenals een plaats voor 'My Instrument' in het midden
van het podium.
Klik op de afspeelknop om
het nummer te beluisteren.
Hier verschijnen
verschillende
opties wanneer u
op een instrument
klikt.

Hoofdstuk 3 Oefening 1: GarageBand-projecten aanmaken en afspelen 37
4Klik op de afspeelknop om het nummer te beluisteren.
Magic GarageBand wordt in de volledige schermweergave geopend. De instrumenten
van het project staan op het podium, terwijl onder het podium een regelbalk met een
afspeelknop en andere regelaars wordt getoond. Klik op de weergaveknop rechtsonder
op het podium om tussen deze weergave en een vensterweergave te schakelen.
Andere instrumenten kiezen in Magic GarageBand
U kunt andere instrumenten kiezen voor de verschillende partijen van een Magic
GarageBand-nummer of u kunt GarageBand een andere serie instrumenten laten
kiezen.
Een ander instrument kiezen
1Selecteer een van de instrumenten op het podium.
De opties voor het instrument worden onder het podium weergegeven.
2Selecteer een ander instrument onder het podium.
3Wanneer u de gewenste instrumenten hebt gekozen, kunt u opnieuw op de
afspeelknop klikken om het nummer met de nieuwe instrumenten te beluisteren.
Magic GarageBand-instrumenten herverdelen
U kunt niet alleen handmatig instrumenten kiezen, maar u kunt ook de instrumenten
in een Magic GarageBand-nummer herverdelen. Wanneer u de instrumenten
herverdeelt, kiest GarageBand een andere serie instrumenten voor het project.
Instrumenten herverdelen
mKlik op de knop 'Shuffle instrumenten' onder het podium.
De knop 'Shuffle instrumenten' is beschikbaar wanneer op het podium geen enkel
instrument is geselecteerd.
Instrumenten mixen in Magic GarageBand
U kunt een Magic GarageBand-nummer mixen door het volume van verschillende
instrumenten aan te passen, waardoor het geluid ervan in de totaalmix in balans wordt
gebracht. U kunt ook het geluid van instrumenten uitschakelen of instrumenten solo
afspelen zodat u alleen de gekozen instrumenten hoort, en niet de rest van het nummer.
Als u een Magic GarageBand-nummer wilt mixen, geeft u eerst de mixer voor een van
de instrumenten weer. Wanneer u een ander instrument selecteert, wordt automatisch
de mixer voor dat instrument getoond. Dit gaat zo door totdat u de mixer voor het
huidige instrument sluit.

Hoofdstuk 3 Oefening 1: GarageBand-projecten aanmaken en afspelen 39
2Kies de invoerbron voor het instrument dat u wilt bespelen uit het venstermenu
'My Instrument'.
 Kies 'Keyboard' als u een USB- of MIDI-keyboard wilt bespelen.
 Kies 'Gitaar' als u een gitaar wilt bespelen die is aangesloten op de audioinvoerpoort
van uw computer.
 Kies 'Int. micr.' als u de ingebouwde microfoon van uw computer wilt gebruiken.
 Kies 'Ext. micr.' als u een microfoon wilt gebruiken die is aangesloten op een
audiointerface.
 Kies 'Externe gitaar' als u een gitaar wilt gebruiken die is aangesloten op een
audiointerface.
3Kies 'Monitor uit' uit het venstermenu 'My Instrument' als u een microfoon gebruikt
en u de luidsprekers van de computer gebruikt om uw instrument te horen.
4Klik op het gewenste instrument onder het podium.
5Klik op 'Pas aan' als u een instrument wilt gebruiken dat niet wordt getoond. Kies
vervolgens het gewenste type instrument uit het venstermenu boven in het venster
en selecteer het gewenste instrument in de lijst die in het venster wordt getoond.
Wanneer u de invoerbron en het instrument voor 'My Instrument' hebt gekozen, kunt
u op uw instrument met het project meespelen.
'My Instrument' opnemen
U kunt het instrument dat u voor 'My Instrument' hebt geselecteerd in het Magic
GarageBand-project opnemen. Wanneer u het project in GarageBand opent, verschijnt
uw opname als nieuw spoor in de tijdbalk.
'My Instrument' opnemen
1Controleer of uw instrument op de computer is aangesloten en werkt.
2Klik op de opnameknop (de knop met het rode rondje) in de regelbalk.
Na het aftellen van één maat wordt de opname gestart. Onder de gedeelten verschijnt
een smal spoor, waarbij de golfvorm van de nieuwe opname wordt weergegeven.
3Klik wanneer u klaar bent met opnemen op de afspeelknop.

40 Hoofdstuk 3 Oefening 1: GarageBand-projecten aanmaken en afspelen
Uw gitaar stemmen in Magic GarageBand
Wanneer u uw gitaar als 'My Instrument' gebruikt, kunt u uw gitaar in Magic
GarageBand stemmen.
Uw gitaar in Magic GarageBand stemmen
1Controleer of 'My Instrument' op het podium is geselecteerd.
2Klik op de stemapparaatknop naast het venstermenu 'My Instrument'.
Het stemapparaat wordt onder het podium weergegeven.
3Speel een noot op de gitaar en kijk naar het stemapparaat. Zorg dat u slechts één noot
speelt tijdens het stemmen.
De naam van de noot wordt weergegeven in het midden van het stemapparaat. Als de
noot niet de goede toonhoogte heeft, wordt de naam van de noot rood weergegeven
en verschijnen aan weerszijden van het stemapparaat balken die aangeven of de noot
te laag (links) of te hoog (rechts) is.
4Draai aan de schroef voor de snaar op uw gitaar, terwijl u het stemapparaat blijft
controleren.
Wanneer de toonhoogte van de noot goed is, verschijnt de naam van de noot in het
blauw.
5Wanneer u klaar bent met stemmen, klikt u nogmaals op de stemknop om het
stemapparaat uit te schakelen.

4
41
4Oefening 2: gitaar en piano leren
spelen
Met de lessen in GarageBand leert u gemakkelijk gitaar
en piano spelen. U leert de basistechnieken en u kunt
ook lessen van artiesten aanschaffen, waarbij u van
artiesten les krijgt in het spelen van hun eigen nummers.
In deze oefening leert u het volgende:
 Een les openen
 De video-instructie voor een les weergeven en meespelen
 Hoofdstukken en subhoofdstukken kiezen
 Een gedeelte van een les meerdere malen oefenen
 Een les vertragen om een lastig gedeelte rustig door te nemen
 Tijdens een les met uw eigen instrument meespelen en dit opnemen
 De instrumenten in een les mixen
 Het uiterlijk van het Leren spelen-venster aanpassen
 Een les openen in GarageBand
 Extra lessen verkrijgen

42 Hoofdstuk 4 Oefening 2: gitaar en piano leren spelen
Een les openen
GarageBand bevat een basisles voor gitaar en een voor piano. In het venster 'Nieuw
project' kunt u de lessen die op uw computer zijn geïnstalleerd kiezen en openen.
Via dit venster kunt u ook extra gratis basislessen downloaden en lessen van artiesten
kopen.
Een les openen
1Kies 'Archief' > 'Nieuw'.
2Klik in het venster 'Nieuw project' op 'Leren spelen'.
De basislessen die op uw computer zijn geïnstalleerd verschijnen in het hoofdgedeelte
van het venster.
3Klik op de les die u wilt openen en klik vervolgens op 'Kies'.
De les wordt in de volledige schermweergave geopend. In het bovenste gedeelte van
het venster verschijnt een videovenster, terwijl in het onderste gedeelte van het
venster een animatie van een gitaarhals (voor gitaarlessen) of keyboard (voor
pianolessen) wordt weergegeven. Onder de instrumentanimatie verschijnt de
regelbalk, met regelaars waarmee u onder andere de les kunt afspelen, de metronoom
en het lussegment kunt inschakelen, de les kunt vertragen en uw eigen instrument
kunt opnemen terwijl u met de les meespeelt.
Hoofdstukken en subhoofdstukken kiezen
Elke les bestaat uit twee hoofdstukken: 'Leren' en 'Meespelen'. In het hoofdstuk 'Leren'
geeft de leraar een video-instructie over hoe het nummer wordt gespeeld, inclusief
eventuele technieken en het stemmen. In het hoofdstuk 'Meespelen' kunt u het hele
nummer achter elkaar spelen of een of meer gedeelten kiezen die u wilt oefenen.
De lessen van artiesten bevatten ook een hoofdstuk met informatie over het nummer
en de artiest.
Sommige lessen bevatten subhoofdstukken voor beginners en gevorderden.
De hoofdstukken en subhoofdstukken van de les verschijnen links van het videogebied
wanneer u de les opent. Als u een les hebt geopend, kunt u op elk gewenst moment
een ander hoofdstuk of subhoofdstuk kiezen.
Temposchuifknop Afspeelknop
Opnameknop LusknopMetronoom
Volumeschuifknop

Hoofdstuk 4 Oefening 2: gitaar en piano leren spelen 43
Een hoofdstuk of subhoofdstuk kiezen
1Als de hoofdstukkenlijst niet zichtbaar is, verplaatst u de aanwijzer over de linkerkant
van het videogebied.
2Selecteer het hoofdstuk of subhoofdstuk dat u wilt afspelen.
Een les afspelen
Wanneer u het gewenste hoofdstuk hebt gekozen, kunt u de les afspelen.
Een les afspelen
mKlik op de afspeelknop of druk op de spatiebalk.
Het afspelen stoppen
mKlik op de afspeelknop of druk nogmaals op de spatiebalk.
De les wordt vanaf het begin afgespeeld. De afspeelkop boven de regelbalk geeft
aan welk gedeelte van de les momenteel wordt afgespeeld. U kunt de volledige les
of afzonderlijke gedeelten van de les afspelen.
Een gedeelte van een les afspelen
mKlik op het gedeelte dat u wilt afspelen in de rij boven de regelbalk. Om meerdere
gedeelten te selecteren, houdt u de Shift-toets ingedrukt terwijl u erop klikt.
Als de les al werd afgespeeld, gaat het afspelen verder vanaf het begin van het
gedeelte dat u hebt gekozen. Als het afspelen is onderbroken, drukt u op de spatiebalk
om het gekozen gedeelte af te spelen.
Hier kunt u hoofdstukken
en subhoofdstukken
selecteren.
Klik op de lusknop voordat u
op een gedeelte klikt om het
gedeelte meerdere malen af
te spelen.
Klik op het gedeelte dat
u wilt afspelen.

44 Hoofdstuk 4 Oefening 2: gitaar en piano leren spelen
U kunt ook een of meerdere gedeelten meerdere malen afspelen. Dat is vooral handig
als u een nieuw of moeilijk gedeelte van de les wilt oefenen.
Een gedeelte meerdere malen afspelen
1Klik op de lusknop (de knop met de gebogen pijlen) in de regelbalk.
2Klik op het gedeelte dat u wilt afspelen. Houd de Shift-toets ingedrukt terwijl u op
aaneengesloten gedeelten klikt om deze gedeelten op volgorde af te spelen.
3Klik op de afspeelknop of druk op de spatiebalk.
De geselecteerde gedeelten worden afgespeeld. Deze gedeelten worden herhaald
totdat u op de afspeelknop klikt of opnieuw op de spatiebalk drukt.
Uw instrument bespelen tijdens een les
U kunt op gitaar of piano met de les meespelen. Als u een keyboard gebruikt, hoeft
u slechts het keyboard op de computer aan te sluiten om met de les te kunnen
meespelen. Als u gitaar speelt, moet u de invoerbron kiezen voordat u met de les kunt
meespelen.
De invoerbron voor een gitaar kiezen
1Klik op 'Stel in'.
Het instellingenvenster wordt weergegeven.
2Kies de invoerbron voor uw gitaar uit het venstermenu 'Mijn invoerapparaat'.
 Als uw gitaar is aangesloten op de audioinvoerpoort van uw computer, kiest u
'Gitaar'.
 Als u gitaar speelt via de interne microfoon van uw computer, kiest u 'Int. micr.'.
 Als u gitaar speelt via een microfoon die is aangesloten op een audiointerface,
kiest u 'Ext. micr.'.
 Als uw gitaar is aangesloten op een audiointerface, kiest u 'Externe gitaar'.
3Als u gitaar speelt via een microfoon, kiest u 'Monitor uit' om feedback te voorkomen.
Kies 'Monitor aan' als uw gitaar is aangesloten op de audioinvoerpoort of een
audiointerface of als u het geluid van GarageBand via een koptelefoon beluistert.
4Klik wanneer u klaar bent opnieuw op 'Stel in' om naar de les terug te keren.
Nu bent u klaar om met de les mee te spelen.

Hoofdstuk 4 Oefening 2: gitaar en piano leren spelen 45
Het tempo van een les wijzigen
U kunt een les vertragen om een lastig gedeelte rustig door te nemen of te oefenen.
U kunt een les tot maximaal de helft van het oorspronkelijke tempo terugbrengen.
Nadat u hebt geoefend, kunt u het tempo geleidelijk verhogen totdat u het gedeelte
op een normaal tempo kunt spelen.
Het tempo van een les wijzigen
1Sleep de temposchuifknop (in de regelbalk naast de metronoom) naar links om de les
te vertragen.
2Sleep de temposchuifknop naar rechts om de les te versnellen.
U kunt het tempo van een les wijzigen tijdens het afspelen van de les of wanneer
de les gestopt is.
Uw instrument in een les opnemen
U kunt uw instrument opnemen in een les en zelfs meerdere takes opnemen. Door
opnamen van uw eigen instrument te maken, kunt u goed naar uw eigen spel luisteren
en bijhouden of uw prestaties vooruitgaan. Nadat u uw instrument hebt opgenomen,
kunt u verschillende takes beluisteren, kiezen welke take u samen met de les wilt
afspelen en takes verwijderen die u niet meer nodig hebt.
Uw instrument in een les opnemen
1Klik op het gedeelte waarin u wilt opnemen of verplaats de afspeelkop naar de plaats
waarop u de opname wilt starten.
2Klik op de opnameknop.
De metronoom telt één maat af voordat de opname vanaf de plaats van de afspeelkop
wordt gestart, zodat u precies op de tel kunt beginnen. Uw opname wordt vastgelegd
in een segment boven de regelbalk.
3Bespeel uw instrument.
4Klik wanneer u klaar bent met opnemen op de afspeelknop.

46 Hoofdstuk 4 Oefening 2: gitaar en piano leren spelen
Meerdere takes opnemen
1Klik op de lusknop in de regelbalk.
2Klik op het gedeelte waarin u wilt opnemen. Om meerdere onderdelen te selecteren,
houdt u de Shift-toets ingedrukt terwijl u op de gedeelten klikt.
3Klik op de opnameknop.
4Wacht totdat er is afgeteld en bespeel vervolgens uw instrument.
5Klik wanneer u klaar bent met opnemen op de afspeelknop.
De opname wordt in een segment boven de regelbalk vastgelegd, waarbij het aantal
takes met een getal wordt aangeduid.
Takes beoordelen
1Klik op het getal in de linkerbovenhoek van de opname.
2Kies het getal van de take die u wilt beluisteren uit het Takes-menu.
Een take verwijderen
 Om de zojuist geselecteerde take te verwijderen, kiest u 'Verwijder geselecteerde
take' uit het Takes-menu.
 Om alle takes behalve de geselecteerde te verwijderen, kiest u 'Verwijder
ongebruikte takes' uit het Takes-menu.
De mix van een les wijzigen
U kunt de mix van de stem en het instrument van de leraar, uw eigen instrument en de
instrumenten in de achtergrondband wijzigen. Zo kunt u ervoor zorgen dat u de leraar
of juist uw eigen instrument beter kunt horen. U wijzigt de mix van een les met de
regelaars van de mixer.
De mixer weergeven
mKlik op 'Mix' rechtsboven in het venster.

Hoofdstuk 4 Oefening 2: gitaar en piano leren spelen 47
De mixer verschijnt als een overlay over het lesvenster. De mixer bevat een reeks
regelaars voor elk spoor, zoals een knop om het geluid uit te schakelen, een solokop en
een volumeschuifknop.
Manieren om de mix te wijzigen:
 Klik in de mixer op de knop met het luidsprekersymbool om het geluid van een
spoor uit te schakelen.
 Klik in de mixer op de soloknop (de knop met het koptelefoonsymbool) om alleen
het desbetreffende spoor te horen.
 Sleep de volumeschuifknop van een spoor naar links of rechts om het volume van
het spoor aan te passen.
Als in een les een achtergrondband meespeelt, bevat de mixer een spoor met de
aanduiding “The Band” en een driehoekje. Klik op het driehoekje om de mixregelaars
voor elk instrument van de band te tonen. Met de mixregelaars voor de band kunt
u de afzonderlijke instrumenten op dezelfde manier mixen als de sporen van de les.
Klik op de herstelknop om de oorspronkelijke mix van de band te herstellen.
Wanneer u klaar bent kunt u de mixer sluiten om naar de les terug te keren.
De mixer sluiten
Klik op 'Mix' rechtsboven in het venster of klik op een willekeurig gedeelte van het
lesvenster buiten de mixer.
Klik op het driehoekje om
de mixregelaars voor de
band te tonen.
Klik hierop om de standaard-
instellingen van de mixregelaars
voor de band te herstellen.
Gebruik de mixregelaars
voor elk instrument.

48 Hoofdstuk 4 Oefening 2: gitaar en piano leren spelen
Het lesvenster aanpassen
U kunt het uiterlijk van het lesvenster op verschillende manieren aanpassen, zodat het
venster optimaal op uw eigen manier van leren aansluit. Voor de gitaar- en pianolessen
kunt u bovendien verschillende notatieweergaven kiezen.
Een gitaarles aanpassen
Bij gitaarlessen kunt u de notatie weergeven als akkoordsymbolen,
akkoordvingergrepen, tablatuur (TAB) of standaardnotatie. Als u linkshandig speelt,
kunt u naar de weergave voor linkshandigen overschakelen. Ook kunt u een animatie
kiezen van een gitaarhals in bovenaanzicht, naast de standaard weergavehoek.
Het venster voor een gitaarles aanpassen
1Klik op 'Stel in' rechtsboven in het lesvenster.
Het instellingenvenster met de verschillende opties voor de notatie en het uiterlijk
wordt weergegeven.
2Klik op de gewenste opties voor de notatie en het uiterlijk.
3Om de les in de weergave voor linkshandigen weer te geven, schakelt u het
aankruisvak voor linkshandigen in.
4Om de animatie van een gitaarhals in bovenaanzicht weer te geven, schakelt u het
aankruisvak 'Bovenaanzicht gitaarhals' in.
5Klik wanneer u klaar bent op 'Gereed' om naar de les terug te keren.
Een pianoles aanpassen
Bij pianolessen kunt u de notatie weergeven als akkoordsymbolen of standaardnotatie.
U kunt de notatie voor de linkerhand, de rechterhand of beide handen bekijken. U kunt
ook schakelen naar de eenvoudige weergave. In de eenvoudige weergave verschijnen
de namen van de noten op de witte toetsen van de animatie van het klavier en ook
op de notenkoppen in de standaardnotatieweergave.
Het venster voor een pianoles aanpassen
1Klik op 'Stel in' rechtsboven in het lesvenster.
Het instellingenvenster met de verschillende opties voor de notatie en het uiterlijk
wordt weergegeven.
2Klik op de gewenste opties voor de notatie en het uiterlijk.
3Om de les in de eenvoudige weergave weer te geven, schakelt u het aankruisvak
'Eenvoudige weergave' in.
4Klik wanneer u klaar bent op 'Gereed' om naar de les terug te keren.

Hoofdstuk 4 Oefening 2: gitaar en piano leren spelen 49
Zowel gitaar- als pianolessen hebben ook een automatische weergave. In de
automatische weergave worden de notatie en het uiterlijk automatisch aangepast,
afhankelijk van de inhoud van de les. In de meeste gevallen kunt u de automatische
weergave geselecteerd houden, tenzij u graag een andere weergave wilt gebruiken.
Het instellingenvenster bevat ook toetscombinaties voor de verschillende opties voor
de notatie en het uiterlijk. Met deze toetscombinaties kunt u het uiterlijk van de les
wijzigen zonder dat u het instellingenvenster hoeft te openen.
Een les openen in GarageBand
U kunt een les in het GarageBand-venster openen. Wanneer u een les in GarageBand
opent, wordt elk spoor (de stem van de leraar, het instrument van de leraar en eventuele
opnamen van uw eigen instrument) apart in de tijdbalk weergegeven. In het
GarageBand-venster kunt u de sporen arrangeren, mixen en andere wijzigingen
aanbrengen, net als in elk ander GarageBand-project.
Een les openen in GarageBand
mKlik op de knop 'Open in GarageBand' in de regelbalk.
Opmerking: Sommige lessen van artiesten kunnen niet in GarageBand worden
geopend. Als een les niet kan worden geopend, wordt de knop 'Open in GarageBand'
in de regelbalk grijs weergegeven.
Extra lessen verkrijgen
GarageBand bevat een reeks basislessen. U kunt extra basislessen voor gitaar en piano
downloaden. Daarnaast kunt u lessen van artiesten aanschaffen, waarbij u van artiesten
les krijgt in het spelen van hun eigen nummers. Als u basislessen wilt downloaden of
lessen van artiesten wilt aanschaffen, klikt u in het venster 'Nieuw project' op 'Leswinkel'.
Raadpleeg het onderwerp 'Gitaar of piano leren spelen' in GarageBand Help voor meer
informatie over het downloaden en aanschaffen van lessen.

5
50
5Oefening 3: spraak, zang en
instrumenten opnemen
U kunt uw stem of een willekeurig ander geluid met een
microfoon opnemen. Als u een muziekinstrument
bespeelt, kunt u uw verrichtingen opnemen in een
GarageBand-project.
Wanneer u een microfoon of muziekinstrument op de computer hebt aangesloten,
kunt u het bijbehorende geluid in GarageBand opnemen in een spoor voor een fysiek
instrument. Het begin van de sporen van fysieke instrumenten wordt blauw
weergegeven en de segmenten met uw opnamen worden paars weergegeven. In het
paneel 'Spoorinfo' kunt u spoorinstellingen wijzigen en effecten toevoegen aan sporen
voor fysiek instrumenten.
In deze oefening leert u het volgende:
ÂEen spoor voor een fysiek instrument toevoegen en instrumentinstellingen wijzigen
ÂEen spoor voor elektrische gitaar toevoegen en een gitaarversterker kiezen
ÂGeluid opnemen in een spoor voor een fysiek instrument of elektrische gitaar
ÂEen lussegment instellen om opnamen te maken in een specifiek gedeelte van een
project
ÂMeerdere takes opnemen
ÂUw gitaar stemmen
Een spoor voor een fysiek instrument toevoegen
Als u geluid wilt opnemen in een spoor voor een fysiek instrument, voegt u het spoor
eerst aan uw project toe en bereidt u het spoor op de opname voor.
Een spoor voor een fysiek instrument toevoegen
1Klik op de knop met het plusteken of kies 'Spoor' > 'Nieuw spoor'.
2Klik in het venster dat verschijnt op 'Fysiek instrument' en klik vervolgens op
'Maak aan'.

Hoofdstuk 5 Oefening 3: spraak, zang en instrumenten opnemen 51
In de tijdbalk verschijnt nu een nieuw spoor voor een fysiek instrument en het paneel
'Spoorinfo' wordt rechts van de tijdbalk geopend. Uit het paneel 'Spoorinfo' kiest u de
verschillende instellingen voor het geselecteerde spoor.
3Selecteer in het paneel 'Spoorinfo' een instrumenttype in de linkerlijst en selecteer
vervolgens een instrument in de rechterlijst.
4Kies de invoerbron voor uw microfoon of instrument uit het venstermenu 'Invoerbron'.
ÂKies 'Ingebouwde microfoon' als u de ingebouwde microfoon van uw computer wilt
gebruiken.
ÂKies 'Lijninvoer' als de microfoon of het instrument op de poort voor audio-invoer
van de computer is aangesloten.
ÂAls uw microfoon of instrument op een audiointerface is aangesloten, kiest u het
juiste kanaal (of twee invoerkanalen voor een stereo-opname) uit het menu.
ÂAls het instrument één invoerkanaal heeft, kiest u 'Mono'. Als het instrument een
linker- en rechterinvoerkanaal heeft, kiest u een stereo-invoerbron.
5Als u tijdens het spelen het geluid van uw microfoon of instrument wilt horen, kiest
u 'Aan' of 'Aan met feedbackbeveiliging' uit het venstermenu 'Monitor'.
Met deze regelaars stelt u
de invoerstructuur en het
invoerkanaal in en schakelt
u monitoring in of uit.
Selecteer een
instrumentcategorie
in deze lijst.
Selecteer een instrument
in deze lijst.

52 Hoofdstuk 5 Oefening 3: spraak, zang en instrumenten opnemen
Het inschakelen van monitoring kan tot feedback leiden (een hard, scherp geluid).
Dit gebeurt als de audio-invoer het geluid opvangt dat via de luidsprekers wordt
geproduceerd. U kunt 'Aan met feedbackbeveiliging' kiezen om ervoor te zorgen dat
GarageBand de monitor automatisch uitschakelt als er feedback van de invoerbron
wordt opgevangen. U kunt feedback ook vermijden door bij het afspelen of opnemen
een koptelefoon te gebruiken in plaats van luidsprekers. Mogelijke feedback kunt u
verminderen door ervoor te zorgen dat de microfoon of het instrument niet op de
luidsprekers is gericht en door het mastervolume lager in te stellen.
6Stel het opnameniveau voor het spoor zo hoog mogelijk in zonder dat er oversturing
of vervorming optreedt.
Manieren om het opnameniveau aan te passen:
ÂAls het instrument of de microfoon een volumeregelaar heeft, past u het volume
aan met de volumeregelaar van het apparaat.
ÂAls het instrument of de microfoon is aangesloten op een audio-interface, past
u het volume aan met de volumeregelaar van de audio-interface.
ÂSleep in het paneel 'Spoorinfo' de schuifknop 'Opnameniveau' naar links om het
invoervolume voor het geselecteerde kanaal te verlagen of naar rechts om het te
verhogen.
Opmerking: Van sommige audio-interfaces en bepaalde andere apparaten kunt
u het volume niet vanuit GarageBand regelen. Als de schuifknop 'Opnameniveau'
in het paneel 'Spoorinfo' grijs wordt weergegeven, kunt u het invoervolume niet
in GarageBand wijzigen.
ÂSchakel het aankruisvak 'Automatische niveau-instelling' in om ervoor te zorgen dat
GarageBand het invoerniveau automatisch verlaagt om oversturing te voorkomen en
het niveau automatisch verhoogt om teveel ruis tijdens de opname te vermijden.
Opmerking: als u 'Aan met feedbackbeveiliging' uit het venstermenu 'Monitor' hebt
gekozen, kunt u 'Automatische niveau-instelling' niet inschakelen.
Een basisspoor toevoegen
U kunt ook een basisspoor toevoegen. Een basisspoor is een stereospoor voor een
fysiek instrument zonder effecten. U kunt de effect- en invoerbroninstellingen van een
basisspoor wijzigen nadat u het aan het project hebt toegevoegd.
Een basisspoor toevoegen
mKies 'Spoor' > 'Nieuw basisspoor'.
Het basisspoor verschijnt in de tijdbalk en het paneel 'Spoorinfo' wordt geopend.
U kunt voor een basisspoor ook de invoerinstellingen kiezen die in het vorige gedeelte
zijn beschreven.

Hoofdstuk 5 Oefening 3: spraak, zang en instrumenten opnemen 53
Een spoor voor elektrische gitaar toevoegen
Als u elektrische gitaar speelt, kunt u een spoor voor elektrische gitaar toevoegen en
daarin het geluid van uw gitaar opnemen. U kunt een gitaarvoorinstelling kiezen, een
gitaarversterker kiezen en stompboxeffecten toevoegen om het geluid van elk spoor
voor elektrische gitaar aan te passen.
Een spoor voor elektrische gitaar toevoegen
1Klik op de knop met het plusteken of kies 'Spoor' > 'Nieuw spoor'.
2Klik in het venster dat verschijnt op 'Elektrische gitaar' en klik vervolgens op 'Maak aan'.
In de tijdbalk verschijnt nu een nieuw spoor voor elektrische gitaar. Rechts van de
tijdbalk wordt het paneel 'Spoorinfo' geopend, met een gitaarversterker en
stompboxeffecten voor het spoor.
3Kies in het paneel 'Spoorinfo' een gitaarvoorinstelling uit het venstermenu.
4Om een andere gitaarversterker te kiezen, beweegt u de aanwijzer over de versterker
op het podium en klikt u vervolgens op de pijl naar links of rechts.
5Om de invoerbron te wijzigen, klikt u op 'Wijzig' (terwijl u de versterker geselecteerd
hebt) of kiest u een andere invoerbron uit het venstermenu 'Invoerbron'.
6Om uw gitaar te horen terwijl u speelt, kiest u 'Aan' of 'Aan met feedbackbeveiliging'
uit het venstermenu 'Monitor'.
Klik op de versterker om
de versterkerregelaars
onder in het venster
weer te geven.
Klik op een stompbox om
de bijbehorende
regelaars onder in het
venster weer te geven.
De regelaars voor het
geselecteerde onderdeel
worden onder het
podium weergegeven.
Klik hierop om de invoerbron te
wijzigen of alle beschikbare
stompboxeffecten weer te geven.

54 Hoofdstuk 5 Oefening 3: spraak, zang en instrumenten opnemen
De opname voorbereiden
Nadat u het spoor voor een fysiek instrument of elektrische gitaar hebt toegevoegd
dat u voor de opname wilt gebruiken, moet u een aantal zaken controleren voordat
u de opname start:
ÂControleer of de microfoon, de gitaar of een eventueel ander instrument goed is
aangesloten en werkt.
ÂControleer of de juiste audiobesturingsbestanden zijn geselecteerd in het paneel
'Audio/MIDI' van het GarageBand-voorkeurenvenster. Wanneer u een nieuw
audioapparaat toevoegt, vraagt GarageBand of u het apparaat wilt gebruiken voor
audio-invoer en -uitvoer.
ÂOpen het paneel 'Spoorinfo' om te controleren of het instrument de gewenste
instrument- en effectinstellingen heeft en gebruikmaakt van de juiste invoerbron.
ÂZing of speel een paar noten. Aan de niveaumeter in de spoorlabel kunt u zien of het
spoor invoer ontvangt en of het volume niet te hoog is ('oversturing'). Als de rode
stippen rechts van de niveaumeter (de oversturingsindicatoren) oplichten, past u het
invoerniveau aan door de schuifknop 'Opnameniveau' te slepen, door 'Automatische
niveau-instelling' in te schakelen of door het niveau van het audio-apparaat dat op
uw computer is aangesloten, te verlagen.
ÂStel het tempo en de toonsoort van het project in zodat u deze instellingen later niet
hoeft te wijzigen.
Fysieke instrumenten opnemen
Nu kunt u geluid opnemen in het geselecteerde spoor voor een fysiek instrument of
elektrische gitaar.
Geluid opnemen in een spoor voor een fysiek instrument of elektrische gitaar
1Controleer of het spoor is geselecteerd en of de opnameactiveringsknop in de
spoorlabel een rode kleur heeft.
2Verplaats de afspeelkop naar de positie in de tijdbalk waar u de opname wilt starten.
3Kies 'Regelaars' > 'Tel af' om de metronoom een maat te laten aftellen voordat de
opname begint om het makkelijker te maken precies op de tel te beginnen.
(U kunt ook de afspeelkop een paar tellen voor het punt plaatsen waar de op te nemen
muziek moet beginnen.)
4Klik op de opnameknop om de opname te starten.
Afspeelknop
Lusknop
Opnameknop

Hoofdstuk 5 Oefening 3: spraak, zang en instrumenten opnemen 55
5Begin met spelen of zingen. Terwijl u opneemt, verschijnt er een nieuw segment
in het geselecteerde spoor voor een fysiek instrument. Dit segment bevat de door
u opgenomen muziek.
6Als u klaar bent, klikt u op de afspeelknop om de opname te stoppen.
Na een paar ogenblikken verschijnt een golfvorm in het nieuw opgenomen segment.
U kunt nu uw nieuwe opname afluisteren om te horen of het resultaat u bevalt.
Uw nieuwe opname afluisteren
1Verplaats de afspeelkop naar de positie in de tijdbalk waar het nieuwe segment begint
(lijn de kop uit met de linkerrand van het segment).
U kunt de afspeelkop ook naar een eerder punt in het project verplaatsen of naar het
begin van het project om de nieuwe opname in de context van het project te horen.
2Klik op de afspeelknop of druk op de spatiebalk.
Meerdere takes met het lussegment opnemen
U kunt opnamen maken in een specifiek gedeelte van een project door het lussegment
in te schakelen. Het lussegment bepaalt het begin en einde van de opname. Wanneer
u met het lussegment opneemt, kunt u meerdere versies ofwel 'takes' opnemen en
vervolgens kiezen welke u wilt gebruiken.
Het lussegment instellen
1Klik op de lusknop. Het lussegment verschijnt als een gele streep onder de maatliniaal.
2Verplaats de linkerkant van het lussegment naar het punt in de tijdbalk waar u de
opname wilt laten beginnen en sleep vervolgens de rechterkant van het lussegment
naar het punt waar u de opname wilt laten eindigen. U kunt het midden van het
lussegment slepen om het lussegment naar een ander gedeelte van de tijdbalk te
verplaatsen.
U kunt het begin van het lussegment een paar tellen vóór het punt plaatsen waar u
met opnemen wilt beginnen. U kunt dan gemakkelijker precies op de tel beginnen te
spelen. Als de laatste noot van het lussegment tot na het einde van het segment duurt,
moet u het segment een paar tellen na het punt laten eindigen waar u wilt stoppen
met opnemen.
Sleep een van de uiteinden van het lussegment
om de lengte van het segment te wijzigen.

Hoofdstuk 5 Oefening 3: spraak, zang en instrumenten opnemen 57
Tegelijkertijd diverse sporen opnemen
U kunt maximaal acht fysieke instrumenten en één software-instrument tegelijkertijd
opnemen. Zo kunt u tegelijkertijd zang, instrumenten en een achtergrondspoor
opnemen.
Als u een spoor selecteert, wordt het spoor geactiveerd voor opname. U kunt de
opname starten door op de opnameknop te klikken. U kunt daarnaast maximaal zeven
extra sporen activeren door te klikken op de opnameactiveringsknop (de knop met het
rondje) van elk spoor. De knop wordt rood om aan te geven dat het spoor is
geactiveerd voor opname.
Als u een spoor wilt deactiveren voor opname, klikt u nogmaals op de
opnameactiveringsknop.
Meerdere fysieke instrumenten tegelijkertijd opnemen
1Zorg er in het paneel 'Spoorinfo' voor dat elk spoor voor een fysiek instrument op een
andere invoerbron is ingesteld.
2Activeer de gewenste sporen voor opname door op de opnameactiveringsknop in de
spoorlabel van elk spoor te klikken.
3Klik op de opnameknop om de opname te starten.
Een software-instrument tegelijk met een of meer fysieke instrumenten
opnemen
1Activeer het spoor voor software-instrumenten voor opname door op de
opnameactiveringsknop van het spoor te klikken.
2Klik op de opnameknop om de opname te starten.
Als u meer dan acht sporen voor fysieke instrumenten of meer dan één spoor voor een
software-instrument activeert, wordt het spoor dat het verst is verwijderd van het
laatste spoor dat u hebt geactiveerd, gedeactiveerd voor opname. Hiermee wordt
voorkomen dat het maximumaantal opnamesporen wordt overschreden.
Als u wilt opnemen op meerdere sporen, moet u beschikken over een audio-interface
met minimaal twee invoerkanalen voor opname.
Klik op de opnameactiveringsknop
voor elk spoor waarin u opnamen
wilt vastleggen.

58 Hoofdstuk 5 Oefening 3: spraak, zang en instrumenten opnemen
U kunt ook effecten voor een spoor voor een fysiek instrument toevoegen en
aanpassen. Zie “Werken met effecten in GarageBand” op pagina 99 voor informatie
over het gebruik van effecten.
Uw gitaar stemmen in GarageBand
GarageBand bevat een stemapparaat waarmee u de stemming kunt controleren
van een gitaar, een bas of een ander instrument dat op de computer is aangesloten.
Het stemapparaat werkt bij fysieke instrumenten, maar niet bij software-instrumenten.
Het stemapparaat bestaat uit een horizontale schaalverdeling met de naam van de
noot in het midden. Als u één noot op een fysiek instrument speelt, wordt de
toonhoogte weergegeven ten opzichte van de juiste toonhoogte voor de noot die
wordt weergegeven.
Het stemapparaat gebruiken
1
Controleer of het fysieke instrument dat u wilt stemmen is aangesloten op de computer.
2Selecteer het spoor voor het fysieke instrument dat u wilt stemmen.
3Kies in het lcd de modus voor het stemapparaat of kies 'Regelaars' > 'Toon
stemapparaat in lcd'.
4Speel één noot op uw instrument en kijk naar het stemapparaat.
Terwijl u speelt, wordt de naam van de noot van de dichtstbijzijnde noot weergegeven.
Als de noot niet goed is gestemd, worden de naam van de noot en het stemapparaat
rood weergegeven. Ook verschijnt er een verticale rode balk die aangeeft of de noot te
hoog of te laag is.
De balk verschijnt rechts van de naam van de noot als de noot te hoog is en links van
de naam van de noot als de noot te laag is. Wanneer de noot goed is gestemd, worden
de naam van de noot en de schaalverdeling blauw weergegeven en verdwijnt de
verticale balk.
Zorg dat u slechts één noot tegelijk speelt tijdens het stemmen. Het stemapparaat werkt
niet als u een akkoord speelt of als u verschillende noten snel achter elkaar speelt.

6
59
6Oefening 4: software-
instrumenten bespelen
en opnemen
GarageBand bevat een uitgebreid pakket software-
instrumenten, waaronder drums, gitaren, piano's, orgels
en synthesizers die u in uw projecten kunt gebruiken.
Software-instrumenten zijn een bepaald type instrument. U speelt de noten (met het
toetsenbord van uw computer, het schermkeyboard of een MIDI-keyboard dat op uw
computer is aangesloten) en uw computer genereert het geluid, afhankelijk van het
gekozen software-instrument.
U kunt effecten toevoegen aan een software-instrument en segmenten van software-
instrumenten in de editor bewerken. U kunt ook meer software-instrumenten aan het
paneel 'Spoorinfo' toevoegen door een van de Jam Packs aan te schaffen die voor
GarageBand beschikbaar zijn.
In deze oefening leert u het volgende:
ÂEen spoor voor een software-instrument toevoegen en de spoorinstellingen wijzigen
ÂSoftware-instrumenten bespelen met het toetsenbord van uw computer, het
schermkeyboard of een fysiek keyboard
ÂEen software-instrument opnemen
ÂDe muzieknotatie voor een spoor voor een software-instrument bekijken, wijzigen
en afdrukken
U speelt een software-instrument af en neemt een software-instrument op in een
spoor voor een software-instrument. U kunt het instrument voor het spoor zelfs
wijzigen nadat u al een opname hebt gemaakt. De eerste handeling die u uitvoert,
is het toevoegen van een nieuw spoor voor een software-instrument.

60 Hoofdstuk 6 Oefening 4: software-instrumenten bespelen en opnemen
Een nieuw spoor voor een software-instrument toevoegen
1Klik op de knop met het plusteken of kies 'Spoor' > 'Nieuw spoor'.
2Klik in het venster dat verschijnt op 'Software-instrument' en klik vervolgens op
'Maak aan'.
In de tijdbalk verschijnt nu een nieuw spoor voor een software-instrument met het
instrument 'Grand Piano' en het paneel 'Spoorinfo' wordt rechts van de tijdbalk
geopend.
3Kies in het paneel 'Spoorinfo' een instrumentcategorie uit de linkerlijst en kies
vervolgens een instrument uit de rechterlijst.
In de spoorlabel van het spoor voor het software-instrument wordt de naam van het
geselecteerde instrument weergegeven. Als u een USB- of MIDI-keyboard op uw
computer hebt aangesloten, kunt u noten spelen en het software-instrument direct
horen. Zelfs als er geen keyboard is aangesloten, kunt u op software-instrumenten
spelen via het venster 'Muzikaal typen' of het schermkeyboard.
Selecteer een
instrumentcategorie in
deze lijst.
Selecteer een instrument
in deze lijst.

Hoofdstuk 6 Oefening 4: software-instrumenten bespelen en opnemen 61
Software-instrumenten bespelen met het venster
'Muzikaal typen'
Met het venster 'Muzikaal typen' kunt u software-instrumenten bespelen en opnemen
via het toetsenbord van de computer. Als u het venster 'Muzikaal typen' weergeeft,
kunt u met de toetsen op de middelste en bovenste rij van het toetsenbord van de
computer noten spelen, net als met de toetsen op een keyboard.
Het venster 'Muzikaal typen' weergeven
mKies 'Venster' > 'Muzikaal typen' (of druk op Command + Shift + K).
Als het schermkeyboard zichtbaar is, kunt u naar het venster 'Muzikaal typen'
overschakelen door links in het venster op de knop voor muzikaal typen te klikken.
Noten spelen via muzikaal typen
mWanneer het venster 'Muzikaal typen' is geopend, kunt u noten spelen met de toetsen
van het computertoetsenbord die worden aangegeven op het pianotoetsenbord in het
venster 'Muzikaal typen'.
ÂDe toetsen op de middelste rij van het toetsenbord van de computer komen overeen
met de witte toetsen op het keyboard van 'Muzikaal typen' en hebben een bereik
van anderhalf octaaf van C tot F.
ÂDe toetsen W, E, T, Y, U, O en P op de bovenste rij van het computertoetsenbord
komen overeen met de zwarte toetsen op de piano (mollen en kruisen).
Manieren om één octaaf omhoog of omlaag te gaan:
ÂDruk op Z om één octaaf lager te spelen.
ÂDruk op X om één octaaf hoger te spelen.
ÂKlik op het kleine keyboard boven in het venster 'Muzikaal typen' om naar het
desbetreffende octaaf te gaan of sleep de blauwe rechthoek. De blauwe rechthoek
geeft het huidige bereik van muzikaal typen aan.

62 Hoofdstuk 6 Oefening 4: software-instrumenten bespelen en opnemen
De aanslag wijzigen van de noten die u speelt met muzikaal typen
ÂDruk op C om de aanslag af te zwakken.
ÂDruk op V om de aanslag te versterken.
De toonhoogte wijzigen van de noten die u speelt met muzikaal typen
ÂDruk op 1 om de toonhoogte van de noten de verlagen.
ÂDruk op 2 om de toonhoogte van de noten de verhogen.
De toonhoogte wordt aangepast zolang u de toets ingedrukt houdt.
Noten aanhouden die u via 'Muzikaal typen' speelt
ÂHoud de Tab-toets ingedrukt.
De noten worden aangehouden zolang u de Tab-toets ingedrukt houdt.
ÂLaat de Tab-toets los om noten niet langer aan te houden.
Modulatie toevoegen aan de noten die u speelt met muzikaal typen
ÂDruk op 4 tot en met 8 om steeds hogere modulatieniveaus toe te voegen. Druk op 3
om modulatie uit te schakelen.
Het modulatieniveau blijft actief totdat u het wijzigt of uitschakelt door op een andere
toets te drukken.
Software-instrumenten bespelen met het schermkeyboard
U kunt het schermkeyboard gebruiken om software-instrumenten op te nemen en te
bespelen. Wanneer u het schermkeyboard activeert, wordt het standaard weergegeven
met vier octaven. U kunt het keyboard vergroten en maximaal tien octaven weergeven.
Manieren om het schermkeyboard weer te geven:
mKies 'Venster' > 'Keyboard' (of druk op Command + K).
Als het venster 'Muzikaal typen' zichtbaar is, kunt u naar het schermkeyboard
overschakelen door links in het venster op de knop voor het schermkeyboard te klikken.

Hoofdstuk 6 Oefening 4: software-instrumenten bespelen en opnemen 63
Het schermkeyboard bespelen
mKlik op de toetsen op het schermkeyboard. U kunt klikken terwijl het project wordt
afgespeeld, terwijl er niets wordt afgespeeld of terwijl er wordt opgenomen.
Als u onder op de toets klikt, klinkt de noot harder. Als u boven op de toets klikt,
klinkt de noot zachter.
Op het schermkeyboard ziet u ook de noten die u op een aangesloten keyboard speelt.
Bovendien worden hierop tijdens het afspelen van het project de noten in segmenten
van het geselecteerde spoor weergegeven.
Het keyboard verplaatsen
mPlaats de aanwijzer in de ruimte boven de toetsen en sleep het keyboard.
Het keyboard groter of kleiner maken
mSleep de regelaar voor het vergroten of verkleinen in de rechterbenedenhoek van het
keyboard.
Het bereik wijzigen van de noten die u kunt spelen
mKlik op het driehoekje links of rechts van de toetsen. Wanneer u op het linkerdriehoekje
klikt, worden de toetsen met een octaaf verlaagd. Wanneer u op het rechterdriehoekje
klikt, worden de toetsen met een octaaf verhoogd.
Voorbereidingen voor het opnemen van een software-
instrument
Als u software-instrumenten opneemt met een aangesloten keyboard, moet u een paar
dingen controleren voordat u begint met opnemen:
ÂControleer of het keyboard op de computer is aangesloten en werkt.
ÂSelecteer een spoor voor een software-instrument en bespeel uw keyboard, klik op
de toetsen op het schermkeyboard of gebruik het venster 'Muzikaal typen'. Als het
goed is, hoort u het software-instrument terwijl u speelt.
Software-instrumenten opnemen
U kunt nu het software-instrument opnemen. U kunt één spoor voor een software-
instrument tegelijk opnemen.
Een software-instrument opnemen
1Klik op de spoorlabel van het spoor voor het software-instrument waarin u wilt
opnemen om het spoor te selecteren.
2Verplaats de afspeelkop naar de positie in de tijdbalk waar u de opname wilt starten.
3Kies 'Regelaars' > 'Tel af' om de metronoom een maat te laten aftellen voordat de
opname begint.

64 Hoofdstuk 6 Oefening 4: software-instrumenten bespelen en opnemen
U kunt ook de afspeelkop een paar tellen voor het punt plaatsen waar de op te nemen
muziek moet beginnen, zodat u gemakkelijker op de tel kunt beginnen.
4Klik op de opnameknop om de opname te starten.
5Speel op het aangesloten keyboard, klik op noten op het schermkeyboard of gebruik
het venster 'Muzikaal typen'. Tijdens de opname verschijnt er een nieuw segment in
het geselecteerde spoor voor het software-instrument.
6Als u klaar bent, klikt u opnieuw op de opnameknop om de opname te stoppen.
Klik op de afspeelknop om het afspelen van het project te stoppen.
Wanneer u klaar bent met opnemen, kunt u het opgenomen gedeelte afluisteren
om te horen of het resultaat u bevalt.
Een nieuwe opname afluisteren
1Verplaats de afspeelkop naar de positie in de tijdbalk waar het nieuwe segment begint
(lijn de kop uit met de linkerrand van het segment).
U kunt de afspeelkop ook naar een eerder punt in het project verplaatsen of naar het
begin van het project om de nieuwe opname in de context van het project te horen.
2Klik op de afspeelknop of druk op de spatiebalk.
Opnamen van een software-instrument samenvoegen
U kunt een software-instrument opnemen met behulp van het lussegment. Wanneer
u een software-instrument met behulp van het lussegment opneemt, wordt standaard
bij elke herhaling van het lussegment een nieuwe take opgenomen, net als bij het
opnemen van een fysiek instrument. U kunt de instelling hiervoor ook wijzigen, zodat
de opnamen van een software-instrument die u met behulp van het lussegment maakt
tot één take worden samengevoegd. Dit is vooral handig bij het opnemen van
drumpartijen en het maken van andere gelaagde opnamen.
Opnamen van een software-instrument in GarageBand samenvoegen
1Kies 'GarageBand' > 'Voorkeuren'.
2Schakel in het paneel 'Algemeen' het aankruisvak 'Lusopname' in.
Zie “Meerdere takes met het lussegment opnemen” op pagina 55 voor informatie over
het opnemen met behulp van een lussegment.
Afspeelknop
Lusknop
O
p
namekno
p

Hoofdstuk 6 Oefening 4: software-instrumenten bespelen en opnemen 65
Namen van noten en akkoorden tijdens het spelen weergeven
Wanneer u een software-instrument bespeelt, kan GarageBand automatisch de namen
van de gespeelde noten en akkoorden weergeven.
Namen van noten en akkoorden weergeven wanneer u een software-
instrument bespeelt
1Selecteer de label van het software-instrument dat u wilt bespelen.
2Klik op het symbool aan de linkerkant van het lcd en kies 'Akkoord' uit het menu.
(U kunt ook op de pijl-omhoog of pijl-omlaag in het lcd klikken totdat de
akkoordenweergave verschijnt).
De naam van een akkoord (ook wel de akkoordaanduiding genoemd) bevat een
hoofdletter die de grondtoon van het akkoord aangeeft, een aanduiding in letters
(meestal 'maj' voor majeur of 'm' voor mineur) en getallen die de toegevoegde noten
aanduiden, zoals zevenden, negenden of kwarten.
Werken in de notatieweergave
U kunt segmenten van software-instrumenten bekijken en bewerken in de
standaardmuzieknotatie. In de notatieweergave kunt u noten en andere muziektekens
toevoegen en bewerken (inclusief pedaalmarkeringen).
ÂSegmenten van software-instrumenten bekijken in muzieknotatie
ÂDe notenwaarde voor de notatieweergave kiezen
ÂNoten toevoegen, selecteren en bewerken in de notatieweergave
ÂPedaalmarkeringen toevoegen
ÂHet sleutelteken wijzigen
ÂMuzieknotatie afdrukken
De notatieweergave
U kunt segmenten van software-instrumenten niet alleen grafisch weergeven als een
soort muziekrol, maar ook in de notatieweergave. Dit geldt zowel voor segmenten die
u zelf hebt opgenomen als voor segmenten op basis van loops. In de notatieweergave
worden de noten in een segment in de vorm van muzieknoten weergegeven. Daarnaast
vindt u in de notatieweergave ook pedaalsymbolen en muzikale symbolen voor onder
meer rusten, notenbalken, sleutels, maatsoorten en toonsoorten. In dit gedeelte worden
deze symbolen beknopt beschreven voor gebruikers die niet bekend zijn met
muzieknotaties.

66 Hoofdstuk 6 Oefening 4: software-instrumenten bespelen en opnemen
ÂNoten: Een muzieknoot bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder het bolletje
en de stok. De duur van de noot wordt aangegeven door het bolletje. Een noot die
korter duurt dan een kwartnoot, wordt voorzien van een vlaggetje. Het is mogelijk
een aantal noten door middel van een balk met elkaar te verbinden. Elke noot die
u hieronder ziet, is half zo lang als de noot die eraan voorafgaat. U ziet van links naar
rechts een hele noot, een halve noot, een kwartnoot en een achtste noot.
ÂRusten: Bij het lezen van muziek is het niet alleen van belang dat u de noten herkent,
maar ook dat u de ruimte tussen de noten juist interpreteert. De plaats tussen noten
wordt gevormd door een rust. Voor rusten bestaan net als voor noten verschillende
symbolen, waarmee de duur van de rust wordt gedefinieerd. Korte rusten worden
van een vlaggetje voorzien. Elke rust die u hieronder ziet, is half zo lang als de rust
die eraan voorafgaat. U ziet van links naar rechts een halve rust, een kwartrust, een
achtste rust en een zestiende rust.
ÂNotenbalk: De vijf horizontale lijnen waarop muzieknoten worden genoteerd,
vormen samen de notenbalk. De notenbalk lijkt een beetje op een raster. Hoe hoger
een noot op de notenbalk wordt geplaatst, des te hoger de toonhoogte van de noot.
In GarageBand worden standaard twee notenbalken weergegeven. Deze notatie is
vergelijkbaar met die waarin pianomuziek wordt vastgelegd. Deze weergave omvat
een bereik van meer dan vier octaven, waarbij het octaaf C zich in het midden tussen
de notenbalken bevindt. De meeste instrumenten en stemmen (met uitzondering
van zeer lage basinstrumenten) vallen in dit bereik. U kunt de weergave wijzigen
zodat er slechts één notenbalk wordt weergegeven.
ÂSleutels: Het symbool dat u uiterst links op de notenbalk ziet, wordt een sleutel
genoemd. Sleutels bepalen de toonhoogte van de noten op de notenbalk. Op de
notenbalken in de notatieweergave ziet u twee veelgebruikte sleutels, de G-sleutel
(of vioolsleutel) en de F-sleutel (of bassleutel). U kunt de weergave wijzigen en
slechts één sleutel (de G-sleutel of de F-sleutel) weergeven.

Hoofdstuk 6 Oefening 4: software-instrumenten bespelen en opnemen 67
ÂSymbolen voor de toonsoort: Als voor een nummer een andere toonsoort dan de
toonsoort van C wordt gebruikt, worden de bijbehorende kruizen of mollen tussen
de sleutel en de maatsoort geplaatst. Het kruisteken wordt gebruikt om een noot
een halve toon te verhogen. Zo is C# (cis) een halve toon hoger dan C. Het molteken
wordt gebruikt om een noot een halve toon te verlagen. Zo is Bb (bes) een halve
toon lager dan B. Hieronder ziet u de symbolen die voor kruizen en mollen worden
gebruikt, gevolgd door het herstellingsteken, waarmee deze toonwijziging weer
ongedaan wordt gemaakt.
ÂMaatstrepen: De verticale lijnen op een notenbalk scheiden de maten van de muziek
van elkaar en worden maatstrepen genoemd.
In de standaardnotatieweergave vindt u behalve symbolen voor muzieknotatie ook
de volgende symbolen, met behulp waarvan uw werk eenvoudiger verloopt:
ÂLengtestreepjes voor noten: Elke muzieknoot is voorzien van een lengtestreepje
waarmee de duur van de noot op grafische wijze wordt aangegeven. Met de duur
van een noot wordt de tijd bedoeld dat de noot te horen is.
ÂBeginpositie van noten: In de notatieweergave ziet u op de maatliniaal niet alleen
de maten en de tellen, maar ook de positie waarop noten beginnen. Aan de hand
van deze aanduidingen kunt u precies zien waar een noot begint. Het symbool
bestaat uit een kleine grijze cirkel of punt boven een noot. Zodra u een noot
verplaatst, wordt de bijbehorende aanduiding voor de positie eveneens verplaatst.
Een segment van een software-instrument in de notatieweergave bekijken
1Selecteer in de tijdbalk een segment van een software-instrument.
2Klik op de partituurknop boven in het labelgebied van de editor.
In muzieknotatie wordt de positie van noten in de vorm van muzikale waarden ofwel
notenwaarden vastgelegd. Het is mogelijk om sommige muzieknoten iets uit de maat
te spelen, dus net te laat of net te vroeg. Op deze manier kunt u het effect van de
muziek beïnvloeden. Dergelijke kleine afwijkingen komen in de muzieknotatie niet tot
uitdrukking.
In de notatieweergave wordt de positie van noten door GarageBand als het ware
afgerond op de dichtstbijzijnde notenwaarde. U kunt de notenwaarde waarop de
weergave van de noten moet worden afgerond kiezen uit het tijdbalkrastermenu in de
rechterbovenhoek van de editor. De afronding is uitsluitend van invloed op de notatie
en verandert niets aan de muziek zelf. Noten die iets uit de maat worden gespeeld,
worden dus op de bedoelde positie getoond.

68 Hoofdstuk 6 Oefening 4: software-instrumenten bespelen en opnemen
De notenwaarde voor de notatieweergave kiezen
mKlik op de rasterknop in de rechterbovenhoek van de editor en kies een notenwaarde
uit het tijdbalkrastermenu.
Noten in de notatieweergave bewerken
U kunt de noten en de instellingen voor het sustainpedaal van een software-
instrument bewerken in de notatieweergave, net als in de grafische weergave.
U kunt de volgende handelingen uitvoeren:
ÂNoten toevoegen
ÂNoten selecteren
ÂNoten in de maat verplaatsen
ÂNoten knippen en kopiëren
ÂDe toonhoogte van noten wijzigen
ÂDe lengte van noten wijzigen
ÂDe aanslag van noten wijzigen
ÂPedaalmarkeringen toevoegen om noten aan te houden
ÂHet sleutelteken wijzigen
Noten toevoegen
Als u een noot wilt toevoegen, kiest u de gewenste notenwaarde en klikt u vervolgens
in de editor.
De notenwaarde kiezen
m
Kies de gewenste notenwaarde uit het menu 'Voeg in' in het labelgebied van de editor.
U kunt ook de Control-toets ingedrukt houden en ergens in de notatieweergave klikken
om een nootwaarde te kiezen.
Een noot toevoegen
mHoud in de editor de Command-toets ingedrukt en klik op het punt waarop u een noot
wilt toevoegen.
Kies een notenwaarde
uit het venstermenu
'Voeg in'.

Hoofdstuk 6 Oefening 4: software-instrumenten bespelen en opnemen 69
Noten selecteren
Voordat u noten in de notatieweergave kunt bewerken, moet u de noten eerst
selecteren.
Een noot selecteren
mKlik op het bolletje van de noot. U kunt meerdere noten selecteren door de Shift-toets
ingedrukt te houden en op de noten te klikken of door over de noten te slepen.
Noten verplaatsen
U kunt in de notatieweergave noten in de maat verplaatsen. Dit doet u op dezelfde
manier als u noten in de grafische weergave van de editor verplaatst.
Een noot in de maat verplaatsen
mSelecteer de noot en sleep deze vervolgens naar links of naar rechts. U kunt
geselecteerde noten ook verplaatsen door op de Pijl-links-toets of de Pijl-rechts-toets
te drukken.
Zodra u een noot verplaatst, verschuift de aanduiding van de tel, zodat u de exacte
positie van de noot in de maat kunt zien.
Noten kopiëren
In de notatieweergave kunt u noten kopiëren.
Een noot kopiëren
mHoud de Option-toets (z) ingedrukt en sleep het bolletje van de noot naar de
gewenste positie.
De toonhoogte van noten wijzigen
U kunt in de notatieweergave niet alleen de toonhoogte van noten wijzigen, maar ook
de toonsoort door de noten te transponeren.
De toonhoogte van een noot wijzigen
mSelecteer de noot en sleep deze vervolgens omhoog of omlaag. U kunt de toonhoogte
van geselecteerde noten ook wijzigen door op de Pijl-omhoog-toets of de Pijl-omlaag-
toets te drukken.
Tijdens het verplaatsen hoort u de nieuwe toonhoogte van de noot.
De lengte (duur) van noten wijzigen
Als u een noot selecteert, verschijnt er een lengtestreepje voor de noot. Met behulp
van het lengtestreepje voor de noot wijzigt u de duur ervan ofwel de tijd dat de noot
te horen is.
De duur van een noot wijzigen
1Selecteer de noot.
Product specificaties
Merk: | Apple |
Categorie: | Software |
Model: | GarageBand 09 |
Heb je hulp nodig?
Als je hulp nodig hebt met Apple GarageBand 09 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden
Handleiding Software Apple

4 Oktober 2022

4 Oktober 2022

4 Oktober 2022

4 Oktober 2022

4 Oktober 2022

4 Oktober 2022
Handleiding Software
- Software Sony
- Software Casio
- Software Nikon
- Software Bticino
- Software Canon
- Software Garmin
- Software Ableton
- Software Acoustica
- Software Acronis
- Software Adobe
- Software Android
- Software Arcsoft
- Software Aritech
- Software BlueGriffon
- Software Davilex
- Software DraftSight
- Software Enfocus
- Software Enra
- Software Envivo
- Software Fiber
- Software Foveon
- Software Google
- Software GoPro
- Software Hercules
- Software Igo
- Software Image-Line
- Software Iriver
- Software LibreOffice
- Software Macromedia
- Software Magix
- Software Microsoft
- Software Minolta
- Software Nedsoft
- Software Nero
- Software Pinnacle
- Software Route 66
- Software Roxio
- Software SAB
- Software Serif
- Software Skype
- Software SMA
- Software Solcon
- Software Startech
- Software Stentec
- Software Suse
- Software TeamViewer
- Software Teasi
- Software Techsmith
- Software Trend Micro
- Software Ulead
- Software Wolters Kluwer
- Software Zoom
- Software ZTE Blade V8
- Software Office
- Software Omron
- Software Osirius
- Software Antares
- Software AVG
- Software Corel
- Software CyberLink
- Software FileMaker
- Software Foxit
- Software Lebara
- Software McAfee
- Software Norton
- Software Omni Group
- Software PG Music
- Software Safescan
- Software FreakinSoftMania
Nieuwste handleidingen voor Software

6 Oktober 2023

14 September 2023

7 September 2023

9 Juli 2023

25 Juli 2023

23 Juli 2023

12 Mei 2023

5 Augustus 2023

1 April 2023

19 Juli 2023