Yamaha P90 Handleiding


Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Yamaha P90 (64 pagina's) in de categorie Piano electronisch. Deze handleiding was nuttig voor 33 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/64
M.D.G., Pro Audio & Digital Musical Instrument Division, Yamaha Corporation
© 2003 Yamaha Corporation
Productie Nederlandstalige handleiding: TerrActs (www.terracts.nl)
Deze handleiding is geprint in Nederland op chloorvrij papier.
SPECIALE MEDEDELINGEN
Dit product heeft batterijen of een externe spanningsvoorziening
(adapter) nodig. Sluit dit product NIET aan op een andere spannings-
voorziening of adapter dan in de handleiding wordt beschreven, dan
op het naamplaatje staat of die speciaal wordt aanbevolen door
Yamaha.
WAARSCHUWING:
Plaats dit product niet op een plaats waar
iemand over het netsnoer of aangesloten kabels kan lopen, erop kan
stappen of er iets overheen kan rollen. Het gebruik van een verleng-
snoer wordt niet aanbevolen! ALS u een verelengsnoer moet gebrui-
ken, moet de minimum draaddoorsnede voor een snoer van 25 meter
(of minder) 18 AWG zijn. OPMERKING: Des te lager het AWG-num-
mer, des te groter het stroomdoorlatend vermogen. Raadpleeg voor
langere verlengsnoeren een plaatselijke elektricien.
Dit product zou alleen gebruikt mogen worden met de bijgeleverde
componenten of een kar, rek of standaard die speciaal wordt aanbe-
volen door Yamaha. Als een kar, enz. wordt gebruikt, neem dan alstu-
blieft alle veiligheidsmarkeringen en instructies, die het product
vergezellen, in acht.
SPECIFICATIES ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN:
Wij menen dat de informatie die deze handleiding bevat juist is op het
moment van drukken. Yamaha houdt zich echter het recht voor de
specificaties te veranderen of aan te passen, zonder kennisgeving en
zonder de verplichting reeds bestaande modellen daaraan aan te
passen.
Dit product, alleen of in combinatie met een versterker en hoofdtele-
foon of luidsprekers, kan in staat zijn geluidsniveaus voort te brengen
die tot permanente gehoorbeschadiging kunnen leiden. Gebruik
GEEN hoge of onaangename volumeniveaus gedurende een lange-
re tijd. Mocht u gehoorbeschadiging of oorsuizen ervaren, dan kunt u
het beste contact opnemen met een KNO-arts of gehoordeskundige.
BELANGRIJK: Des te harder het geluid, des te korter de tijd die no-
dig is om tot gehoorbeschadiging te leiden.
Sommige Yamaha producten zijn voorzien van banken en/of acces-
soirebevestigingsmontagebeugels die of zijn bijgeleverd of als optio-
nele accessoire leverbaar zijn. Sommige hiervan zijn zo ontworpen
dat ze door de dealer moeten worden gemonteerd of geïnstalleerd.
Zorg er alstublieft voor dat banken stabiel zijn en eventuele optionele
bevestigingen (waar toepasbaar) goed bevestigd zijn VOOR gebruik.
Door Yamaha geleverde banken zijn uitsluitend ontworpen om op te
zitten. Ander gebruik wordt afgeraden.
MERK OP:
Servicekosten die worden gemaakt vanwege een gebrek aan kennis
van hoe een functie of effect werkt (als het instrument wordt gebruikt
waarvoor het is ontworpen) vallen niet onder de fabrieksgarantie en
komen derhalve voor rekening van de gebruiker. Bestudeer deze
handleiding zorgvuldig en raadpleeg uw dealer voordat u om service
verzoekt.
MILIEUZAKEN:
Yamaha streeft ernaar om producten te maken die zowel veilig als
milieuvriendelijk zijn. Wij menen oprecht dat onze producten en de
gebruikte productiemethodes aan deze doelstellingen voldoen. Om
ons zowel aan de letter als de geest van de wet te houden, willen we
dat u zich bewust bent van de volgende zaken:
Kennisgeving batterij:
Dit product KAN een kleine niet oplaadbare batterij bevatten die (in-
dien van toepassing) vastgesoldeerd zit. De gemiddelde levensduur
van zo’n batterij is ongeveer vijf jaar. Als vervanging noodzakelijk
wordt, neem dan contact op met gekwalificeerd servicepersoneel om
de vervanging uit te voeren.
Het kan zijn dat dit product ook werkt met een gangbaar type batte-
rijen. Enkele daarvan kunnen oplaadbaar zijn. Vergewis u ervan dat
de op te laden batterij inderdaad oplaadbaar is en dat de oplader ge-
schikt is voor het desbetreffende type batterij.
Als u batterijen plaatst, gebruik dan nooit oude en nieuwe batterijen
of verschillende soorten batterijen door elkaar. De batterijen MOE-
TEN juist worden geplaatst. Het gebruik van niet overeenkomende
soorten of foutieve plaatsing kan leiden tot oververhitting en scheu-
ren van de batterijbehuizing.
Waarschuwing:
Probeer geen enkele batterij uit elkaar te halen of te doorboren.
Houd alle batterijen bij kinderen vandaan. Zorg dat lege batterijen
niet bij het normale afval komen, maar zorg dat ze zo spoedig moge-
lijk als Klein Chemisch Afval worden ingeleverd. Opmerking: Infor-
meer bij een willekeurige leverancier van batterijen in uw omgeving
naar informatie over de verwijderingsvoorschriften voor batterijen.
Opmerking over verwijdering:
Als u dit product weg wilt doen omdat het kapot is en niet meer ge-
maakt kan worden of omdat het apparaat om een of andere reden
aan het eind van zijn bruikbare levensduur is, vergewis u er dan van
wat de wettelijke bepalingen op dat moment zijn voor het verwijderen
van producten die lood, batterijen, plastics, etc. bevatten. Als uw
leverancier u daarmee niet kan helpen, neem dan alstublieft recht-
streeks contact op met Yamaha.
POSITIE NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje bevindt zich aan de onderzijde van het product. U
vindt hierop het modelnummer, serienummer, vereisten voor de
spanningsvoorziening, etc. Het is verstandig om het modelnummer,
het serienummer en de aankoopdatum in de hieronder gereserveer-
de ruimte te noteren. Bewaar ook uw officiële aankoopbon, aange-
zien dat uw garantiebewijs is.
Model
Serienummer
Aankoopdatum
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT
92-BP (onderkant)
P-90
VOORZORGSMAATREGELEN
3
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDER GAAT
* Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond
raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De maatregelen
houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Gebruik uitsluitend de spanning die als juist wordt aangegeven voor het instrument.
Het vereiste voltage wordt genoemd op het naamplaatje van het instrument.
Gebruik alleen de aanbevolen adapter (PA-3C of gelijkwaardige door Yamaha aan-
bevolen adapter). Gebruik van een andere adapter kan brand en defecten veroor-
zaken.
Controleer zo nu en dan de stekker en verwijder stof en vuil dat zich erop verzameld
heeft.
Plaats de adapter niet in de buurt van warmtebronnen zoals kachels of radiatoren.
Verbuig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en leg het
niet op een plaats waar mensen er over kunnen struikelen of er voorwerpen over
kunnen rollen.
Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer
het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te repareren on-
derdelen. Als het instrument stuk lijkt te zijn, stop dan met het gebruik ervan en laat
het nakijken door een Yamaha Service Center.
Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of
onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het apparaat
die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
Haal nooit een stekker uit het stopcontact met natte handen.
Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het instrument.
Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Als het snoer van de netadapter beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling ge-
luidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit het instru-
ment komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stop-
contact halen en het instrument na laten kijken door een officieel Yamaha Service
Center.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u of iemand
anders gewond raakt of dat het instrument of andere eigendommen beschadigd raken. De maatregelen houden in, maar
zijn niet beperkt tot:
Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken, nooit
aan het snoer.
Haal de adapter uit het stopcontact gedurende een elektrische storm (b.v. onweer),
of als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
Sluit het instrument niet aan op een stopcontact met een stopcontactverdeler. Dit
kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreem koude of war-
me omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of in de auto) om
vervorming van het paneel of schade aan de interne elektronica te voorkomen.
Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een TV, radio, stereo-installatie,
mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Anders kan het instrument, de TV
of radio bijgeluiden opwekken.
Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan omvallen.
Haal voordat u het instrument verplaatst alle kabels en de adapter los.
Gebruik uitsluitend de standaards en rekken die voor uw instrument aanbevolen
zijn. Als u het instrument vastmaakt aan de standaard of het rek, gebruik dan uit-
sluitend de bijgeleverde schroeven. Anders kan dit leiden tot beschadiging van de
interne componenten of het vallen van het instrument.
Plaats geen voorwerpen voor de ventilatie-openingen van het instrument, aangezien
dit een adequate ventilatie van de interne componenten kan belemmeren, en moge-
lijk kan resulteren in oververhitting van het instrument.
Spanningsvoorziening/Netadapter
Niet openen
Waarschuwing tegen water
Waarschuwing tegen brand
Als u onregelmatigheden opmerkt
Spanningsvoorziening/Netadapter Locatie
(3)-7
1/2
P-90
VOORZORGSMAATREGELEN
4
Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle
betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet
u alle volumes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle componenten, na
het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau, terwijl u het instrument
bespeelt.
Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte, droge, schone doek.
Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemisch
geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
Steek of laat nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de openingen op het pa-
neel of het toetsenbord vallen. Als dit gebeurt, zet dan onmiddellijk het instrument
uit en trek de stekker uit het stopcontact. Laat vervolgens uw instrument nakijken
door gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
Plaats geen vinylen, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien
dit het paneel of het toetsenbord kan verkleuren.
Leun niet en plaats geen zware voorwerpen op het instrument en ga voorzichtig om
met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
Gebruik het instrument niet te lang op een oncomfortabel geluidsniveau aangezien
dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u geruis
in uw oren of gehoorverlies constateert.
Wegschrijven en backuppen van uw data
Afhankelijk van de backupfunctie-instellingen (blz. 42), worden interne data tot
ongeveer 1 week nadat het instrument is uitgezet vastgehouden. Als de periode
wordt overschreden, zullen de data verloren gaan. Zorg ervoor dat u het instrument
minstens eenmaal per week een paar minuten aanzet. De data kunnen verloren gaan
door slecht functioneren of foutieve handelingen. Sla belangrijke data op op een
extern medium zoals de Yamaha MDF3 MIDI data filer.
Maak een backup van externe media
Om dataverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke
data op twee externe media op te slaan.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Zelfs als de aan/uit-schakelaar ([STANDBY/ON]-schakelaar) in de “STANDBY”-positie staat, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument. Als u het
instrument voor een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de netadapter uit het stopcontact haalt.
Lege batterijen vallen onder Klein Chemisch Afval en dienen als zodanig behandeld te worden.
Aansluitingen
Onderhoud
Zorgvuldig behandelen
Data wegschrijven
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuist gebruik of modificaties aan het instrument, of data die verloren zijn
gegaan of gewist.
(3)-7
2/2
P-90
Accessoires
6
Dank u voor de aanschaf van de Yamaha P-90 elektronische piano!
We adviseren u deze handleiding zorgvuldig te lezen
zodat u volledig gebruik kunt maken van de geavanceerde
en handige functies van de P-90.
We adviseren u ook deze handleiding op een veilige en
handige plaats te bewaren voor toekomstige naslag.
*De illustraties en LED-schermen zoals getoond in deze Nederlandstalige handleiding zijn uitsluitend voor
instructiedoeleinden en kunnen enigszins afwijken van die op uw instrument.
Handelsmerken:
•Apple en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
•Windows is een geregistreerd handelsmerk van de Microsoft® Corporation.
•Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
Accessoires
• Handleiding
• Muziekstandaard
• Sustainpedaal
•PA-3C netadapter (bijgeleverd of optioneel afhankelijk van locatie)
OPMERKING OVER AUTEURSRECHTEN
Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogrammas en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft
of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Dergelijk
auteursrechtelijk beschermd materiaal bestaat o.a., zonder enige beperking, uit alle computersoftware, MIDI-files en
WAVE-data. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programmas en inhoud buiten het persoonlijk gebruik van de
koper, is volgens de betreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft wette-
lijke consequenties. MAAK GEEN, DISTRIBUEER GEEN OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
P-90
Voordat u de P-90 gebruikt
9
Voordat u de P-90 gebruikt
Muziekstandaard
Bevestig de muziekstandaard op het instrument door deze in de uitsparing
achter op het bedieningspaneel te steken.
De netadapter en externe apparatuur aansluiten
1
[DC IN 12 V]-aansluiting
Sluit hier de bijgeleverde PA-3C netadapter op aan.
1. Zorg ervoor dat de
[STANDBY/ON]
-schakelaar uit staat (in de
“STANDBY”-positie).
2. Steek de stekker van de PA-3C-kabel in de
[DC IN 12 V]
-aansluiting.
3. Steek de PA-3C in een stopcontact met het juiste voltage.
Om de PA-3C los te koppelen moet u deze procedure omdraaien.
WAARSCHUWING
Gebruik UITSLUITEND de Yamaha PA-3C netadapter (of een andere speciaal
door Yamaha aanbevolen adapter) om uw instrument via het lichtnet te voe-
den. Gebruik van andere adapters kan leiden tot onherstelbare beschadiging
van zowel de adapter als de P-90.
WAARSCHUWING
Koppel de netadapter los als u de P-90 niet gebruikt of tijdens een elektrische
storm.
SUSTAIN IN MIDI OUT HOST SELECT TO HOST
MIDI Mac
PC-2 PC-1
DC IN 12V STANDBY / ON OUTPUT PHONES
LR L /L+R R
56 7
1
34
DC IN 12V
2
DC IN 12V
PA-3C stopcontact
P-90
Bedieningspaneel
12
Bedieningspaneel
B0A0G0F0E0D0C0B-1A-1 C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1 C2 D2 E2 F2 G2 A2 B2 C
3
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRE
S
METRONOME TEMPO/ OTHER VALUE
FUNCTION – / NO + / YES
MASTER VOLUME
BRILLIANCE
MIN MAX
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
TRANS
P
REVERBMETRONOME TEMPO/ OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
O
N
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION – / NO + / YES REC
START/
STOP
1
23456 ABC
D
8
9
0
1[MASTER VOLUME]-regelaar
De [MASTER VOLUME]-regelaar past het uitgangs-
volume (niveau) van de P-90 aan. De [MASTER VO-
LUME]-regelaar past ook het hoofdtelefoonvolume
aan als er een hoofdtelefoon is aangesloten op de
[PHONES]-aansluiting (blz. 10).
2[BRILLIANCE]-regelaar
De [BRILLIANCE]-regelaar past de klankkleur van
het uitgangsgeluid aan, van een warme klank tot een
heldere klank.
3[DEMO]-knop
Activeert de demo afspeelmode waarin u het afspe-
len van verschillende demonstratiesequences voor
elk van de voices van de P-90 kunt selecteren. Zie
blz. 14 voor details.
4METRONOME [START/STOP]-knop
Zet het metronoomgeluid aan en uit. De [TEMPO/
FUNCTION#,]-knoppen worden gebruikt om
het tempo van het metronoomgeluid in te stellen. De
[–/NO]- en [+/YES]-knoppen worden gebruikt
om de maatsoort (tel) van de metronoom te veran-
deren, als deze wordt gebruikt terwijl de METRO-
NOME [START/STOP]-knop ingedrukt wordt ge-
houden — blz. 25.
5[TEMPO/FUNCTIE#,]-knoppen
Deze knoppen passen het tempo van de metro-
noomfunctie aan alsook het afspeeltempo van de
songfunctie. Het tempobereik is van 32 tot 280 tellen
per minuut — blz. 25. Deze zelfde knoppen worden
ook gebruikt om functies te selecteren — blz. 33.
6[FUNCTION]-knop
Deze knop geeft toegang tot een verscheidenheid aan
utility-functies— waaronder de MIDI-functies —
die de veelzijdigheid en bespeelbaarheid opmerkelijk
verbeteren. Zie blz. 33 voor details.
7[–/NO], [+/YES]-knoppen
Deze knoppen selecteren een Preset Songnummer
voor afspelen, en worden ook gebruikt om een ver-
scheidenheid aan andere parameters aan te passen
(d.w.z. hun “–/NO”- en “+/YES”-functies).
8SONG [PRESET]-knop
Deze knop activeert de preset songmode. Terwijl
deze mode actief is kunt u de [–/NO], [+/YES]-
knoppen gebruiken om uit de 50 songs te selecteren.
P-90
Bedieningspaneel
13
9TRACK [1]- en [2]-knoppen
De P-90 heeft een 2-track recorder, en deze knoppen
worden gebruikt om de track(s) te selecteren die
moet(en) worden opgenomen of afgespeeld. Zie
blz. 27 voor details.
0
SONG [START/STOP]- en [REC]-knoppen
Deze knoppen besturen de usersongrecorder van de
P-90, waarmee u nagenoeg alles wat u op het toet-
senbord speelt kunt opnemen en afspelen.
A[REVERB]-knop
De [REVERB]-knop selecteert aan aantal digitale
reverbeffecten die u kunt gebruiken voor extra diep-
te en expressie. Zie blz. 20 voor details.
B[EFFECT]-knop
Deze knop selecteert een aantal effecten die uw ge-
luid meer diepte en levendigheid kunnen geven.
C[TOUCH]-knop
De [TOUCH]-knop maakt het eenvoudig om de
aanslagreactie van de P-90 aan te passen aan uw
speelstijl. Zie blz. 21 voor details.
D[TRANSPOSE]-knop
De [TRANSPOSE]-knop maakt het mogelijk om
toegang te krijgen tot de transponeerfunctie van de
P-90 (om de toonhoogte van het complete toetsen-
bord in stappen van halve noten te verhogen of te
verlagen).
EVOICE-knoppen & [VARIATION]-knop
Gewoon drukken op één van de voice keuzeschake-
laars, selecteert de overeenkomstige voice. De LED
van de voicekeuzeschakelaar zal oplichten om aan te
geven welke voice momenteel is geselecteerd. Druk
op de [VARIATION]-knop zodat zijn indicator op-
licht om een variatie op de momenteel geselecteerde
voice te selecteren.
Er is ook een dualmode waarbij twee voices over het
volledige toetsbereik tegelijk bespeeld kunnen wor-
den (zie blz. 23 voor details), en een splitmode die het
mogelijk maakt verschillende voices te bespelen met
de linker- en de rechterhand (zie blz. 24 voor details).
F[SPLIT]-knop
Activeert de splitmode, waarin verschillende voices op
het linker- en rechterhandgedeelte van het toetsenbord
kunnen worden bespeeld. Zie blz. 24 voor details.
A
2B2C3D3E3F3G3A3B3C4D4E4F4G4A4B4C5D5E5F5G5A5B5C6D6 E6 F6 G6 A6 B6 C7
PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERB
E
R VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
– / NO + / YES REC
START/
STOP
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSETOUCH
ON
HARD
MEDIUM
SOFT
E
CD
F
Tempo
(Normale indicatie) Een songnummer van
“50 Greats for the Piano”
Functienummer Parameterwaarde
Display
•Controleer de handeling in het display in het midden van het bedie-
ningspaneel terwijl u verder gaat.
•Het display laat verschillende waarden zien, zoals hieronder aange-
geven, afhankelijk van de handeling.
P-90
Luisteren naar de demonstratiemelodieën
14
Luisteren naar de demonstratiemelodieën
Er is voorzien in demonstratiemelodieën die op een effectieve manier elk van de P-90’s voices demonstreren.
1.
Zet het instrument aan.
(Als het instrument nog niet aan staat) Druk op de
[STANDBY/ON]
-schakelaar.
Als het instrument is aangezet, zal één van de voiceknop-LEDs oplichten.
Zet in eerste instantie de
[MASTER VOLUME]
-regelaar halverwege tussen de
“MIN”- en “MAX”-instelling. Pas vervolgens, als u gaat spelen, de
[MASTER
VOLUME]
-regelaar opnieuw aan voor het meest comfortabele luisterniveau.
2.
Activeer de demomode.
Druk op de
[DEMO]
-knop om de demomode te activeren. De voiceknopindica-
tors zullen beurtelings knipperen.
3.
Speel een voicedemo.
Druk op één van de voiceknoppen om het afspelen van alle songs te starten, te
beginnen bij de demomelodie van de corresponderende voice — met in de
hoofdrol de voice die normaal gesproken wordt geselecteerd door die voice-
knop. (Als u op de
SONG
[START/STOP]
-knop drukt in plaats van op een
voiceknop, zal de [GRAND PIANO 1]-demomelodie binnen af te spelen.)
Pas het volume/de helderheid aan
Gebruik de
[MASTER VOLUME]
-regelaar om het volume aan te passen en de
[BRILLIANCE]
-regelaar om de helderheid aan te passen (blz. 20).
4.
Stop de voicedemo.
Druk op de
SONG [START/STOP]
-knop of de voiceknop van de momenteel
spelende demo om het afspelen te stoppen.
5.
De demomode verlaten.
Druk op de
[DEMO]
-knop om de demomode te verlaten en terug te keren naar
de normale speelmode.
De voiceknopindicators zullen stoppen beurtelings te knipperen.
3
425
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME TEMPO/ OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION – / NO + / YES REC
START/
STOP
Procedure
MIDI-ontvangst is niet mogelijk
in de demosongmode.
De demosongdata worden niet
via de MIDI-aansluitingen ver-
zonden.
De demomode kan niet worden
geactiveerd terwijl er een user-
song wordt opgenomen (blz. 26)
of afgespeeld (blz. 30).
Mode:
Een mode is een status waar-
onder een bepaalde functie kan
worden uitgevoerd. In de demo-
mode, kunt u de demonstratie-
melodieën afspelen.
U kunt het tempo van de demo-
songs niet aanpassen.
U kunt de partannuleerfunctie
(blz. 39) of de song A–B her-
halingsfunctie (blz. 18) niet ge-
bruiken in de demomode.
U kunt de pianovoices met ver-
scheidene effecten demonstre-
ren door op de
[VARIATION]
-
knop te drukken en vervolgens
op de gewenste voiceknop. Zie
de “Pianovoice-demobeschrij-
ving” op blz. 52 voor een com-
pleet overzicht van demogelui-
den voor de pianovoices met
verscheidene effecten.
OPM.
OPM.
TERMINOLOGIE
OPM.
OPM.
P-90 Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
16
4. De presetsongmode verlaten.
Druk op de [PRESET]-knop om de presetsongmode te verlaten. De indicator
gaat uit, en het instrument keert terug naar de normale speelmode.
Hoe de oefenenfuncties te gebruiken
U kunt de linker- en rechterhandpartijen naar wens aan- en uitzetten, zodat u de overeen-
komstige partij kunt oefenen (partij-annuleerfunctie) en continu een aangegeven frase in
een song kunt herhalen (song A-B herhalingsfunctie). Zie voor meer informatie, blz. 16–18.
Een partij voor één hand oefenen met de 50
presetsongs (partij-annuleerfunctie)
De 50 presetsongs hebben afzonderlijke linker- en rechterhandpartijen op afzonderlijke tracks. U
kunt de linker- en rechterhandpartijen naar wens aan- en uitzetten, zodat u de overeenkomstige
partij op het toetsenbord kunt oefenen (de partij die is uitgezet). De rechterhandpartij wordt ge-
speeld door [TRACK1] en de linkerhandpartij wordt gespeeld door [TRACK2].
1. Zet het afspelen van de partij die u wilt oefenen uit.
Nadat u een song heeft geselecteerd om te oefenen, drukt u op de [TRACK1]- of
[TRACK2]-knop om de overeenkomstige partij uit te zetten.
Als u voor het eerst een song selecteert, lichten beide [TRACK1]- en [TRACK2]-
indicators op, om aan te geven dat u beide partijen kunt afspelen. Als u op één
van de knoppen drukt om het afspelen uit te zetten, zal de corresponderende
knopindicator uitgaan en het afspelen van de corresponderende partij wordt
uitgeschakeld.
•Herhaaldelijk drukken op de knoppen schakelt tussen aan en uit.
2. Het afspelen starten en spelen.
Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te starten. Speel de
partij die u zojuist heeft uitgezet.
MIDI-ontvangst is niet mogelijk in
de pianosongmode.
Pianosongdata worden niet ver-
zonden via de MIDI-aansluitingen.
OPM.
123
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME TEMPO/ OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION – / NO + / YES REC
START/
STOP
Procedure
De presetsongpartij-annuleer-
functie kan niet worden gebruikt
tijdens “ALL” of “rnd” (blz. 15) af-
spelen.
De partijen kunnen zelfs tijdens
het afspelen worden aan- en uit-
gezet.
De “Presetsongpartij-annuleer-
volume”-functie die beschreven
staat op blz. 39 kan worden ge-
bruikt om het volume van de ge-
annuleerde partij in te stellen tus-
sen “0” (geen geluid) en “20”. De
normale instelling is “5”.
OPM.
P-90 Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
18
A-B-herhaling voor 50 presetsongs
De A-B-herhalingsfunctie kan worden gebruikt om continu een aangegeven frase, binnen een pre-
setsong, te herhalen. In combinatie met de partij-annuleerfunctie, die hiervoor staat beschreven,
voorziet dit in een uitstekende manier om moeilijke passages te oefenen.
1. Geef het begin (A) en het eind (B) aan en start met
het oefenen.
Selecteer en speel een presetsong af, en druk vervolgens
op de [FUNCTION]-knop aan het begin van de frase die
u wilt herhalen.
Dit stelt het A”-punt in (er zal in de display ver-
schijnen).
Om het eind van de frase (B) aan te geven, drukt u nog-
maals op de [FUNCTION]-knop aan het eind van de
frase.
Dit stelt het “B”-punt in (er zal in de display ver-
schijnen).
Op dit moment zal het herhaaldelijk afspelen van de
frase tussen de punten A en B beginnen.
2. Stop het afspelen.
Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te stoppen, terwijl de
aangegeven A- en B-punten gehandhaafd blijven. A-B-herhaling zal doorgaan
met het afspelen totdat u nogmaals op de SONG [START/STOP]-knop drukt.
Om de A- en B-punten te annuleren, drukt u eenmaal op de [FUNCTION]-
knop.
12
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME TEMPO/ OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION – / NO + / YES REC
START/
STOP
Procedure
De A-B-herhalingsfunctie kan niet
worden gebruikt tijdens het afspe-
len van “ALL” of “rnd” (blz. 15).
OPM.
Om het “A”-punt helemaal aan
het begin van de song te zetten
drukt u op de [FUNCTION]-
knop voordat u het afspelen
start.
Om het B-punt aan het eind
van de song te zetten drukt u
op de [FUNCTION]-knop als
het song afspelen is afgerond
en voordat van de
display verdwijnt.
Er start een automatische inlei-
ding (om u te helpen in de frase
te komen) tot punt A van de
song. Als echter het A-punt is in-
gesteld aan het begin van de
song, wordt de automatische in-
leiding niet gespeeld.
OPM.
De A- en B-punten worden auto-
matisch geannuleerd als er een
nieuwe song wordt geselecteerd.
OPM.
P-90 Selecteren & bespelen van voices 19
Selecteren & bespelen van voices
Voices selecteren
Selecteer de gewenste voice door op één van de [VOICE]-knoppen te drukken.
Pas vervolgens, als u gaat spelen, de [MASTER VOLUME]-regelaar opnieuw aan voor
het meest comfortabele luisterniveau.
Variaties in het geluid aanbrengen – [VARIATION]/
[BRILLIANCE]/[REVERB]/[EFFECT]
[VARIATION]
Laat u een ander aspect van het effect wijzigen, afhankelijk van het geselecteerde type.
Zie het “Presetvoice-overzicht” op blz. 50 voor meer informatie over de karakteristie-
ken van elke variatie.
Drukken op de [VARIATION]- of geselecteerde voiceknop schakelt tussen de variatie
aan en uit.
De indicator licht op (AAN) elke keer als de [VARIATION]-knop wordt ingedrukt.
[VOICE]
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME TEMPO/ OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION – / NO + / YES REC
START/
STOP
Procedure
Luister, om de karakteristieken
van de voices te leren kennen,
naar de demosongs voor elke
voice (blz. 14). Zie het “Preset-
voice-overzicht” op blz. 50 voor
meer informatie over de karakte-
ristieken van elke presetvoice.
Voice:
Bij de P-90 betekent een voice
een “klank” of “klankkleur”.
U kunt de luidheid van een voice
regelen door de kracht waarmee u
de toetsen indrukt aan te passen,
alhoewel verschillende speelstijlen
(aanslaggevoeligheden) weinig of
geen invloed hebben bij bepaalde
muziekinstrumenten.
Zie het “presetvoice-overzicht” op
blz. 50.
TERMINOLOGIE
[BRILLIANCE] [–/NO] [+/YES] [EFFECT][REVERB] [VARIATION]
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME TEMPO/OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION – / NO + / YES REC
START/
STOP
Normale instelling = OFF
Normale instelling:
De “Normale instelling” verwijst
naar de standaardinstelling (fa-
brieksinstelling) die u ook heeft als
u de P-90 voor het eerst aanzet.
TERMINOLOGIE
Procedure
P-90 Selecteren & bespelen van voices
20
[BRILLIANCE]
Deze regelaar kan worden gebruikt om de klankkleur of het timbre van het uitgangs-
geluid te wijzigen.
Het regelbereik is van MELLOW (warm) tot BRIGHT (helder).
[REVERB]
Deze regelaar maakt het u mogelijk verscheidene digitale reverbeffecten te selecteren
die extra diepte en expressie aan het geluid kunnen toevoegen om zo een realistische
akoestische ambiance te creëren.
UIT: Als er geen reverbeffect is geselecteerd, is er geen REVERB-indicator aan.
ROOM: Deze instelling voegt een reverbeffect toe aan het geluid, dat overeenkomt
met het type van akoestische nagalm die u in een kamer zou horen.
HALL 1: Voor een “groter” reverbgeluid, gebruikt u de HALL 1-instelling. Dit effect
bootst de natuurlijke akoestiek na van een kleine concertzaal.
HALL 2: Voor een zeer ruimtelijk reverbgeluid gebruikt u de HALL 2-instelling. Dit
effect bootst de natuurlijke akoestiek na van een grote concertzaal.
STAGE: Simuleert de reverb van een podiumomgeving.
Herhaaldelijk op de [REVERB]-knop drukken schakelt tussen reverb aan en uit.
De indicators lichten beurtelings op, elke keer als de [REVERB]-knop wordt ingedrukt.
Er wordt geen effect geproduceerd als alle indicators uit zijn.
Zelfs als het REVERB-effect op OFF staat, zal een “Zangbodemreverb”-effect worden
toegepast als de [GRAND PIANO 1]-voices zijn geselecteerd.
De reverbdiepte aanpassen
Pas de reverbdiepte voor de geselecteerde voice aan met de
[–/NO] [+/YES]-knoppen, terwijl u de [REVERB]-knop in-
gedrukt houdt. Het dieptebereik is van 0 tot 20. De huidi-
ge diepte-instelling verschijnt in de LED-display zolang de
[REVERB]-knop ingedrukt is.
[EFFECT]
De [EFFECT]-knop maakt het u mogelijk om een effect te selecteren
om uw geluid meer diepte te geven en levendiger te maken.
UIT: Als er geen effect is geselecteerd, is er geen EFFECT-indicator aan.
CHORUS: Een licht zwevend, verbredend effect.
PHASER: Voegt een golvend effect toe aan het geluid.
TREMOLO: Tremolo-effect.
DELAY: Echo-effect.
Als de BRILLIANCE is ingesteld
op BRIGHT, zal het totale geluid
enigszins harder worden. Als
MASTER VOLUME op een hoog
niveau is ingesteld, kan het ge-
luid gaan vervormen. Als dit het
geval is, verlaag dan het MAS-
TER VOLUME-niveau.
Het standaard reverbtype (inclu-
sief UIT) en de diepte-instellin-
gen zijn voor elke voice anders.
OPM.
Procedure
Loslaten van de [REVERB]-knop
wijzigt het reverbtype.
Als u de reverbdiepte verandert
door de [REVERB]-knop inge-
drukt te houden, zal het drukken
op de [REVERB]-knop het
reverbtype dus niet wijzigen.
diepte 0: geen effect
diepte 20: maximale
reverbdiepte
De standaard diepte-instellingen
zijn voor elke voice anders.
Het standaard effecttype (waar-
onder UIT) en diepte-instellingen
zijn voor elke voice anders.
diepte
P-90 Selecteren & bespelen van voices 21
Om een effecttype te selecteren drukt u een paar keer op de [EFFECT]-knop tot de in-
dicator die overeenkomt met het gewenste effect oplicht (de indicators lichten beurte-
lings op, elke keer als u op de [EFFECT]-knop drukt). Er wordt geen effect geproduceerd
als alle indicators uit zijn.
De effectdiepte aanpassen
Pas de effectdiepte voor de geselecteerde voice aan met de
[–/NO]- en [+/YES]-knoppen, terwijl u de [EFFECT]-knop
in-gedrukt houdt.
Het dieptebereik is van 0 tot 20. De huidige diepte-instel-
ling verschijnt in de LED-display zolang de [EFFECT]-
knop ingedrukt is.
Aanslaggevoeligheid – [TOUCH]
U kunt uit vier verschillende soorten toetsenbordaanslaggevoeligheden kiezen — HARD, MEDIUM,
SOFT of FIXED — om het zo aan te passen aan uw speelstijl en voorkeur.
HARD: Vereist dat de toetsen vrij hard bespeeld worden om het maximale volu-
me te produceren.
MEDIUM: Produceert een redelijk normale toetsreactie.
SOFT: Maakt het mogelijk dat het maximale volume al bij een vrij lichte toets-
aanslag geproduceerd wordt.
FIXED: Alle noten worden met hetzelfde volume afgespeeld, onafhankelijk van
hoe hard er op het toetsenbord wordt gespeeld.
U kunt het volume aanpassen.
Om een aanslaggevoeligheidstype te selecteren drukt u een paar keer op de [TOUCH]-
knop tot de indicator die overeenkomt met het gewenste type oplicht (de indicators
lichten beurtelings op, elke keer als de [TOUCH]-knop wordt ingedrukt). Er licht geen
indicator op als “FIXED” is geselecteerd.
Procedure
Het loslaten van de [EFFECT]-
knop wijzigt het effecttype.
Als u de diepte-instelling veran-
dert door de [EFFECT]-knop in-
gedrukt te houden, zal het druk-
ken op de [EFFECT]-knop het
effecttype dus niet wijzigen.
diepte 0: geen effect
diepte 20: maximale
effectdiepte
De standaard diepte-instellingen
zijn voor elke voice anders.
diepte
Deze instelling heeft geen invloed
op het speelgewicht van de toetsen.
Normale instelling = MEDIUM
Het aanslaggevoeligheidstype
wordt de algemene instelling voor
alle voices. De aanslaggevoelig-
heidsinstellingen kunnen echter
weinig of geen effect hebben bij
bepaalde voices, die normaal
gesproken niet reageren op de
aanslagsnelheid. (Zie het “Preset-
voice-overzicht” op blz. 50.)
[TOUCH]
[–/NO] [+/YES]
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME TEMPO/ OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION – / NO + / YES REC
START/
STOP
Procedure
P-90 Selecteren & bespelen van voices
22
Het volume veranderen als FIXED is geselecteerd
Als u FIXED selecteert, kunt u het volume voor de in de
FIXED-mode gespeelde noten aanpassen met de [–/NO]- en [+/
YES]-knoppen, terwijl u de [TOUCH]-knop ingedrukt houdt.
Het huidige volumeniveau verschijnt in de display. Het volu-
mebereik is van 1 tot en met 127. De standaardinstelling is 64.
Transponeren – [TRANSPOSE]
De transponeringsfunctie van de P-90 maakt het mogelijk om de toonhoogte van het gehele toetsenbord omhoog
of omlaag te schuiven in stappen van halve noten om het spelen in moeilijke toonsoorten mogelijk te maken, en om
u eenvoudig de toonhoogte in overeenstemming met die van het bereik van een zanger of andere instrumenten te
laten brengen. Als u bijvoorbeeld de transponeerhoeveelheid instelt op “5”, geeft het spelen van de toets C de
toonhoogte F. Op deze manier kunt u een song in C-mineur afspelen, terwijl de P-90 de song naar F transponeert.
Gebruik de [–/NO]- en [+/YES]-knop terwijl u de [TRANS-
POSE]-knop ingedrukt houdt, om naar wens omhoog of om-
laag te transponeren. De mate van transponering verschijnt
in de LED-display op het moment dat de [TRANSPOSE]-
knop ingedrukt is. De standaard transponeerinstelling is “0”.
De [TRANSPOSE]-knopindicator blijft aan als er een andere transponeerinstelling dan
“0” is geselecteerd. Elke keer als de [TRANSPOSE]-knop daarna wordt ingedrukt scha-
kelt dat de transponeringsfunctie op ON of OFF.
1: minimum volume
127: maximum volume
Het aanslaggevoeligheidsvolume
dat is ingesteld in de FIXED-mode
wordt de algemene instelling voor
alle voices.
Loslaten van de [TOUCH]-knop
wijzigt het aanslaggevoeligheids-
type. Als u het volume verandert
door de [TOUCH]-knop ingedrukt
te houden, zal het drukken op de
[TOUCH]-knop het aanslagge-
voeligheidstype dus niet wijzigen.
(De FIXED-mode blijft geselecteerd.)
volumeniveau
[TRANSPOSE]
[–/NO] [+/YES]
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME TEMPO/ OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION – / NO + / YES REC
START/
STOP
Procedure
Transponeren
De toonsoort van een song ver-
anderen. Bij de P-90 verschuift
transponeren de toonhoogte van
het hele toetsenbord.
Het transponeerbereik:
–12: –12 halve noten
(één octaaf omlaag)
0: normale toonhoogte
12: 12 halve noten
(één octaaf omhoog)
Noten onder en boven het A-1
…. C7-bereik van de P-90 klin-
ken respectievelijk één octaaf
hoger en lager.
TERMINOLOGIE
transponering
P-90 Selecteren & bespelen van voices 23
Twee voices combineren (dualmode)
U kunt tegelijkertijd twee voices over het hele toetsenbord bespelen. Op deze manier kunt u een melo-
disch duet simuleren of twee gelijksoortige voices combineren om zo een voller geluid te creëren.
1. De dualmode activeren.
Druk op twee voiceknoppen tegelijkertijd (of druk op één voiceknop terwijl u
een andere ingedrukt houdt). De voice-indicators van beide geselecteerde voices
lichten op als de dualmode actief is.
•Overeenkomstig de voicenummer-
prioriteit, zoals te zien in het over-
zicht rechts, worden lagere voice-
nummers als 1e voice gezien (de
andere voice zal als 2e voice worden
gezien).
De functiemode van de P-90 geeft toegang tot een aantal andere dualmodefunc-
ties, zoals volumebalansinstelling of octaafinstelling (blz. 37). (Als u de dual-
modefuncties niet instelt, zullen de geschikte instellingen standaard door elk
van de voices worden ingesteld.)
2. De dualmode verlaten en terugkeren naar de nor-
male speelmode.
Om terug te keren naar de normale enkelvoudige voicespeelmode, drukt u op
een willekeurige voiceknop.
12
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME TEMPO/ OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION – / NO + / YES REC
START/
STOP
Procedure
De dual- en splitmode (blz. 24)
kunnen niet gelijktijdig actief zijn.
[VARIATION] in dualmode
De indicator van de [VARIATION]-
knop zal oplichten als de variatie
is geactiveerd voor één of beide
voices van de dualmodevoices.
Terwijl de dualmode actief is, kan
de [VARIATION]-knop worden
gebruikt om de variatie voor bei-
de voices aan of uit te zetten.
Om de variatie alleen voor één
van de voices aan of uit te zetten,
houdt u de voiceknop van de an-
dere voice ingedrukt en drukt u op
de knop van de voice waarvan u
de variatie wilt wijzigen.
[REVERB] in de dualmode
Het reverbtype dat is toegewezen
aan de 1e voice zal voorrang krij-
gen op de andere. (Als de reverb is
ingesteld op OFF zal het reverbtype
van de 2e voice worden gebruikt.)
De reverbdiepte-instelling die via de
paneelregelaars wordt gemaakt,
d.w.z. de [–/NO]- of [+/YES]-knop-
pen gebruiken terwijl de [REVERB]-
knop ingedrukt gehouden wordt —
zie blz. 20), zal alleen op de 1e
voice worden toegepast.
[EFFECT] in de dualmode
Afhankelijk van de omstandighe-
den zal één effecttype voorrang
krijgen op de andere. De diepte zal
worden bepaald aan de hand van
de standaard dieptewaarde van de
voicecombinatie. Door echter de
functie F3 (blz. 37) te gebruiken
kunt u de dieptewaarde van elke
voice naar wens wijzigen.
De effectediepte-instelling die via
de paneelregelaars wordt gemaakt
,
d.w.z. de [–/NO]- of [+/YES]-knop-
pen gebruiken terwijl de [EFFECT]-
knop ingedrukt gehouden wordt —
zie blz. 20), zal alleen op de 1e
voice worden toegepast.
OPM.
123456
789101112
Voicenummerprioriteit
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
VOICE
P-90 Selecteren & bespelen van voices 25
5. De splitmode verlaten en terugkeren naar de nor-
male speelmode.
Druk nogmaals op de [SPLIT]-knop zodat zijn indicator uit gaat.
De metronoom gebruiken
De P-90 beschikt over een ingebouwde metronoom (een apparaat dat een accuraat tempo
aanhoudt) die handig is voor het oefenen.
1. De metronoom starten.
Het metronoomgeluid wordt aangezet door op de
METRONOME [START/STOP]-knop te drukken.
Het tempo aanpassen
Het tempo van de metronoom en het afspelen van de usersongrecorder (de
recorder staat beschreven in het volgende gedeelte) kan worden ingesteld van 32
tot 280 tellen per minuut door de [TEMPO/FUNCTION# , ]-knoppen te
gebruiken (als de [FUNCTION]-knopindicator uit is).
De maatsoort aanpassen
De maatsoort (tel) van de metronoom kan worden
ingesteld met de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen ter-
wijl de METRONOME [START/STOP]-knop inge-
drukt gehouden wordt. U kunt de tel instellen op 0,
2, 3, 4, 5 of 6. De huidige instelling verschijnt in de
LED-display zolang u de METRONOME [START/
STOP]-knop ingedrukt houdt.
2. De metronoom stoppen.
Zet de metronoom uit door op de METRONOME [START/STOP]-knop te drukken.
[EFFECT] in de splitmode
Afhankelijk van de omstandigheden
zal één effecttype voorrang krijgen
op de andere. De diepte zal worden
bepaald aan de hand van de stan-
daard dieptewaarde van de voice-
combinatie. Door echter de functie
F4 (blz. 38) te gebruiken kunt u de
dieptewaarde van elke voice naar
wens wijzigen. De effectdiepte-
instelling die via de paneelrege-
laars wordt gemaakt, d.w.z. de [–/
NO]- of [+/YES]-knoppen gebrui-
ken terwijl de [EFFECT]-knop inge-
drukt gehouden wordt — zie
blz. 20, zal alleen op de rechtervoi-
ce worden toegepast.
[TEMPO/FUNCTION# ▲▼][–/NO] [+/YES]
12
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME TEMPO/ OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION – / NO + / YES REC
START/
STOP
Procedure
De telindicator knippert
in het huidige tempo.
Als de [FUNCTION]-knopindicator
aan is, drukt u op de [FUNCTION]-
knop om deze uit te zetten.
Het volume van de metronoom
kan worden aangepast via de
metronoomvolumefunctie in de
functiemode (blz. 39).
tel
P-90 Uw spel opnemen
26
Uw spel opnemen
De mogelijkheid om dat wat u op het P-90 toetsenbord speelt op te
nemen en terug te spelen kan een effectief oefenhulpmiddel zijn. U
kunt, bijvoorbeeld, alleen het linkerhandgedeelte opnemen, en dan het
rechterhandgedeelte oefenen, terwijl het opgenomen linkerhandge-
deelte afspeelt. Of u zou, aangezien u tot twee tracks afzonderlijk op
kunt nemen, de linker- en rechterhandgedeelten afzonderlijk op kun-
nen nemen, of beide delen van een duet op kunnen nemen en luiste-
ren hoe ze klinken als ze worden teruggespeeld. De twee-tracks songre-
corder van de P-90 maakt het opnemen van één usersong mogelijk.
Opnemen op de eerste track
PAS OP
Opmerkingen over het opnemen
Alle usersongrecorderdata zullen ongeveer één week in het geheugen worden
vastgehouden nadat het instrument is uitgezet. Als u uw opgenomen data voor
een langere periode wilt bewaren, zet dan minstens eenmaal per week het in-
strument een paar minuten aan.
Het is ook mogelijk om de data op te slaan op een extern MIDI-opslagapparaat
zoals de Yamaha MIDI Data Filer MDF3 met behulp van de bulkdatadumpfunc-
tie, zoals beschreven op blz. 42.
1. Maak alle nodige aanvangsinstellingen.
Selecteer, voordat u begint op te nemen, de voice die u wilt opnemen (of voices
als u de dual of splitmode gaat gebruiken). Maak tevens alle andere gewenste in-
stellingen (tempo, reverb, enz.). U wilt misschien ook het volume instellen.
U kunt ook het afspeelvolume aanpassen met [MASTER VOLUME].
U kunt uw spel (audiodata) opne-
men op een cassetterecorder of
ander opnameapparaat via de
OUTPUT-aansluiting (blz. 10).
Opnemen versus opslaan:
Het format van de speeldata die
wordt opgenomen op een casset-
teband wijkt af van dat van de da-
ta opgenomen door de P-90. Een
cassetteband neemt audiosigna-
len op. De P-90 “slaat” informatie
betreffende noottiming, voices en
een tempowaarde "op", maar
geen audiosignalen. Als u de op-
genomen songs afspeelt, produ-
ceert de P-90 geluid gebaseerd
op de opgeslagen informatie.
Dientengevolge zou het opnemen
op de P-90 eigenlijk "informatie
opslaan" moeten worden ge-
noemd. Deze handleiding ge-
bruikt echter vaak het woord "op-
nemen", omdat dat logischer
klinkt.
TERMINOLOGIE
1
43562
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME TEMPO/ OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION – / NO + / YES REC
START/
STOP
Als het instrument in de demo-
song- of presetsongmode staat,
kan de opnamemode niet worden
geactiveerd.
Om het wissen van data van
de track te voorkomen:
Druk op de [TRACK1/2]-knop.
Als de indicator groen oplicht, be-
vat de track reeds data. Merk op
dat de bestaande data zal wor-
den gewist als u nieuwe data op
de track opneemt.
OPM.
OPM.
Procedure
P-90 Uw spel opnemen 27
2. De klaar-voor-opnamemode activeren.
Druk op de [REC]-knop om de klaar-voor-opname-
mode te activeren. Het opnemen begint nog niet echt.
De
[TRACK1]
- of de
[TRACK2]
-indicator knippert rood.
De hoeveelheid beschikbaar geheugen voor opnemen
wordt bij benadering aangegeven in de LED-display
in kilobytes, en de meest rechtse punt in de LED-dis-
play knippert in de huidige METRONOME-tempo-instelling.
De klaar-voor-opnamemode kan worden verlaten voordat u gaat opnemen,
door voor een tweede keer op de [REC]-knop te drukken.
3. Selecteer de opnametrack.
Als de opnamemode is geactiveerd in de voorgaande stap, zal de laatst-opgeno-
men track automatisch worden geselecteerd voor opnemen en zijn indicator —
dat wil zeggen de [TRACK1]- of [TRACK2]-knopindicator — zal rood oplichten.
Als u op een andere track op wilt nemen, drukt u op de betreffende trackknop
zodat zijn indicator rood oplicht.
4. Start het opnemen.
Het opnemen zal automatisch beginnen zodra u een noot op het toetsenbord
speelt of op de SONG [START/STOP]-knop drukt. Het huidige maatnummer
zal in de display verschijnen tijdens het opnemen.
5. Het opnemen stoppen.
Druk of op de
[REC]
- of op de
SONG [START/STOP]
-knop om het opnemen te stoppen.
De indicator van de opgenomen track zal groen oplichten om aan te geven dat
deze nu data bevat. (De opnamemode wordt automatisch verlaten.)
6. Speel het opgenomen spel terug.
Druk op de SONG[START/STOP]-knop om het opgenomen spel terug te spelen.
Druk, om het afspelen tijdens de song te stoppen, op de
SONG[START/STOP]
-knop.
Opnieuw opnemen op de eerste track
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u opnieuw op kunt nemen, voor het geval dat uw spel niet
naar wens was.
1. Selecteer, indien nodig, een voice of voices (en maak de overige instel-
lingen) voor het opnemen.
Herhaal stap 1 op blz. 26 als u de voorgaande instellingen wilt wijzigen.
2. Activeer opnieuw de klaar-voor-opnamemode.
Druk nogmaals op de [REC]-knop.
De indicator van de geselecteerde track knippert rood.
Volg de procedure vanaf stap 4 hiervoor om opnieuw op te nemen.
De hoeveelheid beschikbaar
geheugen voor opnemen:
Deze waarde in kilobytes (een
maateenheid die wordt gebruikt
voor data) geeft aan hoeveel
ruimte er beschikbaar blijft voor
het opnemen op de P-90. U kunt
opnemen tot maximaal ongeveer
9.400 noten op de P-90, af-
hankelijk van het pedaalgebruik
en andere factoren.
Als de metronoom aan was toen
u begon met opnemen, zult u in
de maat met de metronoom kun-
nen opnemen, maar het metro-
noomgeluid zelf zal niet worden
opgenomen.
Zie voor meer informatie over op-
nemen blz. 28.
De opnametrackindicator zal be-
ginnen te knipperen als het re-
cordergeheugen bijna vol is. Als
het geheugen vol raakt tijdens
het opnemen, zal “ FUL” in de
display verschijnen en het opne-
men zal automatisch stoppen.
(Alle tot op dat punt opgenomen
data zullen worden vastgehouden.
)
Drukken op de SONG [START/
STOP]-knop om het opnemen te
beginnen, en dan nogmaals
drukken om het opnemen te
stoppen, zal alle reeds opgeno-
men data van de geselecteerde
track wissen.
OPM.
OPM.
OPM.
knippert
Als u het tempo, de maatsoort,
het reverbtype of effecttype wilt
veranderen voor het opnieuw op-
nemen van een track, of als u op
een andere track op wilt nemen,
stel dat dan in nadat u de klaar-
voor-opnamemode heeft geacti-
veerd (stap 2).
U kunt niet opnieuw opnemen
halverwege een song.
OPM.
P-90 Uw spel opnemen
28
Opnemen op de tweede track
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een andere partij op de tweede track kunt opnemen.
1. Selecteer, indien nodig, een voice of voices (en maak de overige instel-
lingen) voor het opnemen.
Selecteer een voice (of voices) voor het opnemen. Selecteer, indien nodig, de overige
instellingen.
2. Activeer opnieuw de klaar-voor-opnamemode.
Druk nogmaals op de [REC]-knop.
De indicator van de geselecteerde track knippert rood.
3. Selecteer een track voor opname.
Selecteer een track die u nog niet heeft gebruikt voor opname. De indicator van de
geselecteerde track licht rood op. (De indicator van een track die reeds opgenomen
data bevat, zal groen oplichten.)
U kunt nieuwe geluiden en noten opnemen, elke keer als het langs komt, terwijl u
luistert naar de reeds opgenomen track.
Volg de procedure van stap 5 op blz. 27 om op te nemen.
De usersongrecorder neemt de volgende data op:
Naast de nootdata en voices die u speelt, worden ook andere data opgenomen.
Deze data bevatten data voor “afzonderlijke tracks en gehele song”. Zie hieronder.
Afzonderlijke tracks
Gehele song
Als u het tempo, de maatsoort,
het reverbtype of effecttype wilt
veranderen, als u een track op-
nieuw op wilt nemen of als u op
een andere track op wilt nemen,
voer dan de wijzigingen in nadat
u de klaar-voor-opnamemode
heeft geactiveerd (stap 2).
Als u de reeds opgenomen track
niet wilt horen tijdens het opne-
men (als u bijvoorbeeld een an-
dere song op wilt nemen dan op
de voorgaande track), druk op de
afspeeltrackknop voordat u op de
[REC]-knop drukt (stap 2 op
blz. 27, 28) zodat zijn indicator uit
gaat.
OPM.
Gespeelde noten
•Voiceselectie
•[VARIATION] AAN/UIT
•Pedaal (sustain)
[REVERB]-diepte
[EFFECT]-diepte
•Dualmodevoices
•Dualbalans (F3)
•Dualontstemming (F3)
•Dualoctavering (F3)
Splitmodevoices
Splitbalans (F4)
Splitoctavering (F4)
•Tempo
•Maatsoort (tel) [REVERB]-type (inclusief UIT)
[EFFECT]-type (inclusief UIT)
P-90 Uw spel opnemen 29
De aanvangsinstellingen (data opgenomen aan het
begin van een song) wijzigen
De aanvangsinstellingen (data opgenomen aan het begin van een song) kunnen na het opnemen
nog worden gewijzigd. Na het opnemen bijvoorbeeld, kunt u de voice wijzigen om een andere am-
biance te creëren of het songtempo aanpassen aan uw smaak.
U kunt de volgende aanvangsinstellingen wijzigen.
Afzonderlijke tracks
•Voiceselectie
•[VARIATION] AAN/UIT
[REVERB]-diepte
[EFFECT]-diepte
•Dualmodevoices
Splitmodevoices
Gehele song
•Tempo
•Maatsoort (tel)
[REVERB]-type (inclusief UIT)
[EFFECT]-type (inclusief UIT)
1. Activeer de opnamemode en selecteer een track om de aanvangsinstel-
lingen te wijzigen.
De indicator licht rood op. (Data die door twee tracks gedeeld worden, kunnen via
elk van de tracks gewijzigd worden.)
2. Wijzig de instellingen via de paneelregelaars.
Als u bijvoorbeeld de opgenomen voice [E. PIANO 1] wilt veranderen in [E. PIANO
2], druk dan op de [E. PIANO 2]-knop.
Let er op dat u niet op de SONG [START/STOP]-knop of op een toets op het toet-
senbord drukt, want elk daarvan zal het opnemen starten en alle reeds opgenomen
data van de geselecteerde track wissen.
3. Druk op de [REC]-knop om de opnamemode te verlaten.
Let er op dat u niet op de SONG [START/STOP]-knop of op een toets op het toet-
senbord drukt, want elk daarvan zal het opnemen starten en alle reeds opgenomen
data van de geselecteerde track wissen.
U kunt de in de aanvangsinstel-
lingen gemaakte wijzigingen an-
nuleren door na stap 2 een ande-
re track te selecteren en vervol-
gens de opnamemode te verla-
ten tijdens stap 3 zonder op de
[REC]-knop te drukken. (Ook wij-
zigingen die zijn gemaakt in de
data, die gedeeld worden door
twee tracks, worden geannu-
leerd.)
OPM.
P-90 Opgenomen songs afspelen
30
Opgenomen songs afspelen
U kunt de via de opnamefunctie opgenomen songs terugspelen (blz.
26–29). U kunt ook op het toetsenbord meespelen met het afspelen.
Een song terugspelen
1. Start het afspelen.
Druk op de SONG [START/STOP]-knop.
Het huidige maatnummer verschijnt in de display tijdens het afspelen.
•U kunt op het toetsenbord meespelen terwijl de P-90 een song afspeelt. U
kunt ook de noten met een andere voice spelen, dan de voice die afspeelt,
door een voice via het paneel te selecteren.
Pas het volume aan
Gebruik de [MASTER VOLUME]-regelaar om het volume aan te passen.
Pas het tempo aan
U kunt de [TEMPO/FUNCTION# , ] -knoppen gebruiken om het afspeel-
tempo desgewenst aan te passen tijdens het afspelen. Het standaardtempo (het
originele tempo van de song) wordt ingesteld als u gelijktijdig op de []- en
[]-knoppen drukt.
2. Stop het afspelen.
Als het afspelen is afgerond stopt de P-90 automatisch en gaat terug naar het
begin van de song. Om het afspelen tijdens de song te stoppen, drukt u op de
SONG[START/STOP]-knop.
Songdata worden niet via de
MIDI-aansluitingen verzonden.
OPM.
12
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME TEMPO/ OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION – / NO + / YES REC
START/
STOP
Als het apparaat in de demo-
song- of presetsongmode staat,
kunt u geen opgenomen songs
afspelen.
De trackindicators zullen niet au-
tomatisch groen oplichten als de
P-90 wordt aangezet, zelfs niet
als de usersongrecorder data
bevat. Zorg ervoor dat u op de
trackknoppen drukt voordat u het
afspelen start.
Afspelen kan niet worden gestart
als de recorder geen data bevat.
U kunt ook genieten van het spe-
len van duetten met uzelf, door
eerst één partij van een duet of
een song voor twee piano’s op te
nemen, en dan vervolgens de an-
dere partij te spelen, terwijl de
opgenomen partij wordt afge-
speeld.
Als de metronoom wordt gebruikt
tijdens het afspelen, zal de me-
tronoom automatisch stoppen als
het afspelen wordt gestopt.
Als het REVERB-type is gewij-
zigd via de paneelregelaars tij-
dens het afspelen, zullen zowel
het afspeel- als het toetsenbord-
reverbeffect worden gewijzigd.
Als het EFFECT-type is gewijzigd
via de paneelregelaars tijdens
het afspelen, wordt in sommige
gevallen het afspeeleffect uitge-
schakeld.
OPM.
OPM.
OPM.
Procedure
P-90 Opgenomen songs afspelen 31
Handige afspeelfuncties
Track afspelen aan- en uitzetten
Als u een song op de P-90 selecteert, lichten de indicators voor tracks die data bevatten
( [TRACK1], [TRACK2] of beiden) groen op. Terwijl de P-90 afspeelt of is gestopt, zal
drukken op deze trackknoppen de indicators uitzetten, en de data van die tracks zullen
niet worden afgespeeld. Drukken op de trackknoppen schakelt tussen afspelen aan en
uit.
Het afspelen automatisch starten zodra u het toetsenbord begint te
bespelen (synchro start)
U kunt het afspelen starten zodra u op het toetsenbord begint te spelen. Dit wordt de
synchro start”-functie genoemd.
Om de synchro startfunctie te activeren, drukt u op de SONG [START/STOP]-knop,
terwijl u de trackknop die aan is, ingedrukt houdt.
De meest rechtse punt in de display zal in het huidige tempo
knipperen.
(Herhaal de voorgaande handeling om de synchro startfunc-
tie uit te schakelen.)
Het afspelen begint zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
Deze functie is handig als de timing van het begin van het afspelen gelijk moet klinken
met het begin van uw eigen spel.
Tracks kunnen worden aan- of uit-
gezet voor of tijdens het afspelen.
Als beide tracks worden uitgezet
op de P-90, zal het afspelen niet
meer starten (of het afspelen zal
stoppen).
U kunt het volume van een partij
van een song van “50 Greats for
the Piano” aanpassen, waarvoor
het afspelen is uitgezet (blz. 16,
39).
Tijdens het afspelen van de re-
corder, is het volume van een
track die is uitgezet altijd “0”.
Als u op de SONG [START/
STOP]-knop drukt, terwijl u een
trackknop ingedrukt houdt van
een track die UIT is, wordt het
track afspelen aangezet en de
synchro startfunctie wordt op
standby gezet.
Synchro:
Synchroon; vindt tegelijkertijd
plaats
OPM.
TERMINOLOGIE
Knippert
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
32
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
U kunt verscheidene parameters instellen om optimaal gebruik te maken van de functies van de P-90, zoals het fijnregelen
van de toonhoogte, een voice selecteren voor de metronoom, herhaaldelijk afspelen, enz.
De volgende parameters zijn beschikbaar.
De P-90 heeft negen hoofdfuncties.
Enkele van deze hoofdfuncties zijn onderverdeeld in een aantal submodes.
Parameteroverzicht
Functie Submode P-90 Referentie-blz.
Fijnregeling van de toonhoogte —F135
Een stemming selecteren Stemschaal F2.1 36
Grondtoon F2.2 36
Dualmodefuncties Dualbalans F3.1 37
Dualontstemming F3.2 37
Voice 1 octavering F3.3 37
Voice 2 octavering F3.4 37
Voice 1 effectdiepte F3.5 37
Voice 2 effectdiepte F3.6 37
Reset F3.7 37
Splitmodefuncties Splitpunt F4.1 38
Splitbalans F4.2 38
Rechtervoice octavering F4.3 38
Linkervoice octavering F4.4 38
Rechtervoice effectdiepte F4.5 38
Linkervoice effectdiepte F4.6 38
Sustainpedaalbereik F4.7 38
Reset F4.8 38
Overige functies Sustainsamplediepte F5.1 39
Toets-los-samplevolume F5.2 39
Metronoomvolume F6 39
Presetsongpartij-annuleervolume —F739
MIDI-functies MIDI-verzendkanaalselectie F8.1 40
MIDI-ontvangstkanaalselectie F8.2 40
Lokale besturing AAN/UIT F8.3 40
Programmawijziging AAN/UIT F8.4 41
Besturingswijziging AAN/UIT F8.5 41
MIDI-verzendtransponering F8.6 41
Paneelstatusverzending F8.7 41
Bulkdatadump F8.8 42
Backupfuncties Voice F9.1 42
MIDI F9.2 42
Stemmen F9.3 42
Overigen F9.4 42
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION] 33
Basisprocedure in de functiemode
Volg de stappen hieronder om de functies te gebruiken.
(Als u verdwaalt terwijl u een functie gebruikt, ga dan terug naar deze bladzijde en lees de basisprocedure.)
1. De functiemode activeren.
Druk op de [FUNCTION]-knop zodat zijn [FUNCTION]-indicator oplicht.
zal in de display verschijnen. (De indicatie varieert afhankelijk van
de status van het apparaat en het gebruik.)
2. Selecteer een functie.
Gebruik de [TEMPO/FUNCTION# , ]-knoppen om de gewenste functie van
F1–F9 te selecteren.
3. Gebruik de [–/NO] [+/YES]-knoppen.
Als de functie geen submodes bevat, begin dan met het instellen van de para-
meters.
Als de functie submodes bevat, druk dan eenmaal op de [+/YES]-knop om de
respectievelijke submode te activeren.
4. Bewerk de gewenste functie met de volgende twee
knoppen.
1[TEMPO/FUNCTION# , ]
Selecteert de gewenste functie/submode.
2[–/NO] of [+/YES]
Nadat u de gewenste functie of submode heeft geselecteerd, stelt u overeen-
komstig ON/OFF (AAN/UIT) in, selecteert u het type of wijzigt u de waar-
de.
Afhankelijk van de instelling, wordt de standaardinstelling (die wordt ge-
bruikt als u de P-90 voor het eerst aanzet) opgeroepen door gelijktijdig op
de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen te drukken.
3
124 45
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME TEMPO/ OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION – / NO + / YES REC
START/
STOP
Procedure
Functies kunnen niet worden ge-
selecteerd tijdens de demo-/pre-
setsongmode of als de user song
recorder aan is.
Om de functie in stap 2, 3 of 4 te
annuleren drukt u op het gewens-
te moment op de [TEMPO/
FUNCTION# , ]-knop om de
functiemode te verlaten.
OPM.
OPM.
START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# FUNCTION
Nadat u de functie heeft geselec-
teerd, wordt de huidige instelling
getoond als de [–/NO]- of [+/
YES]-knop voor de eerste keer
wordt ingedrukt.
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
34
Bedieningsvoorbeeld 1 (F1. Fijnregeling van de toonhoogte)
Bedieningsvoorbeeld 2 (F3.1 “Dualbalans”)
5. Doe het volgende als u klaar bent met het gebruik
van de functie.
Druk op de [FUNCTION]-knop om de functiemode te verlaten.
De [FUNCTION]-knopindicator zal uit gaan.
Verander de waarde.
Activeer de functiemode. Selecteer de gewenste functie.
/
NO +
/
YES
LED-indicatie
LED-indicatie
START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# FUNCTION START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# FUNCTION
Activeer de betreffende
submode.
Activeer de functiemode. Selecteer de gewenste functie.
Selecteer de gewenste submode.
Verander de waarde.
LED-indicatie
LED-indicatie
LED-indicatie
START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# FUNCTION
START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# FUNCTION
START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# FUNCTION
— / NO + / YES
+ / YES
P-90
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
35
Over elk van de functies
U kunt de toonhoogte van het gehele instru-
ment fijnregelen. Deze functie is handig als u
op de P-90 meespeelt met andere instrumen-
ten of CD-muziek.
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Gebruik de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen om
de toonhoogte van de A3-toets in stappen
van ongeveer 0,2 Hz te verlagen of te verho-
gen.
..... .....
Tienden van een Hertz worden aangeven in de LED-
display door de verschijning en de positie van één of
twee punten, zoals te zien in het volgende voorbeeld:
Hz (Hertz):
Deze meeteenheid kijkt naar de frequentie van een geluid, en
geeft het aantal keer weer dat een geluidsgolf trilt per seconde.
U kunt ook het toetsenbord gebruiken om de toonhoogte
in te stellen (in elke andere mode dan de functiemode).
Hoger stemmen (in stappen van ongeveer 0,2 Hz):
Houd
de A-1 en B-1 toetsen tegelijkertijd ingedrukt (de twee witte
toetsen uiterst links) en druk op een willekeurige toets tussen
C3 en B3.
Lager stemmen (in stappen van ongeveer 0,2 Hz):
Houd
de A-1- en A
-1-toetsen (de uiterst linkse witte en zwarte
toetsen) ingedrukt en druk tegelijkertijd op een willekeurige
toets tussen C3 en B3.
De standaard toonhoogte terugroepen:
Houd de A-1, A
-1
en B-1 (de uiterst linkse twee witte toetsen en één zwarte
toets) ingedrukt en druk gelijktijdig op een willekeurige toets
tussen C3 en B3.
•Zie “Onderdeelnamen op blz. 12 voor informatie
over de toets en toetsnaamtoewijzing.
(Tijdens de de hierboven beschreven handeling geeft de
display een waarde aan in Hz < >. Na de
handeling keert de display terug naar de voorgaande
indicatie.)
U kunt ook stemmen in stappen van ongeveer 1Hz (in
elke andere mode dan de functiemode).
Respectievelijk lager of hoger stemmen in stappen van
ongeveer 1 Hz:
Houd de A-1- en A
-1-toetsen (de uiterst
linkse witte en zwarte toetsen) of A-1- en B-1-toetsen (de
uiterst linkse witte toetsen) ingedrukt en druk gelijktijdig op de
[–/NO]
- of
[+/YES]
-knop.
De standaard toonhoogte terugroepen:
Houd de A-1- en
A
-1-toetsen (de uiterst linkse witte en zwarte toetsen) of A-1-
en B-1-toetsen (de twee uiterst linkse witte toetsen) ingedrukt
en druk gelijktijdig op de
[–/NO] [+/YES]
-knoppen.
(Tijdens de de hierboven beschreven handeling geeft de
display een waarde aan in Hz < >. Na de
handeling keert de display terug naar de voorgaande
indicatie.)
F1. Fijnregeling van de toonhoogte
Display Waarde
440,0
Instelbereik:
440,2 427,0–453,0 (Hz)
440,4
Normale
instelling:
440,6 440,0 (Hz)
440,8
TERMINOLOGIE
P-90
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
36
U kunt verscheidene stemmingen selecteren.
De gelijkzwevende temperatuur is de meest al-
gemene hedendaagse pianostemming. De ge-
schiedenis heeft echter nog veel meer stem-
mingen voortgebracht, waarvan er vele als
basis dienen voor een bepaald genre muziek.
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van
de stemmingsfunctie te activeren en gebruik
vervolgens de [TEMPO/FUNCTION#
,
]-
knoppen om de gewenste submode te selec-
teren.
Druk op de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen om
het nummer van de gewenste stemming te
selecteren.
Submode
F2.1: Stemschaal
Instelbereik:
1: Gelijkzwevende temperatuur
2: Reine majeur
3: Reine mineur
4: Pythagoreaans
5: Middentoon
6: Werckmeister
7: Kirnberger
Normale instelling:
1: Gelijkzwevende temperatuur
F2.2: Grondtoon
Als een andere stemming dan de gelijkzwevende tempe-
ratuur kiest, is het noodzakelijk dat u de grondtoon aan-
geeft. (U kunt de grondtoon aangeven bij de gelijkzwe-
vende temperatuur, maar het heeft geen invloed. De
grondtooninstelling is van invloed op andere stemmin-
gen dan de gelijkzwevende temperatuur.)
Instelbereik:
Normale instelling:
•Grondtoon-indicatievoorbeeld
Gelijkzwevende temperatuur:
Een octaaf is opgedeeld in twaalf gelijke intervallen. Dit is mo-
menteel de meest gebruikte pianostemming.
Reine majeur/Reine mineur:
Gebaseerd op natuurlijke boventonen. Drie majeurakkoorden
geven bij deze stemming een prachtig, zuiver geluid. Ze wor-
den soms gebruikt voor koorstemmen.
Pythagoreaans:
Deze stemming, ontworpen door Pythagoras, een Griekse
filosoof, is gebaseerd op de interval van een reine kwint.
De tertsen in deze stemming zijn lichtelijk onstabiel, maar de
kwarten en kwinten zijn prachtig en geschikt voor enkelvoudi-
ge solo’s.
Middentoon:
Deze stemming is een verbetering van de Pythagoreaanse
waarbij de zweving in de terts werd geëlimineerd. De stem-
ming werd populair aan het einde van de 16e eeuw tot aan
het einde van de 18e eeuw en werd gebruikt door Händel.
Werckmeister/Kirnberger:
Deze stemmingen combineren Middentoon en Pythagore-
aans op verschillende manieren. Met deze stemmingen ver-
andert modulatie de indruk en het gevoel van de songs. Ze
werden vaak gebruikt in het tijdperk van Bach en Beethoven.
Tegenwoordig worden ze nog vaak gebruikt bij het weergeven
van klavecimbelmuziek uit dat tijdperk.
F2. Een stemming selecteren
(F) (G)
met een hoog
streepje bij kruis
(A)
met een laag
streepje bij mol
TERMINOLOGIE
P-90
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
37
U kunt verscheidene parameters voor de dual-
mode instellen om zo de instellingen voor de
songs die u speelt te optimaliseren, zoals de
volumebalans aanpassen tussen twee voices.
Dualmodefunctie-instellingen worden voor
elke voicecombinatie afzonderlijk ingesteld.
1. Selecteer de voices in de dualmode, activeer
de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van
de dualmodefunctie te activeren en gebruik
vervolgens de [TEMPO/FUNCTION#
,
]-
knoppen om de gewenste submode te selecte-
ren. Druk op de [–/NO] [+/YES]-knop om de
waarden toe te wijzen.
Als de dualmode niet is geactiveerd zal er verschijnen,
in plaats van en de dualmodefuncties kunnen niet wor-
den geselecteerd. U kunt van de functiemode naar de dual-
mode schakelen.
Submode
F3.1: Dualbalans
Instelbereik:
0 – 20
De instelling “10” produceert een gelijke balans tussen
de twee dualmodevoices. Instellingen onder de “10”
verhogen het volume van voice 2 ten opzichte van
voice 1, en instellingen boven de “10” verhogen het
volume van voice 1 ten opzichte van voice 2.
Normale instelling:
Anders voor elke voicecombinatie.
U kunt één voice instellen als de algemene voice en een
andere voice als een zachtere, bijgemengde voice.
F3.2: Dualontstemming
Instelbereik:
-10 – 0 – 10
Bij positieve waarden wordt de toonhoogte van voice
1 verhoogd en de toonhoogte van voice 2 verlaagd. Bij
negatieve waarden wordt de toonhoogte van voice 1
verlaagd en de toonhoogte van voice 2 verhoogd.
Het beschikbare instellingsbereik is groter in het lage bereik
(± 60 cents voor A-1), en kleiner in het hoge bereik (± 5 cents
voor C7). (100 cents komt overeen met één halve noot.)
Normale instelling:
Anders voor elke voicecombinatie.
Ontstem voice 1 en voice 2 in de dualmode om een voller
geluid te creëren.
F3.3: Voice 1 octavering
F3.4: Voice 2 octavering
Instelbereik:
–1, 0, 1
Normale instelling:
Anders voor elke voicecombinatie.
U kunt afzonderlijk voor Voice 1 en Voice 2 de toon-
hoogte verhogen en verlagen in stappen van een octaaf.
Afhankelijk van welke voices u combineert in de dual-
mode, kan de combinatie beter klinken als één van de
voices een octaaf omhoog of omlaag wordt geschoven.
F3.5: Voice 1 effectdiepte
F3.6: Voice 2 effectdiepte
Instelbereik:
0 – 20
Normale instelling:
Anders voor elke voicecombinatie.
Deze functies maken het mogelijk om de diepte van het
effect voor de 1e en de 2e dualmodevoices afzonderlijk in
te stellen. (De effectdiepte-instellingen kunnen alleen
worden gewijzigd als het
[EFFECT]
aan staat. De functie-
mode moet worden verlaten voordat
[EFFECT]
kan wor-
den aangezet.)
•“Voice 1” en “voice 2” worden uitgelegd op blz. 23.
F3.7: Reset
Deze functie reset alle dualmodefuncties naar hun
standaard waarden. Druk op de
[+/YES]
-knop om de
waarden te resetten.
VERKORTE MANIER:
U kunt rechtstreeks naar de dualmodefuncties sprin-
gen door op de
[FUNCTION]
-knop te drukken terwijl u de
twee dualmodevoiceknoppen ingedrukt houdt.
Zelfs als u een functiemode oproept via de verkorte manier,
moet u de gebruikelijke handeling verrichten om deze te ver-
laten (dat wil zeggen: druk op de
[FUNCTION]
-knop zodat de
functie-indicator uit gaat).
F3. Dualmodefuncties
OPM.
P-90
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
38
Dit menu maakt het u mogelijk verscheidene
gedetailleerde instellingen te maken voor de
splitmode.
Door het splitpunt of een andere instelling te
veranderen, kunt u de instellingen voor de
songs die u speelt optimaliseren.
1. Selecteer de voices in de splitmode, activeer
de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van
de splitmodefunctie te activeren en gebruik
vervolgens de [TEMPO/FUNCTION#
,
]-
knoppen om de gewenste submode te selecte-
ren. Druk op de [–/NO] [+/YES]-knop om de
waarden toe te wijzen.
Als de splitmode niet is geactiveerd zal er verschijnen,
in plaats van en de splitmodefuncties kunnen niet wor-
den geselecteerd. Merk ook op dat u de functiemode moet
verlaten voordat de splitmode kan worden geactiveerd.
Submode
F4.1: Splitpunt
Instelbereik:
Het gehele toetsenbord
Normale instelling:
F
2
Stel het punt in op het toetsenbord die de scheiding vormt
tussen de rechter- en linkerhandgedeelten (splitpunt). De
ingedrukte toets maakt deel uit van het linker-handbereik.
•In plaats van op de
[–/NO] [+/YES]
-knoppen te druk-
ken, kunt u het splitpunt instellen door op de betref-
fende toets op het toetsenbord te drukken.
•Als de functiemode niet is geactiveerd, kunt u het
splitpunt veranderen naar elke willekeurige andere
toets door de betreffende toets in te drukken, terwijl u
de
[SPLIT]
-knop ingedrukt houdt (blz. 24).
•Een voorbeeld van een toetsnaamindicatie voor een
splitpunt
F4.2: Splitbalans
Instelbereik:
0 – 20
De instelling “10” geeft een gelijke balans tussen de
twee splitmodevoices. Instellingen onder de “10”
verhogen het volume van de linkervoice ten opzichte
van de rechtervoice, en instellingen boven de “10”
verhogen het volume van de rechtervoice ten opzichte
van de linkervoice.
Normale instelling:
Anders voor elke voicecombinatie.
De volumeniveaus van de twee in de splitmode gecombi-
neerde voices kunnen naar wens worden aangepast.
U kunt deze instelling maken voor elke voicecombinatie
van de songs die u speelt.
F4.3: Rechtervoice octavering
F4.4: Linkervoice octavering
Instelbereik:
–1, 0, 1
Normale instelling:
Anders voor elke voicecombinatie
U kunt afzonderlijk voor de rechter- en linkervoice de
toonhoogte verhogen en verlagen in stappen van een oc-
taaf. Maak een instelling die passend is voor het nootbe-
reik van de songs die u speelt.
U kunt deze instellingen voor elke afzonderlijke combi-
natie van voices maken.
F4.5: Rechtervoice effectdiepte
F4.6: Linkervoice effectdiepte
Instelbereik:
0 – 20
Normale instelling:
Anders voor elke voicecombinatie
Deze functies maken het mogelijk om afzonderlijk de
diepte van het effect voor de linker- en de rechtersplit-
modevoices in te stellen.
U kunt deze instellingen voor elke afzonderlijke combi-
natie van voices maken.
De effectdiepte-instellingen kunnen alleen worden ge-
wijzigd als het
[EFFECT]
aan staat. U moet de functiemo-
de verlaten voordat u een
[EFFECT]
aan kunt zetten.
F4.7: Sustainpedaalbereik
Instelbereik:
ALL (voor beide voices)
1 (voor de rechtervoice)
2 (voor de linkervoice)
Normale instelling:
ALL
De sustainpedaalbereikfunctie bepaalt of het sustainpe-
daal invloed heeft op de rechtervoice, de linkervoice, of
zowel de linker- als de rechtervoice in de splitmode.
F4.8: Reset
Deze functie reset alle splitmodefuncties naar hun stan-
daard waarden. Druk op de
[+/YES]
-knop om de waar-
den te resetten.
VERKORTE MANIER:
U kunt rechtstreeks naar de splitmodefuncties springen
door op de
[FUNCTION]
-knop te drukken terwijl u de
[SPLIT]
-
knop ingedrukt houdt.
Zelfs als u een functiemode oproept via de verkorte manier,
moet u de gebruikelijke handeling verrichten om deze te ver-
laten (dat wil zeggen: druk op de
[FUNCTION]
-knop zodat de
functie-indicator uit gaat).
F4.
Splitmodefuncties
OPM.
(F2) (G2)
met een hoog
streepje bij kruis
(A2)
met een laag
streepje bij mol
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
40
U kunt nauwkeurige aanpassingen maken in
de MIDI-instellingen.
Zie voor meer informatie over MIDI, het “Over
MIDI”-gedeelte (blz. 44).
De [HOST SELECT]-schakelaar op het zijpaneel moet wor-
den ingesteld op “MIDI” om de MIDI-aansluitingen te kunnen
gebruiken. Als u de [TO HOST]-aansluiting gebruikt, stel de
[HOST SELECT]-schakelaar dan in op de geschikte positie
voor het type computer dat u gebruikt (blz. 44–48). In deze
situaties zullen alle MIDI-instellingen die hierna worden be-
schreven invloed hebben op het MIDI-signaal dat via de [TO
HOST]-aansluiting wordt verzonden en ontvangen.
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van
de MIDI-functie te activeren en gebruik ver-
volgens de [TEMPO/FUNCTION# , ]-knop-
pen om de gewenste submode te selecteren.
Druk op de [–/NO]- of [+/YES]-knop om een
geselecteerde parameter in te stellen.
Submode
F8.1: MIDI-verzendkanaalselectie
In elke MIDI-opstelling, moeten de MIDI-kanalen van
de zendende en ontvangende apparatuur overeenkomen
voor de juiste data-overdracht.
Deze parameter maakt het u mogelijk om het kanaal aan
te geven via welke de P-90 MIDI-data verzendt.
Instelbereik: 1 – 16, OFF (niet verzonden)
Normale instelling:1
In de dualmode, worden de voice-1-data verzonden op het
aangegeven kanaal. In de splitmode worden de rechtervoice-
data verzonden via het aangegeven kanaal. In de dualmode
worden de voice-2-data verzonden op het eerstvolgende ho-
gere kanaalnummer dan het aangegeven kanaal. In de split-
mode worden de linkervoicedata verzonden op het eerstvol-
gende hogere kanaalnummer dan het aangegeven kanaal. In
beide modes worden er geen data verzonden als het zendka-
naal is ingesteld op “OFF”.
Demo-/presetsongdata en recorderdata die worden afge-
speeld, worden niet via MIDI verzonden.
F8.2: MIDI-ontvangstkanaalselectie
In elke MIDI-opstelling, moeten de MIDI-kanalen van
de zendende en ontvangende apparatuur overeenkomen
voor de juiste data-overdracht. Deze parameter maakt
het u mogelijk om aan te geven op welk kanaal de P-90
MIDI-data ontvangt.
Instelbereik: ALL, 1&2, 1 – 16
Normale instelling:ALL
ALL:
Er is een “multitimbrale” ontvangstmode beschikbaar. Dit
maakt gelijktijdige ontvangst van verschillende partijen op alle
16 MIDI-kanalen mogelijk, waardoor de P-90 in staat wordt
gesteld multikanaalssongdata te ontvangen van een muziek-
computer of sequencer.
1&2:
Een “1&2” ontvangstmode is beschikbaar. Dit maakt gelijktij-
dige ontvangst op alleen kanaal 1 en 2 mogelijk, waardoor de
P-90 in staat wordt gesteld alleen de op kanaal 1 en 2 ontvan-
gen songdata van een muziekcomputer of sequencer af te
spelen.
Programmawijziging en soortgelijke andere kanaalbood-
schappen die worden ontvangen, hebben geen invloed op de
paneelinstellingen van de P-90 of wat er wordt gespeeld op
het toetsenbord.
Er vindt geen MIDI-ontvangst plaats als de demo-/preset-
songmode is geactiveerd.
F8.3: Lokale besturing AAN/UIT
“Lokale besturing” verwijst naar het feit dat normaal het
P-90 toetsenbord zijn interne toongenerator bestuurt,
waardoor de interne voices direct vanaf het toetsenbord
kunnen worden bespeeld. Deze situatie is “Lokale bestu-
ring aan aangezien de interne toongenerator lokaal
wordt bestuurd door zijn eigen toetsenbord.
Lokale besturing kan echter worden uitgezet, zodat het
P-90 toetsenbord niet de interne voices bespeelt, maar de
betreffende MIDI-informatie nog wel wordt verzonden
via de MIDI OUT-aansluiting als er noten op het toet-
senbord worden gespeeld. Tegelijkertijd reageert de in-
terne toongenerator wel op MIDI-informatie die via de
MIDI IN-aansluiting wordt ontvangen.
Instelbereik: ON/OFF
Normale instelling:ON
F8. MIDI-functies
OPM.
OPM.
OPM.
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION] 41
F8.4: Programmawijziging AAN/UIT
Normaal zal de P-90 reageren op MIDI-programmawij-
zigingsnummers die ontvangen worden van een extern
toetsenbord of ander MIDI-apparaat, waardoor de over-
eenkomstig genummerde voice zal worden geselecteerd
op het overeenkomstige kanaal (de toetsenbordvoice ver-
andert niet). De P-90 zal normaal ook een MIDI-pro-
grammawijzigingsnummer verzenden als één van zijn
voices wordt geselecteerd, waardoor de overeenkomstig
genummerde voice of programma zal worden geselec-
teerd op het externe MIDI-apparaat, als het apparaat is
ingesteld op het ontvangen en reageren op MIDI-pro-
grammawijzigingsnummers.
Deze functie maakt het mogelijk om de ontvangst en ver-
zending van programmawijzigingsnummers te annuleren,
zodat voices op de P-90 kunnen worden geselecteerd
zonder het externe MIDI-apparaat te beïnvloeden.
Zie voor informatie over programmawijzigingsnummers voor
elk van de voices van de P-90, blz. 56 in het MIDI-dataformat-
gedeelte.
Instelbereik: ON/OFF
Normale instelling:ON
F8.5: Besturingswijziging AAN/UIT
Normaal zal de P-90 reageren op MIDI-besturingswijzi-
gingsdata, ontvangen van een extern MIDI-apparaat of -
toetsenbord, waardoor de voice op het corresponderende
kanaal kan worden beïnvloed door pedaal- en andere
“besturings”-instellingen, ontvangen van het besturende
apparaat (de toetsenbordvoice wordt niet beïnvloed).
De P-90 verzendt ook MIDI-besturingswijzigingsinfor-
matie als het pedaal of andere betreffende regelaars wor-
den bediend.
Deze functie maakt het mogelijk om de ontvangst en ver-
zending van besturingswijzigingsdata te annuleren, zo-
dat bijvoorbeeld het pedaal en andere regelaars van de
P-90 kunnen worden bediend zonder invloed te hebben
op een extern MIDI-apparaat.
Zie voor informatie over besturingswijzigingen die kunnen
worden gebruikt met de P-90, het MIDI-dataformat op blz. 56.
Instelbereik: ON/OFF
Normale instelling:ON
F8.6: MIDI-verzendtransponering
Deze functie maakt het mogelijk de MIDI-nootdata die
verzonden worden door de P-90 omhoog of omlaag te
transponeren in stappen van halve noten tot plus of min
12 halve noten. De toonhoogte van de P-90 zelf wordt
niet beïnvloed.
Instelbereik: -12 – 0 – 12 (in halve noten)
Normale instelling:0
F8.7: Paneelstatusverzending
Deze functie zorgt ervoor dat alle huidige paneelinstel-
lingen van de P-90 (geselecteerde voice, enz.) via de
MIDI OUT-aansluiting worden verzonden. Dit is met
name handig als u uw spel op wilt nemen op een MIDI-
sequencerecorder zoals de Yamaha MIDI Data Filer
MDF3 die dan kan worden gebruikt om de P-90 te bestu-
ren bij het terugspelen. Door de paneelinstellingen van
de P-90 te verzenden en voor de daadwerkelijke speeldata
op de MIDI-sequencerecorder op te nemen, zal de P-90
automatisch dezelfde instellingen terugroepen als uw
spel wordt teruggespeeld.
Setupdata:
Data die een set paneelinstellingen voor de P-90 bevatten.
Procedure
1. Stel de paneelregelaars in zoals gewenst.
2. Sluit de P-90 via MIDI aan op een sequencer, en stel
de sequencer zo in dat deze de setupdata kan ontvan-
gen.
3. Activeer de functiemode en selecteer .
4. Druk op de [+/YES]-knop om de paneelstatusdata te
verzenden.
zal in de LED-display verschijnen als de data suc-
cesvol zijn verzonden.
Zie blz. 57 voor een overzicht van de “paneeldata-inhoud”
verzonden door deze functie.
De verzonden data ontvangen:
1. Sluit de P-90 via MIDI aan op het apparaat waarnaar de
setupdata voorheen werden verzonden.
2. Start het versturen van de data vanaf het aangesloten
apparaat.
De P-90 ontvangt automatisch de setupdata hetgeen blijkt uit
de paneelinstellingen.
(Om te zorgen dat de data geaccepteerd zullen worden, moet
de P-90 die de setupdata ontvangt van hetzelfde model zijn
als die de setupdata naar de sequencer verzond.)
Zie voor meer informatie over het verzenden en ontvangen
van setupdata via MIDI, de handleiding van het aangesloten
MIDI-apparaat.
TERMINOLOGIE
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
42
F8.8: Bulkdatadump
U kunt de huidige songdata van de P-90 als MIDI-bulk-
data opslaan door deze naar een MIDI-datafiler (zoals
een MDF3) of een sequencer te verzenden. Om de opge-
slagen songdata af te spelen, stuurt u de bulkdata terug
van het opslagapparaat naar de P-90 en volgt u de ge-
bruikelijke afspeelprocedure.
Bulkdata:
Een complete set of uitgebreide hoeveelheid data
Procedure
1. Neem uw spel op de P-90 op.
2. Sluit de P-90 aan op de MDF3, een MIDI-datafiler via
MIDI, en stel de MDF3 zo in dat deze bulkdata zal
ontvangen.
3. Activeer de functiemode en selecteer .
4. Druk op de [+/YES]-knop om de bulkverzending te
beginnen.
zal in de LED-display verschijnen als de data suc-
cesvol zijn verzonden.
Er vindt geen MIDI-noot/-paneeldataverzending of -data-
ontvangst plaats tijdens een bulkdatadumpverzendhandeling.
De verzonden data (terug) ontvangen:
1. Sluit de P-90 via MIDI aan op het apparaat waarnaar de
data voorheen werden verzonden.
2. Start het versturen van de data vanaf het aangesloten
apparaat.
De P-90 ontvangt automatisch de data van het apparaat. (Op
dit moment zullen alle reeds in de P-90 opgeslagen data wor-
den gewist.)
Volg daarna de gebruikelijke afspeelprocedure.
(Om er voor te zorgen dat de data zullen worden geaccep-
teerd, moet de P-90 die de data ontvangt van hetzelfde model
zijn als die waarvan de data naar de MIDI-datafiler werden
verzonden.)
De teruglaadhandeling kan niet worden uitgevoerd als de
demo-/presetsongmode of de usersongrecorder in gebruik is,
of als de functiemode is geactiveerd.
Zie voor meer informatie over het verzenden en ontvangen
van bulkdata via MIDI, de handleiding van het aangesloten
MIDI-apparaat.
Backup:
U kunt sommige instellingen, zoals voiceselectie en reverb-
type, backuppen zodat ze niet verloren zullen gaan als de
P-90 wordt uitgezet.
Als de backupfunctie is aangezet, worden de instellingen zo-
als die zijn bij het uitzetten, vastgehouden. Als de backup-
functie is uitgezet, worden de instellingen in het geheugen
gewist als het instrument wordt uitgezet. In dit geval worden,
als u het instrument aanzet, de standaardinstellingen (de
aanvangsinstellingen) gebruikt. (Het overzicht van de stan-
daard fabrieksinstellingen is te vinden op blz. 55.)
De backupinstellingen zelf echter, en de inhoud van het
usersongrecordergeheugen, worden altijd gebackupt.
PAS OP
Zelfs als de backupfunctie is aangezet via één van de
hieronder beschreven functies, zullen de data slechts
voor ongeveer één week worden vastgehouden als
intussen het instrument niet wordt aangezet. Als de
backupperiode wordt overschreden, zullen alle instel-
lingen worden gereset naar hun standaardwaarden.
Als u de backupinstellingen voor langere perioden wilt
vasthouden, zorg er dan voor dat u het instrument
minstens eenmaal per week een paar minuten aanzet.
U kunt de backupfunctie aan- of uitzetten voor
elke functiegroep (elk van de volgende sub-
modefuncties).
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van
de backupfunctie te activeren en gebruik ver-
volgens de [TEMPO/FUNCTION# , ]-knop-
pen om de gewenste submode te selecteren.
Druk op de [–/NO]- of [+/YES]-knop om de
backupfunctie aan of uit te zetten.
Submode
F9.1: Voice
F9.2: MIDI
F9.3: Stemmen
F9.4: Overigen
Instelbereik: ON/OFF
Normale instelling:OFF (alle groepen)
TERMINOLOGIE
OPM.
OPM.
F9. Backupfuncties
TERMINOLOGIE
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION] 43
Beschrijving van de submodes
Voice
•Voice (toetsenbord, dual en split)
•Dual (AAN/UIT, voice- en dualfuncties voor elke
voicecombinatie)
Split (AAN/UIT, voice- en splitfuncties voor elke
voicecombinatie)
•Reverb (AAN/UIT, type en diepte voor elke voice)
Effect (AAN/UIT, type en diepte voor elke voice)
•Aanslaggevoeligheid (inclusief het FIXED-volume)
•Metronome (tel, volume < -instellingen>)
•Presetsongpartij-annuleervolume ( -instellin-
gen)
F9.2: MIDI
•De MIDI-functies ( -instellingen)
(behalve )
F9.3: Stemmen
•Transponering
•Stemmen ( -instellingen)
•Stemming (inclusief grondtoon) ( -instellingen)
F9.4: Overigen
•Andere functies ( )
Fabriekspreset terugroepen
Alle dualmode-, splitmode-, reverb-, effect-, aanslagge-
voeligheids-, steminstellingen, en de instellingen die
worden beïnvloed door de backupfuncties, kunnen wor-
den teruggezet naar hun originele fabriekspresetwaarden
door de C7-toets (meest rechtse toets op het toetsen-
bord) ingedrukt te houden, terwijl u de [STANDBY/
ON]-schakelaar op ON zet. Dit wist ook alle usersongre-
corderdata en zet alle backup aan/uit-instellingen (F9)
op “OFF”. (Het fabrieksinstellingenoverzicht is te vinden
op blz. 55.)
P-90
Over MIDI
44
Over MIDI
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een standaard format
voor dataverzending/-ontvangst. Het maakt de uitwisseling van speel-
data en boodschappen tussen MIDI-apparaten en PC’s mogelijk.
Door MIDI te gebruiken kunt u een aangesloten MIDI-apparaat vanaf
de P-90 besturen of de P-90 besturen vanaf een aangesloten MIDI-
apparaat of computer.
MIDI-aansluitingen
MIDI [IN]:
Ontvangt MIDI-data.
MIDI [OUT]:
Verzendt MIDI-data.
MIDI-kabels
Gebruik speciale MIDI-kabels.
[TO HOST]-aansluiting
Gebruik deze aansluiting om de P-90 aan te sluiten op een computer.
MIDI-speeldata en -boodschap-
pen worden verzonden in de
vorm van numerieke waarden.
Controleer, aangezien MIDI-data
die kunnen worden verzonden of
ontvangen variëren naar gelang
het type MIDI-apparaat, het
“MIDI-implementatie-overzicht”
om er achter te komen welke
MIDI-data en -boodschappen uw
apparaten kunnen verzenden of
ontvangen. Het MIDI-implemen-
tatie-overzicht van de P-90 vindt
u op blz. 60.
IN MIDI OUT HOST SELECT
MIDI Mac
PC-2 PC-1
Als u de MIDI-aansluitingen ge-
bruikt, stel dan de
[HOST
SELECT]
-schakelaar in op “MIDI”
(blz. 47).
OPM.
Als u de
[TO HOST]
-aansluiting
gebruikt, stel dan de
[HOST
SELECT]
-schakelaar in op het
type computer dat u gebruikt
(blz. 47).
U kunt ook gedetailleerde infor-
matie over MIDI verkrijgen via
verscheidene muziekboeken en
andere publicaties.
OPM.
HOST SELECT TO HOST
MIDI Mac
PC-2 PC-1
P-90
Een PC aansluiten
45
Een PC aansluiten
U kunt genieten van computermuziekdata op de P-90 door een computer op de
[TO HOST]
(of
MIDI) -aansluiting aan te sluiten.
Er zijn drie methodes waarop u de P-90 op een PC aan kunt sluiten:
1. Sluit de seriële poort van de computer aan op de
[TO HOST]
-aansluiting van de P-90 (blz. 46).
2. Gebruik een MIDI-interface en de MIDI-aansluitingen van de P-90 (blz. 47).
3. Gebruik de USB-poort van de computer en de UX256, UX96 of UX16, een USB-interface (blz. 48).
Zie voor meer informatie, de aangegeven bladzijden.
Als de P-90 wordt gebruikt als een klankmodule, zullen speeldata die gebruik maken van voices die niet op de P-90
aanwezig zijn, niet goed worden afgespeeld.
OPM.
Als u de P-90 op een PC aansluit, zet dan eerst zowel de P-90 als de computer uit voordat u kabels aansluit of de
[HOST SELECT]
-schakelaar instelt. Zet, na het maken van de aansluitingen en schakelaarinstellingen, eerst de com-
puter aan en vervolgens de P-90.
OPM.
Als u de
[TO HOST]
-aansluiting van de P-90 niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de kabel loskoppelt van de aanslui-
ting. Als de kabel aangesloten blijft, kan het zijn dat de P-90 niet goed functioneert.
OPM.
zal in de display verschijnen als de hostcomputer niet is aangeschakeld, de kabel niet goed is aangesloten, de
[HOST SELECT]
- schakelaar niet in de juiste positie staat, of de MIDI-driver of MIDI-toepassing niet actief is. Zet in dit
geval zowel de P-90 als de computer uit en controleer de kabelaansluitingen en de positie van de
[HOST SELECT]
-
schakelaar. Zet, als de verbindingen en de
[HOST SELECT]
-schakelaarpositie zijn gecontroleerd, eerst de computer
aan en vervolgens de P-90, en controleer of de MIDI-driver en MIDI-toepassing goed functioneren.
OPM.
Als de
[HOST SELECT]
-schakelaar is ingesteld op “PC-1”, “PC-2” of “Mac”, kunt u de
[TO HOST]
-aansluiting gebrui-
ken, maar de MIDI-aansluitingen zijn uitgeschakeld aangezien er geen dataoverdracht via de MIDI-aansluitingen plaats-
vindt. Andersom geldt dat, als de
[HOST SELECT]
-schakelaar is ingesteld op “MIDI”, u de MIDI-aansluitingen kunt ge-
bruiken, maar niet de
[TO HOST]
-aansluiting aangezien er geen dataoverdracht via de
[TO HOST]
-aansluiting plaats-
vindt.
OPM.
P-90
Een PC aansluiten
46
1. Sluit de seriële poort van de computer aan op de [TO HOST]-aansluiting van de P-90
Sluit de seriële poort (RS-232C of RS-422) van de computer aan op de
[TO HOST]
-aansluitingvan de P-90.
Met deze aansluiting functioneert de P-90 als een MIDI-interface. Daardoor heeft u geen aparte MIDI-interface nodig.
Aansluiten
Gebruik een speciale seriële kabel (blz. 46) om de seriële poort (RS-232C of RS-422) van de computer aan te sluiten op de
[TO HOST]
-aansluiting van de P-90.
Soorten seriële kabels en aansluitpintoewijzingen
Gebruik, afhankelijk van het type computer dat u aansluit, één van de volgende seriële kabels.
Opmerking voor Windows-
gebruikers (betreffende de
MIDI-driver)
Om data over te dragen tussen de se-
riële poort van de computer en de
[TO HOST]
-aansluiting van de P-
90, is het noodzakelijk dat u een spe-
cifieke MIDI-driver (de Yamaha
CBX driver for Windows) installeert.
U kunt deze driver downloaden van
de volgende XG Library op de
Yamaha-website:
http://www.yamaha-xg.com
P-90
TO HOST
Windows Windows Macintosh
modempoortRS-232C (D-sub 9-pins) RS-232C (D-sub 25-pins)
HOST SELECT TO HOST
MIDI Mac
PC-2 PC-1
Windows (met een seriële D-sub 9-pins poort)
8-pins mini DIN-plug
D-sub 9-pins plug
(Yamaha CCJ-PC2 of equivalent)
Macintosh
Systeemrandapparatuurplug
8-pins plug
(Yamaha CCJ-MAC of equivalent)
Windows (met een seriële D-sub 25-pins poort)
8-pins mini DIN-plug
D-sub 25-pins plug
(Yamaha CCJ-PC1NF of equivalent)
Pintoewijzing
Het volgende diagram geeft de pintoewijzingen voor elke kabel.
8 (CTS)
7 (RTS)
2 (RxD)
5 (GND)
3 (TxD)
1
2
3
4
8
5
mini-DIN
8-pins D-sub
9-pins
2 (HSK i)
1 (HSK O)
5 (RxD-)
4 (GND)
3 (TxD-)
8 (RxD+)
7 (GP-)
6 (TxD+)
1
2
3
4
5
6
7
8
mini-DIN
8-pins mini-DIN
8-pins
5 (CTS)
4 (RTS)
3 (RxD)
7 (GND)
2 (TxD)
1
2
3
4
8
5
mini-DIN
8-pins D-sub
25-pins
mini-DIN 8-pins D-sub 25-pins
Pinnummers (vooraanzicht)
D-sub 9-pins
P-90
Een PC aansluiten
47
P-90 [HOST SELECT]-schakelaarinstelling
Stel de
[HOST SELECT]
-schakelaar van de P-90 juist in overeenkomstig het type van de aangesloten computer.
Macintosh:
“Mac” (dataoverdrachtsnelheid: 31.250bps, 1MHz clock)
Windows:
“PC-2” (dataoverdrachtsnelheid: 38.400bps)
2. Een MIDI-interface en de MIDI-aansluitingen van de P-90 gebruiken
Aansluiten
Gebruik een MIDI-interface om een computer op de P-90 aan te sluiten met gebruikmaking van speciale MIDI-kabels.
P-90 [HOST SELECT]-schakelaarinstelling
Stel de
[HOST SELECT]
-schakelaar van de P-90 in op “MIDI”.
Als uw systeem niet goed werkt met de aansluitingen en instellingen die hierboven zijn opgesomd, kan het zijn dat u
andere instellingen in uw software moet maken. Controleer uw softwarebedieningshandleiding en stel de
[HOST
SELECT]
-schakelaar in op de juiste dataoverdrachtsnelheid. (De dataoverdrachtsnelheid van “PC-1” is 31.250bps.)
MIDI OUT
MIDI
OUT MIDI
IN
MIDI IN
MIDI
OUT
MIDI
IN
Windows Macintosh
P-90
MIDI-interface
MIDI-interface
IN MIDI OUT HOST SELECT
MIDI Mac
PC-2 PC-1
P-90
Een PC aansluiten
48
3. De USB-poort van de computer aansluiten op de P-90 via een USB-interface, zoals
de UX256, UX96 of UX16
Sluit de USB-poort van de computer aan op de USB-interface (zoals de UX256, UX96 of UX16) met een USB-kabel.
Installeer de driver (die bij de USB-interface is geleverd) op de computer, en sluit de USB-interface aan op de P-90 met
een seriële kabel of MIDI-kabels.
Zie voor meer informatie de handleiding van de USB-interface.
Een voorbeeld van het aansluiten van de USB-interface op de P-90 met een seriële kabel
Een voorbeeld van het aansluiten van de USB-interface op de P-90 met MIDI-kabels
USB-interface P-90
USB-kabel
computer
or
Standaard Machintosh 8-pins systeemrandapparatuurkabel
HOST SELECTTO HOST
MIDI Mac
PC-2 PC-1 MIDI Mac
PC-2 PC-1
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME TEMPO/OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION — / NO + / YES REC
START/
STOP
USB-kabel
MIDI-kabels
P-90
USB-interface
computer
IN MIDI OUT HOST SELECT
MIDI Mac
PC-2 PC-1
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT DEMO START/
STOP TEMPO/
FUNCTION# PRESET TRACK
GRAND
PIANO 1 GRAND
PIANO 2 VIBES/
GUITAR
CLAVI./
HARPSI.
E. PIANO
2
E. PIANO
1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
JAZZ
ORGAN WOOD
BASS
ELECTRONIC PIANO
VARIATION SPLIT
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME TEMPO/OTHER VALUE SONG EFFECT TOUCH
ON
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
PHASER
CHORUS
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
FUNCTION — / NO + / YES REC
START/
STOP
P-90
Problemen oplossen
49
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
De P-90 gaat niet aan. De P-90 is niet goed aangesloten. Steek de netadapterstekker in een stopcontact en
de adapterplug goed stevig in het instrument (blz. 8).
Er is een klik of plop te horen als het instru-
ment wordt aan- of uitgezet. Dit is normaal als er een elektrische stroom aan het instrument wordt geleverd.
Er zijn bijgeluiden te horen uit de luidsprekers
of in de hoofdtelefoon. De bijgeluiden kunnen het gevolg zijn van interferentie die veroorzaakt wordt door het
gebruik van een mobiele telefoon in de nabijheid van de P-90. Zet de mobiele telefoon
uit of haal deze uit de buurt van de P-90.
Het totale volume is laag of er is geen geluid
te horen. Het mastervolume is te laag ingesteld. Stel het in op een geschikt niveau met de
[MASTER VOLUME]-regelaar.
Zorg ervoor dat de lokale besturing (blz. 40) op AAN staat.
Het voetpedaal heeft geen effect of het geluid
heeft voortdurend sustain zelfs als het voet-
pedaal niet is ingetrapt.
De pedaalkabel is misschien niet goed aangesloten. Zorg ervoor dat de pedaalkabel
goed op de [SUSTAIN]-aansluiting is aangesloten (blz. 10).
Het voetpedaal lijkt tegengesteld te werken.
Het indrukken van de voetschakelaar bijvoor-
beeld, kapt het geluid af en het loslaten geeft
het geluid sustain.
De polariteit van het voetpedaal is omgekeerd. Zorg ervoor dat de plug van het voet-
pedaal goed op de [SUSTAIN]-aansluiting is aangesloten voordat u het instrument
aanzet.
Druk het pedaal niet in terwijl u het instrument aanzet.
Als er in de display verschijnt, heeft er een interne fout plaatsgevonden. Neem in dit geval contact op met uw
Yamaha-dealer
P-90
Presetvoice-overzicht/Demosongoverzicht/Presetsongoverzicht
51
CHURCH
ORGAN
UIT Church-
Organ
Dit is een typisch pijporgelgeluid (8
voet + 4 voet + 2 voet). Goed voor
kerkmuziek uit de Barokperiode.
AAN (Variatie)
Dit is het volle registergeluid van
het orgel dat vaak geassocieerd
wordt met Bach’s “Toccata en
Fuga”.
JAZZ
ORGAN
UIT JazzOrgan Het geluid van een “toonwiel”-type
elektrisch orgel. Vaak te horen in
jazz- en rockthema’s.
AAN (Variatie)
Maakt gebruik van een roterend
luidsprekereffect met verschillende
snelheden. De variatiesnelheid is
sneller. Als de variatie wordt gese-
lecteerd terwijl u een akkoord inge-
drukt houdt, zal de snelheid van het
effect geleidelijk veranderen.
STRINGS
UIT Strings
✓✓
Stereogesampled, grootschalig
strijkersensemble met realistische
reverb. Probeer deze voice te com-
bineren met piano in de dualmode.
AAN SlowStrings
Ruimtelijk strijkersensemble met
langzame attack. Probeer deze
voice te combineren met een piano
of elektrische piano in de dualmode.
CHOIR
UIT Choir
Een grote, ruimtelijke koorvoice.
Perfect voor het scheppen van rijke
harmonieën in langzame stukken.
AAN SlowChoir
Een koorvoice met een langzame
attack. Probeer deze voice te com-
bineren met een piano of elektri-
sche piano in de dualmode.
WOOD
BASS
UIT WoodBass
Een staande bas gespeeld met de
vingers, zonder strijkstok. Ideaal
voor jazz en Latin muziek.
AAN (Variatie)
Voegt een bekkenvoice toe aan het
basgeluid. Ideaal voor lopende
baslijnen in jazzmelodieën.
E.BASS
UIT E.Bass
Elektrische bas voor een uitgebrei-
de reeks aan muziekstijlen, jazz,
rock, populair en meer.
AAN (Variatie)
Een fretloze bas goed voor stijlen
zoals jazz, fusion, enz.
*1. Dynamische sampling geeft meerdere aanslaggeschakelde samples om zo nauwkeurig de klankkleurreactie te
simuleren van een akoestisch instrument.
*2. Bevat een zeer subtiele sample die wordt geproduceerd als de toetsen worden losgelaten.
Paneel-
opdruk
[VARIATION]
-knop Voicenaam Stereo-
sampling Aanslag-
gevoeligheid
Dynamische
sampling
*1
Toets-los-
sample
*2
Voicebeschrijvingen
P-90
Presetvoice-overzicht/Demosongoverzicht/Presetsongoverzicht
52
Demosongoverzicht
Pianovoicedemobeschrijving
Presetsongoverzicht
Paneelopdruk Pianovoicedemo
GRAND PIANO1
Stereo gesampled
GRAND PIANO2
Mono gesampled
E.PIANO1
Dynamische sampling; mezzo piano
E.PIANO2
Dynamische sampling; mezzo forte
CLAVI./HARPSI.
Dynamische sampling; forte
VIBES/GUITAR
Met sustainsamples
CHURCH ORGAN
Zonder sustainsamples
JAZZ ORGAN
Met toets-los-samples
STRINGS
Zonder toets-los-samples
Nr. Titel Componist
1 Invention No. 1 J.S.Bach
2 Invention No. 8 J.S.Bach
3 Gavotte J.S.Bach
4 Prelude (Wohltemperierte Klavier I No.1) J.S.Bach
5 Menuett G dur BWV.Anh.114 J.S.Bach
6 Le Coucou L-C.Daquin
7 Piano Sonate No.15 K.545 1st mov W.A.Mozart
8Turkish March W.A.Mozart
9 Menuett G dur W.A.Mozart
10 Little Serenade J.Haydn
11 Perpetuum mobile C.M.v.Weber
12 Ecossaise L.v.Beethoven
13 Für Elise L.v.Beethoven
14 Marcia alla Turca L.v.Beethoven
15 Piano Sonate op.13 “Pathétique” 2nd mov. L.v.Beethoven
16 Piano Sonate op.27-2 “Mondschein” 1st mov. L.v.Beethoven
17 Piano Sonate op.49-2 1st mov. L.v.Beethoven
18 Impromptu op.90-2 F.P.Schubert
19 Moments Musicaux op.94-3 F.P.Schubert
20 Frühlingslied op.62-2 J.L.F.Mendelssohn
21 Jägerlied op.19b-3 J.L.F.Mendelssohn
22 Fantaisie-Impromptu F.F.Chopin
23 Prelude op.28-15 “Raindrop” F.F.Chopin
24 Etude op.10-5 “Black keys” F.F.Chopin
25 Etude op.10-3 “Chanson de l’adieu” F.F.Chopin
Nr. Titel Componist
26 Etude op.10-12 “Revolutionary” F.F.Chopin
27 Valse op.64-1 “Petit chien” F.F.Chopin
28 Valse op.64-2 F.F.Chopin
29 Valse op.69-1 “L’adieu” F.F.Chopin
30 Nocturne op.9-2 F.F.Chopin
31 Träumerei R.Schumann
32 Fröhlicher Landmann R.Schumann
33 La prière d’une Vierge T.Badarzewska
34 Dolly’s Dreaming and Awakening T.Oesten
35 Arabesque J.F.Burgmüller
36 Pastorale J.F.Burgmüller
37 La chevaleresque J.F.Burgmüller
38 Liebesträume Nr.3 F.Liszt
39 Blumenlied G.Lange
40 Barcarolle P.I.Tchaikovsky
41 Melody in F A.Rubinstein
42 Humoresque A.Dvorák
43 Tango (España) I.Albéniz
44 The Entertainer S.Joplin
45 Maple Leaf Rag S.Joplin
46 La Fille aux Cheveux de Lin C.A.Debussy
47 Arabesque 1 C.A.Debussy
48 Clair de lune C.A.Debussy
49 Rêverie C.A.Debussy
50 Golliwog’s Cakewalk C.A.Debussy
P-90
Index
54
Presetsongoverzicht.........................................................52
Presetvoice-overzicht................................................50–51
Problemen oplossen........................................................49
R
REC
Recording...........................................................27
[REVERB]-knop..............................................................20
rnd (LED-display)...........................................................15
S
Scn (LED-display)...........................................................49
Seriële kabel...............................................................46, 48
Specificaties......................................................................61
SPLIT ...............................................................................38
[SPLIT]-knop..................................................................24
[STANDBY/ON]-schakelaar..........................................10
Start/Stop afspelen
50 Pianopresetsongs..................................................15
Demonstratiemelodieën............................................14
Handige afspeelfuncties ............................................31
Opgenomen songs.....................................................30
Start/Stop opnemen........................................................27
[START/STOP]-knop (Demo).......................................14
[START/STOP]-knop (METRONOME).......................25
Stemmen
Fijnregeling van de toonhoogte................35
Stemschaal.......................................................................36
[SUSTAIN]-aansluiting..................................................10
Sustainpedaal.............................................................38, 39
Synchro start
50 Piano Preset Songs................................................17
opgenomen songs......................................................31
T
TEMPO......................................................................15, 30
[TO HOST]-aansluiting............................................11, 44
Toonhoogte
Fijnregeling van de toonhoogte............35
TOUCH...........................................................................21
Track afspelen aan en uit................................................31
TRACK1/2 (50 piano preset songs)................................16
TRACK1/2 (Opnemen) ..................................................27
TRANSPOSE...................................................................22
Twee voices combineren (dualmode)............................23
U
USB ..................................................................................48
V
Variaties aanbrengen ......................................................19
[VARIATION]-knop......................................................19
[VOICE]-knoppen..........................................................19
Voorzorgsmaatregelen..................................................3–4
P-90
56
MIDI-dataformat
Als u reeds erg bekend met MIDI, of een computer ge-
bruikt om uw muziekhardware via computergegenereerde
MIDI-boodschappen te besturen, kan de data in dit gedeelte
van pas komen om de P-90 te besturen.
1. NOTE ON/OFF
Data format: [9nH] -> [kk] -> [vv]
9nH = Note ON/OFF event (n = channel number)
kk = Note number (Transmit: 09H ~ 78H = A-2 ~ C8 /
Receive: 00H ~ 7FH = C-2 ~ G8)*
vv = Velocity (Key ON = 01H ~ 7FH, Key OFF = 00H)
Data format: [8nH] -> [kk] -> [vv] (reception only)
8nH = Note OFF event (n = channel number)
kk = Note number: 00H ~ 7FH = C-2 ~ G8
vv = Velocity
* If received value exceeds the supported range for the
selected voice, the note is adjusted by the necessary
number of octaves.
2. CONTROL CHANGE
Data format: [BnH] -> [cc] -> [vv]
BnH = Control change (n = channel number)
cc = Control number
vv = Data Range
(1) Bank Select
ccH Parameter Data Range (vvH)
00H Bank Select MSB 00H:Normal
20H Bank Select LSB 00H...7FH
Bank selection processing does not occur until receipt of
next Program Change message.
(2) Main Volume (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH)
07H Volume MSB 00H...7FH
(3) Expression
ccH Parameter Data Range (vvH)
0BH Expression MSB 00H...7FH
(4) Damper
ccH Parameter Data Range (vvH)
40H Damper MSB 00H...7FH
(5) Sostenuto (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH)
42H Sostenuto 00H-3FH:off, 40H-7FH:on
(6) Soft Pedal (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH)
43H Soft Pedal 00H-3FH:off, 40H-7FH:on
(7) Effect1 Depth (Reverb Send Level)
ccH Parameter Data Range (vvH)
5BH Effect1 Depth 00H...7FH
Adjusts the reverb send level.
(8) Effect4 Depth (Variation Effect Send Level)
ccH Parameter Data Range (vvH)
5EH Effect4 Depth 00H...7FH
3. MODE MESSAGES
Data format: [BnH] -> [cc] -> [vv]
BnH = Control event (n = channel number)
cc = Control number
vv = Data Range
(1) All Sound Off
ccH Parameter Data Range (vvH)
78H All Sound Off 00H
Switches off all sound from the channel. Does not reset Note
On and Hold On conditions established by Channel Messages.
(2) Reset All Controllers
ccH Parameter Data Range (vvH)
79H Reset All Controllers 00H
Resets controllers as follows.
Controller Value
Expression 127 (max)
Damper Pedal 0 (off)
Sostenuto 0 (off)
Soft Pedal 0 (off)
(3) Local Control (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH)
7AH Local Control 00H (off), 7FH (on)
(4) All Notes Off
ccH Parameter Data Range (vvH)
7BH All Notes Off 00H
Switches OFF all the notes that are currently ON on the
specified channel. Any notes being held by the damper or
sostenuto pedal will continue to sound until the pedal is
released.
(5) Omni Off (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH)
7CH Omni Off 00H
Same processing as for All Notes Off.
(6) Omni On (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH)
7DH Omni On 00H
Same processing as for All Notes Off.
(7) Mono (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH)
7EH Mono 00H
Same processing as for All Sound Off.
(8) Poly (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH)
7FH Poly 00H
Same processing as for All Sound Off.
When control change reception is turned OFF in the Function
mode, control change data will not be transmitted or received
except for Bank Select and Mode messages.
Local on/off, OMNI on/off are not transmitted. (The appropriate
note off number is supplied with “All Note Off” transmission).
When a voice bank MSB/LSB is received, the number is
stored in the internal buffer regardless of the received order,
then the stored value is used to select the appropriate voice
when a program change message is received.
The Multi-timbre and Poly modes are always active. No
change occurs when OMNI ON, OMNI OFF, MONO, or POLY
mode messages are received.
P-90
57
4. PROGRAM CHANGE
Data format: [CnH] -> [ppH]
CnH = Program event (n = channel number)
ppH = Program change number
P.C.#=Program Change number
When program change reception is turned OFF in the
Function mode, no program change data is transmitted or
received. Also, Bank MSB/LSB is not transmitted or received.
5. SYSTEM REALTIME MESSAGES
[rrH]
F8H: Timing clock
FAH: Start
FCH: Stop
FEH: Active sensing
Caution: If an error occurs during MIDI reception, the Damper,
Sostenuto, and Soft effects for all channels are turned off and
an All Note Off occurs.
6. SYSTEM EXCLUSIVE MESSAGES
(Yamaha MIDI Format)
Panel Data Transmit
Data format: [F0H] -> [43H] -> [0nH] -> [7CH] -> ... -> [F7H]
F0H, 43H, 0nH, 7CH (n: channel number)
00H, 2BH (data length)
43H, 4CH, 20H, 20H (CL)
43H, 4CH, 50H, 27H, 30H, 33H (CLP’03)
30H, 30H (version x, y)
[PANEL DATA]
[CHECK SUM (1byte)] = 0-(43H+4CH+20H+......+Data end)
F7H
• Panel Data Contents
•Panel data send requests cannot be received.
7. SYSTEM EXCLUSIVE MESSAGES
(Universal System Exclusive)
(1) Universal Realtime Message
Data format: [F0H] -> [7FH] -> [XnH] -> [04H] -> [01H] ->
[llH] -> [mmH] -> [F7H]
MIDI Master Volume
Simultaneously changes the volume of all channels.
When a MIDI master volume message is received, the volume
only has affect on the MIDI receive channel, not the panel
master volume.
F0H = Exclusive status
7FH = Universal Realtime
7FH = ID of target device
04H = Sub-ID #1=Device Control Message
01H = Sub-ID #2=Master Volume
ll
H = Volume LSB
mmH =
Volume MSB
F7H = End of Exclusive
or
F0H = Exclusive status
7FH = Universal Realtime
XnH = When n is received n=0~F, whichever is received.
X = don’t care
04H = Sub-ID #1=Device Control Message
01H = Sub-ID #2=Master Volume
ll
H = Volume LSB
mmH =
Volume MSB
F7H = End of Exclusive
Printed on the
panel [VARIATION]
button Voice Name MSB
(0-127)
LSB
(0-127)
P.C#
(1-128)
GRANDPIANO 1 OFF GrandPiano1 0 122 1
ON (Variation) 0 123 1
GRANDPIANO 2 OFF GrandPiano2 0 112 1
ON (Variation) 0 112 2
E.PIANO1 OFF E.Piano1 0 122 6
ON (Variation) 0 122 89
E.PIANO2 OFF E.Piano2 0 122 5
ON (Variation) 0 123 5
CLAVI./HARPSI. OFF Clavi. 0 122 8
ON Harpsichord 0 122 7
VIBES/GUITAR OFF Vibraphone 0 122 12
ON NylonGuitar 0 122 25
CHURCH
ORGAN OFF ChurchOrgan 0 123 20
ON (Variation) 0 122 20
JAZZ ORGAN OFF JazzOrgan 0 122 17
ON (Variation) 0 123 17
STRINGS OFF Strings 0 122 49
ON SlowStrings 0 122 50
CHOIR OFF Choir 0 122 53
ON SlowChoir 0 123 53
WOOD BASS OFF WoodBass 0 122 33
ON (Variation) 0 124 33
E.BASS OFF E.Bass 0 122 34
ON (Variation) 0 122 36
Data Transmission Reception
F8H Transmitted every
96 clocks Received as 96-clock tempo timing
when MIDI clock is set to External
FAH Recorder start Recorder start
Not received when the MIDI clock is
set to Internal.
FCH Recorder stop Recorder stop
Not received when the MIDI clock is
set to Internal.
FEH Transmitted every
200 milliseconds
If a signal is not received via MIDI for
more than 400 milliseconds, the
same processing will take place for
All Sound Off, All Notes Off and Reset
All Controllers as when those signals
are received.
(1) 1'st Voice
(2) Dual On/Off
(3) Dual Voice
(4) Dual Balance
(5) Dual Detune
(6) Dual Voice1 Octave
(7) Dual Voice2 Octave
(8) Dual Voice1 Effect Depth
(9) Dual Voice2 Effect Depth
(10) Split On/Off
(11) Split Voice
(12) Split Point
(13) Split Balance
(14) Split Voice1 Octave
(15) Split Voice2 Octave
(16) Split Voice1 Effect Depth
(17) Split Voice2 Effect Depth
(18) Split Dumper Mode
(19) Reverb Type 1
(20) Reverb Type 2
(21) Reverb Depth 1
(22) Reverb Depth 2
(23) Effect Type 1
(24) Effect Type 2
(25) Effect Depth
(26) Variation On/Off
(27) Touch Sensitivity
(28) Fixed Data
(29) Absolute tempo low byte
(30) Absolute tempo high byte
(31) Key-Off Sampling Depth
P-90
59
11.SYSTEM EXCLUSIVE MESSAGES (Others)
Data format:
[F0H] -> [43H] -> [1nH] -> [27H] -> [30H] -> [00H]
-> [00H] -> [mmH] -> [
ll
H] -> [ccH] -> [F7H]
Master Tuning (XG and last message priority) simultaneously
changes the pitch of all channels.
F0H = Exclusive Status
43H = Yamaha ID
1nH = When received, n=0~F.
When transmitted, n=0.
27H = Model ID of TG100
30H = Sub ID
00H
00H
mmH =Master Tune MSB
ll
H = Master Tune LSB
ccH = don’t care (under 7FH)
F7H = End of Exclusive
<Table 1>
MIDI Parameter Change table (SYSTEM)
Address (H) Size (H) Data (H) Parameter Description Default value (H)
00 00 00 4 020C - 05F4(*1) MASTER TUNE -50 - +50[cent] 00 04 00 00
01 1st bit 3 - 0
bit 15 - 12 400
02 2nd bit 3 - 0
bit 11 - 8
03 3rd bit 3 - 0
bit 7 - 4
4th bit 3 - 0
bit 3 - 0
04 1 00 - 7F MASTER VOLUME 0 - 127 7F
05 1
06 1 34 - 4C(*2) TRANSPOSE -12 - +12[semitones] 40
7E 00 XG SYSTEM ON 00=XG system ON
7F 00 RESET ALL PARAMETERS 00=ON (receive only)
TOTAL SIZE 07
*1: Values lower than 020CH select -50 cents. Values higher than 05F4H select +50 cents.
*2: Values from 28H through 33H are interpreted as -12 through -1. Values from 4DH through 58H are interpreted as +1 through +12.
<Table 2>
MIDI Parameter Change table (EFFECT 1)
Refer to the “Effect MIDI Map” for a complete list of Reverb, Chorus and Variation type numbers.
Address (H) Size (H) Data (H) Parameter Description Default value (H)
02 01 00 2 00-7F REVERB TYPE MSB Refer to Effect MIDI Map 01(=HALL1)
00-7F REVERB TYPE LSB 00 : basic type 00
02 01 40 2 00-7F VARIATION TYPE MSB Refer to Effect MIDI Map 00(=Effect off)
00-7F VARIATION TYPE LSB 00 : basic type 00
• “VARIATION” refers to the EFFECT on the panel.
<Table 3>
MIDI Parameter Change table (MULTI PART)
Address (H) Size (H) Data (H) Parameter Description Default value (H)
08 nn 11 1 00 - 7F DRY LEVEL 0 - 127 7F
nn = Part Number
• Effect MIDI Map
REVERB
MSB LSB
ROOM 02H 10H
HALL 1 01H 10H
HALL 2 01H 11H
STAGE 03H 10H
Sound board 03H 12H
EFFECT
MSB LSB
CHORUS 42H 10H
PHASER 48H 10H
TREMOLO 46H 10H
DELAY 05H 10H
P-90
60
MIDI-implementatie-overzicht
VerzendtFunctie... Herkent Opmerkingen
Basis-
kanaal
Noot-
nummer : Echte voice
Aanslag
After-
touch
Pitchbend
Besturings-
wijzigingen
Programma-
wijzigingen: Echte nrs.
Systeemexclusief
Algemeen :
Songpositie
:
Songselectie
: Stemmen
Systeem : Clock
Realtime :
Commando's
:
Al't geluid uit
Overige
:
Reset alle besturingen
:
Lokaal AAN/UIT
Bood-:
Alle noten UIT
schap-
: Actief meten
pen : Reset
Opmerkingen: *1= De ontvangstmode is altijd multitimbraal en polymode.
Mode
Standaard
Gewijzigd
Noot AAN
Noot UIT
Toetsen
Kanalen
0,32
7
11
64
66
67
91
94
1
1 - 16
Ø 9nH,v=1-127
˛ 9nH,v=0
˛
˛
Ø
Ø
Ø
Ø
˛
˛
Ø
Ø
Ø
Ø
Ø
Ø
Ø
Ø
Ø
Ø
Ø
**************
˛
˛
˛
Ø
Ø
Ø
Ø
˛
Ø
Ø
˛
3
˛
**************
9 - 120
**************
Ø
Mode 1 : OMNI AAN, POLY Mode 2 : OMNI AAN,MONO
Mode 3 : OMNI UIT, POLY Mode 4 : OMNI UIT,MONO
˛
1
1 - 16
Ø 9nH,v=1-127
˛
9nH,v=0 of 8nH
˛
˛
˛
˛
˛
˛
Ø
Ø
Ø (120,126,127)
Ø (121)
Ø (122)
Ø (123-125)
Ø
˛
1
˛
˛
*1
0 - 127
0 - 127
Ø
Ø : Ja
˛ : Nee
Standaard
Boodschappen
Gewijzigd
Alleen polymode
YAMAHA [ Elektronische piano ] Datum: 08-01-2003
Model P-90 MIDI-implementatie-overzicht
Versie: 1.0
Bankselectie
Volume
Expressie
Demper
Sostenuto
Softpedaal
Reverbdiepte
Effectdiepte
Ø
P-90
61
Specificaties
*De specificaties en beschrijvingen in de handleiding zijn uitsluitend voor informatieve doeleinden. Yamaha Corp. houdt zich het
recht voor om producten of hun specificaties op elk gewenst moment te wijzigen of te modificeren, zonder kennisgeving. Aangezien
specificaties, apparatuur en opties per locatie kunnen verschillen, kunt u het best contact opnemen met uw Yamaha leverancier.
Item Specificatie
TOETSENBORD 88 Toetsen (A-1–C7)
KLANKOPWEKKING AWM Dynamische Stereo Sampling
POLYFONIE 64 noten maximaal
VOICESELECTIE 24 voices (inclusief variatie)
REVERB ROOM, HALL 1, HALL 2, STAGE
EFFECT CHORUS, PHASER, TREMOLO, DELAY
DEMOSONGS 12 Voicedemosongs, 9 Pianovoicedemosongs, 50 Presetsongs
AANSLAGGEVOELIGHEID
HARD, MEDIUM, SOFT, FIXED
SONGREGELAARS PRESET, TRACK 1, 2, START/STOP, REC
PEDAALBESTURING SUSTAIN
OVERIGE REGELAARS
MASTER VOLUME, BRILLIANCE, DEMO, TRANSPOSE, SPLIT,
METRONOME START/STOP, TEMPO/FUNCTION#, FUNCTION, –/NO, +/YES, LED-display
,
HOST SELECT
AANSLUITINGEN UITGANGEN: L- en R-tulpplugaansluitingen, L/L+R- en R-steekplugaansluitingen,
MIDI IN/OUT, TO HOST, PHONES x 2, SUSTAIN, DC IN 12V
SPANNINGSVOORZIENING
Yamaha PA-3C netadapter
AFMETINGEN (B x D x H) 1347 x 285 x 128 mm (53" x 11-1/4" x 5")
GEWICHT 16,9 Kg (37lbs., 4oz)
* This applies only to products distributed by YAMAHA CORPORATION OF AMERICA. (class B)
FCC INFORMATION (U.S.A.)
1.
IMPORTANT NOTICE: DO NOT MODIFY THIS UNIT!
This product, when installed as indicated in the instruc-
tions contained in this manual, meets FCC require-
ments. Modifications not expressly approved by
Yamaha may void your authority, granted by the FCC, to
use the product.
2.
IMPORTANT:
When connecting this product to acces-
sories and/or another product use only high quality
shielded cables. Cable/s supplied with this product
MUST be used. Follow all installation instructions. Fail-
ure to follow instructions could void your FCC authoriza-
tion to use this product in the USA.
3.
NOTE:
This product has been tested and found to com-
ply with the requirements listed in FCC Regulations,
Part 15 for Class “B” digital devices. Compliance with
these requirements provides a reasonable level of
assurance that your use of this product in a residential
environment will not result in harmful interference with
other electronic devices. This equipment generates/
uses radio frequencies and, if not installed and used
according to the instructions found in the users manual,
may cause interference harmful to the operation of
other electronic devices. Compliance with FCC regula-
tions does not guarantee that interference will not occur
in all installations. If this product is found to be the
source of interference, which can be determined by
turning the unit “OFF” and “ON”, please try to eliminate
the problem by using one of the following measures:
Relocate either this product or the device that is being
affected by the interference.
Utilize power outlets that are on different branch (circuit
breaker or fuse) circuits or install AC line filter/s.
In the case of radio or TV interference, relocate/reorient
the antenna. If the antenna lead-in is 300 ohm ribbon
lead, change the lead-in to co-axial type cable.
If these corrective measures do not produce satisfac-
tory results, please contact the local retailer authorized
to distribute this type of product. If you can not locate
the appropriate retailer, please contact Yamaha Corpo-
ration of America, Electronic Service Division, 6600
Orangethorpe Ave, Buena Park, CA90620
The above statements apply ONLY to those products
distributed by Yamaha Corporation of America or its
subsidiaries.
Neem voor details over producten alstublieft contact op met uw
dichtstbijzijnde Yamaha-vertegenwoordiging of de geautoriseerde
distributeur uit het onderstaande overzicht.
CANADA
Yamaha Canada Music Ltd.
135 Milner Avenue, Scarborough, Ontario,
M1S 3R1, Canada
Tel: 416-298-1311
U.S.A.
Yamaha Corporation of America
6600 Orangethorpe Ave., Buena Park, Calif. 90620,
U.S.A.
Tel: 714-522-9011
MEXICO
Yamaha de Mexico S.A. De C.V.,
Departamento de ventas
Javier Rojo Gomez No.1149, Col. Gpe Del
Moral, Deleg. Iztapalapa, 09300 Mexico, D.F.
Tel: 686-00-33
BRAZIL
Yamaha Musical do Brasil LTDA.
Av. Rebouças 2636, São Paulo, Brasil
Tel: 011-853-1377
ARGENTINA
Yamaha Music Latin America, S.A.
Sucursal de Argentina
Viamonte 1145 Piso2-B 1053,
Buenos Aires, Argentina
Tel: 1-4371-7021
PANAMA AND OTHER LATIN
AMERICAN COUNTRIES/
CARIBBEAN COUNTRIES
Yamaha Music Latin America, S.A.
Torre Banco General, Piso 7, Urbanización Marbella,
Calle 47 y Aquilino de la Guardia,
Ciudad de Panamá, Panamá
Tel: +507-269-5311
THE UNITED KINGDOM
Yamaha-Kemble Music (U.K.) Ltd.
Sherbourne Drive, Tilbrook, Milton Keynes,
MK7 8BL, England
Tel: 01908-366700
IRELAND
Danfay Ltd.
61D, Sallynoggin Road, Dun Laoghaire, Co. Dublin
Tel: 01-2859177
GERMANY
Yamaha Music Central Europe GmbH
Siemensstraße 22-34, 25462 Rellingen, Germany
Tel: 04101-3030
SWITZERLAND/LIECHTENSTEIN
Yamaha Music Central Europe GmbH,
Branch Switzerland
Seefeldstrasse 94, 8008 Zürich, Switzerland
Tel: 01-383 3990
AUSTRIA
Yamaha Music Central Europe GmbH,
Branch Austria
Schleiergasse 20, A-1100 Wien, Austria
Tel: 01-60203900
THE NETHERLANDS
Yamaha Music Central Europe,
Branch Nederland
Clarissenhof 5-b, 4133 AB Vianen, The Netherlands
Tel: 0347-358 040
BELGIUM/LUXEMBOURG
Yamaha Music Central Europe GmbH,
Branch Belgium
Rue de Geneve (Genevastraat) 10, 1140 - Brussels,
Belgium
Tel: 02-726 6032
FRANCE
Yamaha Musique France, S.A.
Division Professionnelle
BP 70-77312 Marne-la-Vallée Cedex 2, France
Tel: 01-64-61-4000
ITALY
Yamaha Musica Italia S.P.A.
Combo Division
Viale Italia 88, 20020 Lainate (Milano), Italy
Tel: 02-935-771
SPAIN/PORTUGAL
Yamaha-Hazen Música, S.A.
Ctra. de la Coruna km. 17, 200, 28230
Las Rozas (Madrid), Spain
Tel: 91-639-8888
GREECE
Philippos Nakas S.A. The Music House
147 Skiathou Street, 112-55 Athens, Greece
Tel: 01-228 2160
SWEDEN
Yamaha Scandinavia AB
J. A. Wettergrens Gata 1
Box 30053
S-400 43 Göteborg, Sweden
Tel: 031 89 34 00
DENMARK
YS Copenhagen Liaison Office
Generatorvej 8B
DK-2730 Herlev, Denmark
Tel: 44 92 49 00
FINLAND
F-Musiikki Oy
Kluuvikatu 6, P.O. Box 260,
SF-00101 Helsinki, Finland
Tel: 09 618511
NORWAY
Norsk filial av Yamaha Scandinavia AB
Grini Næringspark 1
N-1345 Østerås, Norway
Tel: 67 16 77 70
ICELAND
Skifan HF
Skeifan 17 P.O. Box 8120
IS-128 Reykjavik, Iceland
Tel: 525 5000
OTHER EUROPEAN COUNTRIES
Yamaha Music Central Europe GmbH
Siemensstraße 22-34, 25462 Rellingen, Germany
Tel: +49-4101-3030
Yamaha Corporation,
Asia-Pacific Music Marketing Group
Nakazawa-cho 10-1, Hamamatsu, Japan 430-8650
Tel: +81-53-460-2312
TURKEY/CYPRUS
Yamaha Music Central Europe GmbH
Siemensstraße 22-34, 25462 Rellingen, Germany
Tel: 04101-3030
OTHER COUNTRIES
Yamaha Music Gulf FZE
LB21-128 Jebel Ali Freezone
P.O.Box 17328, Dubai, U.A.E.
Tel: +971-4-881-5868
HONG KONG
Tom Lee Music Co., Ltd.
11/F., Silvercord Tower 1, 30 Canton Road,
Tsimshatsui, Kowloon, Hong Kong
Tel: 2737-7688
INDONESIA
PT. Yamaha Music Indonesia (Distributor)
PT. Nusantik
Gedung Yamaha Music Center, Jalan Jend. Gatot
Subroto Kav. 4, Jakarta 12930, Indonesia
Tel: 21-520-2577
KOREA
Yamaha Music Korea Ltd.
Tong-Yang Securities Bldg. 16F 23-8 Yoido-dong,
Youngdungpo-ku, Seoul, Korea
Tel: 02-3770-0661
MALAYSIA
Yamaha Music Malaysia, Sdn., Bhd.
Lot 8, Jalan Perbandaran, 47301 Kelana Jaya,
Petaling Jaya, Selangor, Malaysia
Tel: 3-703-0900
PHILIPPINES
Yupangco Music Corporation
339 Gil J. Puyat Avenue, P.O. Box 885 MCPO,
Makati, Metro Manila, Philippines
Tel: 819-7551
SINGAPORE
Yamaha Music Asia Pte., Ltd.
11 Ubi Road #06-00, Meiban Industrial Building,
Singapore
Tel: 65-747-4374
TAIWAN
Yamaha KHS Music Co., Ltd.
3F, #6, Sec.2, Nan Jing E. Rd. Taipei.
Taiwan 104, R.O.C.
Tel: 02-2511-8688
THAILAND
Siam Music Yamaha Co., Ltd.
121/60-61 RS Tower 17th Floor,
Ratchadaphisek RD., Dindaeng,
Bangkok 10320, Thailand
Tel: 02-641-2951
THE PEOPLE’S REPUBLIC OF CHINA
AND OTHER ASIAN COUNTRIES
Yamaha Corporation,
Asia-Pacific Music Marketing Group
Nakazawa-cho 10-1, Hamamatsu, Japan 430-8650
Tel: +81-53-460-2317
AUSTRALIA
Yamaha Music Australia Pty. Ltd.
Level 1, 99 Queensbridge Street, Southbank,
Victoria 3006, Australia
Tel: 3-9693-5111
NEW ZEALAND
Music Houses of N.Z. Ltd.
146/148 Captain Springs Road, Te Papapa,
Auckland, New Zealand
Tel: 9-634-0099
COUNTRIES AND TRUST
TERRITORIES IN PACIFIC OCEAN
Yamaha Corporation,
Asia-Pacific Music Marketing Group
Nakazawa-cho 10-1, Hamamatsu, Japan 430-8650
Tel: +81-53-460-2312
NORTH AMERICA
CENTRAL & SOUTH AMERICA
EUROPE
AFRICA
MIDDLE EAST
ASIA
OCEANIA
HEAD OFFICE
Yamaha Corporation, Pro Audio & Digital Musical Instrument Division
Nakazawa-cho 10-1, Hamamatsu, Japan 430-8650
Tel: +81-53-460-2445
SY29
M.D.G., Pro Audio & Digital Musical Instrument Division, Yamaha Corporation
© 2003 Yamaha Corporation
Productie Nederlandstalige handleiding: TerrActs (www.terracts.nl)
Yamaha-website
http://www.yamaha.nl/
Yamaha Manual Library (handleidingenbibliotheek)
http://www2.yamaha.co.jp/manual/dutch/


Product specificaties

Merk: Yamaha
Categorie: Piano electronisch
Model: P90

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Yamaha P90 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Piano electronisch Yamaha

Yamaha

Yamaha CE25 Handleiding

16 Augustus 2022
Yamaha

Yamaha CLP-155 Handleiding

15 Augustus 2022
Yamaha

Yamaha EMR-1 Handleiding

16 Augustus 2022
Yamaha

Yamaha GS1 Handleiding

17 Augustus 2022
Yamaha

Yamaha DU1E3 PE Handleiding

17 Augustus 2022
Yamaha

Yamaha CVP-83S Handleiding

17 Augustus 2022
Yamaha

Yamaha P-125 Handleiding

17 Augustus 2022
Yamaha

Yamaha DC3M2XG Handleiding

17 Augustus 2022
Yamaha

Yamaha CP7 Handleiding

15 Augustus 2022

Handleiding Piano electronisch

Nieuwste handleidingen voor Piano electronisch