Panasonic lumix dmc zx3eg t Handleiding

Panasonic Digitale camera lumix dmc zx3eg t

Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Panasonic lumix dmc zx3eg t (189 pagina's) in de categorie Digitale camera. Deze handleiding was nuttig voor 35 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/189
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen
alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.
Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
Model Nr. DMC-ZX3
VQT2Q22
until
2010/2/8
- 2 -
Inhoud
Voor Gebruik
Beknopte gebruiksaanwijzingen................4
Standaard accessoires..............................6
Namen van de onderdelen........................7
Voorbereiding
Opladen van de Batterij.............................9
• Uitvoertijd en aantal te maken
beelden bij benadering .....................12
Een kaart (optioneel) of batterij in het
toestel doen.............................................14
Over het ingebouwde geheugen/
de kaart ...................................................16
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).........................................18
• De klokinstelling veranderen .............19
Menu instellen.........................................20
• Menuonderdelen instellen.................22
• Gebruik van het snelle menu ............24
Over het set-up Menu .............................25
Selecteren van de [OPNAME]-functie
en opnemen van stilstaand beeld of
bewegend beeld......................................31
• Het stilstaande beeld maken.............33
• Opname van het bewegend beeld ....33
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische
functie (Intelligente Automatische
Functie) ...................................................34
• Scènedetectie ...................................35
• AF-opsporingsfunctie ........................36
• [Happy] kleur ([KLEURFUNCTIE]) ....36
• Instellingen in intelligente
automatische functie.........................37
Het maken van beelden met uw
favoriete instellingen
(Normale beeldfunctie)............................38
• Het focussen .....................................39
• Wanneer er niet op het onderwerp
scherpgesteld is (zoals wanneer
deze zich niet in het midden van de
samenstelling van het beeld dat u
wilt makenbevindt) ............................39
• Golfstoring (camerabeweging)..........40
• Richtingfunctie ..................................40
Beelden maken met de zoom .................41
• M.b.v. de Optische Zoom/
M.b.v. de Extra Optische Zoom
(EZ)/M.b.v. de Intelligente Zoom/
M.b.v. de Digitale Zoom....................41
Beelden terugspelen ([NORMAAL AFSP.]) ....44
• Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen) .................45
• De terugspeelzoom gebruiken ..........46
• Schakelen van de [AFSPELEN]
functie ...............................................46
Beelden wissen .......................................47
• Om een enkele opname uit te
wissen ...............................................47
• Om meerdere beelden (tot 50) te
wissen of alle beelden te wissen.......48
Geavanceerd (Opnamebeelden)
Over de LCD-monitor ..............................49
Beelden maken met de ingebouwde flits ...51
• Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen..........................................51
Close-up’s maken....................................56
• [MACRO-AF] .....................................56
• [MACRO ZOOM] ...............................57
Opnamen maken met de zelfontspanner.... 58
Belichtingscompensatie...........................59
Beelden maken met Auto Bracket...........60
Beelden maken die met de scène die
opgenomen wordt overeenkomen
(Scènefunctie) .........................................61
• Het registreren van scènes in
scènefunctie (Mijn scènefunctie).......61
• Het selecteren van de scènefunctie
voor elke opname (Scènefunctie) .....62
• [PORTRET] .......................................63
• [GAVE HUID] ....................................63
• [TRANSFORMEREN] .......................63
• [ZELFPORTRET] ..............................64
• [LANDSCHAP] ..................................64
• [PANORAMA ASSIST]......................65
• [SPORT]............................................66
• [NACHTPORTRET]...........................66
• [NACHTL. SCHAP] ...........................66
• [VOEDSEL] .......................................67
• [PARTY] ............................................67
• [KAARSLICHT]..................................67
• [BABY1]/[BABY2] ..............................68
• [HUISDIER] .......................................69
• [ZONSONDERG.] .............................69
• [H. GEVOELIGH.] .............................69
• [HI-SPEED BURST] ..........................70
• [FLITS-BURST] .................................71
• [STERRENHEMEL]...........................72
• [VUURWERK] ...................................72
• [STRAND] .........................................73
• [SNEEUW] ........................................73
• [LUCHTFOTO] ..................................73
• [SPELDENPRIK] ...............................74
• [ZANDSTRAAL] ................................74
• [HOGE DYNAMIEK]..........................75
• [FOTO FRAME].................................75
• [ONDER WATER] .............................76
- 3 -
Opname Bewegend Beeld ......................77
• Veranderen van
[OPNAMEFUNCTIE] en
[OPN. KWALITEIT]...........................81
Een beeld maken met Gezichtsdetectie
functie......................................................84
• Gezichtsinstellingen ..........................85
• Instellen van Automatische
Registratie/Gevoeligheid...................89
• Automatische Registratie ..................90
Handige Functies op uw
reisbestemmingen (Reisfunctie)..............91
• [REISDATUM]...................................91
• [LOCATIE].........................................92
• [WERELDTIJD] .................................93
Het functiemenu [OPNAME]
gebruiken ................................................95
• [FOTO RES.].....................................95
• [KWALITEIT] .....................................96
• [ASPECTRATIO]...............................97
• [SLIMME ISO] ...................................97
• [GEVOELIGHEID].............................98
• [WITBALANS] ...................................99
• [GEZICHT HERK.] ..........................101
• [AF MODE]......................................101
• [PRE AF] .........................................104
• [I. EXPOSURE] ...............................104
• [KORTE SLUITERT.] ......................105
• [BURSTFUNCTIE] ..........................106
• [I.RESOLUTIE]................................107
• [DIG. ZOOM]...................................107
• [KLEURFUNCTIE] ..........................108
• [STABILISATIE] ..............................109
• [AUDIO OPNAME] ..........................110
• [AF ASS. LAMP] .............................111
• [RODE-OGEN CORR] ....................111
• [KLOKINST.] ...................................111
Het functiemenu
[BEWEGEND BEELD] gebruiken..........112
• [OPNAMEFUNCTIE].......................112
• [OPN. KWALITEIT] .........................112
• [CONTINU AF] ................................112
• [WINDREDUCTIE] ..........................112
Het maken en bekijken van
clipboardbeelden
(Clipboardfunctie)..................................113
• Het maken van clipboardbeelden ...113
• Clipboardbeelden bekijken..............115
Tekst Invoeren ......................................117
Geavanceerd (Terugspelen)
Beeld in Opeenvolging Afspelen
(Diavoorstelling) ....................................118
Selecteren van Beelden en deze
Terugspelen ..........................................121
• [MODE PLAY] .................................121
• [REIS AFSPELEN]..........................122
• [CATEGOR. AFSP.] ........................123
• [FAVORIET AFSP.] .........................124
Bewegende beelden terugspelen/
Beelden met geluid................................125
• Bewegende beelden .......................125
• Beelden met geluid .........................126
Creëren van foto’s uit een video............127
Het functiemenu [AFSPELEN]
gebruiken...............................................128
• [KALENDER]...................................128
• [TITEL BEW.] ..................................129
• [SPLITS VIDEO]..............................130
• [TEKST AFDR.]...............................131
• [NW. RS.] De beeldgrootte
(aantal pixels) reduceren ................134
• [BIJSNIJD.]......................................135
• [LEVELING].....................................136
• [LCD ROTEREN] ............................137
• [FAVORIETEN] ...............................138
• [PRINT INST.] .................................139
• [BEVEILIGEN].................................141
• [GEZ.HERK. BEW.].........................142
• [KOPIE] ...........................................143
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden terugspelen op een
TV-scherm.............................................144
• Opnamen terugspelen met de
AV-kabel (bijgeleverd).....................144
• Opnamen terugspelen op een TV
met een slot voor een
SD-geheugenkaart..........................145
• Afspelen op de TV met de
HDMI-aansluiting ............................145
Opslaan van de opgenomen
stilstaande beelden en bewegende
beelden..................................................151
• Kopieer het afspeelbeeld m.b.v.
een AV-kabel ..................................151
• Kopiëren naar een PC met gebruik
van “PHOTOfunSTUDIO 5.0 HD
Edition”............................................152
Aansluiting op de PC.............................153
Beelden afdrukken ................................157
• Een beeld kiezen en uitprinten........158
• Meerdere beelden kiezen en
uitprinten .........................................159
• Printinstellingen...............................160
Overige
Schermdisplay.......................................163
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik....166
Waarschuwingen op het scherm ...........172
Problemen oplossen..............................175
Aantal mogelijke beelden en
beschikbare opnametijd ........................184
Voor Gebruik
- 4 -
Voor Gebruik
Beknopte gebruiksaanwijzingen
Dit is een beknopt overzicht van hoe u opnamen opneemt en terugspeelt met het toestel.
Bij elke stap controleert u de pagina’s waarnaar verwezen wordt en die tussen haakjes
staan.
De batterij opladen. (P9)
De batterij wordt niet opgeladen voor
de verzending. Laad dus de batterij
eerst op.
plug-in-type
inlaattype
Doe de batterij en de kaart in het
toestel. (P14)
Als u geen kaart gebruikt, kunt u
opnamen opnemen of terugspelen met
het ingebouwde geheugen. (P16)
P17 raadplegen als u een kaart
gebruikt.
Zet het toestel aan om opnamen te
maken.
1Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
2Druk de ontspanknop in om opnamen
te maken. (P33)
90
ONOFF
- 5 -
Voor Gebruik
Speel de opnamen terug af.
1Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [(].
2Kies de opname die u wil bekijken.
(P44)
Voor Gebruik
- 6 -
Standaard accessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied
waar u de camera hebt gekocht.
Voor details over de accessoires, de Basisgebruiksaanwijzing raadplegen.
Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
Batterijoplader wordt aangegeven als batterijoplader of oplader in de tekst.
De SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden
aangegeven als kaart in de tekst.
De kaart is optioneel.
U kunt beelden maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart
gebruikt.
Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meegeleverde accessoires
verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)
- 7 -
Voor Gebruik
Namen van de onderdelen
1 Flits (P51)
2 Lens (P167, 168)
3 Zelfontspannerlampje (P58)
AF-lamp (P111)
4 LCD-monitor (P49, 163)
5 [MENU/SET] knop (P18)
6 [DISPLAY] knop (P49)
7 [Q.MENU] (P24)/Wisknop (P47)
8 [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar (P20)
9 Bewegend beeldknop (P33, 77)
10 Cursorknoppen
A:3/Belichtingscompensatie (P59)/
Auto bracket (P60)/Fijne afstelling
witbalans (P100)
B: 4/Macrofunctie (P56)
AF-opsporing (P36, 103)
C: 2/Zelfontspannerknop (P58)
D:1/Flitsinstelknop (P51)
In deze handleiding, worden de cursorknoppen beschreven als afgebeeld in de
figuur hieronder of beschreven met 3/4/2/1.
bijv.: Wanneer u op de 4 (neer) knopdrukt
of Op 4 drukken
123
9
4
8
675
10
Voor Gebruik
- 8 -
11 Toestel AAN/UIT (P18)
12 Zoomhendeltje (P41)
13 Speaker (P125)
14 Microfoon (P78, 110)
15 Sluiterknop (P34)
16 Instelknop (P31)
17 Lusje voor handdraagriem
Zorg ervoor de handriem te bevestigen
wanneer u het toestel gebruikt om ervoor
te zorgen dat u deze niet zal laten vallen.
18 Objectiefcilinder
19 [HDMI] aansluiting (P146, 148)
20 [AV OUT/DIGITAL] aansluiting (P144,
153, 157)
21 Statiefbevestiging
Zet het statief goed vast als u het toestel
erop bevestigt.
22 Kaart/Batterijklep (P14)
23 Vrijgavehendeltje (P14)
24 DC-koppelaardeksel (P15)
Wanneer u een AC-adapter gebruikt, er
voor zorgen dat de DC-koppelaar van
Panasonic (optioneel) en de AC-adapter
(optioneel) gebruikt worden. Voor
verbindingsdetails, P15 raadplegen.
18
2
0
19
1
7
21 22
2324
- 9 -
Voorbereiding
Voorbereiding
Opladen van de Batterij
Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat
Gebruik hiervoor de oplader.
Dit apparaat heeft een functie die batterijen onderscheidt die veilig gebruikt kunnen
worden. De exclusieve batterij wordt ondersteund door deze functie. Batterijen die
gebruikt kunnen worden met dit apparaat zijn originele Panasonic batterijen of batterijen
gemaakt door derden die gebrevetteerd zijn door Panasonic. (Batterijen die niet
ondersteund kunnen worden door deze functie kunnen niet gebruikt worden.) De
kwaliteit, prestatie en veiligheid van batterijen gemaakt door derden die verschillen van
die, die als origineel beschouwd worden, hebben geen garantie.
Opladen
De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
Laad de batterij op met de oplader.
Laad de batterij op bij in een temperatuur tussen 10 oC en 35 oC. (Dit moet ook de temperatuur
van de batterij zelf zijn).
Het is opgemerkt dat er nep batterijpakketten die zeer op het echte product lijken
in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van
dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met interne bescherming om te
voldoen aan de eisen van geschikte veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid
dat deze batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden. U dient te weten
dat wij niet verantwoordelijk zijn voor eventuele ongelukken of storingen die als
een gevolg van het gebruik van een nep batterijpak gebeuren. Om er voor te
zorgen dat er veilige producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van
originele batterijpakketten van Panasonic.
Steek de batterij in de goede
richting.
Voorbereiding
- 10 -
Steek de stekker van de oplader
in het stopcontact.
De AC-kabel gaat niet helemaal in de
AC-aansluiting. Er blijft een stukje over
zoals op de afbeelding.
Het laden start als het lampje
[CHARGE] A groen oplicht.
Het laden is helemaal voltooid wanneer
het lampje [CHARGE] A uitgaat.
plug-in-type
inlaattype
Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
Nadat het opladen klaar is, ervoor
zorgen de stroomvoorzieningsinrichting
los te maken van de elektrische uitlaat.
90
- 11 -
Voorbereiding
Oplaadtijd
De aangegeven oplaadtijd is voor wanneer de batterij geheel leeg is geraakt. De
oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt is. De oplaadtijd voor de
batterij in hete/koude omgevingen of een batterij die lange tijd niet gebruikt is zou langer
kunnen zijn dan anders.
Oplaadtijd en aantal mogelijke beelden met het optionele batterijpakket zijn dezelfde als
hierboven.
Als het [CHARGE] lampje knippert
De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Gelieve de batterij opnieuw opladen in een
omgeving waar de temperatuur tussen 10 oC en 35 oC ligt.
De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek.
Batterijaanduiding
De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor.
[Deze verschijnt niet wanneer u de camera gebruikt met de AC-adapter (optioneel).]
De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. Laad de batterij
op of vervang deze met een geheel opgeladen batterij.
Aantekening
De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
De batterij kan opnieuw geladen worden wanneer deze nog enigszins opgeladen is, maar het
wordt niet aangeraden dat de batterijlading vaak aangevuld wordt terwijl de batterij nog
helemaal opgeladen is. (Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.)
Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen
worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
Oplaadtijd Ongeveer 130 min
Voorbereiding
- 12 -
Stilstaande beelden opnemen
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-monitor aan staat.
Met een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
De geleverde batterij gebruiken.
Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [AUTO].)
Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om het tweede beeld.
Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of andersom zetten bij elke opname.
Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen
afgekoeld zijn.
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de
pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af.
[Bijvoorbeeld, als u één beeld per twee minuten moest maken, dan zou het aantal
beelden gereduceerd worden tot ongeveer één vierde van het aantal beelden die
hierboven gegeven wordt (gebaseerd op één beeld per 30 seconden gemaakt).]
Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering
Aantal beelden Ongeveer 330 opnamen Volgens CIPA-standaard in normale
beeldfunctie
opnametijd Ongeveer 165 min
- 13 -
Voorbereiding
Terugspelen
Aantekening
De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de
omgeving en de gebruiksaanwijzing.
In de volgende gevallen worden de gebruikstijden bijvoorbeeld korter en wordt het aantal te
maken beelden verminderd.
In omgevingen met lage temperatuur, zoals skihellingen.
Wanneer u [AUTO POWER LCD] of [SPANNING LCD] (P25) gebruikt.
Wanneer operaties zoals flits en zoom herhaaldelijk gebruikt worden.
Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
Terugspeeltijd Ongeveer 300 min
Voorbereiding
- 14 -
Een kaart (optioneel) of batterij in het toestel doen
Controleer of het toestel uit staat.
We raden een kaart van Panasonic aan.
Zet de vrijgavehendeltje in de richting
van de pijl en open de batterij/kaartklep.
Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken.
Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij
de kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Doe deze er in totdat deze
vergrendeld wordt door de hendel A
terwijl u op de richting let waarin u deze
zet. Zet het hendeltje A in de richting
van de pijl om de batterij te verwijderen.
Kaart: Druk deze helemaal door totdat
deze klikt en let op de richting waarin u
deze erin doet. Om de kaart te
verwijderen, de kaart helemaal
doorduwen totdat deze klikt, trek deze er
vervolgens rechtop uit.
B: De verbindingsuiteinden van de kaart niet
aanraken.
De kaart kan beschadigd worden als deze niet goed in het toestel zit.
1:Sluit de kaart/batterijklep.
2:Zet de vrijgavehendeltje in de richting
van de pijl.
Als u de kaart/batterijklep niet helemaal kunt
sluiten, haalt u de kaart eruit en steekt u deze er
weer in.
- 15 -
Voorbereiding
Aantekening
Haal de batterij uit het toestel na gebruik. De batterij opslaan in de batterijhouder (bijgeleverd).
De batterij niet verwijderen zolang de LCD-monitor nog aan is aangezien de instellingen op het
toestel niet goed opgeslagen zouden kunnen worden.
De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere
apparatuur.
Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.
Voordat u de kaart of batterij eruit haalt, het toestel uitzetten en wachten de “LUMIX” display op
de LCD-monitor geheel uitgegaan is. (Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen
werken en zou de kaart zelf beschadigd kunnen worden of zouden de beelden verloren kunnen
gaan.)
M.b.v. een AC-adapter (optioneel) en een DC-koppelaar (optioneel) i.p.v. de
batterij
Zorg ervoor dat de AC-adapter (optioneel) en
DC-koppelaar (optioneel) aangeschaft worden in
een set. Niet gebruiken als deze apart verkocht
worden.
1Open de kaart/batterijklep.
2Doe de DC-koppelaar erin, lettend op de richting.
3Sluit de kaart/batterijklep.
Zorg ervoor dat de kaart-/batterijklep dicht is.
4Open de DC-koppelaardeksel A.
Als het moeilijk is te openen, de
koppelaarbescherming opendrukken van binnenuit
met de kaart-/batterijklep open.
5Doe de AC-adapter in een elektrische uitlaat.
6De AC-adapter B aan de [DC IN] aansluiting C
van de DC-koppelaar verbinden.
D De markeringen uitlijnen en erin zetten.
Zorg ervoor dat alleen de AC-adapter en de
DC-koppelaar voor dit toestel gebruikt worden. Het
gebruik van andere apparatuur zou schade kunnen
veroorzaken.
Aantekening
Gebruik altijd een originele Panasonic AC-adapter (optioneel).
Wanneer een AC-adapter gebruikt wordt, moet de AC-kabel gebruikt worden die bij de
AC-adapter geleverd is.
Sommige statieven kunnen niet bevestigd worden wanneer de DC-koppelaar aangesloten is.
Dit apparaat kan niet recht gezet worden wanneer de AC-adapter aangesloten is. Wanneer u
deze neerzet en aan hanteert, raden we aan deze op een zachte doek te plaatsen.
Zorg ervoor de AC-adapter los te koppelen wanneer u de kaart-/batterijdeur opent.
Als de AC-adapter en de DC-koppelaar niet nodig zijn, verwijder deze dan van het digitale
toestel. Tevens gelieve de DC-koppelaardeksel dicht houden.
Lees ook de handleiding voor de AC-adapter en de DC-koppelaar.
We raden aan dat u een batterij die voldoende opgeladen is of de AC-adapter gebruikt
wanneer u bewegende beelden maakt.
Als terwijl u bewegende beelden maakt m.b.v. de AC-adapter, de stroom onderbroken wordt
wegens het uitvallen van de stroom of als de AC-adapter losgekoppeld wordt enz., zal het
bewegende beeld dat gemaakt worden, niet gemaakt worden.
Voorbereiding
- 16 -
Over het ingebouwde geheugen/de kaart
U kunt uw beelden opslaan op een kaart. (P143)
Geheugengrootte: Ongeveer 40 MB
Op te nemen bewegende beelden: Alleen QVGA (320k240 pixels)
Het ingebouwde geheugen kan worden gebruikt als tijdelijke opslagruimte als de kaart vol
raakt.
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een
kaart.
De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit
apparaat.
Wanneer er geen kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen
worden in het ingebouwde geheugen en teruggespeeld worden.
Wanneer er wel een kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen
worden op de kaart en teruggespeeld worden.
Clipboardbeelden (P113) worden opgeslagen op het ingebouwde
geheugen zelfs als de kaart erin zit.
Als u het ingebouwde geheugen gebruikt
k>ð (toegangsaanduiding¢)
Als u de kaart gebruikt
(toegangaanduiding¢)
¢De kaartaanduiding wordt rood als er beelden met het ingebouwde geheugen (of de kaart)
worden gemaakt.
Ingebouwd geheugen
- 17 -
Voorbereiding
De volgende kaarten die overeenstemmen met de SD-videostandaard kunnen gebruikt
worden met dit toestel.
(Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
Alleen kaarten die het SDHC logo (dat aangeeft dat de kaart overeenstemt met de
SD-videostandaards) hebben, mogen gebruikt worden als 4 GB tot 32 GB kaarten.
Alleen kaarten die het SDXC logo (dat aangeeft dat de kaart overeenstemt met de
SD-videostandaards) hebben, mogen gebruikt worden als 48 GB tot 64 GB kaarten.
Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasses¢ met “Class 4” of hoger wanneer u bewegende
beelden opneemt in [AVCHD Lite]. Gebruik bovendien een kaart met een SD-snelheidsklasse
“Class 6” of hoger wanneer u video’s opneemt in [MOTION JPEG].
¢SD-snelheidsklasse is de snelheidstandaard m.b.t. continu schrijven.
Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
Aantekening
Zet dit apparaat niet uit, verwijder de batterijen of de kaart niet en koppel de AC-adapter
(optioneel) niet los wanneer de toegangsindicatie brandt [waneer er beelden
geschreven, gelezen of gewist worden of het ingebouwde geheugen of de kaart
geformatteerd (P30)] worden. Verder het toestel niet blootstellen aan vibratie, stoten of
statische elektriciteit.
De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen worden en dit apparaat
zou niet langer normaal kunnen werken.
Als de operatie faalt wegens vibratie, stoten of statische elektriciteit, de operatie
opnieuw uitvoeren.
Schrijfbescherming-schakelaar A voorzien (Wanneer deze schakelaar op de
[LOCK] positie staat, is er geen verdere gegevens schrijven, wissen of
formattering mogelijk. Het vermogen gegevens te schrijven, te wissen en te
formatteren wordt hersteld wanneer de schakelaar teruggezet wordt naar zijn
originele positie.)
De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken
of verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat
het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het
toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P30)
Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart
inslikken.
Kaart
Type kaart dat gebruikt kan
worden met dit toestel Opmerkingen
SD-geheugenkaart (8 MB tot
2GB) SDHC-geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten
kunnen alleen gebruikt worden in apparatuur die compatibel
is met the respectievelijke formaten ervan.
Controleer dat de PC en andere apparatuur compatibel zijn
wanneer u de SDXC-geheugenkaarten gebruikt.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
SDHC-geheugenkaart (4 GB
tot 32 GB)
SDXC-geheugenkaart (48 GB
tot 64 GB)
- 19 -
Voorbereiding
Op 2/1 drukken om de items (jaar, maand,
dag, uur, minuut, displayvolgorde
afbeelden of formaat tijddisplay) te
selecteren en dan op 3/4 drukken om in te
stellen.
A: De tijd in uw woongebied
B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied (P93)
: Annuleren zonder de klok in te stellen.
Selecteer ofwel [24 UURS] of [AM/PM] voor het formaat van de tijddisplay.
AM/PM wordt afgebeeld wanneer [AM/PM] geselecteerd is.
Wanneer [AM/PM] geselecteerd is als het formaat van de tijddisplay, wordt middernacht
afgebeeld als AM 12:00 en wordt twaalf uur’s middags afgebeeld als PM 12:00. Dit
displayformaat wordt veel gebruikt in de VS en elders.
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Op [MENU/SET] drukken.
Druk op [] om terug te keren naar het instellingenscherm.
Na het voltooien van de klokinstellingen, het toestel uitzetten. Zet het toestel vervolgens
weer aan, schakel naar opnamefunctie, en controleer dat de display de instellingen
weergeeft die uitgevoerd zijn.
Wanneer [MENU/SET] ingedrukt is om de instellingen te voltooien zonder dat de klok
ingesteld moet worden, de klok correct instellen door de De klokinstelling veranderen
procedure hieronder te volgen.
Selecteer [KLOKINST.] in het [OPNAME] of [SET-UP] menu, en druk op 1. (P22)
Deze kan veranderd worden in stappen 5, 6 en 7 om de klok in te stellen.
De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde
klokbatterij zelfs zonder de batterij. (De opgeladen batterij in het apparaat laten
gedurende 24 uur om de ingebouwde batterij op te laden.)
Aantekening
De klok wordt afgebeeld wanneer [DISPLAY] verschillende keren ingedrukt wordt tijdens
opname.
U kunt het jaar instellen van 2000 tot 2099.
Als de klok niet is ingesteld, wordt niet de juiste datum afgedrukt als u de datumafdruk op de
beelden instelt met [TEKST AFDR.] (P131) of de beelden laat afdrukken door een fotograaf.
Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op
het scherm van de camera wordt weergegeven.
De klokinstelling veranderen
:
:
Voorbereiding
- 20 -
Menu instellen
Het toestel wordt geleverd met menu’s die u de mogelijkheid
bieden instellingen te maken voor het maken van beelden en
deze terug te spelen precies zoals u wilt en menu’s die u de
mogelijkheid bieden meer plezier te hebben met het toestel
en deze met groter gemak te gebruiken.
In het bijzonder, bevat het [SET-UP] menu belangrijke
instellingen met betrekking tot de klok en de stroom van het
toestel. Controleer de instellingen van dit menu voordat u
overgaat tot het gebruik van het toestel.
A[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
! [OPNAME] functiemenu (P95 tot 111) [MODE] afspelen functiemenu
(P44, 118 tot 124)
Dit menu lat u de
kleuring,
gevoeligheid,
aspectratio, aantal
pixels en andere
aspecten instellen van
de beelden die u aan
het opnemen bent.
Dit menu laat u de
instelling selecteren
van de
afspeelmethodes
zoals afspelen of
diavoorstelling van
alleen de beelden die
ingesteld zijn als
[FAVORIETEN].
[BEWEGEND BEELD] functiemenu
(P112) ( [AFSPELEN] functiemenu (P128 tot 143)
Dit menu laat u de
[OPNAMEFUNCTIE],
[OPN. KWALITEIT] en
andere aspecten voor
bewegend
beeldopname
instellen.
Dit menu laat u de
Bescherming, Knip- of
Afdrukinstellingen,
enz. van gemaakte
beelden instellen.
- 21 -
Voorbereiding
Aantekening
Afhankelijk van de specificaties van het toestel, zou het niet mogelijk kunnen zijn bepaalde
functies in te stellen of zouden sommige functies niet kunnen werken onder bepaalde
omstandigheden waarin het toestel gebruikt wordt.
[REISMODUS] menu (P91 tot 94)
U kunt de vertrekdatum en de bestemming instellen wanneer u op reis
bent en ervoor zorgen dat de display van het toestel de plaatselijke
datum en tijd weergeeft.
Het [REISMODUS] menu kan ingesteld worden vanaf oftewel de
[OPNAME] functie of [AFSPELEN] Functie.
[SET-UP] menu (P25 tot 30)
Dit menu laat u de klokinstellingen uitvoeren, de werkingspieptoon
selecteren en anderen instellingen instellen die het gemakkelijker voor
u maken om het toestel te hanteren.
Het [SET-UP] menu kan ingesteld worden vanaf oftewel de [OPNAME]
functie of [AFSPELEN] Functie.
Voorbereiding
- 22 -
Deze sectie beschrijft hoe de instellingen van de normale beeldfunctie te selecteren en
dezelfde instelling vervolgens gebruikt kan worden voor het [AFSPELEN] menu en het
[SET-UP] menu.
Voorbeeld: Instelling [AF MODE] vanaf [Ø] naar [š] in de normale beeldfunctie
Menuonderdelen instellen
Zet het toestel aan.
A[MENU/SET] knop
B[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
CInstelknop
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
Wanneer u de [AFSPELEN] functiemenu-instellingen
selecteert, de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [(] zetten en verdergaan naar
stap 4.
Stel de functieknop in op [·].
Druk op [MENU/SET] om het menu af te
beelden.
U kunt ook naar de menuschermen overschakelen in
een menu-onderdeel door het zoomhendeltje te
verplaatsen.
Op 3/4 drukken om [AF MODE] te kiezen.
Selecteer het item helemaal onderaan en druk op 4
om naar het tweede scherm te gaan.
Op 1 drukken.
Afhankelijk van het item, zou de instelling ervan niet
kunnen verschijnen of zou het op een andere wijze
afgebeeld kunnen worden.
Op 3/4 drukken om [š] te kiezen.
ONOFF
- 23 -
Voorbereiding
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
Druk op [MENU/SET] om in te stellen.
Naar andere menu's schakelen
bijv.: Schakel naar het [SET-UP] menu
1Druk op [MENU/SET] om het menu af te
beelden.
2Op 2 drukken.
3Druk op 4 om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen.
4Op 1 drukken.
Selecteer een menu-item erna en stel het in.
Voorbereiding
- 24 -
M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige menu-instellingen gemakkelijk gevonden
worden.
Sommige menu-items kunnen niet ingesteld worden door de functies.
Gebruik van het snelle menu
Druk op [Q.MENU] en houd dit ingedrukt
tijdens het opnemen.
Druk op 3/4/2/1 om het menuonderdeel te
kiezen en de instelling en druk dan op
[MENU/SET] om het menu te sluiten.
ADe in te stellen items en de instellingen worden
afgebeeld.
A
- 25 -
Voorbereiding
Voer deze instellingen uit indien nodig.
Over het set-up Menu
[KLOKINST.], [BESPARING] en [AUTO REVIEW] zijn belangrijke items. Controleer de
instellingen ervan voordat u ze gebruikt.
In de Intelligente automatische functie, kunnen alleen [KLOKINST.], [TOON], [TAAL] en
[O.I.S. DEMO] (P30) ingesteld worden.
Voor details over hoe de [SET-UP] menu-instellingen geselecteerd moeten worden,
P22 raadplegen.
Raadpleeg P18 voor details.
Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet.
De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat
sommige onderwerpen anders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de
LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter niet de opgenomen beelden.
De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de
LCD-versterkingsfunctie. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer helder te
maken.
Als het scherm moeilijk te zien is vanwege zonlicht enz. dat erop schijnt, uw hand of een ander
voorwerp gebruiken om het licht te blokkeren.
Het aantal opneembare beeelden neemt af in Auto Power LCD-functie en Power LCD-functie.
[AUTO POWER LCD] kan niet geselecteerd worden in de terugspeelfunctie.
U [KLOKINST.] De datum en de tijd instellen.
r [TOON]
Hiermee stelt u de pieptoon en sluitertoon in.
r [TOONNIVEAU]:
[s] (Geluid uit)
[t] (Laag)
[u] (Hoge)
[SHUTTER VOL.]:
[ ] (Geluid uit)
[ ] (Laag)
[] (Hoge)
[PIEPTOON]:
[]/[]/[]
[SHUTTER TOON]:
[]/[]/[]
u [VOLUME] Stel het volume af van de luidspreker op één van de 7 niveaus.
[LCD MODE]
Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker om de
LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plekken bent.
[OFF]
[AUTO POWER LCD]:
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe
helder het om het toestel heen is.
[SPANNING LCD]:
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar
tijdens het opnemen ook buiten.
Voorbereiding
- 26 -
De [PATROON] instelling is vastgesteld op [ ] in de intelligente automatische functie en het
clipboardfunctie.
De weergave van de frames van filmopnames is slechts een benadering.
De weergave van deze frames kan verdwijnen wanneer met Tele gezoomd wordt, afhankelijk van de
instelling van het beeldformaat.
Dit kan niet gebruikt worden samen met de Intelligente automatische functie.
De ontspanknop tot de helft indrukken of het toestel uit- en aanzetten om [SLAAPSMODUS] te
annuleren.
[SLAAPSMODUS] is ingesteld op [5MIN.] in de Intelligente automatische functie en de
Clipboardfunctie.
[SLAAPSMODUS] werkt niet in de volgende gevallen.
Wanneer u de AC-adapter gebruikt
Wanneer u verbindt aan een PC of een printer
Wanneer u bewegende beelden opneemt of terugspeelt
Tijdens een diavoorstelling
[AUTO DEMO]
Het effect van de [LCD-ENERGIEB.] is lager in het Digital Zoombereik vergeleken met het Optische
Zoombereik.
Het effect van de [LCD-ENERGIEB.] zal het beeld dat gemaakt wordt niet beïnvloeden.
Instelling van [LCD MODE] heeft prioriteit over de instelling van [LCD-ENERGIEB.] m.b.t. de
herlderheid van de LCD-monitor.
[BEELDGROOTTE]
Verander de displaygrootte van sommige iconen en menuschermen.
[STANDARD]/[LARGE]
[RICHTLIJNEN]
Stel het patroon in van de richtlijnen die afgebeeld worden wanneer u
beelden maakt. U kunt ook instellen of u de beeldinformatie wel of niet
afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden. (P49)
[OPNAME INFO.]:
[OFF]/[ON]
[PATROON]:
[]/[]
[HISTOGRAM]
Dit biedt u de mogelijkheid om het histogram wel of niet af te
beelden. (P50)
[OFF]/[ON]
[ OPN.GEBIED]
Zichthoek voor bewegend beeldopname kan gecontroleerd worden.
[OFF]/[ON]
q [BESPARING]
U kunt de levensduur van de batterij conserveren door deze menu’s
in te stellen.
Bovendien wordt de batterijlevensduur behouden door de
LCD-monitor minder helder te zetten.
p [SLAAPSMODUS]:
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel niet
gebruikt wordt gedurende een op de instelling geselecteerde
tijdsperiode.
[OFF]/[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]
[LCD-ENERGIEB.]:
Helderheid van de LCD-monitor wordt verminderd. De
batterijlevensduur zal behouden worden door de beeldkwaliteit van
de LCD-monitor verder te verminderen tijdens de opname¢.
¢Met uitzondering van het Digitale Zoombereik.
[OFF]/[ON]
ECOECO
- 27 -
Voorbereiding
De Automatische overzichtsfunctie wordt geactiveerd ongeacht de instelling ervan wanneer u
Auto bracket (P60), [ZELFPORTRET] (P64), [HI-SPEED BURST] (P70), [FLITS-BURST] (P71)
en [FOTO FRAME] (P75) in Scènefunctie, Burst-functie (P106) gebruikt en wanneer u
stilstaande beelden opneemt met geluid (P110).
In intelligente automatische functie, is de automatische overzichtsfunctie vastgesteld op
[2SEC.].
[AUTO REVIEW] werkt niet in opname van bewegende beelden.
Het mapnummer wordt bijgewerkt en het bestandnummer vertrekt vanaf 0001. (P156)
U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen.
Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart
(P30) te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, het ingebouwde geheugen of de kaart eerst
formatteren en vervolgens deze functie gebruiken om het bestandsnummer opnieuw in te
stellen.
Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [JA] kiezen om het mapnummer opnieuw
in te stellen.
Wanneer de [RESETTEN] instelling geselecteerd is tijdens opname, wordt tegelijk ook de
operatie die de lens terugzet uitgevoerd. U zult het geluid hoeren van de lens die beweegt
maar dit is normaal en duidt niet op slechte werking.
Wanneer de [OPNAME] Functie-instellingen opnieuw gemaakt worden, worden de volgende
instellingen ook gemaakt.
Gegevens geregistreerd met [GEZICHT HERK.]
De instelling en registratie voor mijn scènefunctie (P61)
Wanneer [SET-UP] menu-instellingen opnieuw ingesteld worden, worden de volgende
instellingen ook opnieuw ingesteld. Verder wordt [LCD ROTEREN] (P137) ingesteld op [ON],
en wordt [FAVORIETEN] (P138) ingesteld op [OFF] in het [AFSPELEN] functiemenu.
De verjaardag- en naam instellingen voor [BABY1]/[BABY2] (P68) en [HUISDIER] (P69) in
Scènefunctie
De vertrek- en terugkomstdata van [REISDATUM] (P91), en de ingestelde inhoud van
[LOCATIE] (P92) en [WERELDTIJD] (P93) van de Reisfunctie
Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
o [AUTO REVIEW]
Stel in hoeveel tijd na de opname het beeld op het scherm
verschijnt.
[OFF]
[1SEC.]
[2SEC.]
[HOLD]: De beelden worden afgebeeld totdat erop een
willekeurige knop gedrukt wordt.
v [NR. RESET] Reset het bestandnummer van de volgende opname op 0001.
w [RESETTEN] De [OPNAME] of [SET-UP] menu-instellingen worden weer
teruggezet naar de begininstellingen.
- 29 -
Voorbereiding
¢1 Wanneer [VIDEO UIT] ingesteld is op [PAL]
¢2 Wanneer [VIDEO UIT] ingesteld is op [NTSC]
Interlacemethode/progressieve methode
i= interlace scanning (interliniëring scannen) houdt het scannen van het scherm in met de helft
van de effectieve scanninglijnen, elke 1/50 seconden, terwijl p= progressive scanning
(progressief scannen) een beeldsignaal van scannen met hoge densiteit inhoudt dat het
scherm scant met alle effectieve scanninglijnen, elke 1/50 seconden.
De [HDMI]-aansluiting op dit toestel is compatibel met high definition output [1080i]. Om
progressieve en high definition-beelden te kunnen bekijken, hebt u een compatibele TV nodig.
Als de beelden in [AUTO] niet naar de TV worden uitgevoerd, pas ze dan aan aan het
beeldformaat dat op uw TV kan worden weergegeven en selecteer het aantal effectieve
scanlijnen. (Lees de gebruiksaanwijzing van de TV.)
Dit werkt wanneer de HDMI-minikabel (optioneel) is aangesloten.
Raadpleeg P145 voor details.
Dit werkt wanneer de HDMI-minikabel (optioneel) is aangesloten.
Ga naar P148 voor meer informatie.
[HDMI-FUNCTIE]
Het formaat instellen voor de HDMI-output wanneer u afspeelt op
de HDMI-compatibele hoge definitie-TV die aangesloten is op dit
apparaat m.b.v. de HDMI-minikabel (optioneel).
[AUTO]:
De outputresolutie wordt automatisch ingesteld op basis van de
informatie die wordt verkregen van de aangesloten TV.
[1080i]:
Voor de output wordt gebruikgemaakt van de interlacemethode
met 1080 beschikbare scanlijnen.
[720p]:
De progressieve methode met 720 beschikbare scanlijnen wordt
gebruikt voor output.
[576p]¢1/[480p]¢2:
De progressieve methode met 576¢1/480¢2 beschikbare
scanlijnen wordt gebruikt voor output.
[VIERA Link]
Zo opzetten dat dit apparaat bediend kan worden door de
afstandsbediening van de VIERA door dit apparaat automatisch
vast te koppelen aan de apparaatuur van de VIERA-link die
compatibel is m.b.v. HDMI-minikabel (optioneel).
[OFF]: Operatie is uitgevoerd met de knoppen op dit apparaat.
[ON]: De VIERA Link-compatibele apparatuur kan op afstand
worden bediend. (Niet alle handelingen zijn mogelijk)
Het hoofdtoestel kan niet volledig met behulp van de
knoppen worden bediend.
Voorbereiding
- 30 -
Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en
DC-koppelaar (optioneel) wanneer u formatteert. Zet het toestel niet uit tijdens het formatteren.
Als er een kaar inzit, wordt alleen de kaart geformatteerd. Om het ingebouwde geheugen te
formatteren, de kaart verwijderen.
Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart
opnieuw op het toestel.
Het kan langer duren om het ingebouwde geheugen te formatteren dan de kaart.
Als u niet kunt formatteren, contact opnemen met de dealer of uw dichtstbijzijnde
Servicecentrum.
Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [~] in het pictogrammenmenu om de
gewenste taal in te stellen.
De stabilisatorfunctie wordt elke keer dat er op [MENU/SET] gedrukt wordt tussen [ON] en
[OFF] geschakeld tijdens de [O.I.S. DEMO].
In terugspeelfunctie, [O.I.S. DEMO] kan niet afgebeeld worden.
[O.I.S. DEMO] is een benadering.
Druk op [DISPLAY] om [O.I.S. DEMO] te sluiten.
[AUTO DEMO] heeft geen TV-outputmogelijkheid zelfs wanneer deze in de afspeelfunctie
staat.
Druk op [MENU/SET] om [AUTO DEMO] te sluiten.
[VERSIE DISP.] Het is mogelijk te controleren welke versie van bedrijfswaren op
het toestel zit.
[FORMATEREN]
Het ingebouwde geheugen of de kaart wordt geformatteerd. Het
formatteren wist alle gegevens onherroepelijk, dus controleer de
gegevens zorgvuldig voordat u formatteert.
~ [TAAL] De taal op het scherm instellen.
[DEMOFUNCTIE]
Geeft de hoeveelheid beeldbibber weer die het toestel
opgespoord heeft. ([O.I.S. DEMO])
De kenmerken van het toestel worden afgebeeld als
diavoorstellingen. ([AUTO DEMO])
[O.I.S. DEMO]
AHoeveelheid beeldbibber
BHoeveelheid beeldbibber na correctie
[AUTO DEMO]:
[OFF]
[ON]
DEMO
A B
- 31 -
Voorbereiding
Functieschakeling
Selecteren van de [OPNAME]-functie en opnemen
van stilstaand beeld of bewegend beeld
Zet het toestel aan.
A[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
BInstelknop
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
Schakelen tussen functies door aan de
instelknop te draaien.
Zet het deel C op de gewenste functie.
Draai de functieknop langzaam maar zeker om elke functie af te stellen.
(De functieknop draait 360 o)
ONOFF
SCN
MS1 MS2
NORMALE FOTO
Voorbereiding
- 32 -
Lijst van [OPNAME] functies
¦Intelligente automatische functie (P34)
De onderwerpen worden opgenomen met behulp van instellingen die automatisch
gebruikt worden door het toestel.
!Normale opnamefunctie (P38)
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
Mijn scènefunctie (P61)
De beelden worden genomen m.b.v. eerder geregistreerde opnamescènes.
ÛScènefunctie (P61)
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
ìKlembordfunctie (P113)
Opnemen als een memo.
- 35 -
Basiskennis
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in
kwestie in het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn
gewoonlijke rode kleur.
[¦] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen
ingesteld zijn.
Wanneer [ ], [ ] of [ ] geselecteerd is, vindt het toestel automatisch het gezicht van een
persoon, en zullen de focus en de belichting afgesteld worden. (Gezichtsdetectie) (P102)
Als er een statief gebruikt wordt, bijvoorbeeld, en het toestel heeft geoordeeld dat
toestelschudding minimaal is wanneer de scènefunctie geïdentificeerd is als [ ], zal de
sluitertijd ingesteld worden op een maximum van 8 seconden. Zorg ervoor het toestel niet te
bewegen terwijl u beelden maakt.
Wanneer [GEZICHT HERK.] ingesteld is op [ON] en er een gezicht dat op een geregistreerd
gezicht lijkt gevonden wordt, wordt [R] afgebeeld rechtsboven van [ ], [ ] en [ ].
¢Wanneer [GEZICHT HERK.] ingesteld is op [ON], zal [ ] alleen afgebeeld worden voor
verjaardagen van geregistreerde gezichten die al ingesteld zijn wanneer het gezicht van een
persoon 3 van jaar of ouder opgespoord wordt.
Aantekening
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène
geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
onderwerp, De kleur van het onderwerp, De afstand tot het onderwerp, Het contrast van het
onderwerp, Wanneer het onderwerp beweegt
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, In omstandigheden met weinig
licht, Als de camera heen en weer wordt geschud, Als de zoom wordt gebruikt
Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
Compensatie van de achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is.
In dit geval zal het onderwerp donker worden, dus deze functie compenseert het achterlicht
door het geheel van het beeld automatisch op te lichten.
Scènedetectie
¦>[i-PORTRET]
[i-LANDSCHAP]
[i-MACRO]
[i-NACHTPORTRET] Alleen wanneer [ ] geselecteerd is
[i-NACHTL. SCHAP]
[i-ZONSONDERG.]
[i-BABY]¢
Basiskennis
- 36 -
Het is mogelijk om de focus in te stellen op het gespecificeerde onderwerp. De focus zal
het onderwerp automatisch blijven volgen zelfs wanneer deze beweegt.
1Op 3 drukken.
[ ] wordt afgebeeld links bovenaan het scherm.
AF-opsporingsframe wordt afgebeeld in het midden van
het scherm.
Druk weer op 3 om te annuleren.
2Breng het onderwerp naar de AF-opsporingsframe
en druk op 4 om het onderwerp te vergrendelen.
AF-opsporingsframe zal geel worden.
Er zal een optimumscène voor het gespecificeerde
onderwerp gekozen worden.
Druk op 3 om te annuleren.
Aantekening
[GEZICHT HERK.] werkt niet tijdens AF-opsporing.
Gelieve de Aantekening m.b.t. de AF-opsporing lezen op P103.
In Intelligente Automatische Functie, kan [Happy] geselecteerd
worden in [KLEURFUNCTIE] van het [OPNAME] menu. Wanner
[Happy] geselecteerd is, is het mogelijk om automatisch een beeld
te maken met een hoger helderheidniveau voor de kleurhelderheid
en -levendigheid.
[ ] is afgebeeld op het opnamescherm wanneer [Happy]
geselecteerd is.
AF-opsporingsfunctie
[Happy] kleur ([KLEURFUNCTIE])
Basiskennis
- 38 -
[OPNAME] functie: ·
Het maken van beelden met uw favoriete
instellingen (Normale beeldfunctie)
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [OPNAME] menu
te veranderen.
Om de belichting af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te
donker eruit ziet (P59)
Om de kleuren af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te rood
eruit ziet (P99)
Wanneer u bewegende beelden opneemt (P77)
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
A[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
BInstelknop
Stel de functieknop in op [·].
Om de instelling te veranderen wanneer u beelden
maakt, naar Het functiemenu [OPNAME] gebruiken
(P95) verwijzen.
Richt de AF-zone op het punt waarop u
wenst scherp te stellen.
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen.
De focusaanduiding (groen) gaat branden wanneer er
op het onderwerp scherpgesteld is.
Het focusbereik is 50 cm (Breed)/2 m (Tele) tot .
Als er beelden gemaakt moeten worden op een nog
dichter bereik, Close-up’s maken (P56) raadplegen.
Druk de half ingedrukte ontspanknop
helemaal in om het beeld te maken.
De kaartaanduiding wordt (P16) rood als er opnamen
met het ingebouwde geheugen (of de kaart) worden
gemaakt.
- 39 -
Basiskennis
Richt de AF-zone op het onderwerp en druk vervolgens de ontspanknop tot de helft in.
AAanduiding voor de scherpstelling
BAF-zone (normaal)
CAF zone (wanneer u de digitale zoom gebruikt of wanneer het donker is)
DFocusbereik
ELensopening¢1
FSluitertijd¢1
GISO-gevoeligheid
¢1 Als er geen correcte belichting verkregen kan worden, zal dit aangegeven worden in het
rood. (Dit zal echter niet aangegeven worden in het rood wanneer de flits gebruikt wordt.)
¢2 Geluidsvolume kan ingesteld worden in [SHUTTER VOL.] (P25).
1De AF-zone op het onderwerp richten en vervolgens de ontspanknop tot de helft
indrukken om de focus em belichting vast te zetten.
2De ontspanknop half ingedrukt houden als u het toestel beweegt om het beeld
samen te stellen.
U kunt herhaaldelijk de acties in stap 1 opnieuw
proberen voordat u de ontspanknop volledig
indrukt.
Wij raden aan de gezichtsherkenningsfunctie
te gebruiken wanneer u opnamen van
mensen maakt. (P101)
Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen
Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder
contrast
Wanneer de display van het opneembare bereik in het rood verschenen is
Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen
Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet
Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van
zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij
Het focussen
Focus Wanneer er
scherpgesteld is op
het object
Wanneer er niet
scherpgesteld is
op het object
Aanduiding voor
de scherpstelling Aan Knippert
AF-zone Wit>Groen Wit>Rood
Geluid¢2Biept 2 keer Biept 4 keer
Wanneer er niet op het onderwerp scherpgesteld is (zoals wanneer deze
zich niet in het midden van de samenstelling van het beeld dat u wilt
makenbevindt)
B
E
DFG
A
C
1/301/30F3.3F3.3
ISOISO
80 80
1/30F3.3
ISO
80
1/301/30F3.3F3.3
ISOISO
80 80
1/30F3.3
ISO
80
Basiskennis
- 40 -
Wanneer de beeldbibber alert [ ] verschijnt, [STABILISATIE] (P109), een statief of de
zelfontspanner (P58) gebruiken.
De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het
moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in
dit geval het gebruik van een statief aan.
Langzame synchr/Reductie rode-ogeneffect
In [PANORAMA ASSIST], [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [PARTY],
[KAARSLICHT], [STERRENHEMEL], [VUURWERK] of [HOGE DYNAMIEK] in de
scènefunctie (P61)
Als de sluitertijd langzamer wordt in [KORTE SLUITERT.]
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal
(gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] (P137) ingesteld is op [ON])
De richtingdetectiefunctie zou niet correct kunnen werken als de opname uitgevoerd wordt met
het toestel op of neer gericht.
Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal
afgebeeld.
Golfstoring (camerabeweging)
Richtingfunctie
Basiskennis
- 42 -
Zoomtypes
Wanneer u de zoomfunctie gebruikt, zal er een schatting verschijnen van het
focusbereik samen met de staaf van de zoomafbeelding. (Voorbeeld: 0.5 m –)
¢Het uitvergrotingniveau verschilt afhankelijk van [FOTO RES.] en [ASPECTRATIO]
instelling.
Eigenschap Optische zoom Extra optische zoom (EZ)
Maximum
vergroting 8k16,9k¢
Beeldkwaliteit
Geen verslechtering Geen verslechtering
Condities Geen [FOTO RES.] met (P95) is
geselecteerd.
Schermdisplay
A[ ] is afgebeeld.
Eigenschap Intelligente Zoom Digitale zoom
Maximum
vergroting
10k (inclusief optische zoom 8k)
21,1k (inclusief extra optische zoom
16,9k)
32k (inclusief optische zoom 8k)
67,5k (inclusief extra optische zoom
16,9k)
40k (inclusief optische zoom en
[i.ZOOM] 10k)
84,4k (inclusief extra optische zoom
en [i.ZOOM] 21,1k)
Beeldkwaliteit
Geen merkbare achteruitgang Hoe hoger het vergrotingsniveau, hoe
groter de verslechtering.
Condities
[I.RESOLUTIE] (P107) op het
[OPNAME] menu is ingesteld op
[i.ZOOM].
[DIG. ZOOM] (P107) op het [OPNAME]
menu is ingesteld op [ON].
Schermdisplay
B[ ] wordt afgebeeld. CHet digitale zoombereik wordt
afgebeeld.
T
W
T
W
T
W
T
W
T
W
T
W
- 43 -
Basiskennis
Het mechanisme van de extra optische zoom
Wanneer u de beeldresolutie instelt op [ ] (3 miljoen pixels), wordt de 14M
(14,1 miljoen pixels) CCD-zone geconcentreerd in het midden van de 3M (3 miljoen
pixels) –zone om een beeld te maken met een hoger zoomeffect.
Aantekening
De digitale zoom kan niet ingesteld worden wanneer õ of ¨ geselecteerd is.
De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
“EZ” is een afkorting van “Extra optical Zoom”.
De optische zoom is ingesteld op Breed (1k) wanneer het toestel aanstaat.
Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw
scherpobject.
De objectiefcilinder wordt automatisch uit- of ingetrokken afhankelijk van de zoomstand.
Onderbreek de beweging van de objectiefcilinder niet terwijl u het zoomhendeltje verplaatst.
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, zou [STABILISATIE] niet effectief kunnen zijn.
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de
zelfontspanner (P58) aan om opnamen te maken.
[I.RESOLUTIE] is vastgesteld op [i.ZOOM] in Intelligente Automatische Functie, Scènefunctie¢
of Clipboardfunctie.
¢[i.ZOOM] kan niet gebruikt worden in [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST],
[FLITS-BURST] of [SPELDENPRIK] in Scènefunctie.
De extra optische zoom kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
In macrozoom-functie
In [TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST],
[SPELDENPRIK] of [FOTO FRAME] in de scènefunctie
Wanneer u bewegende beelden opneemt
[DIG. ZOOM] kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
In [TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST],
[SPELDENPRIK], [ZANDSTRAAL] of [FOTO FRAME] in de scènefunctie
- 49 -
Geavanceerd (Opnamebeelden)
Geavanceerd (Opnamebeelden)
Over de LCD-monitor
Druk op [DISPLAY] om te wijzigen.
ALCD-monitor
B[DISPLAY] knop
Wanneer het menuscherm verschijnt, wordt de [DISPLAY] knop niet
geactiveerd. Tijdens de terugspeelzoomfunctie (P46), als u
bewegende beelden terugspoelt (P125) en tijdens een
diavoorstelling (P118), kunt u alleen kiezen tussen “Normale
weergave G” of “Geen weergave I”.
In opnamefunctie
In terugspeelfunctie
¢1 Als het [HISTOGRAM] in [SET-UP] menu ingesteld is op [ON], zal histogram afgebeeld
worden.
¢2 Deze zal schakelen tussen beschikbare opnametijd en het opnameaantal van opneembare
beelden.
¢3 Het patroon van de richtlijnen die afgebeeld worden door de instelling [RICHTLIJNEN] in
[SET-UP] menu instellen. U kunt ook instellen of u de opnameinformatie wel of niet
afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden.
Aantekening
In [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [STERRENHEMEL] en [VUURWERK] in
scènefunctie, is de richtlijn grijs. (P61)
In [FOTO FRAME] in scènefunctie, wordt de richtlijn niet afgebeeld. (P61)
C
Normale weergave
¢1, 2
D
Normale weergave
¢1, 2
ENon-display
FNon-display
(Opnamerichtlijn)¢1, 3
G
Normale weergave
HDisplay met
opname-informatie
¢
1
INon-display
7
7R1m24s
R1m24s
R1m24s
1/7
1/7
1/7 1/7
1/7
1/7
10:00 1.DEC.2010
10:00 1.DEC.2010
10:00 1.DEC.2010 10:00 1.DEC.2010
10:00 1.DEC.2010
10:00 1.DEC.2010
Geavanceerd (Opnamebeelden)
- 50 -
Opnamerichtlijn
Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale
en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze
lijnen, kunt u opnamen maken met goed
ontworpen compositie door de grootte, de
helling en de balans van het object te bekijken.
Over het Histogram
Een Histogram is een grafiek die helderheid langs de horizontale as (zwart of wit) en het
aantal pixels bij elk helderheidniveau op de verticale as afbeeld.
Hiermee controleert u snel de belichting van een beeld.
Voorbeeld van histogram
Aantekening
Wanneer u opnamen maakt met de flits of op donkere plekken, wordt het histogram
oranje afgebeeld omdat het opgenomen beeld en het histogram niet met elkaar
overeenkomen.
Het histogram is een benadering in de opnamefunctie.
Het histogram van een beeld zou niet overeen kunnen komen in opnamefunctie en
terugspeelfunctie.
Het histogram dat afgebeeld wordt in dit toestel komt niet overeen met histogrammen die
afgebeeld worden door beeldbewerkende software voor PC’s enz.
Histogrammen worden niet afgebeeld in de volgende gevallen.
Intelligent Automatische Functie
Meervoudig terugspelen
Opname bewegende beelden
Terugspeelzoom
Clipboardfunctie
Kalender
[FOTO FRAME] in scènefunctie
Wanneer de HDMI-kabel verbonden is
A[]:Dit wordt gebruikt wanneer het hele scherm verdeeld wordt in 3k3 voor het maken
van beelden met een goed gebalanceerde samenstelling.
B[]:Dit wordt gebruikt wanneer u het onderwerp precies in het midden wilt
positioneren.
1Juiste belichting
2Onderbelichting
3Overbelicht
¢Histogram
Geavanceerd (Opnamebeelden)
- 56 -
[OPNAME] functie: ·
Close-up’s maken
Druk op 4 [#].
Druk op 3/4 om de functie te kiezen.
Op [MENU/SET] drukken.
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item
automatisch ingesteld.
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen en druk de knop helemaal in om de
opname te maken.
[ ] wordt afgebeeld tijdens AF-macrofunctie en
[ ] wordt afgebeeld tijdens macro-zoomfunctie.
Om te annuleren, [UIT] selecteren in stap 2.
Het zoombereik, het focusbereik en de
zoomvergroting worden afgebeeld tijdens het
zoomen.
Met deze functie kunt u close-up’s maken van een object, bijv. wanneer u opnamen van
bloemen maakt. U kunt opnamen maken van een object tot op een afstand van 3 cm van
de lens door het zoomhendeltje zo ver mogelijk naar Breed te zetten (1k).
Scherpstellingbereik in AF-macrofunctie
¢Het focusbereik verandert in stappen.
[MACRO-AF]
T
W
3 cm
1 m
- 57 -
Geavanceerd (Opnamebeelden)
U kunt een beeld maken met de digitale zoom tot 3k terwijl u de afstand tot het onderwerp
voor de extreme Breed-positie behoudt [3 cm].
AFocusbereik
Focusbereik zal 3 cm tot bedragen tijdens
macrozoomfunctie ongeacht de zoompositie.
Het zoombereik zal afgebeeld worden in blauw. (digitaal
zoombereik B)
De beeldkwaliteit is slechter dan tijdens normale opname.
De macrozoomfunctie kan niet gebruikt worden wanneer
[ ] in [AF MODE] ingesteld is.
De volgende functies zijn niet geactiveerd.
Extra Optische Zoom
Intelligente Zoom
Aantekening
Wij raden u aan een statief en de zelfontspanner te
gebruiken.
Wij raden aan de flits op [Œ] in te stellen wanneer u van heel dicht bij beelden maakt.
Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel ligt, zou
het beeld niet op de juiste manier scherpgesteld kunnen worden zelfs als de focusaanduiding
brandt.
Wanneer een object dichtbij het toestel is, is het effectieve focusbereik aanzienlijk minder
breed. Daarom kan, als de afstand tussen het toestel en het object gewijzigd is na het
scherpstellen, het moeilijk worden om er opnieuw op scherp te stellen.
Macrofunctie geeft prioriteit aan een onderwerp dichtbij het toestel. Als de afstand tussen het
toestel en het onderwerp daarom ver weg is, duurt het langer om erop scherp te stellen.
Wanneer u opnamen maakt in een dicht bereik in macrofunctie, kan de resolutie van de
buitenkant van het beeld enigszins afnemen. Dit is geen storing.
[MACRO ZOOM]
A
B


Product specificaties

Merk: Panasonic
Categorie: Digitale camera
Model: lumix dmc zx3eg t

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Panasonic lumix dmc zx3eg t stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Digitale camera Panasonic

Handleiding Digitale camera

Nieuwste handleidingen voor Digitale camera