Panasonic lumix dmc fs15 eg a Handleiding
Panasonic
Digitale camera
lumix dmc fs15 eg a
Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Panasonic lumix dmc fs15 eg a (148 pagina's) in de categorie Digitale camera. Deze handleiding was nuttig voor 39 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld
Pagina 1/148

Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FS15
VQT1W51
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen
alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.
until
2009/1/10

- 2 -
Inhoud
Voor Gebruik
Beknopte gebruiksaanwijzingen................4
Standaard accessoires..............................6
Namen van de onderdelen........................7
Voorbereiding
De batterij opladen....................................9
• Over de batterij (Opladen/Aantal
opnamen)..........................................12
Een kaart of batterij in het
toestel doen ............................................14
Over het ingebouwde geheugen/
de kaart ...................................................16
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).........................................18
• De klokinstelling veranderen .............19
Menu instellen.........................................20
• Menuonderdelen instellen.................21
• Gebruik van het snelle menu ............23
Over het set-up Menu .............................24
Het selecteren van de
[OPNAME] Functie..................................30
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische
functie
(Intelligente Automatische Functie).........32
• Scènedetectie ...................................34
• AF-opsporingsfunctie ........................34
• Over de flits.......................................35
• Instellingen in intelligente
automatische functie.........................35
Beelden maken met uw favoriete
instellingen
(Normale beeldfunctie)............................36
• Het focussen .....................................37
• Wanneer er niet op het
onderwerp scherpgesteld is
(zoals wanneer deze zich niet in het
midden van de samenstelling van het
beeld dat u wilt makenbevindt) .........37
• Golfstoring (camerabeweging)..........38
• Richtingfunctie ..................................38
Beelden maken met de zoom..................39
• Gebruik van de Optische Zoom/
Gebruik van de Extra Optische Zoom
(EZ)/Gebruik van de
Digitale Zoom....................................39
Beelden terugspelen
([NORMAAL AFSP.])...............................41
• Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen) .................42
• De terugspeelzoom gebruiken ..........42
• Schakelen van de
[AFSPELEN] functie..........................43
Beelden wissen .......................................44
• Om een enkele opname
uit te wissen ......................................44
• Om meerdere beelden (tot 50)
te wissen of alle beelden
te wissen...........................................45
Gevorderd (Opname van beelden)
Over de LCD-monitor ..............................46
Beelden maken met de
ingebouwde flits.......................................48
• Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen..........................................48
Close-up’s maken....................................53
Opnamen maken met de
zelfontspanner.........................................55
Belichtingscompensatie...........................56
Beelden maken met Auto Bracket...........57
Beelden maken die met de scène die
opgenomen wordt overeenkomen
(Scènefunctie) .........................................58
• Het registreren van scènes in
scènefunctie (Mijn scènefunctie).......58
• Het selecteren van de
scènefunctie voor elke opname
(Scènefunctie)...................................59
• [PORTRET] ......................................60
• [GAVE HUID] ...................................60
• [TRANSFORMEREN] ......................61
• [ZELFPORTRET] .............................61
• [LANDSCHAP] .................................62
• [SPORT]...........................................62
• [NACHTPORTRET]..........................62
• [NACHTL. SCHAP] ..........................63
• [VOEDSEL] .....................................63
• [PARTY] ...........................................64
• [KAARSLICHT].................................64
• [BABY1]/[BABY2] .............................65

- 3 -
• [HUISDIER]......................................66
• [ZONSONDERG.] ............................66
• [H. GEVOELIGH.] ............................66
• [HI-SPEED BURST].........................67
• [FLITS-BURST]................................68
• [STERRENHEMEL] .........................69
• [VUURWERK] ..................................70
• [STRAND] ........................................70
• [SNEEUW] .......................................70
• [LUCHTFOTO] .................................71
• [SPELDENPRIK]..............................71
• [ZANDSTRAAL] ...............................72
• [FOTO FRAME] ...............................72
Bewegende beelden ...............................73
Nuttige functies op reisbestemmingen ....76
• De dag van uw vakantie
opslaan waarop u de foto maakt.......76
• Opnamedata/Tijden op Overzeese
Reisbestemmingen (Wereldtijd)........79
Het functiemenu [OPNAME]
gebruiken ................................................81
• [FOTO RES.]....................................81
• [KWALITEIT] ....................................82
• [ASPECTRATIO]..............................83
• [SLIMME ISO] ..................................84
• [GEVOELIGHEID]............................85
• [WITBALANS] ..................................86
• [I. EXPOSURE] ................................87
• [AF MODE].......................................88
• [BURSTFUNCTIE] ...........................90
• [DIG. ZOOM]....................................91
• [KLEURFUNCTIE] ...........................91
• [STABILISATIE] ...............................92
• [AF ASS. LAMP] ..............................93
• [KLOKINST.] ....................................93
Geavanceerd (Terugspelen)
Beelden terugspelen in Opeenvolging
(Diavoorstelling) ......................................94
Selecteren van Beelden en
deze Terugspelen ([CATEGOR. AFSP.]/
[FAVORIET AFSP.]) ................................97
• [CATEGOR. AFSP.]..........................97
• [FAVORIET AFSP.]...........................98
Bewegende beelden terugspelen............99
Het functiemenu [AFSPELEN]
gebruiken...............................................100
• [KALENDER]..................................100
• [TITEL BEW.] .................................101
• [TEKST AFDR.]..............................103
• [NW. RS.] De beeldgrootte
(aantal pixels) reduceren ................105
• [BIJSNIJD.].....................................107
• [LCD ROTEREN] ...........................108
• [FAVORIETEN] ..............................109
• [PRINT INST.] ................................110
• [BEVEILIGEN]................................112
• [KOPIE] ..........................................113
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiting op de PC.............................114
Beelden afdrukken ................................117
• Een beeld kiezen en uitprinten........118
• Meerdere beelden kiezen en
uitprinten .........................................119
• Printinstellingen...............................120
Beelden terugspelen op een
TV-scherm.............................................123
• Opnamen terugspelen met de
AV-kabel (bijgeleverd).....................123
• Opnamen terugspelen op een
TV met een slot voor een
SD-geheugenkaart..........................124
Overige
Schermdisplay.......................................125
Voorzorgsmaatregelen bij
het gebruik.............................................128
Waarschuwingen op het scherm ...........132
Problemen oplossen..............................135
Aantal mogelijke beelden en
beschikbare opnametijd ........................144

Voor Gebruik
- 4 -
Voor Gebruik
Beknopte gebruiksaanwijzingen
Dit is een beknopt overzicht van hoe u opnamen opneemt en terugspeelt met het toestel.
Bij elke stap controleert u de pagina’s waarnaar verwezen wordt en die tussen haakjes
staan.
De batterij opladen. (P9)
• De batterij wordt niet opgeladen voor
de verzending. Laad dus de batterij
eerst op.
plug-in-type
inlaattype
Doe de batterij en de kaart in het
toestel. (P14)
• Als u geen kaart gebruikt, kunt u
opnamen opnemen of terugspelen met
het ingebouwde geheugen (P16). P17
raadplegen als u een kaart gebruikt.
Zet het toestel aan om opnamen te
maken.
1Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
2Druk de ontspanknop in om opnamen
te maken. (P32)
90
ON
OFF

Voor Gebruik
- 6 -
Standaard accessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
1 Batterijpakket
(In de tekst wordt deze aangeduid als batterij)
De batterij opladen voor gebruik.
2 Batterijoplader
(In de tekst wordt deze aangeduid als oplader)
3 AC-Kabel
4 USB-kabel
5 AV-Kabel
6 CD-ROM
• Software:
Gebruik om de software te installeren op uw PC.
7 CD-ROM
• Gebruiksaanwijzing
8 Handriem
9 Batterijhouder
• De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied
waar u de camera hebt gekocht.
• Worden de SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de MultiMediaCard aangeduid als
kaart in de tekst.
• De kaart is optioneel.
U kunt beelden maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart
gebruikt.
• Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meegeleverde accessoires
verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)

- 7 -
Voor Gebruik
Namen van de onderdelen
1 Flits (P48)
2 Lens (P129)
3 Zelfontspannerlampje (P55)
AF assistentielamp (P93)
4 LCD-monitor (P46, 125)
5 Statuslampje (P15, 26, 32)
6 [MENU/SET] knop (P18)
7 [DISPLAY] knop (P46)
8 [Q.MENU] (P23)/Wis (P44) knop
9 [MODE] knop (P30)
10 [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar (P20)
11 Cursorknoppen
A: 3/Belichtingscompensatie (P56)/
Auto bracket (P57)
B: 4/Macrofunctie (P53)/AF-opsporing
(P34, 89)
C: 2/Zelfontspannerknop (P55)
D: 1/Flitsinstelknop (P48)
In deze handleiding, worden de cursorknoppen beschreven als afgebeeld in de
figuur hieronder of beschreven met 3/4/2/1.
b.v.: Wanneer u op de 4 (beneden) knop drukt
of Druk op 4
123
114109
5786

- 9 -
Voorbereiding
Voorbereiding
De batterij opladen
∫Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat
De batterij die gebruikt kan worden met dit apparaat is DMW-BCF10E.
• Gebruik hiervoor de oplader.
• Deze eenheid heeft een functie die bruikbare batterijen kan onderscheiden. Exclusieve
batterijen worden ondersteund door deze functie. (Conventionele batterijen die niet
ondersteund worden door deze functie kunnen niet gebruikt worden.)
• De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
• Laad de batterij op met de oplader.
• Laad de batterij op bij in een temperatuur tussen 10 oC en 35 oC. (Dit moet ook de temperatuur
van de batterij zelf zijn).
Het is opgemerkt dat er nep batterijpakketten die zeer op het echte product lijken
in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van
dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met interne bescherming om te
voldoen aan de eisen van geschikte veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid
dat deze batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden. U dient te weten
dat wij niet verantwoordelijk zijn voor eventuele ongelukken of storingen die als
een gevolg van het gebruik van een nep batterijpak gebeuren. Om er voor te
zorgen dat er veilige producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van
originele batterijpakketten van Panasonic.
Steek de batterij in de goede
richting.

Voorbereiding
- 10 -
Steek de stekker van de oplader
in het stopcontact.
• De AC-kabel gaat niet helemaal in de
AC-aansluiting. Er blijft een stukje over
zoals op de afbeelding.
• Het laden start als het lampje
[CHARGE] A groen oplicht.
• Het laden is gedaan als het lampje
[CHARGE] A uitgaat (na maximum
ongeveer 130 minuten).
plug-in-type
inlaattype
Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
90

- 11 -
Voorbereiding
∫Als het [CHARGE] lampje knippert
• De batterij is te heet of te koud. Het zal langer duren dan normaal om de batterij op te laden.
Het kan ook zijn dat de batterij niet helemaal opgeladen wordt.
• De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek.
Aantekening
• Als u hebt opgeladen, trekt u de stekker uit het stopcontact.
• De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
• Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.
• De batterij kan weer opgalden worden ook wanneer deze nog niet helemaal leeg is, maar het is
niet aan te raden dat de batterij vaak even bijgeladen wordt terwijl de batterij vrijwel helemaal
opgeladen is. (De batterij heeft eigenschappen die zijn werkingsduur zullen reduceren en de
batterij zullen doen opzwellen.)
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
• Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen
worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.

Voorbereiding
- 12 -
∫Batterijaanduiding
De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor.
[Deze verschijnt niet wanneer u de camera gebruikt met de AC-adapter (optioneel)].
• De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. (De
statusindicator knippert als de LCD-monitor uit gaat.) Laad de batterij opnieuw op of vervang
deze met een volle batterij.
∫Levensduur van de batterij
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
• Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-monitor aan staat.¢
• Met een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
• De geleverde batterij gebruiken.
• Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [AUTO].)
•Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om het tweede beeld.
• Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of andersom zetten bij elke opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen
afgekoeld zijn.
¢Het aantal beelden dat u kunt maken neemt af in Automatische LCD-versterkingsfunctie,
LCD-versterkingsfunctie en Hoge hoekfunctie (P25).
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd tussen de opnamen. Als
de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal opnamen af. [bijv.
Als u om de 2 minuten opnamen maakt, neemt het aantal mogelijke opnamen af tot
ongeveer 82].
Over de batterij (Opladen/Aantal opnamen)
Aantal beelden Ongeveer 330 opnamen Volgens CIPA-standaard in
normale beeldfunctie
Opnametijd Ongeveer 165 min.

- 13 -
Voorbereiding
Het aantal opnamen en de terugspeeltijd zal variëren afhankelijk van de
werkingsomstandigheden en opslagcondities van de batterij.
∫Opladen
Oplaadtijd en aantal mogelijke beelden met het optionele batterijpakket zijn dezelfde als
hierboven.
De opnametijd zal enigszins variëren afhankelijk van de status van de batterij en de
omstandigheden in de oplaadomgeving.
Wanneer het opladen met succes voltooid is, gaat de [CHARGE] indicator uit.
Aantekening
• De batterij kan uitzetten en minder lang werken naarmate u deze vaker oplaadt. Voor een lang
meegaande batterij raden wij aan deze niet te vaak op te laden als de batterij nog niet helemaal
leeg is.
• De prestatie van de batterij kan tijdelijk verminderen en de bedrijfstijd kan korter worden bij
lagere temperaturen (b.v. skiën/snowboarden).
Terugspeeltijd Ongeveer 360 min.
Oplaadtijd Maximum ongeveer 130 min.

Voorbereiding
- 14 -
Een kaart of batterij in het toestel doen
• Controleer of het toestel uit staat.
• We raden een kaart van Panasonic aan.
Zet de vrijgavehendeltje in de richting
van de pijl en open de batterij/kaartklep.
• Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken.
• Als u andere batterijen gebruikt, garanderen
wij de kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Doe deze er in totdat deze
vergrendeld wordt door de hendel A
terwijl u op de richting let waarin u deze
zet. Zet het hendeltje A in de richting
van de pijl om de batterij te verwijderen.
Kaart: Druk deze helemaal door totdat
deze klikt en let op de richting waarin u
deze erin doet. Om de kaart te
verwijderen, de kaart helemaal
doorduwen totdat deze klikt, trek deze
er vervolgens rechtop uit.
B: De verbindingsuiteinden van de kaart niet aanraken.
• De kaart kan beschadigd worden als deze niet goed in het toestel zit.
1: Sluit de kaart/batterijklep.
2: Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
• Als u de kaart/batterijklep niet helemaal kunt
sluiten, haalt u de kaart eruit en steekt u deze er
weer in.

- 15 -
Voorbereiding
Aantekening
• Haal de batterij uit het toestel na gebruik. De batterij opslaan in de batterijhouder (bijgeleverd).
• De batterij niet verwijderen totdat de LCD-monitor en het statuslampje (groen) uit zijn gegaan
omdat anders de instellingen verkeerd opgeslagen kunnen worden.
• De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere
apparatuur.
• Voordat u de kaart of de batterij verwijdert, het toestel uitzetten en wachten totdat de
statusindicator helemaal uitgegaan is. (Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen
werken en zou de kaart zelf beschadigd kunnen raken of zouden de opgenomen beelden
verloren kunnen gaan.)
∫M.b.v. een AC-adapter (optioneel) en een DC-koppelaar (optioneel) i.p.v. de
batterij
Zorg ervoor dat de AC-adapter (optioneel) en
DC-koppelaar (optioneel) aangeschaft worden in
een set. Niet gebruiken als deze apart verkocht
worden.
1Open de kaart/batterijklep.
2Doe de DC-koppelaar erin, lettend op de richting.
3Sluit de kaart/batterijklep.
• Zorg ervoor dat de kaart-/batterijklep dicht is.
4Open de DC-koppelaardeksel A.
5Doe de AC-adapter in een elektrische uitlaat.
6De AC-adapter B aan de [DC IN] aansluiting C
van de DC-koppelaar verbinden.
D De markeringen uitlijnen en erin zetten.
• Zorg ervoor dat alleen de AC-adapter en de
DC-koppelaar voor dit toestel gebruikt worden. Het
gebruik van andere apparatuur zou schade kunnen
veroorzaken.
Aantekening
• Gebruik altijd een originele Panasonic AC-adapter (optioneel).
• Sommige statieven kunnen niet bevestigd worden wanneer de DC-koppelaar aangesloten is.
• Dit apparaat kan niet recht gezet worden wanneer de AC-adapter aangesloten is. Wanneer u
deze neerzet en aan hanteert, raden we aan deze op een zachte doek te plaatsen.
• Zorg ervoor de AC-adapter los te koppelen wanneer u de kaart-/batterijdeur opent.
• Als de AC-adapter en de DC-koppelaar niet nodig zijn, verwijder deze dan van het digitale
toestel. Tevens gelieve de DC-koppelaardeksel dicht houden.
• Lees ook de handleiding voor de AC-adapter en de DC-koppelaar.

Voorbereiding
- 16 -
Over het ingebouwde geheugen/de kaart
• Geheugengrootte: Ongeveer 50 MB
• Op te nemen bewegende beelden: Alleen QVGA (320k240 pixels)
• Het ingebouwde geheugen kan worden gebruikt als tijdelijke opslagruimte als de kaart vol
raakt.
• U kunt uw beelden opslaan op een kaart. (P113)
• De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een
kaart.
De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit
apparaat.
• Wanneer er geen kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen worden
in het ingebouwde geheugen en teruggespeeld worden.
• Wanneer er wel een kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen
worden op de kaart en teruggespeeld worden.
• Als u het ingebouwde geheugen gebruikt
k>ð (toegangindicatie¢)
• Als u de kaart gebruikt
† (toegangaanduiding¢)
¢De kaartaanduiding wordt rood als er beelden met het ingebouwde
geheugen (of de kaart) worden gemaakt.
Ingebouwd geheugen

- 17 -
Voorbereiding
De volgende soorten kaarten kunnen met dit apparaat gebruikt worden.
(Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
¢De SDHC-geheugenkaart is een geheugenkaartstandaard die bepaald is door de
SD-associatie in 2006 voor hoog vermogen-geheugenkaarten die meer dan 2 GB kunnen
bevatten.
¢U kunt een SDHC-geheugenkaart gebruiken in toestellen die compatibel zijn met
SDHC-geheugenkaarten maar u kunt geen SDHC-geheugenkaart gebruiken in toestellen
die alleen compatibel zijn met SD-geheugenkaarten. (Lees altijd de gebruiksaanwijzing
voordat u het toestel gebruikt.)
• U kunt alleen kaarten gebruiken met SDHC-logo (die op overeenstemming duidt met de
SD-standaard) indien u kaarten gebruikt met een vermogen van 4 GB of meer.
• Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
Aantekening
• Zet dit apparaat niet uit, verwijder de batterijen of de kaart niet en koppel de AC-adapter
(optioneel) niet los wanneer de toegangsindicatie brandt [waneer er beelden gelezen
worden of gewist worden of het ingebouwde geheugen of de kaart geformatteerd (P29)]
worden. Verder het toestel niet blootstellen aan vibratie of stoten. De kaart of de
gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen worden en dit apparaat zou niet
langer normaal kunnen werken.
• De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren
gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het toestel of de kaart
stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
• Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het
toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P29)
• Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart
inslikken.
Kaart
Soort kaart Eigenschappen
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
(Geformatteerd m.b.v. het FAT12 of
FAT16 formaat in overeenstemming
met de SD-standaard)
• Snelle opname en grote schrijfsnelheid
• Schrijfbescherming-schakelaar A
voorzien (Wanneer deze schakelaar op
de [LOCK] positie staat, is er geen
verdere gegevens schrijven, wissen of
formattering mogelijk. Het vermogen
gegevens te schrijven, te wissen en te
formatteren wordt hersteld wanneer de schakelaar
teruggezet wordt naar zijn originele positie.)
SDHC-geheugenkaart (4 GB tot
32 GB)¢
(Geformatteerd m.b.v. het FAT32
formaat in overeenstemming met de
SD-standaard)
MultiMediaCard • Alleen stilstaande beelden.
2
A

Voorbereiding
- 18 -
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
• De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
Zet het toestel aan.
A[MENU/SET] knop
BCursorknoppen
Op [MENU/SET] drukken.
• Het [AUB KLOK INSTELLEN] bericht verschijnt. (Dit bericht verschijnt niet in
[AFSPELEN] functie.)
Op [MENU/SET] drukken.
• De het taalselectiescherm wordt niet afgebeeld op
DMC-FS15PR/DMC-FS15GJ > stap 4.
Druk op 3/4 om de taal te kiezen en dan op [MENU/SET].
ON
OFF
/SET
MENU

- 19 -
Voorbereiding
A: De tijd in uw woongebied
B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied (P79)
‚: Annuleren zonder de klok in te stellen.
• Selecteer ofwel [24UURS] of [AM/PM] voor het formaat van de tijddisplay.
• AM/PM wordt afgebeeld wanneer [AM/PM] geselecteerd is.
• Wanneer [AM/PM] geselecteerd is als het formaat van de tijddisplay, wordt middernacht
afgebeeld als AM 12:00 en wordt twaalf uur’s middags afgebeeld als PM 12:00. Dit
displayformaat wordt veel gebruikt in de VS en elders.
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
• Na het voltooien van de klokinstellingen, het toestel uitzetten. Zet het toestel vervolgens
weer aan, schakel naar opnamefunctie, en controleer dat de display de instellingen
weergeeft die uitgevoerd zijn.
• Wanneer [MENU/SET] ingedrukt is om de instellingen te voltooien zonder dat de klok
ingesteld moet worden, de klok correct instellen door de “De klokinstelling veranderen”
procedure hieronder te volgen.
Selecteer [KLOKINST.] in het [OPNAME] of [SET-UP] menu, en druk op 1. (P21)
• Deze kan veranderd worden in stappen 5 en 6 om de klok in te stellen.
• De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde
klokbatterij zelfs zonder de batterij. (De opgeladen batterij in het apparaat laten
gedurende 24 uur om de ingebouwde batterij op te laden.)
Aantekening
• De klok wordt afgebeeld wanneer [DISPLAY] verschillende keren ingedrukt wordt tijdens
opname.
• U kunt het jaar instellen van 2000 tot 2099.
• Als de klok niet is ingesteld, wordt niet de juiste datum afgedrukt als u de datumafdruk op de
beelden instelt met [TEKST AFDR.] (P103) of de beelden laat afdrukken door een fotograaf.
• Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op
het scherm van de camera wordt weergegeven.
Op 2/1 drukken om de items (jaar,
maand, dag, uur, minuut, displayvolgorde
afbeelden of formaat tijddisplay) te
selecteren en dan op 3/4 drukken om in
te stellen.
De klokinstelling veranderen
:
:

Voorbereiding
- 20 -
Menu instellen
Het toestel wordt geleverd met menu’s die u de mogelijkheid bieden instellingen te maken
voor het maken van beelden en deze terug te spelen precies zoals u wilt en menu’s die u
de mogelijkheid bieden meer plezier te hebben met het toestel en deze met groter gemak
te gebruiken.
In het bijzonder, bevat het [SET-UP] menu belangrijke instellingen met betrekking tot de
klok en de stroom van het toestel. Controleer de instellingen van dit menu voordat u
overgaat tot het gebruik van het toestel.
‘
A[OPNAME]/[AFSPELEN] selectieschakelaar
Aantekening
Afhankelijk van de specificaties van het toestel, zou het niet mogelijk kunnen zijn bepaalde
functies in te stellen of zouden sommige functies niet kunnen werken onder bepaalde
omstandigheden waarin het toestel gebruikt wordt.
( [AFSPELEN] functiemenu (P100 tot 113) ! [OPNAME] functiemenu (P81 tot 93)
• Dit menu laat u de
bescherming,
bewerking of
afdrukinstellingen
(DPOF), enz. van
gemaakte beelden
maken.
• Dit menu lat u de
kleuring,
gevoeligheid,
aspectratio, aantal
pixels en andere
aspecten instellen van
de beelden die u aan
het opnemen bent.
[SET-UP] menu (P24 tot 29)
• Dit menu laat u de klokinstellingen uitvoeren, de werkingspieptoon
selecteren en anderen instellingen instellen die het gemakkelijker voor
u maken om het toestel te hanteren.
• Het [SET-UP] menu kan ingesteld worden vanaf de
[OPNAMEFUNCTIE] of [AFSPEELFUNCTIE] stand.

- 21 -
Voorbereiding
Deze sectie beschrijft hoe de instellingen van de normale beeldfunctie te selecteren en
dezelfde instelling vervolgens gebruikt kan worden voor het [AFSPELEN] menu en het
[SET-UP] menu.
Voorbeeld: Instelling [AF MODE] vanuit [Ø] naar [š] in de normale beeldfunctie
Menuonderdelen instellen
Zet het toestel aan.
A[MENU/SET] knop
B[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
C[MODE] knop
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
• Wanneer u de [AFSPELEN] functiemenu-instellingen
selecteert, de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [(] zetten en verdergaan naar
stap 4.
Op 3/4 drukken om [NORMALE FOTO] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Druk op [MENU/SET] om het menu af te
beelden.
• U kunt ook naar de menuschermen overschakelen in
een menu-onderdeel door het zoomhendeltje te
verplaatsen.
Schakel naar het [SET-UP] menu
Op 2 drukken.
Druk op 4 om het [SET-UP]
menupictogram te kiezen.
Op 1 drukken.
• Kies een menuonderdeel en stel het in.
ON
OFF
/SET
MENU

Voorbereiding
- 22 -
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
Op 3/4 drukken om [AF MODE] te kiezen.
• Selecteer het item helemaal onderaan en druk op 4
om naar het tweede scherm te gaan.
Op 1 drukken.
• Afhankelijk van het item, kan de instelling ervan niet
verschijnen of op een andere manier afgebeeld
worden.
Op 3/4 drukken om [š] te kiezen.
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
/SET
MENU

- 23 -
Voorbereiding
M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige van de menu-instellingen gemakkelijk
opgeroepen worden.
• Sommige menu-items kunnen niet ingesteld worden door de functies.
• Wanneer [DISPLAY] ingedrukt wordt terwijl [STABILISATIE] (P92) geselecteerd is, kan
[JITTER, DEMO BEW. ONDW.] afgebeeld worden.
Gebruik van het snelle menu
[Q.MENU] ingedrukt houden wanneer u
opneemt.
Op 3/4/2/1 drukken om het menu-item en
de instelling te selecteren en dan op
[MENU/SET] drukken om het menu te
sluiten.
ADe in te stellen items en de instellingen worden
afgebeeld.
Q.MENU
A

Voorbereiding
- 24 -
Over het set-up Menu
[KLOKINST.], [BESPARING] en [AUTO REVIEW] zijn belangrijke items. Controleer de
instellingen ervan voordat u ze gebruikt.
• In de Intelligente automatische functie, kunnen alleen [KLOKINST.], [WERELDTIJD], [TOON]
en [TAAL] ingesteld worden.
Voor details over hoe de [SET-UP] menu-instellingen geselecteerd moeten worden,
P21 raadplegen.
• Raadpleeg P18 voor details.
• Raadpleeg P79 voor details.
• Raadpleeg P76 voor details.
U [KLOKINST.] De datum en de tijd instellen.
[WERELDTIJD]
De tijd in uw woongebied en reisbestemming instellen.
“ [BESTEMMING]:
U reisbestemming
– [HOME]:
Uw woongebied
— [REISDATUM]
De vertrekdatum en terugkeerdatum van uw reis instellen.
[REIS-SETUP]:
[OFF]/[SET]
[LOCATIE]:
[OFF]/[SET]
r [TOON]
Hiermee stelt u de pieptoon en sluitertoon in.
r [TOONNIVEAU]:
[s] (Geluid uit)
[t] (Laag)
[u] (Hoge)
[SHUTTER VOL.]:
[ ] (Geluid uit)
[ ] (Laag)
[] (Hoge)
[PIEPTOON]:
[]/[]/[]
[SHUTTER TOON]:
[]/[]/[]
1
2 3 1 2
3

- 25 -
Voorbereiding
• Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet.
• De Hoge-hoekfunctie wordt ook geannuleerd als u de camera uitzet of de [BATT. BESP.] hebt
ingeschakeld.
• De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat
sommige onderwerpen anders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de
LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter niet de opgenomen beelden.
• De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de
LCD-versterkingsfunctie. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer helder te
maken.
• Als u niets op het scherm ziet door zonlicht of ander licht dat erop schijnt, raden wij aan het licht
af te schermen met uw hand of iets anders.
• Het aantal beelden dat opgenomen kan worden neemt af in Automatische
LCD-versterkingsfunctie, LCD-versterkingsfunctie en Hoge hoekfunctie.
• [AUTO POWER LCD] en [GR. KIJKHOEK] kunnen niet geselecteerd worden in de
terugspeelfunctie.
u [VOLUME] Stel het volume af van de luidspreker op één van de 7 niveaus.
[LCD SCHERM] De helderheid van de LCD-monitor in 7 stappen aanpassen.
[LCD MODE]
Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker voor u om de
LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plekken bent of
wanneer u het toestel hoog boven uw hoofd houdt.
[OFF]
„ [AUTO POWER LCD]:
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe
helder het om het toestel heen is.
… [SPANNING LCD]:
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar
tijdens het opnemen ook buiten.
Å [GR. KIJKHOEK]:
De LCD-monitor is gemakkelijker zichtbar wanneer u beelden
maakt met het toestel hoog boven uw hoofd.
[BEELDGROOTTE]
Verander de displaygrootte van sommige iconen en
menuschermen.
[STANDARD]/[LARGE]
LCD

- 27 -
Voorbereiding
• [AUTO REVIEW] is geactiveerd ongeacht de instelling ervan wanneer auto bracket (P57),
[HI-SPEED BURST] (P67), [FLITS-BURST] (P68) en [FOTO FRAME] (P72) in scènefunctie en
[BURSTFUNCTIE] (P90) gebruikt worden. (De beelden kunnen niet vergroot worden.)
• In intelligente automatische functie, is de automatische overzichtsfunctie vastgesteld op
[2SEC.].
• [AUTO REVIEW] werkt niet in bewegende beeldfunctie.
• Het mapnummer wordt bijgewerkt en het bestandnummer vertrekt vanaf 0001. (P116)
• U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen.
Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart
(P29) te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
• Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, het ingebouwde geheugen of de kaart eerst
formatteren en vervolgens deze functie gebruiken om het bestandsnummer opnieuw in te
stellen.
Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [JA] kiezen om het mapnummer opnieuw
in te stellen.
• Wanneer de [RESETTEN] instelling geselecteerd is tijdens opname, wordt tegelijk ook de
operatie die de lens terugzet uitgevoerd. U zult het geluid hoeren van de lens die beweegt
maar dit is normaal en duidt niet op slechte werking.
• Wanneer [SET-UP] menu-instellingen opnieuw ingesteld worden, worden de volgende
instellingen ook opnieuw ingesteld. Bovendien wordt [FAVORIETEN] (P109) in [AFSPELEN]
functiemenu ingesteld op [OFF], en wordt [LCD ROTEREN] (P108) ingesteld op [ON].
– De instelling en registratie voor mijn scènefunctie (P58)
– De verjaardag- en naam instellingen voor [BABY1]/[BABY2] (P65) en [HUISDIER] (P66) in
scènefunctie.
– De instellingen van [REISDATUM] (P76) (vertrekdatum, terugkomstdatum, locatie)
– De instelling voor [WERELDTIJD] (P79).
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
o [AUTO REVIEW]
Stel in hoeveel tijd na de opname het beeld op het scherm
verschijnt.
[OFF]
[1SEC.]
[2SEC.]
[HOLD]: De beelden worden afgebeeld totdat erop een
willekeurige knop gedrukt wordt.
[ZOOM]: De opname verschijnt 1 seconde, wordt dan
uitvergroot tot 4k en verschijnt nogmaals 1 seconde.
v [NR. RESET] Reset het bestandnummer van de volgende opname op 0001.
w [RESETTEN] De [OPNAME] of [SET-UP] menu-instellingen worden weer
teruggezet naar de begininstellingen.

Voorbereiding
- 28 -
• Wanneer u [PC] kiest, wordt het toestel aangesloten via het “USB Mass Storage”
communicatiesysteem.
• Wanneer u [PictBridge(PTP)] kiest, wordt het toestel aangesloten op het “PTP (Picture Transfer
Protocol)” communicatiesysteem.
• Dit zal werken wanneer de AV-kabel verbonden is.
• Dit zal werken wanneer de AV-kabel aangesloten is.
x [USB MODE]
Het USB-communicatiesysteem kiezen voordat of nadat u het
toestel op uw PC of printer aansluit met de USB-kabel
(bijgeleverd).
y [SELECT. VERBINDING]:
[PC] of [PictBridge(PTP)] kiezen als u het toestel op een PC of
een printer hebt aangesloten die PictBridge verwerkt.
{ [PictBridge(PTP)]:
Instellen na of voor het aansluiten op een printer die PictBridge
verwerkt.
z [PC]:
Instellen na of voor het aansluiten op een PC.
| [VIDEO UIT]
De verschillende TV-typen instellen. (Alleen Terugspeelfunctie)
[NTSC]: Video-output wordt op NTSC systeem ingesteld.
[PAL]: Video-output wordt op PAL systeem ingesteld.
[TV-ASPECT]
Het kleurentelevisiesysteem instellen voor elk land.
(Alleen Terugspeelfunctie)
[W]: Aansluiten op een TV met een 16:9 scherm.
[X]: Aansluiten op een TV met een 4:3 scherm.
[VERSIE DISP.]
Het is mogelijk te controleren welke versie
van bedrijfswaren op het toestel zit.

- 29 -
Voorbereiding
• Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en
DC-koppelaar (optioneel) wanneer u formatteert. Zet het toestel niet uit tijdens het formatteren.
• Als er een kaar inzit, wordt alleen de kaart geformatteerd. Om het ingebouwde geheugen te
formatteren, de kaart verwijderen.
• Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart
opnieuw op het toestel.
• Het kan langer duren om het ingebouwde geheugen te formatteren dan de kaart.
• Als u niet kunt formatteren, contact opnemen met de dealer of uw dichtstbijzijnde
Servicecentrum.
• Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [~] in het pictogrammenmenu om de
gewenste taal in te stellen.
• In terugspeelfunctie, [JITTER, DEMO BEW. ONDW.] kan niet afgebeeld worden.
• Druk op [DISPLAY] om [JITTER, DEMO BEW. ONDW.] te sluiten.
• [JITTER, DEMO BEW. ONDW.] is een benadering.
• [AUTO DEMO] heeft geen mogelijkheid tot TV-output.
[FORMATEREN]
Het ingebouwde geheugen of de kaart wordt geformatteerd. Het
formatteren wist alle gegevens onherroepelijk, dus controleer de
gegevens zorgvuldig voordat u formatteert.
~ [TAAL] De taal op het scherm instellen.
[DEMOFUNCTIE]
Het toestel spoort automatisch beeldbibber en de beweging van
het onderwerp op en beeldt deze af op de indicator. ([JITTER,
DEMO BEW. ONDW.])
De kenmerken van het toestel worden afgebeeld als
diavoorstellingen. ([AUTO DEMO])
[JITTER, DEMO BEW. ONDW.]
ADemonstratie
camerabewegingsdetectie
BDemonstratie bewegingsdetectie
[AUTO DEMO]:
[OFF]
[ON]
DEMO
A
B

Voorbereiding
- 30 -
Het selecteren van de [OPNAME] Functie
Wanneer de [OPNAME] functie geselecteerd is, kan het toestel ingesteld worden op de
intelligente automatische functie waarin de optimale instellingen vastgesteld worden in
overeenkomst met het onderwerp dat opgenomen moet worden en met de
opnameomstandigheid, of op de scènefunctie die u in staat stelt beelden te maken die
overeenkomen met de scène die opgenomen wordt.
Zet het toestel aan.
A[MENU/SET] knop
B[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
C[MODE] knop
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
Druk op [MODE].
Op 3/4 drukken om de functie te kiezen.
Op [MENU/SET] drukken.
ON
OFF

- 31 -
Voorbereiding
∫Lijst van [OPNAME] functies
Aantekening
• Wanneer de functie geschakeld wordt van [AFSPELEN] functie naar [OPNAME] functie, zal de
eerder ingestelde [OPNAME] functie ingesteld worden.
• Raadpleeg P32 voor details over het selecteren van Intelligente automatische functie.
¦Intelligente automatische functie (P32)
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. de instellingen die overgelaten worden
aan het toestel om deze automatisch te selecteren.
!Normale opnamefunctie (P36)
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
Mijn scènefunctie (P58)
De beelden worden genomen m.b.v. eerder geregistreerde opnamescènes.
ÛScènefunctie (P58)
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
$Bewegende beeldfunctie (P73)
Deze functie biedt u de mogelijkheid bewegende beelden met geluid op te nemen.

Basiskennis
- 32 -
[OPNAME] functie: ñ
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligente Automatische Functie)
Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de
opnamecondities. Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de
instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken.
• De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
– Scènedetectie/[STABILISATIE]/[SLIMME ISO]/[I. EXPOSURE]/Gezichtsdetectie/
Compensatie van de achtergrondverlichting/Digitale Rode-ogencorrectie
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
Op 3/4 drukken om [INTELLIGENT AUTO] te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
• U kunt snel naar Intelligente automatische functie schakelen door op [¦] A te drukken
wanneer de [OPNAME]/[AFSPELEN] selectorschakelaar ingesteld is om op te nemen.
Door [¦] opnieuw in te drukken gaat u terug naar de eerdere functie.
• De statusindicator 3 brandt wanneer u
dit apparaat aan 2 zet. (Deze gaat uit na
ongeveer 1 seconde.)
(1: Ontspanknop)

- 33 -
Basiskennis
∫Wanneer u beelden maakt met de flits (P48)
∫Wanneer u beelden maakt m.b.v. de zoom (P39)
Aantekening
• Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt.
• De flits of de AF-lamp niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen.
• De voorkant van de lens niet aanraken.
Het toestel voorzichtig vasthouden met
beide handen, armen stil houden en uw
benen een beetje spreiden.
BFlits
CAF assistentielamp
De ontspanknop tot de helft indrukken om
scherp te stellen.
• De focusaanduiding 1 (groen) gaat branden wanneer
er op het onderwerp scherpgesteld is.
• De AF-zone 2 wordt afgebeeld rond het gezicht van
het onderwerp door de gezichtsherkenningfunctie. In
andere gevallen wordt deze afgebeeld op het punt op
het onderwerp waarop scherp gesteld is.
• Het focusbereik is 5 cm (Breed)/1 m (Tele) tot ¶.
• De maximum close-upafstand (de kortste afstand die
mogelijk is voor het maken van een beeld van het
onderwerp) verschilt afhankelijk van de
zoomuitvergroting.
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
indrukken), en maak het beeld.
• De kaartaanduiding (P16) wordt rood als er beelden
met het ingebouwde geheugen (of de kaart) worden
gemaakt.
1
2

Basiskennis
- 34 -
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in kwestie in het
blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn gewoonlijke rode kleur.
•
[
¦
] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen ingesteld zijn.
•
Als er een statief gebruikt wordt, bijvoorbeeld, en het toestel merkt dat toestelschudding minimaal
is wanneer de scènefunctie geïdentificeerd is als [ ], zal de sluitertijd ingesteld worden op een
maximum van 8 seconden. Opletten het toestel niet te bewegen terwijl u beelden maakt.
• Er zal een optimumscène voor het gespecificeerde onderwerp gekozen worden wanneer er
ingesteld wordt op AF-opsporing (P89).
∫Gezichtherkenning
Wanneer [ ] of [ ] geselecteerd is, spoort het toestel automatisch het gezicht van een
persoon op en zullen de focus en de belichting erop aangepast worden (P89).
Aantekening
• Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een
andere scène geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
– Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is,
De grootte van het onderwerp, De afstand naar het onderwerp, Het
contrast van het onderwerp, Wanneer het onderwerp beweegt,
Wanneer de zoom gebruikt wordt
– Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, Onder omstandigheden van
geringe helderheid, Wanneer het toestel geschud (bewogen) wordt
• Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
∫Compensatie van de achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is.
In dit geval, zal het onderwerp donker worden, zodat deze functie het achterlicht
compenseert door het geheel van het beeld automatisch helderder te maken.
Het is mogelijk om de focus in te stellen op het gespecificeerde onderwerp. De focus zal
het onderwerp automatisch blijven volgen zelfs wanneer deze beweegt.
1Op 3 drukken
• [ ] wordt afgebeeld links bovenaan het scherm.
• AF-opsporingsframe wordt afgebeeld in het midden van
het scherm.
• Druk weer op 3 om te annuleren.
2Breng het onderwerp naar de AF-opsporingsframe
en druk op 4 om het onderwerp te vergrendelen.
• AF-opsporingsframe zal geel worden.
• Er zal een optimumscène voor het gespecificeerde
onderwerp gekozen worden.
•Druk op 3 om te annuleren.
Scènedetectie
¦>[i-PORTRET]
[i-LANDSCHAP]
[i-MACRO]
[i-NACHTPORTRET] • Alleen wanneer [‡] geselecteerd is
[i-NACHTL. SCHAP] • Alleen wanneer [Œ] geselecteerd is
AF-opsporingsfunctie

- 35 -
Basiskennis
• Wanneer [‡] geselecteerd is, is [ ], [ ] of [ ] ingesteld afhankelijk van het type
onderwerp en helderheid.
• Wanneer [ ] of [ ] ingesteld is, wordt de flits tweemaal geactiveerd.
• Alleen de volgende functies kunnen ingesteld worden in deze functie.
[OPNAME] functiemenu
–[FOTO RES.]
¢ (P81)/[BURSTFUNCTIE] (P90)/[KLEURFUNCTIE]¢ (P91)
¢De instellingen die geselecteerd kunnen worden verschillen van wanneer andere [OPNAME]
functies gebruikt worden.
[SET-UP] menu
– [KLOKINST.]/[WERELDTIJD]/[TOON]/[TAAL]
• De instellingen van de volgende items zijn vastgesteld.
• De volgende functies kunt u niet gebruiken.
– [AUTO LCD UIT]/[BELICHTING]/[AUTO BRACKET]/[DIG. ZOOM]
• De andere items op het [SET-UP] menu kunnen ingesteld worden in een functie als de normale
beeldfunctie. Wat ingesteld is zal weerkaatst worden in de intelligente automatische functie.
Over de flits
Instellingen in intelligente automatische functie
Onderdeel Instellingen
[BESPARING]
([BATT. BESP.]) (P26)
[5MIN.]
[AUTO REVIEW] (P27) [2SEC.]
Flits (P48) ‡/Œ
Zelfontspanner (P55) 10 seconden/uit
[KWALITEIT] (P82) A
[SLIMME ISO] (P84)
[WITBALANS] (P86) [AWB]
[I. EXPOSURE] (P87) [ON]
[AF MODE] (P88) š (Instellen op [ ] wanneer een gezicht niet opgespoord
kan worden)
[STABILISATIE] (P92) [AUTO]
[AF ASS. LAMP] (P93) [ON]
ISOMAX
1600

Basiskennis
- 36 -
[OPNAME] functie: ·
Beelden maken met uw favoriete instellingen
(Normale beeldfunctie)
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [OPNAME] menu
te veranderen.
∫Om de belichting af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te
donker eruit ziet (P56)
∫Om de kleuren af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te rood
eruit ziet (P86)
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
A[MODE] knop
B[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
Op 3/4 drukken om [NORMALE
FOTO]te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
• Om de instelling te veranderen wanneer u
beelden maakt, naar “Het functiemenu
[OPNAME] gebruiken” (P81) verwijzen.
C[MENU/SET] knop
Richt de AF-zone op het punt waar u op
wilt scherpstellen.
De ontspanknop tot de helft indrukken
om scherp te stellen.
• De focusaanduiding (groen) gaat branden
wanneer er op het onderwerp scherpgesteld is.
• Het focusbereik is 50 cm (Breed)/1 m (Tele) tot ¶.
• Als er beelden gemaakt moeten worden op een
nog dichter bereik, “Close-up’s maken” (P53)
raadplegen.
Druk de tot de helft ingedrukte
ontspanknop helemaal in om het beeld
te maken.
• De kaartaanduiding wordt (P16) rood als er
opnamen met het ingebouwde geheugen (of de
kaart) worden gemaakt.

- 37 -
Basiskennis
Richt de AF-zone op het onderwerp en druk vervolgens de ontspanknop tot de helft in.
AAanduiding voor de scherpstelling
BAF-zone (normaal)
CAF zone (wanneer u de digitale zoom gebruikt of wanneer het donker is)
DFocusbereik
ELensopening¢
FSluitertijd¢
GISO-gevoeligheid
¢Als er geen correcte belichting verkregen kan worden, zal dit aangegeven worden in het
rood. (Dit zal echter niet aangegeven worden in het rood wanneer de flits gebruikt wordt.)
1De AF-zone op het onderwerp richten en vervolgens de ontspanknop tot de helft
indrukken om de focus em belichting vast te zetten.
2De ontspanknop half ingedrukt houden als u het toestel beweegt om het beeld
samen te stellen.
• U kunt herhaaldelijk de acties in stap 1 opnieuw
proberen voordat u de ontspanknop volledig
indrukt.
Wij raden aan de gezichtsherkenningsfunctie
te gebruiken wanneer u opnamen van
mensen maakt. (P88)
Het focussen
Focus Wanneer er
scherpgesteld is op
het object
Wanneer er niet
scherpgesteld is
op het object
Aanduiding voor
de scherpstelling Aan Knippert
AF-zone Wit>Groen Wit>Rood
Geluid Biept 2 keer Biept 4 keer
Wanneer er niet op het onderwerp scherpgesteld is (zoals wanneer deze
zich niet in het midden van de samenstelling van het beeld dat u wilt
makenbevindt)
B
E
DFG
A
C
1/30
1/30
F3.3
F3.3
ISO
ISO
80
80
1/30F3.3
ISO
80
1/30
1/30
F3.3
F3.3
ISO
ISO
80
80
1/30F3.3
ISO
80

Basiskennis
- 38 -
∫Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen
• Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder
contrast
• Wanneer de display van opneembaar bereik verschenen is in het rood
• Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen
• Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet
• Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van
zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij
Wanneer de beeldbibber alert [ ] verschijnt, [STABILISATIE] (P92), een statief of de
zelfontspanner (P55) gebruiken.
• De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het
moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in
dit geval het gebruik van een statief aan.
– In [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [PARTY], [KAARSLICHT], [STERRENHEMEL] of
[VUURWERK] in de scènefunctie (P58)
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal
(gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] (P108) ingesteld is op [ON])
• Het beeld wordt misschien niet verticaal afgebeeld als u het gemaakt hebt met een naar boven
of naar beneden gericht toestel.
• Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal
afgebeeld.
Golfstoring (camerabeweging)
Richtingfunctie

- 39 -
Basiskennis
[OPNAME] functie: ñ· ¿n
Beelden maken met de zoom
U kunt inzoomen om personen en voorwerpen dichter bij te doen lijken of uitzoomen om
landschappen in brede hoek op te nemen. Om voorwerpen nog dichter (maximum van
9,8k) bij te doen lijken, de beeldgrootte niet instellen op de hoogste instelling voor elke
aspectratio (X/Y/W).
Nog hogere niveaus van uitvergroting zijn mogelijk wanneer [DIG. ZOOM] ingesteld is op
[ON] in [OPNAME] menu.
∫Zoomtypes
• Wanneer u de zoomfunctie gebruikt, zal er een schatting verschijnen van het
focusbereik samen met de staaf van de zoomafbeelding. (Voorbeeld: 0.5 m –¶)
¢Het uitvergrotingniveau verschilt afhankelijk van [FOTO RES.] en [ASPECTRATIO]
instelling.
Gebruik van de Optische Zoom/Gebruik van de Extra Optische Zoom
(EZ)/Gebruik van de Digitale Zoom
Gebruik (Tele) om het object dichterbij te laten lijken
Het zoomhendeltje op Tele zetten.
Gebruik (Breed) om objecten verder weg te doen lijken
Het zoomhendeltje op Breed zetten.
Eigenschap Optische zoom Extra optische zoom
(EZ) Digitale zoom
Maximum
vergroting 5k9,8k¢
20k [inclusief optische zoom
5k]
39,1k [inclusief extra optische
zoom 9,8k]
Beeldkwaliteit
Geen verslechtering Geen verslechtering Hoe hoger het
vergrotingsniveau, hoe groter
de verslechtering.
Condities Geen [FOTO RES.] met
(P81) is geselecteerd.
[DIG. ZOOM] (P91) op het
[OPNAME] menu is ingesteld
op [ON].
Schermdisplay
A [ ] is afgebeeld.
BHet digitale zoombereik
wordt afgebeeld.
T
W
T
W
A
T
W
T
W
B

Basiskennis
- 40 -
∫Het mechanisme van de extra optische zoom
Wanneer u de beeldresolutie instelt op [ ] (3 miljoen pixels), wordt de 12M
(12,1 miljoen pixels) CCD-zone geconcentreerd in het midden van de 3M (3 miljoen
pixels) –zone om een beeld te maken met een hoger zoomeffect.
Aantekening
• De digitale zoom kan niet ingesteld worden wanneer õ geselecteerd is.
• De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
• “EZ” is een afkorting van “Extra optical Zoom”.
• De optische zoom is ingesteld op Breed (1k) wanneer het toestel aanstaat.
• Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw
scherpobject.
• De objectiefcilinder wordt automatisch uit- of ingetrokken afhankelijk van de zoomstand.
Onderbreek de beweging van de objectiefcilinder niet terwijl u het zoomhendeltje verplaatst.
• Wanneer u de digitale zoom gebruikt, zou [STABILISATIE] niet effectief kunnen zijn.
• Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de
zelfontspanner (P55) aan om opnamen te maken.
• De extra optische zoom kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
– In macrozoom-functie
– In [TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST],
[SPELDENPRIK], [ZANDSTRAAL] of [FOTO FRAME] in de scènefunctie
– In de bewegende-beeldenfunctie
• [DIG. ZOOM] kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
– In [TRANSFORMEREN], [SPORT], [BABY1]/[BABY2], [HUISDIER], [H. GEVOELIGH.],
[HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [SPELDENPRIK], [ZANDSTRAAL] of [FOTO FRAME]
in de scènefunctie
– Wanneer [SLIMME ISO] ingesteld is

- 41 -
Basiskennis
[AFSPELEN] functie: ¸
Beelden terugspelen ([NORMAAL AFSP.])
∫Snel vooruit spoelen/Snel achteruit spoelen
Houd 2/1 ingedrukt tijdens het terugspelen.
• Het bestandsnummer A en het beeldnummer B
wijzigen alleen elk afzonderlijk. 2/1 loslaten zodra het
nummer van het gewenste terug te spelen beeld
verschijnt om het beeld terug te spelen.
• Als u op 2/1 blijft drukken, neemt het aantal verder
gespoelde/teruggespoelde beelden toe.
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar A [(].
• Het Normaal afspelen is automatisch ingesteld in
de volgende gevallen.
– Waneer de functie geschakeld werd van de
[OPNAME] naar [AFSPELEN]
– Wanneer het toestel aangezet werd terwijl de
[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar op
[(] stond
Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen.
2: De vorige opname terugspelen
1: De volgende opname terugspelen
2: Snel achteruit
1: Snel vooruit
B
A

Basiskennis
- 42 -
Het zoomhendeltje op [L] (W) zetten.
1 scherm>12 schermen>30 schermen>Schermdisplay
(P100)
AHet aantal gekozen beelden en het totaal opgenomen
beelden
• Zet het zoomhendeltje naar [Z] (T) om terug te keren naar
het vorige scherm.
• Beelden worden niet gedraaid voor de display.
∫Om terug te keren naar normaal terugspelen
1Op 3/4/2/1 drukken om een beeld te kiezen.
• Er zal een icoon afgebeeld worden afhankelijk van het opgenomen beeld en de
instellingen.
2Druk op [MENU/SET].
• Het gekozen beeld verschijnt.
Aantekening
• Dit toestel komt overeen met de DCF-standaard “Design rule for Camera File system”
opgericht door JEITA “Japan Electronics and Information Technology Industries Association”
en met Exif “Exchangeable Image File Format”. Bestanden die niet overeenkomen met de
DCF-standaard kunnen niet afgespeeld worden.
• De lenscilinder trekt zich ongeveer 15 seconden nadat u overschakelt van de [OPNAME]- naar
de [AFSPELEN]-functie terug.
• Gebruik de bijwerkfunctie om het vergrote beeld op te slaan. (P107)
• Het kan zijn dat de terugspeelzoom niet werkt als de opnamen met andere apparatuur zijn
gemaakt.
• Terugspeelzoom kan niet gebruikt worden tijdens terugspelen van bewegend beeld.
Meervoudige schermen afbeelden (Meervoudig terugspelen)
De terugspeelzoom gebruiken
Het zoomhendeltje op [Z] (T) zetten.
1k>2k>4k>8k>16k
• Wanneer u de zoomhendel naar [L] (W) draait na het
uitvergroten van het beeld, wordt de vergroting lager.
• Wanneer u de uitvergroting verandert, verschijnt de indicatie
van de zoompositie A ongeveer 1 seconde lang en kan de
positie van de vergrootte sectie verplaatst worden door op
3/4/2/1 te drukken
• Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe slechter de kwaliteit
ervan wordt.
• Wanneer u de af te beelden positie verplaatst, verschijnt de
aanduiding van de zoomstand gedurende ongeveer
1 seconde.
A
A

- 43 -
Basiskennis
Schakelen van de [AFSPELEN] functie
1Druk op [MODE] tijdens afspelen.
2Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
[NORMAAL AFSP.] (P41)
Alle beelden worden teruggespeeld.
[DIASHOW] (P94)
De beelden worden teruggespeeld in opeenvolging.
[CATEGOR. AFSP.] (P97)
De in categorieën onderverdeelde gegroepeerde beelden worden teruggespeeld.
[FAVORIET AFSP.] (P98)¢
Uw favoriete beelden worden teruggespeeld.
¢ [FAVORIET AFSP.] wordt niet afgebeeld wanneer [FAVORIETEN] niet ingesteld is.
/SET
MENU

Basiskennis
- 44 -
[AFSPELEN] functie: ¸
Beelden wissen
Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden.
• Beelden op het ingebouwde geheugen of de kaart, die afgespeeld worden zullen gewist
worden.
Om een enkele opname uit te wissen
Selecteer het te wissen beeld en druk
vervolgens op [‚].
A[DISPLAY] knop
B[‚] knop
Op 2 drukken om [JA] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
/SET
MENU

- 45 -
Basiskennis
∫Wanneer [ALLES WISSEN] geselecteerd is met de [FAVORIETEN] (P109) instelling
Het selectiescherm wordt opnieuw afgebeeld. Selecteer [ALLES WISSEN] of [ALLES
WISSEN BEHALVEÜ], druk op 3 om [JA] te selecteren en de beelden te wissen.
([ALLES WISSEN BEHALVEÜ] kan niet geselecteerd worden als er geen beelden
ingesteld zijn als [FAVORIETEN]).
Aantekening
• Het toestel niet uitzetten terwijl deze aan het wissen is (terwijl [‚] afgebeeld is). Gebruik een
batterij met een voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en DC-koppelaar
(optioneel).
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u opnamen wist met [MULTI WISSEN], [ALLES WISSEN] of
[ALLES WISSEN BEHALVE Ü] zal het wissen halverwege stoppen.
• Afhankelijk van het aantal beelden dat gewist moet worden, kan het wissen even duren.
•Als beelden niet conform de DCF-standaard zijn of beschermd (P112) zijn, zullen deze
niet gewist worden zelfs als [ALLES WISSEN] of [ALLES WISSEN BEHALVEÜ]
geselecteerd is.
Om meerdere beelden (tot 50) te wissen of alle beelden te wissen
Druk op [‚].
Op 3/4 drukken om [MULTI WISSEN] of [ALLES WISSEN] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
• [ALLES WISSEN] > stap 5.
Druk op 3/4/2/1 om het beeld te
selecteren en druk vervolgens op
[DISPLAY] om in te stellen. (Herhaal deze
stap.)
• [ ] verschijnt op de gekozen opnamen. Als u opnieuw
op [DISPLAY] drukt, wordt de instelling gewist.
Op [MENU/SET] drukken.
Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
DISPLAY

Gevorderd (Opname van beelden)
- 46 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Over de LCD-monitor
Druk op [DISPLAY] om te wijzigen.
ALCD-monitor
B[DISPLAY] knop
• Wanneer het menuscherm verschijnt, wordt de [DISPLAY] knop niet
geactiveerd. Tijdens de terugspeelzoomfunctie (P42), als u
bewegende beelden terugspoelt (P99) en tijdens een diavoorstelling
(P94), kunt u alleen kiezen tussen “Normale weergave F” of “Geen
weergave H”.
In opnamefunctie
In terugspeelfunctie
Aantekening
• In [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [STERRENHEMEL] en [VUURWERK] in
scènefunctie, is de richtlijn grijs. (P58)
• In [FOTO FRAME] in scènefunctie, wordt de richtlijn niet afgebeeld. (P58)
CNormaal display
DNon-display
ENon-display
(Opnamerichtlijn)
FNormaal display
GDisplay met
opname-informatie
HNon-display
77
1/7
1/7
1/7
100_0001
100_0001
100_0001
ISO
ISO
100
100
AWB
AWB
ISO
100
AWB
1/7
1/7
1/7
100_0001
100_0001
100_0001
10:00 1.DEC.2009
10:00 1.DEC.2009
10:00 1.DEC.2009 10:00 1.DEC.2009
10:00 1.DEC.2009
10:00 1.DEC.2009
F3.3 1/30
F3.3 1/30
F3.3 1/30
Product specificaties
Merk: | Panasonic |
Categorie: | Digitale camera |
Model: | lumix dmc fs15 eg a |
Heb je hulp nodig?
Als je hulp nodig hebt met Panasonic lumix dmc fs15 eg a stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden
Handleiding Digitale camera Panasonic

16 Februari 2022

7 Februari 2022

24 Juli 2022

17 Augustus 2022

16 Augustus 2022

30 Juli 2022

21 Juli 2022

21 Juli 2022

7 Februari 2022

15 Februari 2022
Handleiding Digitale camera
- Digitale camera Braun
- Digitale camera Bosch
- Digitale camera HP
- Digitale camera Sony
- Digitale camera Samsung
- Digitale camera Xiaomi
- Digitale camera Casio
- Digitale camera Nikon
- Digitale camera Epson
- Digitale camera Canon
- Digitale camera JVC
- Digitale camera Motorola
- Digitale camera Medion
- Digitale camera Olympus
- Digitale camera Quintezz
- Digitale camera Toshiba
- Digitale camera VTech
- Digitale camera A-Rival
- Digitale camera AEE
- Digitale camera Agfa
- Digitale camera Agfaphoto
- Digitale camera Aiptek
- Digitale camera Albrecht
- Digitale camera Apeman
- Digitale camera Argus
- Digitale camera Beha-Amprobe
- Digitale camera BenQ
- Digitale camera BlackVue
- Digitale camera BML
- Digitale camera Bolyguard
- Digitale camera Brinno
- Digitale camera Bushnell
- Digitale camera Denver
- Digitale camera Digital Blue
- Digitale camera Dnt
- Digitale camera Drift
- Digitale camera Easypix
- Digitale camera Ematic
- Digitale camera Envivo
- Digitale camera Fisher Price
- Digitale camera Flir
- Digitale camera Fuji
- Digitale camera Fujifilm
- Digitale camera GE
- Digitale camera Gembird
- Digitale camera General Electric
- Digitale camera Genius
- Digitale camera Geonaute
- Digitale camera Goclever
- Digitale camera GoPro
- Digitale camera Guardo
- Digitale camera HTC
- Digitale camera Ingo
- Digitale camera Insta360
- Digitale camera Ion
- Digitale camera Kodak
- Digitale camera Kompernass - Lidl
- Digitale camera Konica
- Digitale camera Konig Electronic
- Digitale camera Kyocera
- Digitale camera Lamax
- Digitale camera Leica
- Digitale camera Lexibook
- Digitale camera Liquid Image
- Digitale camera Maginon
- Digitale camera Magpix
- Digitale camera Minolta
- Digitale camera Minox
- Digitale camera Mustek
- Digitale camera Nytech
- Digitale camera Pentax
- Digitale camera Plawa
- Digitale camera Polaroid
- Digitale camera Powerfix
- Digitale camera Praktica
- Digitale camera Pulsar
- Digitale camera Qware
- Digitale camera RadioShack
- Digitale camera Red
- Digitale camera Renkforce
- Digitale camera Revue
- Digitale camera Ricoh
- Digitale camera Rollei
- Digitale camera Sakar
- Digitale camera SeaLife
- Digitale camera Sigma
- Digitale camera Silvercrest
- Digitale camera Sipix
- Digitale camera Somikon
- Digitale camera Spypoint
- Digitale camera Storex
- Digitale camera Targa
- Digitale camera Technaxx
- Digitale camera Tevion
- Digitale camera TomTom
- Digitale camera Traveler
- Digitale camera Trust
- Digitale camera Umax
- Digitale camera Veho
- Digitale camera Vivitar
- Digitale camera Voigtlaender
- Digitale camera Wanscam
- Digitale camera WASPcam
- Digitale camera Yakumo
- Digitale camera Jobo
- Digitale camera Odys
- Digitale camera Oregon Scientific
- Digitale camera Duramaxx
- Digitale camera Guide
Nieuwste handleidingen voor Digitale camera

22 Oktober 2024

1 September 2024

14 Februari 2024

4 Februari 2024

25 December 2023

25 December 2023

16 Oktober 2023

16 Oktober 2023

16 Oktober 2023

16 Oktober 2023