Miele Professional PW 818 Handleiding
Miele Professional
Wasmachine
PW 818
Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Miele Professional PW 818 (184 pagina's) in de categorie Wasmachine. Deze handleiding was nuttig voor 11 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld
Pagina 1/184

Gebruiksaanwijzing en
opstellingsinstructies
Wasautomaat
PW 811
PW 814
PW 818
Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing voordat u
het apparaat plaatst, installeert en in gebruik
neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan het apparaat.
nl-NL, BE
M.-Nr. 10 681 390

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
2
Verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat te-
gen transportschade. Het verpakkingsmate-
riaal is uitgekozen met het oog op een zo
gering mogelijke belasting van het milieu en
de mogelijkheden voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal
wordt er op grondstoffen bespaard en wordt
er minder afval geproduceerd. Uw vakhan-
delaar neemt de verpakking over het alge-
meen terug.
Het afdanken van een apparaat
Oude elektrische en elektronische appara-
ten bevatten meestal nog waardevolle mate-
rialen. Ze bevatten echter ook schadelijke
stoffen die nodig zijn geweest om de appa-
raten goed en veilig te laten functioneren.
Als u uw oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet goed
mee omgaat, kunnen deze stoffen schade-
lijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Doe uw oude apparaat daarom nooit bij het
gewone huisafval.
Lever het apparaat in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elektroni-
sche apparatuur. Vraag uw handelaar indien
nodig om inlichtingen. Het afgedankte ap-
paraat moet buiten het bereik van kinderen
worden opgeslagen.
Energie besparen
Energie- en waterverbruik
– Maak zoveel mogelijk gebruik van de
maximale beladingscapaciteit van een
programma.
U gebruikt dan relatief gezien de minste
hoeveelheid energie en water.
Wasmiddel
– Gebruik hoogstens zoveel wasmiddel als
op de wasmiddelverpakking staat aange-
geven.
– Verlaag bij een geringere belading de
wasmiddelhoeveelheid.
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de droog-
automaat drogen, kies dan het hoogste cen-
trifugetoerental dat voor dit wasgoed moge-
lijk is.

Inhoud
3
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................................2
Het afdanken van een apparaat ............................................................................................ 2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.....................................................................10
Aanwijzingen voor behandelingen met chloorbleekmiddelen en perchloorethyleen ..... 17
Antichloorbehandeling ................................................................................................... 17
Beschrijving automaat (met wasmiddelvak)...................................................................19
Machinevarianten met wasmiddelvak (WEK) ...................................................................... 19
Beschrijving automaat (zonder wasmiddelvak)..............................................................20
Machinevarianten zonder wasmiddelvak (WEK) ................................................................ 20
Bediening van de wasautomaat.......................................................................................21
Functie van de bedieningselementen.................................................................................. 21
Functietoetsen..................................................................................................................... 22
Kaart exploitant ................................................................................................................... 23
Wasgoed voorbereiden.....................................................................................................24
Ingebruikneming.................................................................................................................. 24
Wasgoed voorbereiden ....................................................................................................... 25
Vulgewichten ....................................................................................................................... 25
Trommel vullen .................................................................................................................... 25
Wassen met wasmiddelvak ..............................................................................................26
Wasmiddeldosering via het wasmiddelvak ......................................................................... 26
Bleekmiddel......................................................................................................................... 27
Gebruik van textielverf / ontkleurings-en ontkalkingsmiddel .............................................. 27
Wassen zonder wasmiddelvak.........................................................................................28
Programma voortzetten na de melding "Fout doseersysteem" .......................................... 28
Doseerhoeveelheden........................................................................................................... 28
Ingebruikneming doseerpompen ........................................................................................ 28
Kalibratie dosering............................................................................................................... 28
Wassen ...............................................................................................................................31
Wasmiddeldosering............................................................................................................. 31
Wasmiddeldosering........................................................................................................ 31
Dosering wasmiddel....................................................................................................... 31
Waterhardheid ................................................................................................................ 31
Programma kiezen............................................................................................................... 31
Extra functies voorwas, stijfselstop of centrifugeerstop kiezen ..................................... 31
Wijzigingen vóór de programmastart ............................................................................. 32
Programma starten.............................................................................................................. 33
Deur openen na programma-einde ..................................................................................... 35
Als het programma tijdens het gebruik wordt afgebroken .................................................. 36
Wassen met kaarten .........................................................................................................37
Kaartgebruik........................................................................................................................ 37
Partijen wasgoed................................................................................................................. 38
Extra functies.....................................................................................................................39
Taalkeuze............................................................................................................................. 39
Starttijd/-datum ................................................................................................................... 39
Starttijd/-datum niet overnemen .................................................................................... 40

Inhoud
5
Sokkelopstelling .................................................................................................................. 69
Transportbeveiliging ............................................................................................................ 70
Transportbeveiligingen verwijderen ..................................................................................... 70
Wateraansluiting.................................................................................................................. 71
Aansluiting op alleen koud water ........................................................................................ 71
Aansluiting doseermiddelen op mengkast (vloeibare reinigingsmiddelen) ......................... 72
Waterafvoer ......................................................................................................................... 73
Elektrische aansluiting......................................................................................................... 74
Programma-overzicht .......................................................................................................75
Programma-overzicht basisprogramma's ........................................................................... 75
Programma's "Witte was" .............................................................................................. 75
Programma's "Bonte was" ............................................................................................. 76
Kreukherstellende programma's .................................................................................... 78
Programma's voor fijne was/wol ................................................................................... 79
Programma "Extra spoelen" .......................................................................................... 80
Programma "Extra centrifugeren" ................................................................................. 80
Programma "Extra afvoer" ............................................................................................. 80
Programma "Stijven" ..................................................................................................... 80
Programma-overzicht Hotel/Restaurant/Catering ............................................................... 81
Programma's "Beddengoed/badstof"............................................................................ 81
Programma "Matrashoezen" .......................................................................................... 81
Programma "Wellness badstof" ..................................................................................... 82
Programma "Badmantels 60°C".................................................................................... 82
Programma "Keukentextiel" ........................................................................................... 82
Programma's "Tafellinnen" ............................................................................................. 83
Programmapakket "Vitrages" ......................................................................................... 83
Programma-overzicht "Dekbedden" ................................................................................... 84
Programma-overzicht "Desinfectie" .................................................................................... 86
Algemene informatie over desinfecteren............................................................................. 88
Wat houdt het begrip desinfectie in? ............................................................................. 88
Thermische desinfectie .................................................................................................. 88
Chemo-thermische desinfectie ...................................................................................... 88
RKI-lijst (Robert-Koch-Instituut) ..................................................................................... 88
Desinfectieprocédés naar werkingsgebied .................................................................... 88
VAH-lijst.......................................................................................................................... 89
Voorzorgsmaatregelen om contaminatie c.q. recontaminatie te voorkomen................. 89
Reiniging van het wasmiddelvak en de zuighevel.......................................................... 89
Programma "Machine reinigen" .......................................................................................... 90
Programma-overzicht "Gebouwenreiniging - Mops en pads" ............................................ 91
Programma's "Mops"..................................................................................................... 91
Mops beladingshoeveelheid (katoen)............................................................................. 93
Mops beladingshoeveelheid (microvezel) ...................................................................... 94
Programma's "Matten / pads"........................................................................................ 94
Programma's "Doeken".................................................................................................. 95
Programma-overzicht "Brandweer" .................................................................................... 96
Programma's "Beschermende kleding" ......................................................................... 97
Programma's "Maskers" ................................................................................................ 99
Programma's "Chemiebestendige pakken" ................................................................. 100
Programma-overzicht "Textielreiniging" ............................................................................ 101
Programma-overzicht "Badimpregneren" ......................................................................... 102
Programma-overzicht "Manege"....................................................................................... 103

Inhoud
6
Programma-overzicht "Sport"........................................................................................... 105
Programma-overzicht "Sluice" .......................................................................................... 107
Programmaverloop "Sluice" ......................................................................................... 108
Programma-overzicht "Waterterugwinning" (WRG) .......................................................... 109
Bedieningselementen .....................................................................................................110
Functie van de bedieningselementen................................................................................ 110
Functietoetsen................................................................................................................... 111
Algemeen .........................................................................................................................113
Overzicht functieniveaus ................................................................................................... 113
Toegang tot het exploitatieniveau / password wijzigen ..............................................114
Wachtwoord ...................................................................................................................... 114
Password wijzigen............................................................................................................. 115
Taal / Tijd / Datum ...........................................................................................................116
Keuzemogelijkheden hoofdmenu ...................................................................................... 116
Menupunt "Taal"................................................................................................................ 116
Keuze landstaal ................................................................................................................. 116
Menupunt "Tijd/Datum" .................................................................................................... 117
Menupunt "Dosering" .....................................................................................................118
Menupunt "Dosering"........................................................................................................ 118
Menupunt "Vrijgavemodus" ...........................................................................................120
Menupunt "Vrijgavemodus" .............................................................................................. 120
Programmering................................................................................................................121
Programmastructuur ......................................................................................................... 121
Menupunt "Kopiëren"........................................................................................................ 123
Programma kopiëren .................................................................................................... 123
Bereik kopiëren............................................................................................................. 124
Blok kopiëren ............................................................................................................... 125
Menupunt "Wissen" .......................................................................................................... 127
Programma wissen....................................................................................................... 127
Bereik wissen ............................................................................................................... 128
Blok wissen .................................................................................................................. 129
Menupunt "Veranderen" .................................................................................................... 130
Menupunt "Nieuw samenstellen" ...................................................................................... 132
Programmakop.................................................................................................................. 132
Programmanummer...................................................................................................... 132
Programmanaam .......................................................................................................... 133
Materiaalnummer ......................................................................................................... 133
Bereik 1 - 2 - 3.............................................................................................................. 133
Wegen .......................................................................................................................... 134
Nominale belading........................................................................................................ 134
Minimaal waterniveau................................................................................................... 134
Vulwijze......................................................................................................................... 135
Vrijgave......................................................................................................................... 136
Vergrendelen ................................................................................................................ 136
Piekbelasting ................................................................................................................ 136
Warmwaterregeling ...................................................................................................... 137
Prijs............................................................................................................................... 137

Inhoud
7
Blokprogrammering........................................................................................................... 138
Toegang tot de blokprogrammering ............................................................................. 138
Parameterbasisinstelling............................................................................................... 138
Bloknaam ..................................................................................................................... 139
1. Blokactivering........................................................................................................... 140
2. Programmastop 1..................................................................................................... 140
3. Programmastopsignaal 1 ......................................................................................... 140
4. Verwarming............................................................................................................... 141
5. Vrije temperatuurkeuze............................................................................................. 141
6. Temperatuur ............................................................................................................. 141
7. Hysterese ................................................................................................................. 141
8. Warm Up .................................................................................................................. 142
9. Niveau 1 ................................................................................................................... 142
10. Watertoevoerweg 1 ................................................................................................ 142
11. Doseerwijze ............................................................................................................ 143
12. Doseerfase 1 .......................................................................................................... 144
13. Doseerstop 1.......................................................................................................... 144
14. Beweging vanaf niveau .......................................................................................... 144
15. Niveaustop 1 .......................................................................................................... 145
16. Wastijd 1................................................................................................................. 145
17. Thermostop ............................................................................................................ 146
18. Niveau 2 ................................................................................................................. 146
19. Watertoevoerweg 2 ................................................................................................ 147
20. Doseerfase 2 .......................................................................................................... 147
21. Doseerstop 2.......................................................................................................... 147
22. Niveaustop 2 .......................................................................................................... 147
23. Wastijd 2................................................................................................................. 147
24. Cool Down.............................................................................................................. 147
25. Wastijd 3................................................................................................................. 147
26. Programmastop 2................................................................................................... 147
27. Programmastopsignaal 2 ....................................................................................... 147
28. Waterafvoerweg 1 .................................................................................................. 147
29. Waterafvoerniveau.................................................................................................. 148
30. Wastijd 4................................................................................................................. 148
31. Waterafvoerweg 2 .................................................................................................. 148
32. Vrije keuze centrifugetoerental ............................................................................... 148
33. Centrifugeren.......................................................................................................... 148
34. Herhaling ................................................................................................................ 149
35. Blokeindesignaal .................................................................................................... 150

Inhoud
8
Menupunt "Instellingen".................................................................................................... 150
Submenu's: .................................................................................................................. 150
Memory-functie ............................................................................................................ 151
Vergrendeling basisprogramma.................................................................................... 151
Zoemer ......................................................................................................................... 152
Eenheid temperatuur, seconde, minuut, uur, lengte, massa, volume, druk, toerental . 152
Maximale wastemperatuur ........................................................................................... 153
Maximaal centrifugetoerental ....................................................................................... 154
Displayweergave .......................................................................................................... 154
Display stand-by .......................................................................................................... 155
Contrastinstelling.......................................................................................................... 155
Toetsendefinitie ............................................................................................................ 156
Dagtijd .......................................................................................................................... 156
Datumweergave ........................................................................................................... 156
Kalibratie dosering........................................................................................................ 156
Doseercapaciteit (D1 tot D13) ...................................................................................... 158
Correctiefactor dosering (D1 tot D 13) ......................................................................... 158
Leegmelding dosering (D1 tot D13).............................................................................. 159
Gebruik password ........................................................................................................ 159
Gemiddelde waterdruk ................................................................................................. 159
Verwarmingsvermogen................................................................................................. 160
Klantgegevens.............................................................................................................. 160
Muntsoort ..................................................................................................................... 162
Menupunt "Partij" .............................................................................................................. 162
Kaarten .............................................................................................................................. 163
Soorten kaarten............................................................................................................ 163
Kaart exploitant ............................................................................................................ 163
Informatie over de kaartinhoud oproepen.................................................................... 164
Kaarten vergrendelen ................................................................................................... 164
Kaart sleutel.................................................................................................................. 164
Opslaan van de gewijzigde gegevens.......................................................................... 165
Partijen ......................................................................................................................... 165
Gegevens naar kaart .................................................................................................... 166
Programmagegevens ................................................................................................... 166
Doseergegevens........................................................................................................... 167
Instellingsgegevens ...................................................................................................... 168
Taalgegevens................................................................................................................ 169
Gegevens naar besturing ............................................................................................. 170
Taal ............................................................................................................................... 170
Dosering ....................................................................................................................... 171
Programma................................................................................................................... 172
Instellingen ................................................................................................................... 173
Kaart wissen................................................................................................................. 174

Inhoud
9
Handmatige besturing....................................................................................................... 176
Omschakelen naar handmatige besturing ................................................................... 176
Handmatige besturing beëindigen ............................................................................... 176
Watertoevoer ........................................................................................................... 176
Dosering .................................................................................................................. 177
Wassen en verwarmen ......................................................................................... 178
Afvoer met beweging ........................................................................................... 178
Centrifugeren.......................................................................................................... 178
Functiecombinaties ...................................................................................................... 179
Technische gegevens......................................................................................................180
Machinegegevens PW 811................................................................................................ 180
Elektrische aansluiting.................................................................................................. 180
Afmetingen voor plaatsing ........................................................................................... 180
Gewicht en vloerbelasting ............................................................................................ 180
Emissiewaarden ........................................................................................................... 180
Productveiligheid.......................................................................................................... 180
Machinegegevens PW 814................................................................................................ 181
Elektrische aansluiting.................................................................................................. 181
Afmetingen voor plaatsing ........................................................................................... 181
Gewicht en vloerbelasting ............................................................................................ 181
Emissiewaarden ........................................................................................................... 181
Productveiligheid.......................................................................................................... 181
Machinegegevens PW 818................................................................................................ 182
Elektrische aansluiting.................................................................................................. 182
Afmetingen voor plaatsing ........................................................................................... 182
Gewicht en vloerbelasting ............................................................................................ 182
Emissiewaarden ........................................................................................................... 182
Productveiligheid.......................................................................................................... 182

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Ondeskundig gebruik
echter kan persoonlijk letsel en schade aan het apparaat veroorzaken.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is
veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat. In de gebruiksaanwijzing
vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onder-
houd.
Als andere personen worden geïnstrueerd om het apparaat te bedienen, moeten zij be-
slist op de hoogte zijn van deze veiligheidsinstructies.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende
eigenaar.
Verantwoord gebruik
De wasautomaat is voor professioneel gebruik.
De automaat is bedoeld voor plaatsing in een bedrijfsomgeving.
Wordt de automaat professioneel gebruikt, dan mag alleen geïnstrueerd/geschoold per-
soneel de automaat bedienen. Als de automaat in een vrij toegankelijke ruimte staat opge-
steld, moet de exploitant veiligstellen dat de automaat zonder risico kan worden gebruikt.
De wasautomaat mag uitsluitend worden gebruikt voor wasgoed dat niet met gevaarlijke
of ontvlambare stoffen is vervuild.
Reinig in deze automaat alleen wasgoed dat volgens het wasetiket geschikt is voor ma-
chinale reiniging of natreiniging.
De automaat moet overeenkomstig de gebruiksaanwijzing worden gebruikt, regelmatig
worden onderhouden en de werking moet regelmatig worden gecontroleerd.
De wasautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.
Plaats uw wasautomaat niet in een vorstgevoelige ruimte. Bevroren slangen kunnen
scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tem-
peraturen onder het vriespunt afnemen.
De wasautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld op een schip)
worden gebruikt.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in staat zijn het apparaat
veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwij-
zing!
Kinderen onder acht jaar mogen alleen in de buurt van de wasautomaat komen als ze
constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de automaat alleen zonder toezicht gebruiken als ze
weten hoe ze het apparaat veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn
van de gevaren van een foutieve bediening.
Kinderen mogen de wasautomaat niet zonder toezicht reinigen of onderhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het apparaat bevinden.
Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Desinfectieprogramma's mogen niet worden onderbroken, omdat anders het desinfec-
tieresultaat onvoldoende kan zijn. De desinfectiestandaard van thermische en chemo-ther-
mische procédés dient te worden bewaakt.
Ander gebruik dan hierboven aangegeven, is niet toegestaan. Voor de gevolgen kan de
fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
Problemen voorkomen
Gebruik de automaat nooit voor chemisch reinigen! Bij de meeste daarvoor gebruikte
reinigingsmiddelen, zoals benzine, bestaat brand-/explosiegevaar!
Als op hoge temperaturen wordt gewassen, wordt het kijkglas heet. Zorg er daarom
voor dat kinderen het kijkglas niet kunnen aanraken als de wasautomaat aanstaat.
Er bestaat verbrandingsgevaar!
Sluit de deur nadat u de automaat heeft gebruikt. Zo voorkomt u dat kinderen in de au-
tomaat klimmen of voorwerpen erin verstoppen en dat kleine dieren opgesloten raken.
De veiligheidsvoorzieningen en de bedieningselementen van het apparaat mogen niet
worden beschadigd of verwijderd.
Als de bedieningselementen of de isolatie van kabels beschadigd zijn, mag u het appa-
raat niet gebruiken totdat het is gerepareerd.
Het water in de wasautomaat is geen drinkwater! Laat het water in een afvoersysteem
weglopen dat speciaal daarvoor is aangelegd.
Controleer steeds of de trommel stilstaat als u het wasgoed uit de automaat wilt halen.
Als u uw hand in een nog draaiende trommel steekt, kunt u ernstig letsel oplopen.
Voorkom dat u vastgeklemd raakt tussen de deur en het frame.
Let op! De deur wordt automatisch vergrendeld, zodra de automaat start.
Als het wasmiddelvak open is of als er bakjes ontbreken, bestaat verbrandingsgevaar
door eruit spattend water.
Gebruik de automaat alleen compleet met alle onderdelen!
Let bij gebruik en combinatie van speciale reinigingsmiddelen en speciale producten op
de aanwijzingen van de betreffende fabrikant. Gebruik het middel alleen voor de toepas-
singen die door de fabrikant zijn aangegeven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en
eventuele heftige chemische reacties.

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst of het zichtbaar beschadigd is. Een be-
schadigde wasautomaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden genomen.
De elektrische veiligheid van de automaat is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt
aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is
geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman controleren. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende
of beschadigde aarddraad.
Reparaties mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele zijn geau-
toriseerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de ge-
bruiker opleveren, waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Breng geen wijzigingen aan de wasautomaat aan die niet uitdrukkelijk door Miele zijn
toegestaan.
Wanneer een storing wordt verholpen en wanneer de wasautomaat wordt gereinigd en
onderhouden, mag er geen elektrische spanning op de wasautomaat staan. Dat is het ge-
val als:
– de stekker uit de contactdoos is getrokken of
– de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uitgeschakeld is of
– de betreffende zekering van de huisinstallatie er helemaal uitgedraaid is.
Zie ook het hoofdstuk "Plaatsen en aansluiten" onder "Elektrische aansluiting".
De wasautomaat mag alleen met een nieuwe slangenset op de watervoorziening worden
aangesloten. Oude slangen mogen niet worden gebruikt. Controleer de slangen regelma-
tig. U kunt de slangen dan tijdig vervangen en waterschade voorkomen.
Bij lekkage moet de oorzaak worden weggenomen, voordat u de automaat weer mag
gebruiken. Maak de automaat meteen spanningsvrij als er water vrijkomt.
Bij problemen met de stoomverwarming kunnen hogere temperaturen voorkomen bij de
vuldeur, de klep van het wasmiddelvak en in de trommel (met name de trommelrand). Er
bestaat kans op lichte verbrandingen.
Deze opmerking geldt alleen voor apparaten met stoomverwarming.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen dat zij volledig voldoen aan de
veiligheidseisen die wij aan onze producten stellen.
Het apparaat is voor professionele doeleinden en moet aan de wettelijke veiligheidsei-
sen blijven voldoen. Wij adviseren u het apparaat dan ook periodiek door een deskundige
te laten controleren (bijvoorbeeld door Miele). De resultaten van de controle moeten in het
zogenaamde machinevolgboek worden vastgelegd (verkrijgbaar bij Miele).
Volg de aanwijzingen uit de hoofdstukken "Plaatsen en aansluiten" en "Technische ge-
gevens".
De aansluitstekker van de wasautomaat moet altijd toegankelijk zijn, zodat u de machine
altijd spanningsvrij kunt maken.
Bij een vaste aansluiting moet het apparaat via een schakelaar met alle polen van de
netspanning kunnen worden losgekoppeld.

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
14
Als een vaste elektrische aansluiting gepland is, moet de automaat via een geschikte
schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De schake-
laar moet bij het apparaat worden geïnstalleerd. De schakelaar moet duidelijk herkenbaar
en goed toegankelijk zijn.

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
15
Veilig gebruik
De maximale beladingscapaciteit bedraagt voor PW811 - 12kg, voor PW816 - 14kg
en voor PW818 - 20kg (droge was). De beladingscapaciteit voor de specifieke program-
ma's vindt u in het hoofdstuk "Programma-overzicht".
Verwijder voordat u de wasautomaat in gebruik neemt de transportbeveiligingen aan de
achterkant van het apparaat (zie ook "Plaatsen en aansluiten" onder "Transportbeveili-
gingen verwijderen"). Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij het
centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasautomaat en aan de meubels/apparaten die
ernaast staan.
Probeer nooit de deur van de wasautomaat met geweld te openen. U kunt de deur al-
leen openen als dit op het display wordt aangegeven.
Druk de trommel niet naar achteren als de machine loopt.
Als u de deur sluit, kunt u tussen het deurframe en de trommelopening vastgeklemd ra-
ken en zich bezeren. Hetzelfde geldt voor het scharniergedeelte. Let op! De deur wordt au-
tomatisch vergrendeld, zodra de automaat start.
Sluit de waterkraan als u langere tijd afwezig bent (bijvoorbeeld tijdens vakanties), zeker
als er zich in de buurt van de wasautomaat geen afvoer in de vloer bevindt, bijvoorbeeld
een putje.
Voorkom dat vreemde voorwerpen (spijkers, naalden, munten, paperclips, etc.) in de
wasautomaat terechtkomen. Dergelijke voorwerpen kunnen de automaat beschadigen (zo-
als de kuip en de wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt het was-
goed beschadigen.
Bij juiste dosering van het wasmiddel hoeft de wasautomaat niet te worden ontkalkt. Als
u toch moet ontkalken, gebruik dan een speciaal ontkalkingsmiddel dat een anti-corrosie-
middel bevat (verkrijgbaar bij Miele). Volg de aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig
op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is behandeld, moet eerst
grondig met schoon water worden uitgespoeld, vóórdat het in de automaat wordt gewas-
sen.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten (zoals wasbenzine). On-
derdelen van de wasautomaat kunnen beschadigd raken en er kunnen giftige dampen vrij-
komen. Bovendien bestaat er brand- en explosiegevaar.
Bewaar en gebruik in de buurt van de wasautomaat geen benzine, petroleum of andere
licht ontvlambare stoffen. Er bestaat brand- en explosiegevaar! Gebruik het machinedek-
sel niet als werkblad.
Bewaar op het machinedeksel geen chemicaliën (vloeibare wasmiddelen, hulpmid-
delen). Dergelijke middelen kunnen kleurveranderingen en lakschade veroorzaken. Als er
per ongeluk chemicaliën op het oppervlak terechtkomen, verwijder deze dan meteen met
een in water natgemaakte doek.
Aan de achterkant van het apparaat bevindt zich de opening voor de luchtafvoer. Deze
opening mag nooit worden afgesloten of afgedekt. Houdt u zich aan de minimale afstand
uit de installatietekening.

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
16
Textielverf moet geschikt zijn voor gebruik in een wasautomaat. Volg de aanwijzingen op
de verpakking nauwkeurig op.
Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling corrosie veroorzaken
en mogen daarom niet in de wasautomaat worden gebruikt.
Voorkom dat de roestvrijstalen oppervlakken in aanraking komen met vloeibare reini-
gings- en desinfectiemiddelen die chloor of natriumhypochloride bevatten. Deze middelen
kunnen op het roestvrije staal corrosie veroorzaken. Agressieve chloorbleekloogdampen
kunnen eveneens corrosie tot gevolg hebben. Bewaar geopende reservoirs met dergelijke
middelen daarom niet in de buurt van de apparatuur.
Voor de reiniging van het apparaat mag geen hogedrukreiniger of waterstraal worden
gebruikt.

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
17
Chloor en schade aan onderdelen
Hoe groter de gebruikte chloorhoeveelheden, des te groter de kans op schade aan on-
derdelen van de automaat.
Aanwijzingen voor behandelingen met chloorbleekmiddelen en perchloorethyleen
Het gebruik van chloorhoudende middelen, zoals natriumhypochloride en poedervormige
chloorbleekmiddelen, kan - afhankelijk van de chloorconcentratie, de inwerktijd en de tem-
peratuur - de beschermlaag van het roestvrije staal aantasten en corrosie veroorzaken op
onderdelen van de automaat. Om deze redenen dient u af te zien van het gebruik van der-
gelijke middelen. In plaats daarvan adviseren wij bleekmiddelen op zuurstofbasis.
Als u toch voor bepaalde verontreinigingen chloorhoudende bleekmiddelen gebruikt, dient
u altijd een antichloorbehandeling uit te voeren. U voorkomt zo dat onderdelen van de
wasautomaat en de was onherstelbaar beschadigd raken.
Antichloorbehandeling
De antichloorbehandeling moet meteen aansluitend op het gebruik van het chloorbleek-
middel worden uitgevoerd! Gebruik hiervoor bij voorkeur waterstofperoxide of een was- of
bleekmiddel op zuurstofbasis en zonder het water tussendoor af te pompen.
Met thiosulfaat kan, vooral bij hard water, gipsvorming optreden waardoor verontreini-
gingen op het wasgoed en afzettingen in de wasautomaat kunnen ontstaan. Omdat een
behandeling met waterstofperoxide het neutralisatieproces van chloor ondersteunt, dient
daaraan de voorkeur te worden gegeven.
De juiste hoeveelheden hulpmiddelen en de behandelingstemperaturen dienen ter plaatse
volgens de doseeradviezen van de was- en hulpmiddelenfabrikanten te worden ingesteld
en gecontroleerd. Ook moet worden getest of er resten actieve chloor in de was zijn ach-
tergebleven.

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
18
Accessoires
Alleen originele Miele-accessoires mogen worden aan- of ingebouwd. Worden er andere
accessoires aan- of ingebouwd, dan kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er
geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en product-
aansprakelijkheid.
Het afdanken van een apparaat
Als u uw oude automaat afdankt, maak dan eerst het deurslot onbruikbaar. Daarmee
voorkomt u dat spelende kinderen zich opsluiten en in levensgevaar komen.
Als de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet
aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.

Beschrijving automaat (met wasmiddelvak)
19
Machinevarianten met wasmiddelvak (WEK)
⑫
⑥⑧ ⑨ ⑧
⑩
⑪
⑭
⑮
⑦
②
①
③
④
⑤
⑬
⑰
⑯
⑱
aDisplay
zie "Functie van de bedieningselementen"
bNoodschakelaar
zie "Functie van de bedieningselementen"
cDeurgreep
dDeur
eVerstelbare machinevoeten (4 stuks)
fWasmiddelvak
gElektrische aansluiting
hKoudwateraansluiting
iWarmwateraansluiting
j2 x hardwateraansluiting
(optioneel)
kAansluitingen voor externe doseer-
pompen
lWasemafvoer/vrije afvoer typeAB
mSchacht voor communicatiemodule
De communicatiemodule XKMRS232 is
bij te bestellen.
nAfvoerklep
oKoudwateraansluiting dosering vloei-
bare reinigingsmiddelen
(optioneel)
pKaartlezer
zie "Functie van de bedieningselementen"
qVentilatorbehuizing
rAansluitmogelijkheid stoom direct/indi-
rect (afhankelijk van de variant)
Zie ook "Plaatsen en aansluiten"

Beschrijving automaat (zonder wasmiddelvak)
20
Machinevarianten zonder wasmiddelvak (WEK)
⑪
⑥⑦⑧
⑨
⑩
⑫
⑬
⑭
① ②
③
④
⑤
⑮⑯
⑰
aDisplay
zie "Functie van de bedieningselementen"
bNoodschakelaar
zie "Functie van de bedieningselementen"
cDeurgreep
dDeur
eVerstelbare machinevoeten (4 stuks)
fElektrische aansluiting
gKoudwateraansluiting
hWarmwateraansluiting
i2 x hardwateraansluiting
(optioneel)
jAansluitingen voor doseerpompen
kWasemafvoer/vrije afvoer typeAB
lSchacht voor communicatiemodule
De communicatiemodule XKMRS232 is
bij te bestellen.
mAfvoerklep
nKoudwateraansluiting dosering vloei-
bare reinigingsmiddelen
oKaartlezer
zie "Functie van de bedieningselementen"
pVentilatorbehuizing
qAansluitmogelijkheid stoom direct/indi-
rect (afhankelijk van de variant)
Zie "Functie van de bedieningselementen"

Bediening van de wasautomaat
21
Functie van de bedieningselementen
aDisplay
Na het inschakelen van het apparaat, verschijnt kort een welkomst-
scherm en daarna de programmalijst. Het laatst gekozen program-
ma is gemarkeerd.
bFunctietoetsen
De toetsen onder het display zijn de functietoetsen. Afhankelijk van
de machinestatus worden hieraan bepaalde functies toegewezen.
De functies verschijnen in het display boven de toetsen en worden
gemarkeerd als u op de betreffende toets drukt.
Bij herprogrammering op "Toetsendefinitie direct" kunt u de eerste
6 programma's van de programmalijst rechtstreeks via de functie-
toetsen 1 - 6 kiezen.
cToets Start
Als u op de knop drukt, wordt het programma gestart. Als u na de
start van een programma op de knop drukt, wordt de displayin-
houd weergegeven, zoals die voor de programmastart was.
dOptische interface PC
Met speciale software kunnen gegevens worden uitgewisseld tus-
sen de besturing en een PC (en omgekeerd). De aansluiting ge-
schiedt via de optische interface aan de voorkant van het bedie-
ningspaneel.
eProgrammaschakelaar (duo-knop)
Met deze schakelaar kiest en bevestigt u de menupunten (kiezen =
draaien, bevestigen = drukken).
fKaartlezer
Als u een kaart insteekt, kunt u met de programma's op die kaart
wassen. Steek de kaart in pijlrichting in de lezer.
gI Aan-schakelaar
Apparaat inschakelen
h0 Uit-schakelaar
Apparaat uitschakelen

Bediening van de wasautomaat
22
iNoodschakelaar
Met de noodschakelaar kan de gebruiker het apparaat bij gevaar
(of om gevaarlijke situaties te voorkomen) snel in een veilige toe-
stand brengen. De noodschakelaar moet altijd toegankelijk zijn. Let
op! De machine is niet spanningsvrij!
Als het probleem is verholpen, kunt u de noodschakelaar weer ont-
grendelen door deze naar rechts te draaien.
Druk opnieuw op de toets "START" om het onderbroken program-
ma voort te zetten.
Functietoetsen
Stop/Einde
De rechter functietoets wordt na de programmastart als stoptoets ge-
bruikt. Als u op de toets drukt, wordt het gekozen programma ge-
stopt. Als u nog een keer drukt, wordt het programma afgebroken.
Blok plus
Met deze toets wordt het betreffende programmablok (bijvoorbeeld
voorwas) aan het programma toegevoegd.
Stijfselstop
Druk op deze toets als de was moet worden gesteven.
Centrifugeren
Centrifugeerstop
Druk op deze toets als de was na het spoelen niet moet worden ge-
centrifugeerd.
Instellingen
Starttijd/-datum
Als u vóór de programmastart op deze toets drukt, verschijnt in het
display de melding dat u een starttijd kunt kiezen.
Informatie
Na de programmastart kan hier actuele programma-informatie wor-
den weergegeven.
Handmatige besturing
Versneld doorlopen
Terug Met deze toets gaat u terug naar de vorige displaypagina.
/ Aanwijzing dat er een volgende of voorafgaande regel is.
Opslaan
Zie "Toegang tot het exploitatieniveau".
1-999 alle programma’s
Backspace-toets met wisfunctie
aA Omschakeling klein-groot
Aa Omschakeling groot-klein

Bediening van de wasautomaat
23
Watertoevoer
Dosering
Dosering uitgeschakeld
Wassen en verwarmen
Afvoer met beweging
Kaart
Gemarkeerd
Programma vergrendeld
Als een vergrendeld programma gestart is, kan het na 1 minuut niet
meer met de einde-toets worden gestopt of afgebroken.
Programma ontgrendeld
Datatransfer
Kaart exploitant
Voor de datatransfer van de besturing naar de kaart en omgekeerd
zie "Programmering".
De kaart heeft geheugenruimte voor maximaal 30 programma's met
elk 6 blokken.
De achterkant van de kaart kan worden beschreven.

Wasgoed voorbereiden
25
Wasgoed voorbereiden
Maak de zakken leeg.
Voorwerpen zoals spijkers, munten en paperclips kunnen het
wasgoed en onderdelen van de automaat beschadigen.
Vulgewichten
(droog wasgoed)
PW811 PW814 PW818
Max. 12kg Max. 16kg Max. 20kg
U vindt alle vulgewichten in het programma-overzicht.
Trommel vullen
Schakel de wasautomaat met de toets in.
Trek aan de deurgreep om de deur te openen.
Leg het wasgoed uit elkaar gevouwen en losjes in de trommel. Leg
wasgoed van verschillende grootte in de trommel. Daardoor wordt
een beter wasresultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het
centrifugeren beter verdelen.
Bij een maximale belading is het energie- en waterverbruik, vergele-
ken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. Wordt de maxi-
male beladingscapaciteit overschreden, dan kunnen de wasresulta-
ten tegenvallen en gaat het wasgoed sneller kreuken.
Deur sluiten Sluit de deur door deze in de voorvergrendelingspositie te drukken.
Let erop dat er niets tussen deur en dichting (manchet) beklemd
raakt.
De deur klikt vast, maar is nog niet volledig vergrendeld. Dat gebeurt
automatisch, zodra de automaat wordt gestart.

Wassen met wasmiddelvak
26
Wasmiddeldosering via het wasmiddelvak
Voor de standaardprogramma's doseert u het poedervormige was-
middel voor de hoofdwas in bakje. Indien gewenst, doet u het
wasmiddel voor de voorwas in bakje. Wasverzachter doseert u
in het voorste gedeelte van bakje.
Andere vloeibare hulpmiddelen doseert u in het achterste gedeelte
van bakje (indien dit geprogrammeerd is).
De vakken van het bakje mogen maximaal tot aan de markering
worden gevuld.
De hulpmiddelen stromen anders meteen via de zuighevel in de
machine.

Wassen met wasmiddelvak
27
Bleekmiddel
Alleen textiel dat in het wasetiket de aanduidingΔ heeft, mag met
bleekmiddel worden behandeld.
Doseer het vloeibare bleekmiddel uitsluitend in het daarvoor bestem-
de bakje. Het bleekmiddel wordt dan automatisch tijdens de 2e
spoelgang in de trommel gespoeld. Bont wasgoed mag alleen met
bleekmiddel worden behandeld als de fabrikant uitdrukkelijk op het
wasetiket vermeldt dat het textiel kleurecht is en gebleekt mag wor-
den.
Hoe groter de gebruikte chloorhoeveelheden, des te groter de
kans op schade aan onderdelen van de automaat.
Gebruik van textielverf / ontkleurings-
en ontkalkingsmiddel
Textielverf en ontkleuringsmiddelen, alsmede ontkalkingsmiddelen
moeten geschikt zijn voor gebruik in de wasautomaat. Let altijd op de
aanwijzingen van de fabrikant van het middel.

Wassen zonder wasmiddelvak
28
Programma voortzetten na de melding "Fout doseersys-
teem"
Als een reservoir leeg is, worden de pomp en de machine automa-
tisch uitgeschakeld, tegelijk meldt de wasautomaat een tekort aan
vloeibaar middel.
Fout doseersysteem
Vul doseerreservoir ??.
Druk op de starttoets.
Vul het reservoir.
Druk op de toets"Start" om het programma voort te zetten.
Doseerhoeveelheden
Houdt u zich aan de aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
Let bij gebruik en combinatie van speciale reinigingsmiddelen en
speciale producten op de aanwijzingen van de betreffende fabri-
kant. Gebruik het betreffende middel alleen voor de toepassingen
die de fabrikant aangeeft. Hiermee voorkomt u materiaalschade en
eventuele heftige chemische reacties. Vraag in geval van twijfel de
fabrikant van het middel of het geschikt is voor gebruik in wasauto-
maten.
Vloeibare wasmiddelen moeten voor gebruik op kamertemperatuur
worden gebracht, zodat de viscositeit (en daarmee de doseerhoe-
veelheid) niet wordt beïnvloed.
Ingebruikneming doseerpompen
Voor de ingebruikneming van de doseerpompen moet het vloeibare
wasmiddel worden aangezogen en de doseerhoeveelheid worden in-
gesteld.
Kalibratie dosering
De kalibratiefunctie wordt gebruikt om de doseerhoeveelheid van de
afzonderlijke doseerpompen vast te stellen.
Om rechtstreeks
in de kalibratie-
functie te komen,
gaat u als volgt te
werk (bij uitge-
schakelde machi-
ne):
Houd de functietoets2 ingedrukt en schakel de machine met de
toets "Aan" in.
Kalibratie dosering Hoofdmenu
Doseerpomp 1
Doseerpomp 2
Keuzemogelijkheden:
– Doseerpomp 1tot13

Wassen zonder wasmiddelvak
29
Kies een doseerpomp.
Nadat u een doseerpomp heeft gekozen, verschijnt het volgende dis-
play:
Kalibratie dosering Doseerpomp 1
V: 100 ml
0/1
0st: P: Nee
Tip: U kunt een doseerhoeveelheid instellen tussen 0en 9999ml (in
stappen van 1ml).
Druk op de functietoets0/1.
De doseerslang wordt gevuld.
Druk op de toets0/1 om de functie te stoppen.
Steek de slang van de betreffende doseerpomp in een maatbeker
(de slang moet omhoog lopen).
Irriterende middelen.
Irritatie van ogen en huid.
Vermijd elk contact met de huid en de ogen. Draag beschermende
kleding.
Ga weer naar het hoofdmenu met de toets "Terug".
Kalibratie dosering Hoofdmenu
Doseerpomp 1
Doseerpomp 2
Kies een doseerpomp.
Kalibratie dosering Doseerpomp 1
0/1
0 st: P: Nee
V: 100 ml
Druk op de functietoets0/1.
U stopt de pomp door op de toets0/1 te drukken. Na 60seconden
stopt de pomp automatisch.
Meet de hoeveelheid die zich in de maatbeker bevindt.
Kalibratie dosering Doseerpomp 1
0/1
30 st: P: 200 ml/minV: 100 ml
Voer de gemeten waarde in het veld"V:" in.

Wassen zonder wasmiddelvak
30
De hoeveelheid P wordt door de besturing berekend in ml/min.
Druk op de functietoets "Opslaan".
De gemeten waarde wordt aan de pomp toegewezen.
Sluit de slang weer aan.

Wassen
31
Wasmiddeldosering
Wasmiddeldose-
ring
Gebruik niet te veel wasmiddel, anders ontstaat er te veel schuim.
– Gebruik geen wasmiddelen die overmatig schuimen.
– Volg de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking.
De dosering is afhankelijk van:
– de hoeveelheid wasgoed
– de waterhardheid
– de mate waarin het wasgoed is verontreinigd
Dosering wasmid-
del
Houd bij de dosering rekening met de waterhardheid en neem de
aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant in acht.
Waterhardheid Hardheidsgraad Totale hardheid in mmol/l Duitse hardheid °dH
Zacht (I) 0 - 1,5 0 - 8,4
Gemiddeld (II) 1,5 - 2,5 8,4 - 14
Hard (III) Meer dan 2,5 Meer dan 14
Als u de waterhardheid in uw regio niet kent, neem dan contact op
met uw waterbedrijf.
Programma kiezen
Kies met de programmaschakelaar een programma (bijvoorbeeld
programma1 "Witte was").
In het display verschijnt dan (bijvoorbeeld):
197 WRG legen
1 Witte was 90
2 Bonte was 60
Koud
°C
°C
Extra functies
voorwas, stijfsel-
stop of centrifu-
geerstop kiezen
Bevestig het gekozen programma door op de programmaschake-
laar te drukken.
In het display verschijnt dan (bijvoorbeeld):
1 Witte was
90 Hoofdwas
Spoelen 1150 omw/min
+
11,0/11,0 kg
°C
Indien gewenst, kunt u het programmablok "Voorwas" toevoegen
met de functietoets "Blok plus".
Als u op de functietoets "Blok plus" drukt, verschijnt in het dis-
play:

Wassen
32
1 Witte was
40 Voorwas
Hoofdwas 1150 omw/min
+
11,0/11,0 kg
90
°C
°C
Het veld"" is gemarkeerd.
Tip: U kunt de functie weer uitzetten door opnieuw op de toets te
drukken.
Tip: Druk op de toets "Stijfselstop" als de was moet worden ge-
steven.
Tip: Druk op de toets "Centrifugeerstop" als de was na het spoe-
len niet moet worden gecentrifugeerd.
Als geen verdere aanpassingen van het programma nodig zijn:
Druk op de toets"START".
Het programma loopt af.
Wijzigingen vóór
de programma-
start
Als voor de programmastart nog aanpassingen nodig zijn (bijvoor-
beeld van het vulgewicht, de temperatuur of het centrifugetoerental),
gaat u als volgt te werk:
Vulgewicht Voordat u het programma start, kunt u het vulgewicht handmatig in-
voeren.
1 Witte was 11,0 /11,0 kg
Voorwas
Hoofdwas
40
90
+
°C
°C
Roep het invoerveld "Vulgewicht" op door aan de programmascha-
kelaar te draaien. Bevestig uw keuze met een druk op de program-
maschakelaar.
Wijzig het vulgewicht door aan de programmaschakelaar te draaien
en bevestig de ingestelde waarde met een druk op de programma-
schakelaar.
Temperatuur De temperatuur kan voor de programmastart in stappen van 1°C
worden ingesteld. U kunt kiezen uit "koud" en een waarde tussen
15en 95°C.
Roep het veld "Temperatuur" (40°C voor de voorwas) op door aan
de programmaschakelaar te draaien. Bevestig uw keuze met een
druk op de programmaschakelaar.
1 Witte was 11,0/11,0 kg
Voorwas
Hoofdwas
40
90
+
°C
°C

Wassen
33
Wijzig de temperatuur door aan de programmaschakelaar te draaien
en bevestig de ingestelde waarde met een druk op de programma-
schakelaar.
Centrifugetoerental U kunt het centrifugetoerental in stappen van 25omwentelingen/mi-
nuut (in het display "o/min" of "omw/min") wijzigen in een waarde
tussen 300 en het maximale centrifugetoerental. U kunt geen waarde
instellen tussen 0en300omwentelingen per minuut.
Roep het veld "Toerental" (1100omwentelingen/minuut voor het
eindcentrifugeren) op door aan de programmaschakelaar te draaien.
Bevestig uw keuze met een druk op de programmaschakelaar.
1 Witte was
90 Hoofdwas
Spoelen 1150
+
11,0/11,0 kg
°C
o/min
Wijzig het toerental door aan de programmaschakelaar te draaien
en bevestig de instelling met een druk op de programmaschakelaar.
Maximale centrifu-
getoerentallen PW811 PW814 PW818
1150o/min 1075o/min 1075o/min
Het maximale centrifugetoerental is afhankelijk van het gekozen pro-
gramma.
Programma starten
Druk op de toets"START".
Het programma loopt af.
Na de start wordt het programmaverloop in het display weergegeven.
1 Witte was
40 Voorwas
Hoofdwas
+
20
Einde om 12:35
°C °C
Op de 2e displayregel (hier "Voorwas"), verschijnt bovendien de actu-
ele soptemperatuur.
1 Witte was
90 Hoofdwas
Spoelen 1
+
60
Einde om 12:35
°C°C
Na afloop van het programmablok "Voorwas" verschijnt op de tweede
regel het programmablok "Hoofdwas" met de actuele soptempera-
tuur. Daaronder verschijnt het volgende programmablok (hier "Spoe-
len 1").

Wassen
34
Tip: Rechts in het display kunt u zien hoe laat het programma is afge-
lopen.
1 Witte was
90 Hoofdwas
Spoelen 1
+
60
Einde om 12:35
°C °C
Druk op de toets "Informatie".
In het display verschijnt meer informatie over het wasprogramma, bij-
voorbeeld:
1 Witte was
Startdatum : 10-7-2010
Starttijd: 9:47
Tijd na start
Resttijd 0h 11min
0 h 23 min
::
1 Witte was
Herhaling
Resttijd 0h 11min
Nee:
:
1 Witte was
Blok 2
:
Wastijd 1Programmastap
Spoelen 2:
Witte was1
Ingesteld niveau
Ingestelde temperatuur
:
Actuele temperatuur
60
60 °C
35
1 Witte was :
°C
mm
Ingestelde temperatuur
:
60
1 Witte was
:
Toerental 40
°C
o/min

Wassen
35
Ritme
12 / 3
1 Witte was
:
Druk op de toets "Terug".
Het display gaat terug naar het programmaverloop.
Deur openen na programma-einde
Als de trommel stilstaat en zich geen water meer in de machine be-
vindt, verschijnt na afloop van het programma (bijvoorbeeld) het vol-
gende in het display:
1 Witte was
Programma-einde
U kunt de deur openen
Tegelijk klinkt gedurende 5seconden een akoestisch signaal om het
programma-einde aan te geven.
De deur wordt automatisch ontgrendeld.
Trek aan de deurgreep om de deur te openen.
De deur moet uit de vergrendeling worden getrokken.
Op de deur nooit met geweld.
Als u de deur niet kunt openen, volgt u de aanwijzingen onder
"Noodontgrendeling".
Haal het wasgoed uit de trommel.

Wassen met kaarten
37
Kaartgebruik
Kaarten waarop minimaal een programma staat, zijn op een bepaald
machinetype afgestemd. Onbeschreven kaarten zijn universeel toe-
pasbaar.
Schakel de automaat met de toetsI "Aan" in.
Er verschijnt een welkomstmelding.
Steek de kaart in.
In het display verschijnen de programma's die op de kaart staan.
Kaartgebruik
17 Maskers 45
18 Kreukherstellend 60
°C°C
°C
°C
Kies met de programmaschakelaar een programma. Als u op de
schakelaar drukt, wordt het programma bevestigd.
Kies het gemarkeerde programma door op de programmaschake-
laar te drukken.
Druk op de toets"START".
Het programma loopt af.
Tip: Nadat u op de toets"START" heeft gedrukt, kunt u de kaart uit
de kaartlezer halen. Na afloop van het programma wordt het pro-
gramma gewist.
Steek geen andere voorwerpen dan de kaart in de kaartgleuf.
Als u de kaart verkeerd heeft ingestoken, verschijnt de volgende
melding in het display:
Kaartfout
Kaart verkeerd ingestoken.

Wassen met kaarten
38
Steek de kaart goed in de kaartlezer.
Als het om een kaart gaat die niet bij dit machinetype hoort, ver-
schijnt bijvoorbeeld de volgende melding in het display:
Kaartinhoud
De programma's op de kaart zijn alleen
geschikt voor machinetype ??.
Plaats een kaart die geschikt is voor dit machinetype.
Partijen wasgoed
Voor partijen wasgoed waarvoor een speciaal programma moet wor-
den gebruikt, wordt een kaart gebruikt waarop alleen dat programma
staat.
Activeer deze functie op het exploitatieniveau via het menupunt
"Partij".
De besturing van de automaat accepteert dan alleen nog kaarten
voor partijen wasgoed waarop één programma staat.
De programma's in de besturing worden genegeerd.

Extra functies
39
Taalkeuze
Vóór de start van een programma, kunt u via het vlagsymbool de taal
tijdelijk wijzigen.
De gekozen taal wordt 5minuten na afloop van het programma (bij
geopende deur) weer teruggezet.
1 Witte was 90
2 Bonte was 60
3 Bonte was intensief 60
°C
°C
°C
Druk op de functietoets.
De volgende displayinhoud verschijnt:
Instellingen
Hoofdmenu
Terug
Taal
Exploitatieniveau
Bevestig de keuze "Taal" door op de programmaschakelaar te druk-
ken. De gebruiksaanwijzing is geschreven voor de taalkeuze "Ne-
derlands".
Instellingen
Taal
dansk
Deutsch
english
Kies de gewenste taal door aan de programmaschakelaar te draai-
en en bevestig uw keuze met een druk op de programmaschake-
laar.
Starttijd/-datum
Starttijd/-datum in-
stellen
Kies het gewenste programma.
Nadat u een programma heeft gekozen, verschijnt in het display (bij-
voorbeeld):
1 Witte was 18,0/18,0 kg
Spoelen
Hoofdwas
1000
90
+
omw/min
°C
Druk op de functietoets "Starttijd/-datum".
In het display verschijnt dan (bijvoorbeeld):

Extra functies
40
1 Witte was 18,0/18,0 kg
Na invoeren starttoets indrukken.
Starttijd:
16 : 10 Startdatum: 2.4.2015
In het display verschijnt altijd de actuele tijd en datum. Het invoer-
veld voor "uren" is gemarkeerd.
U selecteert de uren door op de programmaschakelaar te drukken.
Stel de uren in door aan de programmaschakelaar te draaien en be-
vestig de ingestelde waarde met een druk op de programmascha-
kelaar.
U selecteert de minuten door op de programmaschakelaar te druk-
ken.
Stel de minuten in door aan de programmaschakelaar te draaien en
bevestig de ingestelde waarde met een druk op de programma-
schakelaar.
U selecteert het invoerveld "Startdatum - dag" door op de program-
maschakelaar te drukken.
Stel de dag in door aan de programmaschakelaar te draaien en be-
vestig de ingestelde waarde met een druk op de programmascha-
kelaar.
Stel zo nodig ook de maand en het jaar in.
Druk op de toets "START" om het programma op het ingestelde
tijdstip te laten starten.
Op het display verschijnt de actuele tijd en de actuele datum en ook
de ingestelde starttijd/-datum:
1 Witte was 18,0/18,0 kg
Hoofdwas
6:00 - 3.4.2015
90
+
Start:16:15 - 2.4.2015
°C
Tip: Als u de deur opent, wordt de starttijd gewist. Als u de deur nog
eens opent, moet u opnieuw op de toets "START" drukken.
Starttijd/-datum
niet overnemen
Druk op de toets "Starttijd/-datum" of op de toets "Terug".
De veranderingen worden niet overgenomen.
Met voorwas
Voor sterk verontreinigd wasgoed kunt u voor de programmastart een
voorwas toevoegen. Dit kan alleen bij programma's waarbij een voor-
was mogelijk is.
Druk op de toets "Blok plus".
In het display verschijnt:

Extra functies
41
1 Witte was 18,0/18,0 kg
Hoofdwas
40
+
Voorwas
90 °C
°C
In het display is het veld"" gemarkeerd.
Tip: U kunt de functie weer uitzetten door opnieuw op de toets
"Blok plus" te drukken.
Stijven
Dosering via het
wasmiddelvak
Stijven kunt u voor de programmastart kiezen door op de toets
"Stijfselstop" te drukken.
De wastijd wordt automatisch met 4 minuten verlengd.
Druk op de toets "Stijfselstop".
In het display wordt het veld gemarkeerd.
Tip: U kunt de functie weer uitzetten door opnieuw op de toets te
drukken.
1 Witte was
U kunt de deur openen
Programmastop door stijfselstop
Als de programmastap "Stijfselstop" bereikt is, knippert in het dis-
play "Programmastop door stijfselstop".
Druk op de toets"START" om het programma voort te zetten.
Bereid het stijfsel volgens de aanwijzingen van de fabrikant en do-
seer het in het instromende water via het voorste gedeelte van het
bakje.
Tip: Mocht de oplossing nog niet vloeibaar genoeg zijn, voeg dan
nog wat water toe.
Druk op de toets"START" om het programma voort te zetten.
Dosering in de
trommel
De programmastap "Stijfselstop" is bereikt.
Open de vuldeur en doseer het voorbereide stijfsel in de trommel.
Sluit de deur.
In het display verschijnt weer de volgende melding:
1 Witte was
U kunt de deur openen
Programmastop door stijfselstop
Druk op de toets"START" om het programma voort te zetten.

Extra functies
42
Zonder centrifugeren
De functie "Centrifugeerstop" kunt u voor de programmastart kie-
zen.
Druk op de toets"Centrifugeerstop".
In het display wordt het veld gemarkeerd.
Tip: U kunt de functie weer uitzetten door opnieuw op de toets te
drukken.
1 Witte was
Water in de machine
Programmastop door centrifugeerstop
Als de programmastap "Centrifugeerstop" bereikt is, knippert in het
display "Programmastop door centrifugeerstop".
U beëindigt het programma door op de toets "Stop/Einde" te
drukken. De machine centrifugeert niet en het water wordt niet af-
gevoerd.
Tip: Als u het programma met centrifugeren wilt voortzetten, drukt u
op de toets"START".
Programmastop
Als u het programma wilt stopzetten.
Druk op de toets "Stop/Einde" om het programma te stoppen.
Het programma wordt gestopt.
1 Witte was
U kunt de deur openen
Programmastop
Tip: Als u het programma wilt voortzetten, drukt u op de
toets"START".
Programma-afbreking
U kunt het programma als volgt afbreken.
Druk twee keer achter elkaar op de toets "Stop/Einde".
Het programma wordt afgebroken.
Wordt het programma met water in de machine of tijdens het centrifu-
geren afgebroken, dan verschijnt het volgende display:

Extra functies
43
1 Witte was
Programma-einde met water in de machine
Of
1 Witte was
Programma-einde met draaiende trommel
Tip: Om de deur te kunnen openen, drukt u op de functietoets
"Waterafvoer". Of kies het programma "Extra centrifugeren" en druk
op de toets"START".
Vergrendelde programma's afbreken
Vergrendelde programma's kunt u niet meer stoppen of afbreken.
1 Witte was
90 Hoofdwas
Vergrendeld Einde om 12:35
°C
Het display geeft de vergrendeling aan, als u probeert het programma
met de toets "Stop/Einde" af te breken.
Tip: Als u het programma wilt ontgrendelen, drukt u op de toets
"Ontgrendelen" en voert u het password (wachtwoord) in.
Druk op de functietoets "Ontgrendelen" en voer het wachtwoord
in.
Nadat het wachtwoord is ingevoerd, verschijnt in het display:
Programma ontgrendelen?
Druk op de toets "Opslaan".
De normale displayinhoud verschijnt en u kunt het programma afbre-
ken.
1 Witte was
90 Hoofdwas
Spoelen 1
60
Einde om 12:35
°C °C

Extra functies
44
Programma versneld doorlopen
U kunt het lopende programma versneld doorlopen (doorbladeren) of
programmablokken herhalen.
Druk op de toets "Stop/Einde".
Het programma wordt gestopt.
1 Witte was
Programma-einde met water in de machine
Druk op de toets "Versneld doorlopen".
In het display verschijnt het actuele bereik, het actuele blok of de ac-
tuele stap.
Tip: Zie ook "Programmering" onder "Programmastructuur".
Witte was
Blok
Bereik
Versneld doorlopen -> 1
1: Hoofdwas
2: Hoofdwas
Blok
1: Hoofdwas
Wastijd 2
Bereik 2: Hoofdwas
:
Stap
Kies met de programmaschakelaar "Bereik" (draaien) en bevestig
uw keuze door op de programmaschakelaar te drukken.
Kies en bevestig het bereik: "1Voorwas", "2Hoofdwas" of
"3Spoelen".
Kies met de programmaschakelaar "Blok" (draaien) en bevestig uw
keuze door op de programmaschakelaar te drukken.
Kies en bevestig het blok: "Voorwas1-10", "Hoofdwas1-10" of
"Spoelen1-10".
Kies met de programmaschakelaar "Stap" (draaien) en bevestig uw
keuze door op de programmaschakelaar te drukken.
Kies en bevestig de gewenste programmastap.
Druk op de toets "Opslaan" en vervolgens op "START" om de
functie "Versneld doorlopen" uit te voeren.
Tip: Als u op de toets "Terug" drukt, springt het systeem naar
programmastop en wordt de functie "Versneld doorlopen" niet uitge-
voerd.

Optionele modules
46
Doseerfunctie uitzetten
Voordat u een programma start, kunt u het doseersysteem voor vloei-
bare reinigingsmiddelen handmatig uitzetten.
1 Witte was
2 Bonte was 60
3 Bonte was intensief 60
90
°C
°C
°C
Schakel de dosering handmatig uit met de functietoets"Dosering
uit".
Na de start van het programma wordt niet via de doseerpompen
gedoseerd en verschijnt in het display (bijvoorbeeld):
2 Witte was
40 Voorwas
Hoofdwas
+
11,0/11,0 kg
90
°C
°C
Doseerhoeveelheden
Houdt u zich aan de aanwijzingen van de fabrikant.
Letselrisico
Er kunnen heftige chemische reacties optreden en er kan materi-
aalschade ontstaan.
Let bij gebruik en combinatie van speciale reinigingsmiddelen en
speciale producten op de aanwijzingen van de betreffende fabri-
kant. Gebruik het betreffende middel alleen voor de toepassingen
die de fabrikant aangeeft. Hiermee voorkomt u materiaalschade en
eventuele heftige chemische reacties. Vraag in geval van twijfel de
fabrikant van het middel of het geschikt is voor gebruik in wasauto-
maten.
Tip: Vloeibare wasmiddelen moeten voor gebruik op kamertempera-
tuur worden gebracht, zodat de viscositeit en daarmee de doseerhoe-
veelheid niet worden beïnvloed.
Doseerpompen aansluiten
De aansluitklemmen voor 4 tijdgestuurde doseerpompen die zonder
multifunctionele module kunnen worden gebruikt, bevinden zich ach-
ter de afdekking naast de elektrische aansluiting. Zie het bijgeleverde
schema.
Nadat het apparaat is geplaatst en aangesloten, moeten alle gede-
monteerde panelen weer worden teruggeplaatst.

Optionele modules
47
Ingebruikneming doseerpompen
Voor de ingebruikneming van de doseerpompen moet het vloeibare
wasmiddel worden aangezogen en de doseerhoeveelheid worden in-
gesteld.
Kalibratie dosering
De kalibratiefunctie wordt gebruikt om de doseerhoeveelheid van de
afzonderlijke doseerpompen vast te stellen.
Om rechtstreeks
in de kalibratie-
functie te komen,
gaat u als volgt te
werk (bij uitge-
schakelde machi-
ne):
Houd de functietoets2 ingedrukt en schakel de machine met de
toets "I Aan" in.
Kalibratie dosering Hoofdmenu
Doseerpomp 1
Doseerpomp 2
Keuzemogelijkheden:
– Doseerpomp 1tot13
Kies een doseerpomp.
Nadat u een doseerpomp heeft gekozen, verschijnt het volgende dis-
play:
Kalibratie dosering Doseerpomp 1
V: 100 ml
0/1
0st: P: Nee
Tip: U kunt een doseerhoeveelheid instellen tussen 0en 9999ml (in
stappen van 1ml).
Druk op de functietoets0/1.
De doseerslang wordt gevuld.
Druk op de toets0/1 om de functie te stoppen.
Houd de slang van de betreffende doseerpomp in een maatbeker
(de slang moet omhoog lopen).
Irriterende middelen.
Irritatie van ogen en huid.
Vermijd elk contact met de huid en de ogen. Draag beschermende
kleding.
Ga weer naar het hoofdmenu met de toets "Terug".
Kalibratie dosering Hoofdmenu
Doseerpomp 1
Doseerpomp 2

Optionele modules
48
Kies een doseerpomp.
Kalibratie dosering Doseerpomp 1
0/1
0 st: P: Nee
V: 100 ml
Druk op de functietoets0/1.
Stop de pomp door op de toets0/1 te drukken. Na 60seconden
stopt de pomp automatisch.
Meet de hoeveelheid die zich in de maatbeker bevindt.
Kalibratie dosering Doseerpomp 1
0/1
30 st: P: 200 ml/minV: 100 ml
Voer de gemeten waarde in het veld"V:" in.
De hoeveelheid P wordt door de besturing berekend in ml/min.
Druk op de functietoets "Opslaan".
De gemeten waarde wordt aan de pomp toegewezen.
Sluit de slang weer aan.
Reiniging en onderhoud doseersysteem
Eens per 2 weken en voordat u de doseerpompen voor lange tijd uit-
zet, moet het doseersysteem met warm water worden doorgespoeld
om verstoppingen en corrosie in het doseersysteem te voorkomen.
Reinig de zuiglansen met water.
Zet de zuiglansen in een bak met warm water (40-50°C).
Stuur via de kalibratiefunctie alle pompen aan. Op deze wijze wordt
het doseersysteem doorgespoeld.
Controleer de aansluitingen, slangen, tuitjes en de bijbehorende
dichtingen op lekkage.

Optionele modules
49
Piekbelastingsschakelaar
Bij activering van de piekbelastingsfunctie wordt de verwarming uit-
geschakeld en het programma gestopt.
Activeer de piekbelastingsfunctie.
In het display verschijnt de volgende melding:
1 Witte was
Programmastop door piekbelastingsschakelaar
Programma wordt automatisch voortgezet.
Als de piekbelasting voorbij is, wordt het programma automatisch
voortgezet.
Communicatiemodule
Via de communicatiemodule kunt u een PC aan de automaat aanslui-
ten.
De schacht voor de communicatiemodule bevindt zich aan de achter-
kant van de automaat.
Een geschikt editorprogramma is verkrijgbaar bij Miele en bij de
Miele-vakhandel.

Optionele modules
50
Gebruiksgegevens
Met de module "Gebruiksgegevens" kunnen via de toets "Ge-
bruiksgegevens", voor of na een programma, gebruiksgegevens wor-
den gelezen of gewist.
1 Witte was
2 Bonte was 60
3 Bonte was intensief 60
90
°C
°C
°C
Druk op de toets "Gebruiksgegevens".
Als u op de toets drukt, verschijnt het volgende display:
Module gebruiksgegev.
Alle gegevens
Programmagegevens
U heeft de volgende keuzemogelijkheden:
– Alle gegevens
Bij "Alle gegevens" worden de gegevens van alle programma's ver-
zameld en berekend.
– Programmagegevens
Bij de programmagegevens gaat het om de gegevens die tijdens
een programma worden geregistreerd.
– Gegevens wissen
– Module ("Alle gegevens" en "Programmagegevens" wissen)
– Alle gegevens (alleen "Alle gegevens" wissen)
– Programmagegevens (alleen "Programmagegevens" wissen)
Tip: U kunt de functie weer uitzetten door opnieuw op de toets
"Gebruiksgegevens" te drukken.
Als het geheugen van de module "Gebruiksgegevens" vol is, ver-
schijnt na het indrukken van de toets"START" de melding dat ge-
bruiksgegevens worden overschreven.
Tip: Als u op de toets "Terug" drukt of binnen 30seconden niet
op de toets"START", wordt het programma niet gestart en verschijnt
het display zoals dat voor de programmastart was.

Optionele modules
51
Alle gegevens
Module gebruiksgegev.
Alle gegevens
Programmagegevens
Kies het menupunt "Alle gegevens".
Nadat "Alle gegevens" is gekozen, verschijnt bijvoorbeeld het volgen-
de display:
Module gebruiksgegev.
Totale inschakeltijd
Bedrijfsuren
Alle gegevens
200.987 h
123456 h
:
:
Meer keuzemogelijkheden:
– Totale inschakeltijd: 200.987 h
– Bedrijfsuren: 123.456 h
– Actieftijd verwarming: 73.456 h
– Actieftijd aandrijfmotor: 93.456h
– Programmastarts: 23.456
– Programmastops: 567
– Programma-afbrekingen: 67
– Waterhoeveelheid: 1.234.567l
– Washoeveelheid: 1.234.567 kg
– Doseermiddel: 2.345l
– Energie: 12.345.678kWh
Programmagegevens
Module gebruiksgegev.
Programmagegevens
Gegevens wissen
Kies het menupunt "Programmagegevens".
Nadat "Programmagegevens" is gekozen, verschijnt bijvoorbeeld het
volgende display:
1 Witte was 90
2 Bonte was 60
Module gebruiksgegev. Programmagegevens
°C
°C

Optionele modules
52
Kies uit de programmalijst het betreffende programma en bevestig
uw keuze door op de programmaschakelaar te drukken.
Er verschijnt eerst een lijst van alle programmastarts van "Program-
ma1 Witte was" met datum en starttijd.
:Datum 21.05.2015
Programmagegevens Witte was
1
Starttijd: 11:30
Datum: 21.05.2015 Starttijd: 12:30
Kies uit de lijst van alle programmastarts van "Programma1 Witte
was" de gewenste programmastart en bevestig uw keuze door op
de programmaschakelaar te drukken.
:Datum 21.05.2015
Programmagegevens Witte was
1
Naam: Müller
Meer keuzemogelijkheden:
– Plaats: Lehrte
– Serienummer: 12345678
– Machinetype: PW811
– Washoeveelheid: 11 kg
– Toets+: ingedrukt
– Toets "Stijfselstop": ingedrukt
– Toets "Centrifugeerstop": niet ingedrukt
– Programmastart: 11:30
– Programma-einde: 12:05
– Totale bedrijfsduur: 0h35 min
– Elektrische energie: 12,5kWh
– Gasenergie: 0kWh
– Stoomenergie: 0kWh
– Waterhoeveelheid totaal: 140l
– Max. watertemperatuur: 95°C
– Max. temperatuur afvoerwater: 45°C
– Programmawijziging:2 (na het kiezen met en het indrukken van de
programmaschakelaar worden alleen de laatste 3 stops en 3 starts
weergegeven)
– Programmafout: geen (alleen de laatste 3 fouten worden opgesla-
gen)

Optionele modules
53
– Bereik1: Voorwas (na het kiezen met en het indrukken van de pro-
grammaschakelaar kan telkens het bereik of het blok worden geko-
zen)
– Blok 1: Voorwas
– Looptijd: 6min
– Waterhoeveelheid: 20l
– Doseerfase1: hoeveelheid ml (na het kiezen met en het indrukken
van de programmaschakelaar worden de 6 doseringen weergege-
ven)
– Max. temperatuur: 12°C
– Houdtijd: 6 min
– Doseerfase 2: nee
Gegevens wissen
Programmagegevens
Module gebruiksgegev.
Gegevens wissen
Kies het menupunt "Gegevens wissen".
Na het kiezen van het menupunt "Gegevens wissen" verschijnt het
volgende display:
Module: 21.05.2015
Alle gegevens : 12.07.2015
Module gebruiksgegev. Gegevens wissen
Tip: Via het menupunt "Module" worden "Alle gegevens" en de "Pro-
grammagegevens" uit de gebruiksgegevens gewist.
Via het menupunt "Alle gegevens" worden alleen die gegevens ge-
wist.
Via het menupunt "Programmagegevens" worden alleen de program-
magegevens gewist.
Kies een menupunt door aan de programmaschakelaar te draaien
en bevestig uw keuze met een druk op de programmaschakelaar.
Er verschijnt een verzoek het password (wachtwoord) in te voeren.
Password:
0123456789
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ
Voer het wachtwoord in of steek de kaart voor het exploitatieniveau
in.

Optionele modules
54
U gaat naar het menupunt en er verschijnt een extra melding.
Gebruiksgegevens werkelijk wissen?
Druk op de toets "Opslaan".
De gegevens worden gewist.
Weegsysteem / weegsokkel
Als de machine een weegsokkel heeft, wordt het vulgewicht van het
wasgoed tijdens de belading in stappen van 0,2kg weergegeven.
Ernaast staat het maximale vulgewicht voor het gekozen program-
ma.
Beladingsweerga-
ve op nul zetten Leg geen voorwerpen op de machine. Leun niet op de machine.
Dit kan het meetresultaat beïnvloeden.
Als de beladingsweergave bij lege trommel niet op "0,0" staat, drukt u
op de reset-toets.
1 Witte was 0,0/18,0 kg
Spoelen
60
+
Hoofdwas
->I<-
1075 omw/min
°C
Als u het vulgewicht op nul zet en vervolgens wasgoed uit de ma-
chine haalt dat in de trommel was achtergebleven, dan verschijnt
het volgende display:
1 Witte was --,-/18,0 kg
Spoelen
60
+
Hoofdwas
->I<-
1075 omw/min
°C
Zet de weergave met de toets opnieuw op0.
Tip: Mocht de machine overbeladen zijn (nat wasgoed), dan wordt na
de start van het programma altijd van de nominale belading uitge-
gaan. Deze waarde wordt ook in de module "Bedrijfsgegevens" op-
geslagen.
Als het programma is afgelopen en de trommel stilstaat, verschijnt de
restvochtwaarde van het wasgoed in het display.
1 Witte was
U kunt de deur openen
Programma-einde Restvocht 60 %

Nuttige tips
56
Noodontgrendeling
deur bij stroomuit-
val
De deur kan niet worden geopend.
Let op! Gevaar door draaiende trommel en verbrandingsgevaar.
Voordat u de torxsleutel plaatst, moet de machine spanningsvrij
zijn, de trommel stilstaan en het water in de machine zijn afge-
voerd.
Draai het ontgrendelingselement met een torxsleutel T40 twee keer
helemaal rond tegen de wijzers van de klok in (linksom).
Tip: Als u tegelijk tegen de deur drukt, gaat het draaien van de nood-
ontgrendeling gemakkelijker.
Het ontgrendelingselement bevindt zich tegenover de aanslag van
de deur ter hoogte van de deurgreep (zie afbeelding).
Het ontgrendelingselement mag nooit naar rechts worden ge-
draaid.
Hierdoor kan het deurslot beschadigd raken.

Nuttige tips
57
De draaiweerstand neemt voelbaar af. Als het ontgrendelingselement
vrij draait, is de deur ontgrendeld.
Tip: Het ontgrendelingselement hoeft niet te worden teruggedraaid.
De deur kan nu worden geopend.
Service-interval, veiligheidsvoorschrift (BGR)
Als na het indrukken van de "Aan"-schakelaar de volgende melding
in het display verschijnt, moet een onderhoudsbeurt of de jaarlijke
veiligheidscontrole worden uitgevoerd. Deze werkzaamheden mo-
gen alleen door Miele worden uitgevoerd.
Service-interval
Neem contact op met Miele.
1
Controle BGR
Neem contact op met Miele.
Na 5 seconden dooft het display.
Foutmeldingen
Reparaties aan elektrisch en stoomverwarmde apparaten mo-
gen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig
uitgevoerde reparaties kunnen gevaar opleveren voor de gebruiker.
Als er voor of na de start van een programma storingen optreden,
worden deze in het display weergegeven.
Het display blijft donker. De wasautomaat heeft geen stroom.
Controleer de stekker, de hoofdschakelaar en de zekeringen (ter
plaatse).
Spanningsonderbreking
Programmastop!
Druk op de starttoets.
Druk op de toets "START" als de stroomvoorziening weer in orde is.

Nuttige tips
58
Tip: Deze foutmelding kan ook betekenen dat de motorbeveiliging in
werking is getreden.
Laat de motor afkoelen.
Fout watertoevoer
Neem contact op met Miele als na een
herstart het probleem niet is verholpen.
Controleer de waterkraan en druk op de toets"START".
Fout deurslot
Neem contact op met Miele als na een
herstart het probleem niet is verholpen.
Als het deurvergrendelingsprobleem ook na een herstart blijft, gaat
u te werk zoals beschreven onder "Noodontgrendeling deur". Neem
contact op met Miele als u het probleem niet kunt verhelpen.
Fout verwarmingssysteem
Programmastop! Druk op de starttoets.
Programma alleen zonder verwarming.
Druk op de toets"START" om het programma zonder verwarming
voort te zetten.
Tip: Bij desinfectieprogramma's wordt bij deze foutmelding het pro-
gramma afgebroken.
Neem contact op met Miele.
Fout aandrijving
Programmastop! Druk op de starttoets.
Motortemperatuur te hoog.
Laat de motor afkoelen.
De onbalans is te groot. De onbalansschakelaar heeft gereageerd.
Fout onbalans
Neem contact op met Miele als na een
herstart het probleem niet is verholpen.
Schakel de automaat uit en in en druk op de toets"START".

Nuttige tips
59
Fout afvoerklep
Neem contact op met Miele als na een
herstart het probleem niet is verholpen.
Controleer het afvoersysteem ter plaatse en druk op de toets
"START".
Een defecte afvoerklep mag uitsluitend door Miele worden gerepa-
reerd.
Fout doseersysteem
Vul doseerreservoir ??.
Druk op de starttoets.
Vervang het doseerreservoir.
Kaartfout
Kaart verkeerd ingestoken.
Steek de kaart goed in de kaartlezer.
Service
Neem bij storingen contact op met Miele.
Vermeld daarbij het model, het serienummer (SN) en met materiaal-
nummer (M.-Nr.). U vindt deze gegevens op de typeplaatjes:
De typeplaatjes bevinden zich bij geopende deur boven de deur en
aan de achterkant van de automaat (boven).
Geef ook de foutmelding in het display door aan Miele.
Gebruik uitsluitend originele Miele-onderdelen als onderdelen
moeten worden vervangen (geef ook hierbij het model, het serie-
nummer [SN] en het materiaalnummer (M.-Nr.) door).

Nuttige tips
60
Het oplossen van problemen
De meeste storingen en problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voorkomen, kunt u
zelf verhelpen. Hierdoor bespaart u tijd en geld, omdat u niet de hulp van een service-tech-
nicus hoeft in te roepen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te vinden en het probleem
te verhelpen. Houdt u daarbij rekening met het volgende:
Reparaties mogen uitsluitend door erkende vakmensen worden uitgevoerd. Ondes-
kundig uitgevoerde reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de gebruiker.
U kunt geen wasprogramma starten
Probleem Oorzaak en oplossing
Het display blijft donker. Er staat geen stroom op het apparaat.
Controleer of de wasautomaat ingeschakeld is.
Controleer of het apparaat elektrisch is aangesloten.
Controleer of de zekering van de huisinstallatie in orde is.
In het display verschijnt
een foutmelding.
Zolang er een foutmelding in het display staat, kunt u geen
nieuw programma starten.
Volg de aanwijzingen in het display op.
Bevestig de melding. De foutmelding wordt gewist.
Het display is donker en
het controlelampje van de
toets Start knippert lang-
zaam.
Het display wordt automatisch uitgeschakeld om energie te
besparen (stand-by).
Druk op een willekeurige toets. De stand-by-functie
wordt beëindigd.

Nuttige tips
61
Een tegenvallend wasresultaat
Probleem Oorzaak en oplossing
Het wasgoed wordt met
een vloeibaar wasmiddel
niet schoon.
Vloeibare wasmiddelen bevatten vaak geen bleekmiddel.
Fruit-, koffie- en theevlekken worden dan niet verwijderd.
Gebruik poedervormige wasmiddelen met een bleekmid-
del.
Doseer vlekkenzout in bakje en het vloeibare was-
middel in een doseerbolletje.
Doseer vloeibaar wasmiddel en vlekkenzout nooit bij el-
kaar in het wasmiddelbakje.
Op het gewassen wasgoed
zijn grijze, elastische bol-
letjes achtergebleven (vet-
bolletjes).
Er is te weinig wasmiddel gedoseerd. Het wasgoed was
met veel vet verontreinigd (olie, zalf, etc.).
Wanneer wasgoed zo vervuild is, moet u óf meer was-
middel doseren óf een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Draai vóór de volgende wasbeurt een wasprogramma op
60°C met een vloeibaar wasmiddel en zonder wasgoed.
Op het gewassen wasgoed
zitten witte, wasmiddel-
achtige bestanddelen.
Het wasmiddel bevat niet in water oplosbare bestanddelen
(bijvoorbeeld zeolieten) voor de ontharding van het water.
Deze bestanddelen zijn op het textiel afgezet.
Probeer de resten met een borstel te verwijderen als het
wasgoed droog is.
Was donker wasgoed voortaan met een wasmiddel dat
geen zeolieten bevat. Vloeibare wasmiddelen voldoen
meestal aan deze eis.
Wasgoed met zeer vette
verontreinigingen wordt
niet goed schoon.
Kies een programma met voorwas. Gebruik voor de
voorwas een vloeibaar wasmiddel.
Gebruik voor de hoofdwas waspoeder.
Voor sterk vervuilde bedrijfskleding adviseren wij voor de
hoofdwas speciale wasmiddelen. Neem voor meer informa-
tie contact op met de leverancier van uw reinigingsmidde-
len.

Nuttige tips
62
Algemene problemen met de wasautomaat
Probleem Oorzaak en oplossing
De wasautomaat trilt tij-
dens het centrifugeren.
De machinevoeten (stelvoeten) staan niet goed en zijn niet
met de contramoer vastgezet.
Stel de wasautomaat goed en schroef de stelvoeten met
de contramoer vast.
In het wasmiddelvak blijft
vrij veel wasmiddel achter.
Er staat onvoldoende druk op het water.
Reinig de zeefjes in de watertoevoer.
Poedervormige wasmiddelen in combinatie met onthar-
dingsmiddelen hebben de neiging te gaan plakken.
Reinig het wasmiddelvak en doseer voortaan eerst het
wasmiddel en dan pas het onthardingsmiddel in het
juiste bakje.
De wasverzachter wordt
niet volledig ingespoeld of
er blijft te veel water in
bakje staan.
De zuighevel zit niet goed of is verstopt.
Reinig de zuighevel. Zie hoofdstuk: "Reiniging en onder-
houd", "Wasmiddelvak reinigen".
In het display staat een
voor u vreemde taal.
Onder "Instellingen" "Taal" is een andere taal ingesteld.
Stel de gewenste taal in. Het vlaggetje dient daarbij als
hulp.
De deur kan niet worden
geopend.
De stroomvoorziening is niet in orde.
Controleer of de wasautomaat ingeschakeld is.
Controleer of de automaat elektrisch aangesloten is.
Controleer of de zekering van de huisinstallatie in orde is.
Stroomuitval
Open de deur zoals beschreven in het volgende gedeel-
te.
Er bevindt zich nog water in de trommel en de wasauto-
maat kan het water niet afpompen.
Controleer of het afvoersysteem verstopt is. Reinig het
afvoersysteem zoals in het volgende gedeelte wordt be-
schreven.
Om te voorkomen dat u zich brandt, kunt u de deur niet
openen bij een watertemperatuur van meer dan 50°C.
Programma voortzetten na een onderbreking van de stroomvoorziening
Als een lopend programma bijvoorbeeld bij stroomuitval wordt onderbroken, kunt u het
programma voortzetten als de stroomvoorziening weer in orde is.
Schakel de wasautomaat met de toets in.
Druk vervolgens op de toetsStart.
Het programma wordt met de opgeslagen status voortgezet.

Nuttige tips
63
Mogelijke oorzaken van overmatige schuimvorming
Probleem Oorzaak en oplossing
Overmatige schuimvor-
ming
Wasmiddelsoort
Gebruik wasmiddelen voor professionele wasautomaten.
Gebruik geen huishoudwasmiddelen.
Overdosering
Doseer volgens de aanwijzingen van de wasmiddelenfa-
brikant. Let ook op de waterhardheid in uw regio.
Sterk schuimend wasmiddel
Gebruik een minder schuimend wasmiddel of neem con-
tact op met een deskundige.
Zeer zacht water
Bij waterhardheidsgraad1 dient u minder wasmiddel te
gebruiken. Volg de aanwijzingen van de wasmiddelenfa-
brikant.
De vervuilingsgraad van het wasgoed
Bij licht verontreinigd wasgoed kunt u minder wasmiddel
doseren. Volg de aanwijzingen van de wasmiddelenfabri-
kant.
Resten van reinigingsmiddelen in de was
Spoel het wasgoed eerst. Doe dat met koud water en
gebruik geen wasmiddel. Wasgoed dat met inweekmid-
del is behandeld, moet goed worden uitgespoeld.
Geringe washoeveelheid
Verlaag de wasmiddeldosering evenredig.
Te hoog trommeltoerental tijdens het wassen
Pas het toerental van de trommel en het wasritme aan.

Reiniging en onderhoud
65
Reiniging en onderhoud
Reiniging en on-
derhoud
Voer reinigings- en onderhoudswerkzaamheden bij voorkeur na ge-
bruik van de automaat uit.
Voor de reiniging van het apparaat mag geen hogedrukreiniger of
waterstraal worden gebruikt.
Reinig de ommanteling, het bedieningspaneel en de kunststof
delen alleen met een mild reinigingsmiddel of met een zachte,
vochtige doek. Wrijf de delen vervolgens weer droog.
Schuurmiddelen veroorzaken krassen op het oppervlak.
Reinig roestvrijstalen delen met een normaal reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
Houd de deurdichting schoon. Verwijder eventuele verontreini-
gingen met een vochtige doek.
Voorkom dat reinigingsmiddelen in elektrische onderdelen terecht-
komen.
Reinig bij oppervlaktedesinfectie het front en het gedeelte bij het
deurslot alleen met een nevelvochtige doek. Sproei geen vloeistof
op deze delen.
Reinig roestvrijstalen delen met een normaal reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
Houd de deurdichting schoon. Verwijder eventuele verontreini-
gingen met een vochtige doek.
Tip: Bij veel stof moet de ventilatorbehuizing met een stofzuiger wor-
den gereinigd. De ventilatorbehuizing bevindt zich aan de achterkant
van het apparaat.
Roestvorming
De trommel is van roestvrij staal. IJzerhoudend water of ijzerhouden-
de voorwerpen (zoals paperclips, ijzeren knopen en ijzerdeeltjes) die
met de was in de machine terechtkomen, kunnen roestvorming in de
trommel tot gevolg hebben. Reinig in dit geval de trommel regelmatig
en meteen na het vaststellen van de roestvorming met een normaal
reinigingsmiddel voor roestvrij staal. Controleer ook de deurdich-
tingen op ijzerhoudende verontreinigingen en reinig de dichtingen
grondig met de eerder genoemde reinigingsmiddelen. Deze maatre-
gelen moeten regelmatig worden uitgevoerd om roestvorming te
voorkomen.

Reiniging en onderhoud
66
Wasmiddelvak, wasmiddelbakjes en zuighevel reinigen
Het wasmiddelvak en de inzetbakjes moeten na gebruik grondig
met warm water worden gereinigd, zodat geen wasmiddelresten en
korstjes achterblijven.
Laat bij langdurige stilstand het klepje van het wasmiddelvak open.
Reinig indien nodig ook de zuighevels van de bakjes voor de was-
hulpmiddelen.
Trek de zuighevel eruit, reinig deze met warm water en plaats de
zuighevel terug.

Plaatsen en aansluiten
68
Wasautomaat plaatsen
De automaat mag alleen door Miele of door een geautoriseerde
vakhandelaar worden geplaatst. Zie ook de installatietekening.
De wasautomaat mag uitsluitend worden gebruikt voor wasgoed
dat niet met gevaarlijke of ontvlambare stoffen is vervuild.
Plaats de wasautomaat in een vorstvrije ruimte.
Transporteer de automaat in het vertrek met een hefwagen.
Automaten met machinevoeten mogen niet worden verschoven.
De machinevoeten kunnen beschadigd raken.
Verwijder de transportverpakking voorzichtig met geschikt gereed-
schap.
Haal de automaat met een geschikt hefsysteem van de transport-
pallet.
Algemene voorwaarden voor het gebruik
De automaat is uitsluitend voor professioneel gebruik en mag alleen
binnen worden gebruikt.
Omgevingstemperatuur op de plaats van opstelling: 0°C tot 40°C
Relatieve luchtvochtigheid: niet condenserend
Afhankelijk van de plaats van opstelling kan de constructie van het
gebouw geluiden en vibraties overnemen.
Tip: Wanneer strenge eisen aan het geluidsniveau worden gesteld,
dient u een deskundige in te schakelen.

Plaatsen en aansluiten
72
Aansluiting doseermiddelen op mengkast (vloeibare rei-
nigingsmiddelen)
De aansluitingen 1 en 2 zijn voor de dosering van pastavormige mid-
delen. De aansluitingen zijn afgesloten en moeten met een 8mm-
boor worden opengeboord.
Let op! Doorboor alleen het eerste wandje (1). Slechts 10mm achter
dit wandje bevindt zich nog een wandje(2) dat niet mag worden be-
schadigd (zie afbeelding). Als u de doorboorde aansluitingen niet
meer wilt gebruiken, moet u deze afsluiten.
De aansluitingen 3 tot 12 zijn voor het doseren van vloeibare mid-
delen. Deze tuitjes zijn eveneens afgesloten en moeten met een kleine
zaag op de juiste slangdiameter worden afgezaagd. Als u de afge-
zaagde aansluitingen niet meer wilt gebruiken, moet u deze afsluiten.

Plaatsen en aansluiten
73
Waterafvoer
Waterafvoer AV op de automaat: DN70, bouwzijdig: mof DN70. Vo-
lumestroom kortstondig: 200l/min.
Bij een groot verval moet de buis worden geventileerd, zodat er geen
vacuüm in het afvoersysteem van de automaat kan ontstaan.
Schuim- en wasemafvoerBWS
Bij overmatige schuimvorming kan schuim uit de wasemafvoer ko-
men. Om het schuim af te voeren kunt u een optionele ombouwset
voor de wasemafvoer laten plaatsen.

Programma-overzicht
75
Programma-overzicht basisprogramma's
Programma's "Witte was"
Witte was 90°C Vulverhouding/
hoeveelheid
Textielsoort Textiel van katoen, linnen of mengweefsels, bij-
voorbeeld beddengoed en badstof
1:10 - 1:9
PW 811
11 - 12 kg
PW 814
14 - 16 kg
PW 818
18 - 20 kg
Programmaver-
loop
+ Voorwas 40°C, naar keuze
Hoofdwas 90°C, Cool Down activeerbaar
2 spoelgangen
Laatste spoelgang warm*
Eindcentrifugeren
* De standaardprogramma's Witte was 90°C en Bonte was 60°C zijn op warm spoelen geprogrammeerd. Als er warm
water beschikbaar is, is het gunstig om voor de laatste spoelgang warm water te gebruiken.
- De restvochtigheid van het wasgoed is na het centrifugeren geringer.
- Het wasgoed is al opgewarmd.
- Als u het wasgoed meteen verder verwerkt in de droogautomaat of met de mangel, bespaart u energie en tijd.

Programma-overzicht
79
Programma's voor fijne was/wol
Fijne was 30°C Vulverhouding/
hoeveelheid
Textielsoort Synthetische stoffen, kunstzijde
1:25
PW 811 - 4,4 kg
PW 814 - 5,6 kg
PW 818 - 7,2 kg
Programmaver-
loop
Hoofdwas 30°C
Wasritme "fijn"
2 spoelgangen
Eindcentrifugeren
Wol 30°C
Textielsoort Machinewasbare, sterke wol- en wolmengweef-
sels met wolmerk
Programmaver-
loop
Hoofdwas 30°C
Wasritme "behoedzaam"
2 spoelgangen
Eindcentrifugeren
Wol voor handwas 30°C
Textielsoort Wol en wolmengweefsels met wolmerk
Programmaver-
loop
Hoofdwas 30°C
Wasritme "extra behoedzaam"
2 spoelgangen
Eindcentrifugeren
Product specificaties
Merk: | Miele Professional |
Categorie: | Wasmachine |
Model: | PW 818 |
Heb je hulp nodig?
Als je hulp nodig hebt met Miele Professional PW 818 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden
Handleiding Wasmachine Miele Professional

25 Augustus 2023

25 Augustus 2023

25 Augustus 2023

25 Augustus 2023

25 Augustus 2023

25 Augustus 2023

25 Augustus 2023

25 Augustus 2023

25 Augustus 2023

25 Augustus 2023
Handleiding Wasmachine
- Wasmachine Electrolux
- Wasmachine Bosch
- Wasmachine IKEA
- Wasmachine Candy
- Wasmachine Samsung
- Wasmachine Delonghi
- Wasmachine Indesit
- Wasmachine Panasonic
- Wasmachine LG
- Wasmachine AEG
- Wasmachine AEG Electrolux
- Wasmachine Bauknecht
- Wasmachine BEKO
- Wasmachine Daewoo
- Wasmachine Etna
- Wasmachine Grundig
- Wasmachine Inventum
- Wasmachine Kenwood
- Wasmachine Miele
- Wasmachine Medion
- Wasmachine Quigg
- Wasmachine Siemens
- Wasmachine Toshiba
- Wasmachine Whirlpool
- Wasmachine Zanussi
- Wasmachine Zanker
- Wasmachine Hoover
- Wasmachine Acec
- Wasmachine Adler
- Wasmachine Ahma
- Wasmachine Akai
- Wasmachine Aldi
- Wasmachine Alluxe
- Wasmachine Alpina
- Wasmachine Amana
- Wasmachine Amica
- Wasmachine Arcelik
- Wasmachine Ardo
- Wasmachine Ariston
- Wasmachine Aristona
- Wasmachine Asko
- Wasmachine Atlantic
- Wasmachine Atlas
- Wasmachine Avanti
- Wasmachine Balay
- Wasmachine Baumatic
- Wasmachine Belion
- Wasmachine Belling
- Wasmachine Bertazzoni
- Wasmachine Blaupunkt
- Wasmachine Blomberg
- Wasmachine Bluesky
- Wasmachine Bomann
- Wasmachine Bompani
- Wasmachine Brandt
- Wasmachine Butler
- Wasmachine De Dietrich
- Wasmachine Defy
- Wasmachine Domo
- Wasmachine Dyson
- Wasmachine Easymaxx
- Wasmachine Edesa
- Wasmachine Edgestar
- Wasmachine Edy
- Wasmachine Electra
- Wasmachine Elektra Bregenz
- Wasmachine Elin
- Wasmachine Eudora
- Wasmachine Eurom
- Wasmachine Eurotech
- Wasmachine Everglades
- Wasmachine Exquisit
- Wasmachine Fagor
- Wasmachine FAURE
- Wasmachine Finlux
- Wasmachine Fisher And Paykel
- Wasmachine Fisher Paykel
- Wasmachine Foppapedretti
- Wasmachine Franke
- Wasmachine Friac
- Wasmachine Frigidaire
- Wasmachine Frilec
- Wasmachine Gaggenau
- Wasmachine Galanz
- Wasmachine GE
- Wasmachine Gorenje
- Wasmachine Gram
- Wasmachine Haier
- Wasmachine Hansa
- Wasmachine Hanseatic
- Wasmachine Hilton
- Wasmachine Hisense
- Wasmachine Hitachi
- Wasmachine Horn
- Wasmachine Hotpoint
- Wasmachine Hotpoint-Ariston
- Wasmachine Husqvarna
- Wasmachine Hyundai
- Wasmachine Iberna
- Wasmachine Ignis
- Wasmachine Imesa
- Wasmachine Insignia
- Wasmachine Intex
- Wasmachine IPSO
- Wasmachine Kalorik
- Wasmachine Kelvinator
- Wasmachine Kenmore
- Wasmachine KitchenAid
- Wasmachine Klarstein
- Wasmachine Koenic
- Wasmachine Kogan
- Wasmachine Kuppersbusch
- Wasmachine Laurus
- Wasmachine Linetech
- Wasmachine Lloyd
- Wasmachine Lloyds
- Wasmachine Logik
- Wasmachine Luxor
- Wasmachine Lynx
- Wasmachine Magic Chef
- Wasmachine Manta
- Wasmachine Marynen
- Wasmachine Maytag
- Wasmachine MegaMove
- Wasmachine Meireles
- Wasmachine Mesko
- Wasmachine Mestic
- Wasmachine Midea
- Wasmachine Mio Star
- Wasmachine MPM
- Wasmachine Mx Onda
- Wasmachine Nabo
- Wasmachine Nedis
- Wasmachine Neff
- Wasmachine New Pol
- Wasmachine Newpol
- Wasmachine Nordland
- Wasmachine Nordmende
- Wasmachine Novamatic
- Wasmachine Pelgrim
- Wasmachine Philco
- Wasmachine PKM
- Wasmachine Polar
- Wasmachine Premier
- Wasmachine Prima
- Wasmachine Primo
- Wasmachine Privileg
- Wasmachine Proline
- Wasmachine Pyle
- Wasmachine RCA
- Wasmachine Rex
- Wasmachine Rosieres
- Wasmachine Russell Hobbs
- Wasmachine Salora
- Wasmachine Sanyo
- Wasmachine Saturn
- Wasmachine Sauber
- Wasmachine Scandomestic
- Wasmachine Scholtes
- Wasmachine Sharp
- Wasmachine Singer
- Wasmachine Smeg
- Wasmachine Stirling
- Wasmachine Sunny
- Wasmachine Swan
- Wasmachine TCL
- Wasmachine Technika
- Wasmachine Techwood
- Wasmachine Teco
- Wasmachine Teka
- Wasmachine Telefunken
- Wasmachine Tesla
- Wasmachine Thomas
- Wasmachine Thomson
- Wasmachine Tomado
- Wasmachine Trebs
- Wasmachine Upo
- Wasmachine V-Zug
- Wasmachine Vestel
- Wasmachine Vestfrost
- Wasmachine Viking
- Wasmachine Vivax
- Wasmachine Wasco
- Wasmachine Westinghouse
- Wasmachine White Knight
- Wasmachine WhiteLine
- Wasmachine WLA
- Wasmachine Wolkenstein
- Wasmachine Zanussi-electrolux
- Wasmachine Zoppas
- Wasmachine ZWF81443W
- Wasmachine Jocel
- Wasmachine Juno
- Wasmachine OK
- Wasmachine Olympia
- Wasmachine Omega
- Wasmachine OneConcept
- Wasmachine Orion
- Wasmachine Becken
- Wasmachine Black And Decker
- Wasmachine Camry
- Wasmachine Clatronic
- Wasmachine Concept
- Wasmachine Continental Edison
- Wasmachine ECG
- Wasmachine Elba
- Wasmachine Essentiel B
- Wasmachine Heinner
- Wasmachine Khind
- Wasmachine Palsonic
- Wasmachine Pitsos
- Wasmachine Profilo
- Wasmachine Vox
- Wasmachine Kunft
- Wasmachine Americana
- Wasmachine Ansonic
- Wasmachine Aspes
- Wasmachine AYA
- Wasmachine Bendix
- Wasmachine Blanco
- Wasmachine Bush
- Wasmachine Caple
- Wasmachine Castor
- Wasmachine CDA
- Wasmachine Comfee
- Wasmachine Constructa
- Wasmachine Corberó
- Wasmachine Crosley
- Wasmachine Cylinda
- Wasmachine Danby
- Wasmachine Dishlex
- Wasmachine Equator
- Wasmachine Esatto
- Wasmachine Euromaid
- Wasmachine Flavel
- Wasmachine Freggia
- Wasmachine Helkama
- Wasmachine High One
- Wasmachine Hoover-Helkama
- Wasmachine Icecool
- Wasmachine IFB
- Wasmachine Infiniton
- Wasmachine John Lewis
- Wasmachine Kernau
- Wasmachine Kleenmaid
- Wasmachine Laden
- Wasmachine Listo
- Wasmachine Monogram
- Wasmachine Nevir
- Wasmachine New World
- Wasmachine Orima
- Wasmachine Otsein
- Wasmachine Parmco
- Wasmachine ProAction
- Wasmachine Schulthess
- Wasmachine Simpson
- Wasmachine Summit
- Wasmachine Svan
- Wasmachine Thor
- Wasmachine Tisira
- Wasmachine Tricity Bendix
- Wasmachine Trieste
- Wasmachine Viva
- Wasmachine Zerowatt
- Wasmachine Premium
- Wasmachine Zenith
- Wasmachine Artusi
- Wasmachine Kubo
- Wasmachine Smart Brand
- Wasmachine Koblenz
- Wasmachine Calor
- Wasmachine Primus
- Wasmachine Patriot
- Wasmachine Triumph
- Wasmachine Cata
- Wasmachine Lamona
- Wasmachine Veripart
- Wasmachine Creda
- Wasmachine Mabe
- Wasmachine Otsein-Hoover
- Wasmachine SIBIR
- Wasmachine Speed Queen
- Wasmachine Aurora
- Wasmachine Integra
- Wasmachine Arda
- Wasmachine Arthur Martin-Electrolux
- Wasmachine Camec
- Wasmachine Curtiss
- Wasmachine Dexter
- Wasmachine Godrej
- Wasmachine Howdens
- Wasmachine Milectric
- Wasmachine Morris
- Wasmachine Ocean
- Wasmachine Rommer
- Wasmachine Sangiorgio
- Wasmachine Signature
- Wasmachine Simplicity
- Wasmachine Videocon
- Wasmachine Cecotec
- Wasmachine Cobal
- Wasmachine Nodor
- Wasmachine Samus
- Wasmachine Benavent
- Wasmachine Chiq
- Wasmachine Waltham
- Wasmachine Carson
- Wasmachine Carrefour Home
- Wasmachine SEIKI
- Wasmachine T&S
- Wasmachine Winia
- Wasmachine Ursus Trotter
- Wasmachine Ariston Thermo
- Wasmachine Element
- Wasmachine Hestan
- Wasmachine ZLine
- Wasmachine Calex
- Wasmachine DEXP
- Wasmachine Arctic Cooling
- Wasmachine Kenny
- Wasmachine PolyJohn
- Wasmachine Romo
- Wasmachine Consul
- Wasmachine Cambro
- Wasmachine LERAN
- Wasmachine Fensa
- Wasmachine Companion
- Wasmachine Codini
- Wasmachine Vedette
- Wasmachine Robinhood
- Wasmachine Sôlt
- Wasmachine Ravanson
- Wasmachine Hiberg
- Wasmachine Lemair
- Wasmachine ARC
- Wasmachine KIN
- Wasmachine Emilia
- Wasmachine BSK
- Wasmachine Germanica
- Wasmachine Adora
- Wasmachine Dexter Laundry
- Wasmachine Haden
- Wasmachine Drean
- Wasmachine Euro Appliances
- Wasmachine Tuscany
- Wasmachine Porter & Charles
- Wasmachine Café
- Wasmachine Classique
- Wasmachine Wisberg
- Wasmachine DAYA
- Wasmachine Kluge
- Wasmachine Imarflex
- Wasmachine Foron
Nieuwste handleidingen voor Wasmachine

27 Maart 2025

27 Maart 2025

27 Maart 2025

27 Maart 2025

27 Maart 2025

27 Maart 2025

27 Maart 2025

27 Maart 2025

27 Maart 2025

27 Maart 2025