Husqvarna Platinum 715 Handleiding
Husqvarna
Naaimachine
Platinum 715
Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Husqvarna Platinum 715 (60 pagina's) in de categorie Naaimachine. Deze handleiding was nuttig voor 59 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld
Pagina 1/60
K E E P I N G T H E W O R L D S E W I N G
Handleiding
Let op! Dit product moet op een veilige manier gerecycled
worden volgens de geldende nationale wetgeving voor elek-
trische/elektronische producten. Raadpleeg bij twijfel uw
leverancier voor advies.
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28.
Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het
betreffende plaatje.
• Laat kinderen niet spelen met de naaimachine.
Let goed op wanneer deze naaimachine wordt gebruikt door of in de buurt van
kinderen.
• Een naaimachine mag nooit zonder toezicht met de stekker in het stopcontact blijven
staan.
• Verwijder direct na gebruik en voordat u de machine schoonmaakt de stekker van de
naaimachine uit het stopcontact.
• Schakel de naaimachine uit (“0”) wanneer u iets wilt veranderen in de omgeving van
de naald, zoals een draad door de naald halen, een andere naald plaatsen, een andere
naaivoet plaatsen en dergelijke.
• Gebruik de naaimachine nooit als het snoer of de stekker beschadigd zijn.
• Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de
buurt van de naaimachinenaald.
• Gebruik deze naaimachine alleen voor de werkzaamheden waarvoor de naaimachine
bedoeld is en zoals die worden beschreven in deze handleiding. Gebruik alleen
hulpstukken die door de producent zijn aanbevolen zoals in deze handleiding wordt
beschreven.
• Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het lampje vervangt. Vervang het
lampje door het zelfde type (voltage en watt).
v. 1.0
Het onderhoud van uw
Platinum 49
Het verhelpen van storingen 52
Index 54
Uw Platinum leren kennen 2
Overzicht - voorzijde 2
Overzicht - achterzijde 3
Doos met toebehoren 3
Accessoires 3
Uw naaimachine uitpakken 4
Aansluiten op de voedingsspanning 4
Opbergen van de machine 5
Doos met toebehoren 5
Garenpennen 6
Bovendraad inrijgen 7
Draadinsteker 8
Een tweelingnaald inrijgen 9
Opspoelen 10
Het spoeltje in de machine plaatsen 10
Spoelen vanaf de naald 11
Naalden 12
De naald verwisselen 12
Naaivoeten 13
Naaivoet verwisselen 14
Naaivoetdruk 14
Hendel naaivoet 14
Draadspanning 15
Transporteur verzinken 16
Functies en Informatievenster 17
Het toetsenpaneel 18
Steekkeuze 20
Alfabet modus (Platinum 755) 21
Naaigids (Platinum 715/735) 22
Iconen in het Informatievenster
(Platinum 715/735) 25
Iconen in het Informatievenster
(Platinum 755) 27
Programmeren 29
Naaien 33
Nuttig naaiwerk 35
Knoopsgaten 44
Knopen 47
Uw Platinum leren kennen
Naaldklemschroef
Draadspanningsschijf voor spoelen
Hoofdgarenpen
Garenschijfjes
Draadgeleiders
Extra garenpen
Spoelwinderas
Spoelstop
Garenmesje voor spoeldraad
Handwiel
Informatievenster en bedieningspaneel
Hoofdschakelaar, aansluitingen voor elek-
triciteitsvoorziening en voetpedaal
Liniaal (inches en centimeters)
Klep
Regelaar voor de naaivoetdruk
Draadhefboom
Draadspanning
Voorspanningsschijf
Draadspanningsregelaar
Aansluiting knoopsgat-sensorvoet
Light(tm)
Draadinsteker
Naaldstang
Naaivoet
Vrije arm
Spoelhuis
Grondplaat
Transporteur omhoog/omlaag
Naaivoetstang en naaivoethouder
Uw Platinum leren kennen
Handvat
Hendel voor naaivoet
Garenmesje
Draadinsteker
Ruimte voor andere toebehoren
Ruimte voor naaivoeten
Ruimte voor spoeltjes
Naalden
Garenklossen
Naaivoet A, B, C, D, E, J.
Naaivoet H (alleen Platinum 715/735).
Quilters 1/4” patchworkvoet P
(alleen Platinum 755).
Knoopsgat-sensorvoet
(alleen Platinum 735/755).
Borsteltje
Steekplaatopener (te bevestigen op het
borsteltje)
Schroevendraaier
Tornmesje
Hulpstuk
Spoeltjes
Vilten onderlegger
Gloeilampremover
Garenschijfjes
Uw Platinum leren kennen
Plaats de machine op een tafel of werk-
blad, verwijder de verpakking en til de
kap eraf.
Verwijder het verpakkingsmateriaal, het
voetpedaal en tenslotte de beschermkap.
De machine wordt geleverd met een zakje
met toebehoren en een voedingskabel.
Neem de machine af met een doek, met
name rondom de naald en de steekplaat
om eventueel vuil te verwijderen voordat
u gaat naaien.
Bij de toebehoren zit ook een voedingskabel.
Aan de onderkant van de machine vindt u
informatie over de voedingsspanning (V) en
de frequentie (Hz).
Controleer voordat u het voetpedaal aansluit of het
voetpedaal van het type ”FR4” is (zie de onder-
kant van het voetpedaal).
Trek het snoer uit het voetpedaal tevoor-
schijn. Sluit het snoer van het voetpedaal
aan op het voorste contact rechts onder
aan de machine.
Sluit de voedingskabel aan op het achter-
ste contact, rechts onder aan de machine.
Wanneer u de hoofdschakelaar op AAN
zet, worden zowel de machine als de
lamp ingeschakeld.
Uw Platinum leren kennen
Druk op de hoofdschakelaar om de
machine uit te schakelen.
Neem de voedingskabel eerst uit het stop-
contact en vervolgens uit de machine.
Wikkel de voedingskabel op om uw
hand en berg de kabel op in de daarvoor
bestemde ruimte in de kap.
Trek de stekker van het voetpedaalsnoer
uit de machine. Wikkel het snoer van het
voetpedaal op om uw hand en plaats het
snoer in de opbergruimte van het voetpe-
daal.
Zorg ervoor dat alle toebehoren zich in de
doos met toebehoren bevinden. Schuif de
doos op de machine rond de vrije arm.
Plaats het voetpedaal met de onderkant
naar u toe in de uitsparing van de doos
met toebehoren aan de achterkant van de
machine.
In de doos met toebehoren zitten speciale
vakjes voor naaivoeten, spoeltjes en naalden
en er is ook ruimte voor andere toebehoren.
Berg de toebehoren op in de doos zodat u ze
altijd binnen handbereik heeft.
Om de vrije arm te gebruiken moet u de
doos met toebehoren verwijderen. Er is,
indien bevestigd, een plastic haak om de
doos met toebehoren aan de machine te
bevestigen. Links onderaan de doos met toe-
behoren zit een toets (1) die wordt gebruikt
om de doos los te maken en te verwijderen.
Druk de toets omhoog en schuif de doos
met toebehoren naar links en verwijder de
doos.
Uw Platinum leren kennen
De hoofdgarenpen (a) is instelbaar en kan worden gebruikt in een horizontale positie (de
draad wordt van de stilstaande pen afgerold) of in een verticale positie (het klosje draait). Er
bevinden zich twee schijfjes op de garenpen, een grote (a) en een kleine (b). Afhankelijk van
de afmeting van het klosje of welke garenpenpositie u gebruikt, worden de schijfjes op ver-
schillende manieren gebruikt. Gebruik de horizontale positie voor normaal garen en de verti-
cale positie voor grote klossen of garen met speciale eigenschappen.
Plaats wanneer de pen in horizontale posi-
tie en met smalle klosjes wordt gebruikt,
het grote schijfje (a) onder het klosje. Het
kleine schijfje (b) wordt op het garenklosje
geplaatst.
Plaats wanneer u grote garenklossen
gebruikt, het kleine schijfje (b) onder de
garenklos en het grote schijfje (a) erop.
De platte zijde van het schijfje wordt stevig
tegen de klos gedrukt. Er mag geen ruimte
tussen het schijfje en de klos zitten.
Om de garenpen in verticale positie te
gebruiken, dient u de garenpen naar rechts
uit te klappen. Schuif het grote schijfje erop
en plaats een vilten onderlegger onder het
klosje. Dit voorkomt dat de draad te snel van
het klosje wordt afgewikkeld.
Grote garenklosjes
Smalle garenklosjes
Hoofdgarenpen
Extra garenpen
Uw naaimachine heeft twee garenpennen,
een hoofdgarenpen en een extra garenpen.
De garenpennen zijn geschikt voor alle soor-
ten garen. Klap de garenpen uit naar rechts.
Plaats het klosje zo op de garenpen dat de
draad tegen de wijzers van de klok in afrolt.
Schuif er een schijfje op (zie hieronder) en
klap de garenpen dan naar achteren in hori-
zontale positie.
Uw Platinum leren kennen
Ga verder met het inrijgen in de door de
pijlen aangegeven richting. Leid de draad
wanneer u aan het inrijgen bent vanaf de
rechterkant door de draadhefboom.
Leid de draad door de laatste geleider net
boven de naald.
Steek de draad vanaf de voorkant door
de naald (zie draadinsteker voor verdere
instructies).
Plaats de draad onder de naaivoet en in
het garenmesje, trek het naar beneden om
het af te snijden.
Zorg ervoor wanneer u de bovendraad inrijgt
dat de naaivoet omhoog staat en dat de naald
zich in de hoogste stand bevindt.
Klap de garenpen uit. Plaats het klosje
op de garenpen met het schijfje (volg
de instructies op de vorige pagina). De
draad wordt met de wijzers van de klok
mee afgerold. Klap de garenpen weer in.
Houd de draad met uw rechterhand
dichtbij het klosje. Breng het uiteinde
van de draad met uw linkerhand in de
richting van de pijl op de machine.
Breng de draad in de voorspannings-
draadgeleider (a). Breng de draad omlaag
tussen de draadspanningsschijven (b).
De extra garenpen wordt gebruikt wanneer u
een spoeltje wilt opspoelen vanaf een tweede
garenklosje of voor een tweede klosje wan-
neer u met een tweelingnaald naait.
Plaats wanneer u de extra garenpen gebruikt,
het grote schijfje en een vilten onderlegger
onder het garenklosje.
2.
5.
4.
3.
Uw Platinum leren kennen
Wanneer u de draadinsteker wilt gebruiken,
moet de naald zich in de bovenste stand
bevinden. Bovendien raden wij u aan om de
naaivoet te laten zakken.
Trek de draadinsteker helemaal naar
beneden zodat de draad onder de gelei-
der blijft steken (a)
Breng hem naar voren totdat de metalen
flenzen de naald bedekken. Een klein
haakje gaat door het oog van de naald.
Plaats de draad rondom de geleider (a)
en onder de enzen voor de naald, zodat fl
de draad achter het kleine haakje blijft
hangen.
Laat de draadinsteker voorzichtig terug-
draaien. Het haakje trekt de draad door
het oog van de naald en vormt een lus
achter de naald. Trek de lus er achter de
naald uit.
Plaats de draad onder de naaivoet en
snijd de draad af.
Let op: De draadinsteker is ontworpen voor
naalden nr. 70-120. Wanneer u gebruik maakt van
naalden nr. 60 of kleiner, een zwaardnaald, een
tweelingnaald of een drielingnaald, of wanneer
de knoopsgat-sensorvoet is geplaatst, kunt u de
draadinsteker niet gebruiken.
Zorg ervoor wanneer u de draad handmatig in de
naald steekt dat de draad van voren naar achteren
door de naald wordt gestoken. De witte kleur van
de naaivoethouder zorgt ervoor dat u het oog van
de naald duidelijk kunt zien. Het spoeldeksel kan
worden gebruikt als vergrootglas.
Uw Platinum leren kennen
Klap de extra garenpen R :ECHTERNAALD
omhoog. Plaats het grote schijfje en een
vilten onderlegger op de garenpen.
Plaats het garenklosje of het spoeltje met
de tweede draad op de garenpen.
Rijg de machine in zoals eerder omschre-
ven, maar zorg ervoor dat deze draad nu
voor de draadspanningsschijf en buiten
de onderste draadgeleider loopt. Rijg de
rechternaald in.
Zet de hoofdschakelaar uit.
Plaats een tweelingnaald. Zie pagina 12
”Vervangen van de naald”.
Gebruik een tweede garenklosje of spoel
garen dat u als tweede bovendraad wilt
gebruiken op een spoeltje.
Rijg de machine in zoals L :INKERNAALD
uitgelegd op pagina 7 en zorg ervoor dat
de draad tussen de binnenste draadspan-
ningsschijven ligt, en binnen de laatste
draadgeleider. Rijg de linkernaald in.
1
2
10 15
Uw Platinum leren kennen
Zet de Aan/Uit knop op uit.
Verwijder het spoeldeksel door dit naar u toe
te schuiven.
Plaats het spoeltje in het spoelhuis met het
merktekenanaar boven en houd daarbij de
draad links van het spoeltje. Het spoeltje zal
tegen de wijzers van de klok in draaien, terwijl
de draad naar buiten wordt getrokken.
Plaats uw vinger op het spoeltje om te voorko-
men dat het kan draaien als u de draad stevig
naar rechts trekt en vervolgens naar links in
de spanningsveer (a) totdat het op zijn plaats
”klikt”.
Ga verder met het inrijgen (b) en vervolgens
naar rechts en dan links naar het garenmesje (c).
Plaats het deksel (1) weer op het spoelhuis. Trek
de draad naar links om deze af te snijden (2).
!
Wikkel de draad, afhankelijk van
de kwaliteit van het garen, een of twee keer rond
de draadgeleider (a).
Wikkel van bovenaf een paar slagen
draad met de wijzers van de klok mee
om het spoeltje en snijd de draad met het
garenmesje (d) af.
Druk op het voetpedaal. Wanneer het
spoeltje vol is, stopt het spoelen automa-
tisch. Verwijder het spoeltje en snijd de
draad af. Duw de spoelas omhoog.
Plaats een lege spoel op de spoelas aan
de voorkant van de machine (met het
merktekenanaar boven). Duw de
spoelas naar beneden.
Plaats de grootste schijf en een vilten
onderlegger onder de spoel op de extra
garenpen.
Voer de draad zoals afgebeeld in de
draadgeleider (a) en vervolgens onder de
draadgeleider (b), vervolgens zoals afge-
beeld over de draadgeleider (c) heen.
Uw Platinum leren kennen
Het is niet aan te bevelen speciale
garens zoals transparante of andere stretchgarens
via de naald op de spoeltjes te spoelen. Zie daar-
voor bij ”Spoelen”.
Zorg ervoor dat de naaivoet en naald zich in
de hoogste stand bevinden. Gebruik alleen de
originele groene Husqvarna Viking spoeltjes.
Gebruik wanneer u draad opspoelt vanaf de naald
uitsluitend een metalen naaivoet.
Volg voor het opspoelen de instructies voor
”Spoelen”. Het verschil is dat de draad wordt
opgespoeld vanaf de naald, onder de naaivoet
door en naar rechts over de draadgeleider (c).
Uw Platinum leren kennen
De naaimachinenaald speelt een belangrijke
rol bij een optimaal naairesultaat. Om ervoor
te zorgen dat u een naald van goede kwa-
liteit gebruikt, raden wij u aan naalden van
systeem 130/705H aan te schaffen. Het naal-
dendoosje dat bij uw machine wordt gele-
verd, bevat naalden van de meest gebruikte
maten voor het naaien van geweven en
stretchstoffen.
Deze naalden worden gebruikt voor het
naaien van alle soorten geweven stoffen. De
naaldpunt is zo ontworpen dat hij tussen de
draden van de stof doorgaat, zodat de stof
niet wordt beschadigd.
Deze naalden worden gebruikt voor het
naaien van gebreide en stretchstoffen. De
stretchnaald heeft een gele markering en een
afgeronde punt.
Deze naalden worden gebruikt voor het
naaien van zware geweven stoffen, bijvoor-
beeld spijkerstof en canvas. De jeansnaald
heeft een blauwe markering en een extreem
scherpe punt waardoor hij gemakkelijker
door de stof dringt.
Zet de Aan/Uit knop op uit.
Draai de schroef van de naaldklem
los met een schroevendraaier.
Verwijder de naald.
Duw de nieuwe naald omhoog met de
platte kant van u af totdat hij niet verder
kan.
Gebruik de schroevendraaier om de
schroef stevig vast te draaien.
Vervang de naald regelmatig en
gebruik altijd een rechte naald met een scherpe
punt (a).
Een kapotte naald (b) kan ervoor zorgen dat
steken worden overgeslagen, dat naalden breken
of dat de draad afbreekt. Een kapotte naald kan
ook de steekplaat en/of stof beschadigen.
!
Uw Platinum leren kennen
Er wordt een aantal naaivoeten voor verschillende doeleinden bij uw machine geleverd:
Is bij aflevering van de naaimachine geplaatst. Deze
voet wordt hoofdzakelijk gebruikt voor rechte
steken en zigzagsteken met een steeklengte langer
dan 1,0 mm.
Voor het zigzag naaien van cordonsteken met een
steeklengte van minder dan 1,0 mm, deze voet wordt
ook gebruikt bij andere nuttige steken of sierste-
ken. De groef aan de onderkant van de naaivoet is
bedoeld voor een soepel transport over de steken.
De knoopsgatvoet heeft streepjes waarmee de
lengte van het knoopsgat kan worden bepaald. De
middelste markering resulteert in een knooprand
van 15 mm. De twee groeven aan de onderkant van
de voet zorgen voor een soepel en recht transport
over de knoopsgatranden.
Deze voet wordt gebruikt voor het maken van
blindzomen. De binnenrand van deze voet geleidt
de stof. De onderkant van de voet is zo ontworpen
dat hij langs de rand van de zoom beweegt.
Dit is de ritsvoet, die zowel aan de rechterkant
als aan de linkerkant van de naald kan worden
geplaatst. Dit maakt het eenvoudig om aan beide
kanten van de rits te naaien.
Naaivoet H (Platinum 715/735)
Deze voet met een glijplaat aan de onderkant, wordt
gebruikt bij het naaien van schuimrubber, plastic of
leer, waardoor de kans dat deze materialen aan de
voet blijven kleven tot een minimum wordt beperkt.
Deze voet wordt gebruikt voor overlocksteken en
zomen, d.w.z. steken met een breedte van 5,0 en 5,5
mm. Steken worden gevormd over het pennetje, dit
voorkomt dat er plooien ontstaan aan de rand van
de stof.
Uw Platinum leren kennen
!Zet de Aan/Uit knop op uit.
Zorg ervoor dat de naald in de hoogste
stand staat. Trek de naaivoet naar u toe.
Plaats het dwarspennetje op de voet in
de opening van de naaivoethouder. Druk
het naar achteren totdat de voet vastklikt.
De naaivoetdruk wordt aangepast met het
wieltje onder de klep van uw naaimachine.
De normale druk is rond de vier. Hoe hoger
het getal, hoe meer druk de naaivoet op de
stof uitoefent. Gebreide en zachte stoffen
moeten met een lagere druk worden genaaid.
De naaivoet kan met de naaivoetlichter
omhoog en omlaag worden gebracht. De
naaivoet moet omlaag worden gebracht om
te naaien.
Door de naaivoetlichter omhoog te brengen
en dan omhoog te duwen, kan de hefhoogte
van de naaivoet extra worden verhoogd,
zodat er dikke stoffen onder de voet kunnen
worden geplaatst.
Deze voet wordt gebruikt voor patchwork-
blokken. De voet heeft afstandsmarkeringen
van 1/4” (6 mm) en 1/8” (3 mm).
Wanneer deze voet op de machine wordt
geplaatst, zorgt het voor de knoopsgatlengte
die in de machine is ingevoerd. De middelste
markering resulteert in een knooprand van
15 mm.
Meer informatie over de verschillende optionele naai-
voeten vindt u in de Gebruiksaanwijzing Accessoires.
3
2
1
Uw Platinum leren kennen
Gebruik de aanbevolen draadspanning in het
Informatievenster.
Voor speciale stoffen en/of technieken kunt
u de bovendraadspanning wijzigen. Draai
hiervoor aan de genummerde regelaar (a).
Hoe hoger het nummer, hoe hoger de span-
ning. Een draadspanning zo rond de 4 is
gebruikelijk.
Zet de draadspanning op ongeveer 3 bij het
naaien van knoopsgaten en siersteken.
Bij het doorstikken met een dikke draad in
dikke stoffen, de spanning verhogen tot 7-9.
Om enig inzicht te krijgen in de juiste draad-
spanning, kunt u het beste als test enkele
zigzagsteken naaien bij verschillende instel-
lingen.
Begin met een te losse spanning, dat wil
zeggen, stel de spanning in op de laagste
waarde. De onderdraad ligt recht en de
bovendraad wordt naar de onderkant van
de stof getrokken.
Wanneer u de spanning instelt op de
hoogste waarde, kan het zijn dat de naad
gaat trekken en/of dat de bovendraad
breekt.
De draadspanning is goed ingesteld wan-
neer de draden in het midden van beide
stoflagen verknopen of, bij siersteken,
aan de onderkant.
Maak altijd eerst een proeflapje met de stof
die u gaat gebruiken en controleer de draad-
spanning.
Uw Platinum leren kennen
U kunt de transporteur verzinken door het
wieltje aan de voorkant van de vrije arm
naar links te draaien. Draai het wieltje
naar rechts wanneer u de transporteur
omhoog wilt brengen. De transporteur
wordt omhooggebracht zodra u begint te
naaien. De transporteur moet worden ver-
zonken voor het aannaaien van knopen en
werk waarbij u de stof vrij moet kunnen
bewegen.
FUNCTIES EN INFORMATIEVENSTER
Functies en Informatievenster
18
Wanneer u een steek selecteert, stelt uw naai-
machine automatisch de juiste naaisnelheid
in. Wanneer u op de toets SPEED drukt, kunt
u tussen drie snelheidsstanden schakelen.
Wanneer u de snelheid handmatig heeft ver-
laagd, wordt deze instelling behouden totdat
uw naaimachine wordt uitgeschakeld.
Achteruit
ACHTERUIT wordt ingedrukt wanneer de
machine achteruit moet naaien. Wanneer de
toets wordt losgelaten, naait de machine weer
vooruit. De langste steeklengte bij achteruit
naaien is 3 mm.
Wanneer u constant achteruit wilt naaien,
drukt u voordat u begint te naaien twee keer
kort achter elkaar op de toets. Het achteruit
naaien wordt aangegeven met een symbool
in het Informatievenster.
Uw machine naait dan achteruit totdat u de
toets weer indrukt.
Steeklengte
Wanneer u een steek selecteert, stelt uw naai-
machine automatisch de juiste steeklengte
in. De ingestelde lengte is zichtbaar in het
Informatievenster boven de steeklengtetoets.
U kunt de steeklengte wijzigen door ofwel op
de (+) of (-) toets te drukken.
Steekbreedte
De steekbreedte wordt op dezelfde manier
ingesteld als de steeklengte.
Platinum 755Platinum 715/735
Het toetsenpaneel
Naaldstop boven/onder
(Platinum 755)
NAALDSTOPPOSITIE wordt gebruikt om de
naaldstoppositie boven of onder in te stellen.
Stop
STOP wordt gebruikt om een steek af te slui-
ten. Uw naaimachine hecht de draad af en
stopt automatisch wanneer een opeenvolging
van steken is voltooid. STOP wordt opgehe-
ven wanneer u de toets opnieuw aanraakt of
wanneer u een nieuwe steek selecteert. Indien
STOP actief is, verschijnt er een symbool in
het Informatievenster. De stopfunctie kan
worden geprogrammeerd.
Fix
FIX wordt gebruikt om steken af te hechten.
Wanneer op deze toets wordt gedrukt, ver-
schijnt er een symbool in het Informatieven-
ster. De functie kan worden uitgeschakeld
door opnieuw op de toets te drukken. Wan-
neer u begint te naaien, naait uw naaimachine
een paar aanhechtingssteken en gaat ver-
volgens verder met de geselecteerde steek.
Drukt u op. FIX tijdens het naaien, dan naait
uw machine een paar afhechtingssteken en
stopt dan automatisch.
Snelheid (Platinum 755)
De maximale naaisnelheid is 900 toeren per
minuut. Alle steken van uw naaimachine
hebben een vooraf ingestelde, aanbevolen
naaisnelheid.
Functies en Informatievenster
19
Pijltoetsen
Deze toetsen wordt gebruikt om vooruit of
terug te gaan binnen een geprogrammeerde
reeks.
Geheugen (Platinum 755)
Uw naaimachine heeft twee verschillende
geheugens waarin geprogrammeerde com-
binaties kunnen worden opgeslagen. In
ieder geheugen kunnen 30 steken of letters
worden opgeslagen. De toets wordt gebruikt
om naar het betreffende geheugen te gaan
in PROG of REP. Het actieve geheugen wordt
weergegeven in de rechter onderhoek van het
Informatievenster.
CLR
Druk op deze toets in om het hele of PROG
een deel van het programma te wissen (zie
pagina 26). Wanneer een programma uit een
geheugen is verwijderd, wordt het steeknum-
mer in het Informatievenster gewist.
Stekenmenu’s
Druk op de toets van het stekenmenu om
tussen de menu’s te schakelen. Het huidige
geselecteerde menu wordt weergegeven in
het schermoverzicht.
Platinum 755 heeft 35 nuttige steken (menu
1) en 70 decoratieve steken (menu 2-3).
Platinum 735 heeft 21 nuttige steken (menu
1) en 42 decoratieve steken (menu 2-3).
Platinum 715 heeft 21 nuttige steken (menu
1) en 21 decoratieve steken (menu 2-3).
De nuttige steken zijn zichtbaar op het toet-
senpaneel en de decoratieve steken staan bin-
nenin de klep afgebeeld.
Alfabetmenu (Platinum 755)
Uw Platinum 755 heeft een alfabet - Outline
block. Druk op de toets van het lettermenu
en ”A..” wordt weergegeven in het Informa-
tievenster.
De ingestelde breedte is zichtbaar in het
Informatievenster boven de toets voor de
steekbreedte.
De steekbreedte kan tussen 0 en 6 mm
worden ingesteld. Indien de rechte steek is
geselecteerd, wordt de toets voor de steek-
breedte gebruikt voor het instellen van de
naaldpositie.
Spiegelen in de breedte
Druk op deze toets om de geselecteerde
steek in de breedte te spiegelen. Wanneer u
op deze toets drukt wanneer een rechte steek
met linker naaldpositie is geselecteerd, dan
wordt de naaldpositie gewijzigd van links
naar rechts. Als op REP wordt gedrukt, wordt
de complete stekencombinatie gespiegeld
(zie pagina 26).
Spiegelen in de lengte (Platinum 755)
Druk op deze toets om de geselecteerde steek
in de lengte te spiegelen. Als op REPwordt
gedrukt, wordt de complete stekencombinatie
gespiegeld (zie pagina 26). Als een STOP aan het
einde van de combinatie is geprogrammeerd,
en de combinatie werd gespiegeld in de lengte,
wordt de STOP aan het begin geplaatst.
FUNC
Selecteer deze toets om door de verschillende
modi van uw naaimachine te bladeren. Er
zijn drie verschillende modi; NORM, PROG en
REP. De NORM modus (normale naaimodus) is
altijd actief wanneer de machine wordt inge-
schakeld. Druk nogmaals voor het activeren
van de PROG modus (wordt gebruikt voor
het programmeren), en nogmaals om naar de
REP modus te gaan, die wordt gebruikt om
een geprogrammeerde combinatie te naaien.
Druk nogmaals voor terugkeer naar de NORM
modus. De actieve modus wordt weergegeven
in het Informatievenster.
Functies en Informatievenster
Druk op de toets van het stekenmenu
om tussen de menu’s te schakelen. Het hui-
dige geselecteerde menu wordt weergegeven
in het schermoverzicht.
Druk op één van de selectietoetsen om de
steek te selecteren. Het nummer van de
geselecteerde steek wordt weergegeven in het
Informatievenster. Als de steek wordt weer-
gegeven als 1:02 in de gebruikershandlei-
ding/handboek, staat de 1 voor stekenmenu
1 en de voor de geselecteerde steek. Net 02
als bij 2:20 20 betreft het steeknummer in
stekenmenu 2.
Uw naaimachine stelt de snelheid, steeklengte
en -breedte in. De geadviseerde naaivoet en
draadspanning worden weergegeven in het
Informatievenster. Platinum 715/735 geven
bovendien de aanbevolen naald aan. Stel uw
naaimachine in overeenkomstig de adviezen.
Functies en Informatievenster
Toets nummer
Outline Block alfabet
Hoofdletters en kleine letters
Cijfers/speciale tekens
Druk op de toets van het lettermenu en
”A..” wordt weergegeven in het Informatie-
venster.
Druk op een letter (in rood weergegeven op
de steekkeuzetoetsen) om deze te selecteren.
Het nummer van de toets wordt weergege-
ven in het Informatievenster. De letter E
komt bijvoorbeeld overeen met steekkeuze-
toets nummer 5.
Wanneer u op de lettermenutoets
drukt, verschijnt ”A..” in het schermover-
zicht hetgeen betekent dat hoofdletters werd
geselecteerd. U kunt kiezen tussen hoofdlet-
ters, kleine letters of cijfers/speciale tekens
door op de toets van het lettermenu te druk-
ken. In het Informatievenster wordt ”a..”
weergeven voor kleine letters en ”1..” voor
nummers/speciale tekens.
Functies en Informatievenster
Platinum 715
Platinum 735
Geweven stof Elastische stof
Uw naaimachine is uitgerust met de unieke Husqvarna
Viking Naaigids. Het is altijd actief en bevindt zich
onder op het toetsenpaneel. Wanneer u begint met een
naaiproject, drukt u eerst op de soort stof die u gebruikt
en dan op de gewenste naaitechniek.
De door u geselecteerde stof wordt ”opgeslagen” tot
de volgende keer dat u deze wijzigt.
De Naaigids stelt de beste steek, steeklengte, steek-
breedte en naaisnelheid in voor uw project. Uw naai-
machine 770 geeft ook adviezen over draadspanning,
naaivoetdruk en naaivoet voor de geselecteerde stof
en techniek.
Het verschil tussen geweven en elastische
stof is gelegen in de wijze waarop de draden
worden samengebracht. Geweven stoffen zijn
gemaakt van tweedraadssystemen, de schering
in de lengte en de inslag over de breedte, die
elkaar onder een rechte hoek snijden. Een
elastische stof wordt gemaakt van een één-
draadssysteem met ineengevlochten steken.
Een elastische stof is meestal rekbaar.
Over het algemeen geldt dat u voor stabiele
stoffen zonder rek Geweven en voor stoffen
die rekbaar zijn Elastisch in moet voeren.
GEWEVEN DUN : chiffon, organza,
batist, zijde, dunne wollen stoffen, enz.
GEWEVEN NORMAAL : calicot, quilt-
stoffen, wollen crèpe, en laken/pope-
line, enz.
GEWEVEN DIK : spijkerstof, wollen stof
voor kostuums en mantels, canvas, enz.
ELASTISCH DUN : charmeuse, tricot,
nylon, enkelvoudig gebreide jerseys, enz.
ELASTISCH NORMAAL : dubbel gebreide
jerseys, velours, pluche, zwemkleding,
enz.
ELASTISCH DIK : sweatertricot, fleece,
enz.
Functies en Informatievenster
Leer is de huid van een dier. Er is glad leer
en suède, over het algemeen heeft leer enige
veerkracht.
Vinyl is een synthetisch materiaal dat vaak
een geweven achterkant heeft. Vinyl kan glad
of gedessineerd zijn en sommige vinylsoor-
ten zijn enigszins elastisch.
LEER VINYL/ : voor suède, echt leer en
voor kunstleer en -suède.
NAAIEN: naait twee stukken stof aan
elkaar.
AFWERKEN: werkt de randen van de
stof af om rafelen te voorkomen en
zorgt ervoor dat de stof plat blijft.
NAAIEN AFWERKEN/ : het naaien en
afwerken van de naden vindt in één
keer plaats.
RIJGEN: het tijdelijk naaien voor het in
elkaar zetten van kledingstukken, het
maken van plooien en doorslaan.
BLINDZOMEN: zorgt voor een onzicht-
bare zoom in kledingstukken. Het
wordt afgeraden voor dunne stof-
fen of leer/vinyl, maar uw Platinum
715/735 selecteert altijd de beste steek.
ZOOM: selecteert de beste zichtbare
steek voor een doorgestikte zoom voor
het stoftype dat u heeft gekozen.
KNOOPSGAT: de Naaigids selecteert
het beste knoopsgat voor uw stof.
VinylLeer
Functies en Informatievenster
De door u geselecteerde stof blijft actief
totdat er een andere stof wordt geselecteerd
en de laatst geselecteerde stof blijft altijd in
het geheugen opgeslagen - zelfs wanneer de
machine wordt uitgeschakeld.
Wanneer u op een stofsymbool drukt, ver-
schijnt de letter die bij die stof hoort in het
schermoverzicht dat de selectie aangeeft.
Nadat u de stof heeft geselecteerd, selecteert
u de techniek van uw keuze. Vervolgens kunt
u het steeknummer en alle standaardadviezen
bekijken.
De instellingen uit de NAAIGIDS zijn altijd
zichtbaar in het Informatievenster. De letter
geeft de stof weer en het nummer de tech-
niek. Indien een andere steek dan de aanbe-
volen steek in de NAAIGIDS wordt geselec-
teerd, blijft de geselecteerde stof behouden.
Functies en Informatievenster
Geeft aan dat de naaimachine beschikt
over een NAAIGIDS.
NAAIGIDS
De geselecteerde stof (letter) en naai-
techniek (nummer) worden weergege-
ven naast het Naaigidssymbool.
De STEEKLENGTE
De aanbevolen NAAIVOET
Geeft aan dat ACHTERUIT NAAIEN is
geactiveerd.
Voor de stopsteek (nr. 18), tapse steek
(nr. 19) of wanneer u stap voor stap
knoopsgaten naait, geeft een knippe-
rend symbool aan dat u op ACHTERUIT
NAAIEN moet drukken om de naairich-
ting te veranderen.
De STEEKBREEDTE
De geselecteerde MODUS
Het nummer van de GESELECTEERDE
STEEK
N :AALD de aanbevolen naald voor de
geselecteerde stof.
Geeft aan dat SPIEGELEN IN DE BREEDTE
is geselecteerd.
De aanbevolen NAAIVOETDRUK
Geeft aan dat de STOP functie is geacti-
veerd.
Geeft aan dat de FIX functie is geacti-
veerd.
Geeft aan dat VERSTEVIGING moet
worden gebruikt.
De aanbevolen DRAADSPANNING
Schermoverzicht
Geeft aan dat het STEKENMENU is geacti-
veerd.
Geeft het geselecteerde STEKENMENU aan.
In het Informatievenster staan altijd symbolen die u alle nodige informatie verschaffen voor
het beste naairesultaat. Sommige symbolen zijn altijd actief en sommige verschijnen alleen bij
specifieke gevallen. De zichtbare symbolen in het Informatievenster worden hieronder ver-
meld en toegelicht.
Functies en Informatievenster
Adviseert een knoopsgat met inlegdraad.
Bij het stap voor stap naaien van knoops-
gaten geeft een knipperend symbool aan
dat u op ACHTERUIT MOET DRUKKEN om
tussen de verschillende delen van het
knoopsgat te bewegen.
Wanneer de knoopsgat-sensorvoet is aangesloten
(Platinum 735).
Geeft aan dat de knoopsgat-sensorvoet is
aangesloten. Wanneer het symbool knip-
pert, brengt u het witte gedeelte van het
wieltje in lijn met de witte merklijn op de
voet.
KNOOPFORMAAT INSTELLEN , door op de
steeklengte (+) of (-) toets te drukken.
Met de CLR toets kunt u schakelen tussen
het instellen van de grootte van het
knoopsgat en knoopsgatdichtheid.
Het knoopsymbool geeft aan dat de
grootte van de knoop wordt weergegeven
op 22.
Functies en Informatievenster
11 De ingestelde SNELHEID
12 Geeft aan dat de TRANSPORTEUR MOET
WORDEN VERZONKEN .
13 De ingestelde STEEKLENGTE
14 Geeft aan dat ACHTERUIT NAAIEN is
geactiveerd.
Voor de stopsteek (nr. 26), tapse steek
(nr. 27) of wanneer u stap voor stap
knoopsgaten naait, geeft een knippe-
rend symbool aan dat u op ACHTERUIT
NAAIEN MOET DRUKKEN om de naairich-
ting te veranderen.
15 De ingestelde STEEKBREEDTE
16 De geselecteerde MODUS
17 Het GESELECTEERDE STEEKNUMMER
In het Informatievenster staan altijd symbolen die u alle nodige informatie verschaffen voor
het beste naairesultaat. Sommige symbolen zijn altijd actief en sommige kunnen afhankelijk
van uw selecties veranderen. De zichtbare symbolen in het Informatievenster worden hieron-
der vermeld en toegelicht.
1 N AALDSTOPPOSITIE: Geeft aan dat de
naaldstoppositie is ingesteld op boven of
onder
2,3 Geeft aan dat de functies SPIEGELEN
IN DE BREEDTE SPIEGELEN IN DE en/of
LENGTE werden geselecteerd.
4 De aanbevolen NAAIVOET
5 Geeft aan dat de STOP functie is geacti-
veerd.
6 Geeft aan dat de FIX functie is geactiveerd.
7 De aanbevolen DRAADSPANNING
8 Geeft aan dat het ALFABETMENU is geacti-
veerd.
9 Geeft aan dat een STEKENMENU is geacti-
veerd.
10 Geeft het geselecteerde STEKENMENU aan
Functies en Informatievenster
18 PROG of REP wordt weergegeven om aan
te geven of u zich voor het naaien van
uw programma in de prog-modus of rep-
modus bevindt.
19 Een nummer dat het ACTIEVE GEHEUGEN
AANGEEFT
20 Bij het stap voor stap naaien van knoops-
gaten geeft een knipperend symbool aan
dat u op ACHTERUIT MOET DRUKKEN om
tussen de verschillende delen van het
knoopsgat te bewegen.
Wanneer de knoopsgat-sensorvoet is aangesloten.
21 K NOOPSGAT SENSORVOET- is aangesloten.
22 K NOOPFORMAAT INSTELLEN , door op de
steeklengte (+) of (-) toets te drukken.
Met de CLR toets kunt u schakelen tussen
het instellen van de grootte van het
knoopsgat en knoopsgatdichtheid.
23 Het knoopsymbool geeft aan dat de
grootte van de knoop wordt weergegeven
op 22.
Functies en Informatievenster
(Platinum 755): Tijdens het programme-
ren kunt u de ruimte tussen de letters verkleinen.
Druk op wanneer het menu nummers/spe-
ciale tekens actief is, om kort achteruit naaien
te programmeren. Hoe meer achteruit te naaien
steken u programmeert, hoe korter de afstand tot
de volgende letter.
U kunt bij het programmeren steken met elkaar
combineren. Het programma wordt automatisch in
het machinegeheugen opgeslagen en wordt behouden,
zelfs wanneer de machine is uitgeschakeld.
U kunt bij het programmeren steken en letters met
elkaar combineren. Sla de geprogrammeerde combina-
ties op in de permanente geheugens. Een geprogram-
meerde stekencombinatie die in een van de geheugens
wordt opgeslagen, wordt zelfs wanneer de machine
wordt uitgeschakeld in het geheugen bewaard.
Wanneer u programmeert, is de Naaigids op
de Platinum 715/735 niet actief. Druk op
FUNC PROG om de modus te activeren.
Druk op M om het geheugen te selecteren.
De M en het nummer dat erop volgt geven
het actieve geheugen aan. Er zijn twee ver-
schillende geheugens (M1 en M2). In ieder
van deze geheugens kunnen maximaal 30
steken worden opgeslagen, dit betekent dat
u in totaal 60 steken en/of letters kunt pro-
grammeren en opslaan.
Wanneer u PROG ACTIVEERT , is het eerder
gebruikte geheugen actief. Om de door u
geprogrammeerde combinatie in het andere
geheugen op te slaan, selecteert u dit en
drukt op voordat u nieuwe steken gaat M
programmeren.
Gebruik de pijltoetsen om tussen de steken
te schakelen en te controleren wat er is
geprogrammeerd. In het Informatievenster
ziet u het nummer van de geselecteerde steek
in de programmeerreeks.
Voor het naaien van het stekenprogramma
drukt u op de toets om de FUNC REP modus
te activeren.
Functies en Informatievenster
Indien een steek- of lettercombinatie in het
geheugen is opgeslagen, drukt u op CLR om
het geheugen te wissen. Het geheugen is tot
het eind gewist uit de huidige positie. Om
het gewiste programma te herladen, drukt u
op CLR voordat u nieuwe steken invoert of
voordat u de pijltoetsen aanraakt.
In het geheugen kunnen max. 30 steken
worden opgeslagen. Programmeer de weer-
gegeven stekencombinatie als volgt:
• Druk op FUNC PROG om te activeren.
• Selecteer steek 2:03 (Platinum 715)/2:05
(Platinum 735). Het nummer verschijnt in
het Informatievenster. Druk om de steek
te programmeren op de rechter pijltoets
om naar de volgende steekpositie te gaan.
Anders zal de steek die hierna wordt inge-
voerd de reeds ingevoerde steek vervan-
gen.
• Selecteer steek 2:03 (Platinum 715)/2:05
(Platinum 735) nogmaals. Druk op
. Beweeg naar voren met de rechter
pijltoets.
Voor het naaien van het stekenprogramma
drukt u op de toets om de FUNC REP modus
te activeren.
Opmerking Wanneer u uw geprogrammeerde
stekencombinatie slechts eenmaal wilt naaien, drukt
u in REP. U kunt ook een STOP PROG in . PRO-
GRAMMEREN. De geprogrammeerde STOP wordt
aangegeven door in het Informatievenster.
Functies en Informatievenster
Opmerking Wanneer u uw geprogrammeerde
stekencombinatie slechts eenmaal wilt naaien, drukt
u in REP. U kunt ook een STOP PROG in . PRO-
GRAMMEREN. De geprogrammeerde STOP wordt
aangegeven door in het Informatievenster.
Programmeer de weergegeven stekencombi-
natie als volgt:
• Druk op FUNC PROG TE ACTIVEREN om .
• Selecteer stekenmenu 3.
• Selecteer steek 03:24. Het nummer ver-
schijnt in het Informatievenster.
• Druk op om de steek in de lengte te
spiegelen.
Tijdens het programmeren van een combina-
tie gaat u met de rechter pijltoets vooruit om
de volgende steek te programmeren. Anders
zal de steek die hierna wordt ingevoerd de
reeds ingevoerde steek vervangen.
Om ”E” te programmeren in hoofdletter,
drukt u eenmaal op de lettermenutoets. ”A..”
is zichtbaar in het Informatievenster.
• Selecteer ”E”. Nummer 5 verschijnt in het
Informatievenster. Beweeg naar voren met
de rechter pijltoets.
Selecteer om ”rika” te programmeren in
kleine letters, kleine letters m.b.v. de letter-
menutoets. Als het menu voor kleine letters
is geactiveerd, is een a.. zichtbaar in het
Informatievenster.
• Druk op r, nummer 18 verschijnt in het
Informatievenster. Beweeg naar voren met
de rechter pijltoets. Vervolg dit met de let-
ters: , i k, en aop dezelfde manier.
Selecteer stekenmenu 3 om de laatste sier-
steek te programmeren.
• Selecteer steek 03:24. Het nummer ver-
schijnt in het Informatievenster.
Voor het naaien van het stekenprogramma
drukt u op de toets om de FUNC REP modus
te activeren.
Functies en Informatievenster
Elke steek kan worden gewijzigd in PROG
indien het steeknummer in het Informatie-
venster wordt weergegeven. Op de Platinum
755 kunt u eveneens letters wijzigen. Blader
met de pijltoetsen door de stekenreeks totdat
u het nummer ziet van de steek die u wilt wij-
zigen en selecteer de nieuwe steek.
Gebruik de pijltoetsen om naar de steek te
gaan wanneer u een steek wilt wijzigen in
een geprogrammeerde stekencombinatie.
Op de Platinum 755 kunt u eveneens letters
wijzigen. U kunt de steeklengte en -breedte
wijzigen of een steek/letter spiegelen.
De wijzigingen worden automatisch in het
permanente geheugen opgeslagen.
Om uw programma te naaien, drukt u op
FUNC REP om naar de modus te gaan. Naai-
voet B wordt aanbevolen. Een stop wordt
weergegeven door een stopteken.
Om een stekenrij te controleren gebruikt u
de pijltoetsen om vooruit/achteruit te gaan
in de rij.
Naai uw programma op een verstevigd stuk
stof.
In REP kunt u de afbeelding voor het hele
programma in de breedte spiegelen. Met de
Platinum 755 kunt u de afbeelding voor het
hele programma ook in de lengte spiegelen.
De wijzigingen worden niet in het perma-
nente geheugen opgeslagen.
Sommige stoffen geven nog verf af, waardoor andere stoffen of uw naaimachine kunnen ver-
kleuren. Het kan moeilijk of onmogelijk zijn om deze verkleuring te verwijderen.
Fleece- en denimstoffen in met name rood en blauw bevatten vaak overtollige verf.
Wanneer u vermoedt dat uw stof/kledingstuk overtollige verf bevat, het altijd voorwassen voor-
dat u het naait of borduurt om verkleuring te voorkomen.
Naaien
Zaagsteek Rechte steek
Bij het aan elkaar naaien worden twee stukken
stof aan elkaar genaaid, waarbij de naadtoe-
slag aan de binnenkant gewoonlijk open wordt
gestreken. In de meeste gevallen worden de
randen van de stof afgewerkt met een afwerk-
steek voordat de naad wordt genaaid.
Stof: Geweven normaal, in twee stukken
geknipt.
755715 / 735
1:02
Naai als volgt:
• Plaats de twee stukken stof recht op
elkaar. Plaats de stof onder de naaivoet.
Breng de rand in lijn met de naadgeleiding
van 15 mm.
• Zet de naaivoet weer omlaag en druk op
het voetpedaal.
• Naai een naad. Snijd de draden af wan-
neer u klaar bent.
Naden in stretchstof moeten met de stof
mee rekken. De zaagsteek (stretchsteek)
maakt een elastische naad die geschikt is
voor het aan elkaar naaien van stukken
dunne stretchstof.
Stof: Dun elastisch, in twee stukken geknipt.
755715 / 735
1:04
Naai als volgt:
• Plaats de twee stukken met de goede
kanten op elkaar. Plaats de stof onder
de naaivoet. Breng de rand in lijn met de
naadgeleiding van 10 mm.
• Zet de naaivoet weer omlaag en druk op
het voetpedaal.
• Naai een naad. Snijd de draden af wan-
neer u klaar bent.
De rechte steek kan ook worden gebruikt
voor doorstikken. Voor duidelijker zichtbaar
doorstikken de steek verlengen en dikker
garen en een dikkere naald gebruiken.
Naaien
Uw naaimachine heeft vijfentwintig verschil-
lende naaldposities waarmee u nauwkeuriger
kunt naaien en doorstikken dan ooit tevoren.
Wanneer u met een rechte steek of een ver-
sterkte rechte steek naait, kunnen de naald-
posities in stappen worden aangepast. Wan-
neer u op het uiterste randje wilt naaien of
doorstikken, kunt u uw voordeel doen met
de verschillende naaldposities.
Stof: Normaal geweven
755715 / 735
1:01 1:02
• Vouw de stof dubbel en plaats hem onder
de naaivoet. Breng de naaivoet omlaag en
begin met naaien.
• Druk op de + toets voor de steekbreedte
dan kunt u de linker naaldpositie in 12
stappen instellen .
• Druk op de om de naald in 24 stap-
pen naar de rechter naaldpositie te bewe-
gen .
• Druk op steekbreedte - om de naald weer
in de middelste stand te zetten .
Elke keer dat u op de steekbreedtetoets (- of
+) drukt, correspondeert met een verplaat-
sing van de naaldpositie van 0,25 mm.
Om wanneer u op het uiterste randje wilt
doorstikken, toch een maximaal transport te
bereiken, dient u de stof te plaatsen en met
de naald in de linker positie zodanig te naaien
dat de rand de rechter binnenrand van naai-
voet D of het eerste streepje van de linker-
rand van naaivoet A volgt. Gebruik naaivoet
A voor het naaien van dunne stoffen en naai-
voet D voor de overige stoffen.
Naaien
Rijgen is het tijdelijk naaien voor het in
elkaar zetten van kledingstukken, het maken
van plooien en doorslaan.
Uw Platinum adviseert u de spanning te
verlagen, zodat de draden eenvoudig kunnen
worden verwijderd of zodat er bij het maken
van plooien gemakkelijk aan de draden kan
worden getrokken.
Stof: geweven, normaal, in twee stukken
geknipt. Leg de twee stukken stof met de
goede kanten op elkaar. Plaats de stof onder
de naaivoet.
755715 / 735
1:07
Naadtoeslag: 5/8’’ (15 mm)
Naai als volgt:
• Zet de naaivoet weer omlaag en druk op
het voetpedaal.
• Naai langs de naadlijn.
• Snijd de draden af wanneer u klaar bent.
• Trek aan de onderdraad om de steek te
verwijderen.
Kies voor een iets langere steek dan de nor-
male rechte steek, 3,5 - 5,0. Naai altijd twee
rijgdraden direct naast elkaar.
• Plaats een enkele laag stof onder de naai-
voet en naai.
• Naai een tweede rij naast de eerste.
• Trek aan beide draden om stof te rimpe-
len. Pas op dat u de draden er niet uittrekt.
Naaien
De versterkte rechte steek is sterker dan een
gewone rechte steek, omdat het een drie-
voudige en elastische steek is. De versterkte
rechte steek kan worden gebruikt voor alle
dikke stoffen, voor naden die veel te ver-
duren hebben en voor doorstikken in dikke
stoffen. Repareer kledingnaden op plaatsen
die veel te verduren hebben met deze steek.
Stof: Dik geweven, goede kanten op elkaar
755715 / 735
1:03 1:06
• Plaats de stof onder de naaivoet.
• Zet de naaivoet weer omlaag en druk op
het voetpedaal.
• Naai ’’ (15 mm) vanaf de rand.
De genaaide zigzagsteken zien eruit als een
zigzagsteek met korte steken in de ’zig’ en de
’zag’ van de steek. De genaaide zigzagsteeek
is maximaal 1/4’’ (6 mm) breed en geschikt
voor elke stof. Gebruik deze steek voor het
afwerken, het verbinden van twee randen, het
verstellen van scheuren en andere speciale
afwerkingen.
Gebruik naaivoet J voor het afwerken van
randen.
755715 / 735
1:08 1:11
• Plaats de stof onder de naaivoet.
Naaien
Dikke geweven stof, dubbele
overlocksteek
Dikke elastische stof,
overlocksteek
Elastische stof, afwerk-
steek
• Zet de naaivoet weer omlaag en druk op
het voetpedaal. Naai om de rand van de
stof af te werken.
• Snijd de draden af.
De overlocksteek naait de naad en werkt
tegelijkertijd de rand af. Voor het beste resul-
taat voor de door u gekozen stof, beschikt
uw naaimachine over diverse overlocksteken.
Stof: Dunne, elastische stof, in twee stukken
geknipt
755715 / 735
1:13
Naai als volgt:
• Plaats de twee stukken met de goede
kanten op elkaar. Breng de stof onder de
naaivoet in positie met de pen op de voet
langs de rand van de stof.
• Zet de naaivoet weer omlaag en druk op
het voetpedaal.
• Naai langs de rand
• Snijd de draden af wanneer u klaar bent.
De afwerksteek is ook geschikt voor dunne
geweven en gewone stoffen. Selecteer de
overlocksteek voor dikke, elastische stoffen
en selecteer de dubbele overlocksteek voor
dikke, geweven stoffen.
Genaaide zigzagsteek
Naaien
Het stoppen van een klein gaatje of een
scheur voordat deze groter wordt, kan de
redding zijn van een kledingstuk. Kies fijn
garen in een kleur die zoveel mogelijk op de
kleur van uw kleding lijkt.
Stof: Gewone, geweven stof, maak een klein
gaatje dat kan worden gestopt.
755715 / 735
1:18 1:26
Naai als volgt:
• Plaats de stof in de juiste positie onder de
naaivoet.
• Zet de naaivoet weer omlaag en druk op
het voetpedaal. Begin boven het gaatje te
naaien en naai er overheen naar beneden.
• Druk als u eenmaal over het gaatje heen
bent op . Blijf doorstikken. De machine
naait twaalf keer voor- en achteruit over het
gaatje en stopt vervolgens.
• Om de steek met dezelfde lengte te
herhalen, drukt u op . Verplaats de
stof en druk het voetpedaal in om opnieuw
te naaien. De steek wordt nu met korte
tussenpozen herhaald en de machine stopt
automatisch wanneer de steek is voltooid.
De blindzoom zorgt voor een onzichtbare
zoom in kledingstukken.
Stof: Wol of andere stoffen met een nor-
maal gewicht.
755715 / 735
1:22
Vouw de stof zoals weergegeven. Zorg
ervoor dat de gevouwen rand van de stof de
binnenrand van de rechter ”tand” van naai-
voet D volgt.
Naaien
Zoom op elastische stof en zoom voor
ceintuurlussen
Zet de naaivoet weer omlaag en druk op het
voetpedaal.
De linkerpunt van de naald moet de rand van
de gevouwen stof raken.
Indien nodig de steekbreedte aanpassen om
de vouw net te ”raken” door op + of - op
uw toets voor de steekbreedte te drukken.
Voor het naaien van zomen adviseren we een
rechte steek te gebruiken voor geweven stof,
leer en vinyl en stretchsteken voor elastische
stoffen.
Wanneer u over naden in extra dikke stof of
over een naad in jeans heen moet naaien, kan
de voet kantelen wanneer de machine over
de naad heen moet klimmen. De naald kan
de gekantelde voet raken en breken. Maak
in dergelijke gevallen dan ook gebruik van
het hulpstuk om de hoogte van de te naaien
zoom tijdens het naaien te compenseren.
Stof: Jeansstof
755715 / 735
1:02
De ene zijde van de plaat is dikker dan de
andere. Gebruik de zijde die het beste over-
eenkomt met de dikte van de naad.
Stof: Elastisch Normaal
755715 / 735
1:17
Vouw de zoom naar de verkeerde kant en
naai met een gesloten overlocksteek aan de
goede kant. Knip overtollige stof weg.
Gebruik deze techniek ook voor ceintuurlus-
sen.
Naaien
Stof: Normaal geweven
755715 / 735
1:02
Naai de twee stukken stof aan elkaar langs
een 5/8’’ (15 mm) naadlijn, tot aan de inke-
ping waar de ritssluiting moet komen.
755715 / 735
1:07
Rijg het ritsgedeelte van de naad aan elkaar.
Strijk de naad open. Plaats de goede kant van
de ritssluiting op de opengestreken naadtoeslag.
755715 / 735
1:05 1:08
Verwijder de naaivoet. Stel de steekbreedte
in op 6 mm, om de ritssluiting met een trens
op zijn plaats vast te zetten. Stel de naaivoet-
druk in op 2. Verzink de transporteur door
het wieltje op de vrije arm op te draaien.
Beweeg de stof om een reeks trenzen over de
rits te naaien zodat deze op zijn plaats blijft.
Draai het transporteurwieltje op naaipositie
, dan komt de transporteur automatisch
omhoog wanneer u begint te naaien.
• U kiest een rechte steek op de Platinum
715/735 en stelt de steekbreedte in op 6,0
voor een rechte steek in de linker naaldpo-
sitie.
Selecteer steek 1:01 op de Platinum 755.
• Stel uw Platinum in aan de hand van de
instructies in het Informatievenster.
• De voet heeft twee asjes zodat het zowel
links als rechts van de naald kan worden
geplaatst. Plaats naaivoet E rechts van de
naald.
Naaien
• Plaats de stof, met de goede kant naar
boven, onder de ritsvoet. Zet de naaivoet
weer omlaag en druk op het voetpedaal.
• Begin langs de onderkant te naaien, draai
en naai de rechterkant van de rits tot
boven aan toe.
• Naai om te voorkomen dat de stof
verschuift, de linkerkant van de rits in
dezelfde richting. Plaats de ritsvoet links
van de naald. Druk op voor een rechte
steek in de rechter naaldpositie.
• Begin langs de onderkant te naaien, draai
en naai de linkerkant van de rits, waarbij u
van beneden naar boven naait.
• Verwijder de trenzen en de rijgsteken.
Opmerking: pas voor de aanpassing van
de positie van de stiklijn de naaldpositie aan.
Druk op steekbreedte - (min) om de naald
naar de middenpositie te bewegen.
Naaien
c
b
a
Knoopsgat-sensorvoet
Standaardknoopsgat voor de meeste
stofdikten.
Sleutelgatknoopsgat met rechthoekig
uiteinde voor geklede jasjes, mantels,
enz.
Op uw naaimachine kunt u kiezen uit
verschillende soorten knoopsgaten. Selecteer het
standaardknoopsgat voor de meest voorkomende
kledingstukken en het sleutelgatknoopsgat voor
geklede jasjes.
Met de knoopsgat-sensorvoet, die meet tijdens het
naaien, wordt ieder knoopsgat precies even groot.
Met de knoopsgat-sensorvoet, die meet
tijdens het naaien, wordt ieder knoopsgat
precies even groot.
Stof: Normale, geweven stof en versteviging
755715 / 735
1:29
Plaats de knoopsgat-sensorvoet. Steek het
snoer in de aansluiting linksonder de naaikop
(a). Breng het witte gedeelte van het wieltje
in lijn met de witte markering op de naaivoet.
In het Informatievenster ( ), verschijnt een b
symbool dat aangeeft dat de knoopsgat-
sensorvoet is geplaatst.
Kies het gewenste formaat (c) voor uw
knoop met behulp van de toetsen voor de
steeklengte.
Veel voorkomende afmetingen voor
knoopsgaten zijn: 16 mm, 20 mm en 24 mm.
De maximale afmeting van een knoopsgat bij
het gebruik van de knoopsgat-sensorvoet is
50 mm. Wanneer u naait, naait de Platinum
het knoopsgat automatisch zo lang tot het
overeenkomt met de maat van de door
u gekozen knoop. De maat wordt aan de
knoop aangepast in stappen van 2 mm.
Op veel verpakkingen van knopen staat de
maat van het knoopsgat. U kunt ook gebruik
maken van de knoopsgatlineaal (d).
Naaien
2. Naairichting voor knoopsgaten zonder cordonsteek
of knoopsgaten in cordonsteek met naaivoet C
De streepjes op de linker tand
geven een knooprand van 15
mm aan
1. Naairichting voor knoopsgaten in cordonsteek
genaaid met de knoopsgat-sensorvoet
d
De benodigde knoopsgatafmetingen zullen
variëren met de dikte en het type van uw
knoop. Maak altijd eerst een proeflapje met
een proefknoopsgat.
• Vouw een stuk stof dubbel en plaats er
versteviging tussen.
•
Markeer op de stof waar het knoopsgat
moet komen
.
• Plaats de stof onder het knoopsgat-sen-
sorvoetje. Het meetwieltje kan omhoog
worden gebracht tot een stop, waardoor
de stof makkelijker onder het voetje kan
worden aangebracht.
Gebruik de streepjes op de linkertand
van de knoopsgat-sensorvoet om de rand
van het kledingstuk in positie te brengen.
Plaats de rand van het kledingstuk bij
het middelste streepje voor een afstand
van 5/8’’ (15 mm) tussen de rand en het
knoopsgat.
• Zet de knoopsgat-sensorvoet weer omlaag
en druk op het voetpedaal. Eerst wordt de
linker rups met een rechte steek achteruit
genaaid en vervolgens met een cordon-
steek naar voren. Dit wordt herhaald
voor de rechter rups. De trenzen worden
automatisch gemaakt (zie illustratie 1). Uw
naaimachine stopt wanneer het knoopsgat
is voltooid.
Opmerking: Wanneer u knoopsgaten naait
zonder cordonsteken of wanneer u naaivoet
C gebruikt, zijn de stappen anders (er is geen
rechte steek). (Zie illustratie 2)
Naaien
De streepjes op de linker tand geven een
knooprand van 15 mm aan
Gebruik het stap-voor-stap knoopsgat wan-
neer de stof te smal en/of oneffen is voor
het wieltje op de knoopsgat-sensorvoet om
het soepel te transporteren.
• Selecteer een knoopsgat en plaats naaivoet C
• Wanneer u begint met het naaien van het
knoopsgat, naait de machine de linker
stekenrij achteruit. De knoopsgatvoet
heeft streepjes waarmee de lengte van
het knoopsgat kan worden bepaald.
Gebruik de streepjes op de linkertand van
de knoopsgatvoet om de rand van het
kledingstuk in positie te brengen. Druk
wanneer het knoopsgat de gewenste lengte
heeft op . De machine naait de trens en
naait vervolgens de rechterkant.
• Druk op om de trens te naaien en af
te hechten. Houd het voetpedaal ingedrukt
totdat de machine heeft afgehecht en stopt
met naaien.
• Voor meer knoopsgaten in dezelfde maat,
drukt u op STOP om de instellingen op te
slaan.
Om de dichtheid van de beide stekenrijen
van het knoopsgat aan te passen, verhoogt u
de steeklengte (+) om de stekenrijen minder
dicht te maken. Verlaag de steeklengte (-)
voor een hogere dichtheid van de stekenrijen.
Beide stekenrijen worden gewijzigd.
Wanneer u knoopsgaten in elastische stoffen
naait, wordt aanbevolen om inlegdraad aan
te brengen in het knoopsgat om het extra te
verstevigen en te voorkomen dat het knoops-
gat uitrekt.
Naaien
• Wikkel een stuk dik garen (knoopsgat-
draad) of perle-katoen rond de hiel aan de
achterzijde van de knoopsgat-sensorvoet
of naaivoet C.
• Naai een knoopsgat. Houd de inlegdraad
losjes vast. De cordonstekenrijen van het
knoopsgat zullen over de inlegdraad heen
worden genaaid.
• Stop met naaien voordat het laatste stuk
van het knoopsgat is genaaid en neem de
inlegdraad van de hiel af en trek deze strak.
• Kruis de inlegdraad voor de naald en naai
het laatste stuk van het knoopsgat over de
inlegdraad heen.
• Steek de draaduiteinden door een grote
naald, trek naar de achterkant en knoop de
uiteinden aan elkaar alvorens de overtol-
lige draad af te snijden.
Snijd het knoopsgat open met een tornmesje.
Begin vanaf een willekeurige kant en snijd
naar het midden van het knoopsgat en ga
door met de andere kant en snijd opnieuw
naar het midden. Op deze manier voorkomt
u dat de trenzen beschadigd raken.
U kunt met uw Platinum vliegensvlug
knopen, haken en oogjes aanzetten.
Stof: Normaal geweven
755715 / 735
1:05 1:28
Verwijder de naaivoet en verzink de trans-
porteur door het wieltje op de vrije arm te
draaien op .
Gebruik het hulpstuk om een steeltje van
draad te maken.
Naaien
Pas op uw Platinum 715/735 de steekinstel-
lingen zo aan dat de steeklengte 0.0 is en de
breedte 3.0. Stel de draadspanning in op 4 en
de naaivoetdruk op 6. Op uw Platinum 755
is de knoopsteek vooraf ingesteld op een
knoop met 3 mm tussen de gaten*.
• Plaats bij dunne stoffen het dunne uit-
einde van het hulpstuk onder de knoop.
Houd het hulpstuk op zijn plaats met
plakband. Gebruik het dikke uiteinde bij
dikkere stoffen.
• Plaats de knoop onder de naaivoetstang
met de openingen in de knoop in lijn met
de zigzagbeweging van de naald. Contro-
leer de zigzagbeweging van de naald door
op de toets Spiegelen in de breedte
te drukken, zodat u er zeker van bent dat
de naald de knoop niet zal raken. Breng
de naald met het handwiel omlaag in het
gaatje van de knoop.
• Zigzag de knoop met zes tot acht steken
op zijn plaats.
• Druk op de om af te hechten. Druk
op om de handeling voor de vol-
gende knoop te herhalen.
• Breng de tanden van de transporteur
omhoog wanneer het aanzetten van de
knoop is voltooid.
* De breedte van de zigzag is voor de meeste
knopen ingesteld. Als u een hele kleine
knoop of juist een zeer grote knoop wilt
aanzetten, maak dan de steekbreedte kleiner
(-) of groter (+) totdat de zigzagbeweging
van de naald precies overeenkomt met de
gaten in de knoop.
Naaien
!Zet de Aan/Uit knop op uit.
Gebruik alleen gloeilampjes van het type dat
aangegeven wordt op de voorkant van de
machine (12 V, 5 W). Deze zijn verkrijgbaar
bij uw erkende Husqvarna Viking dealer.
1 Plaats de gloeilampremover met de diepe
opening gemarkeerd met OUT, rond het
gloeilampje.
Draai niet aan het lampje, maar trek
eraan om het te verwijderen.
2 Vervolgens plaatst u de gloeilampremo-
ver met zijn ondiepe opening gemar-
keerd met IN rond het nieuwe lampje.
Plaats het gloeilampje door het omhoog
te drukken op zijn plaats.
Onderhoud van de Platinum
10 15
10 15
Om ervoor te zorgen dat uw machine goed
blijft werken dient hij regelmatig te worden
schoongemaakt. De machine hoeft niet te
worden gesmeerd.
Zet de Aan/Uit knop op uit.
Neem de externe oppervlakken van uw
naaimachine af met een zachte doek om
eventueel opgehoopt stof of textielresten te
verwijderen.
Verwijder het naaivoetje en schuif het
spoelhuisdeksel open. Laat de transporteur
verzinken. Plaats de steekplaatopener op
het borsteltje en dan in de uitsparing aan de
achterkant van de steekplaat. Draai het naar
u toe om de steekplaat te verwijderen. Reinig
de tanden van de transporteur met het bor-
steltje.
Wanneer textielresten zich ophopen, moet de
ruimte onder het spoelhuis worden schoon-
gemaakt.
Verwijder de spoelhuishouder (1) die het
voorste deel van het spoelhuis afdekt (2).
Verwijder het spoelhuis door dit op te tillen.
Reinig met het borsteltje.
Plaats het spoelhuis en de spoelhuishouder
weer terug.
Plaats de steekplaat bij verzonken trans-
porteur ca. 5 mm voor de achterrand en
duw hem terug. Schuif het spoelhuisdeksel
weer op zijn plaats. Breng de transporteur
omhoog.
!
Onderhoud van de Platinum
• Probeer tijdens het naaien niet aan de stof
te trekken.
• Plaats een andere maat en soort naald
zoals aanbevolen in het Informatievenster
• Plaats de naald op de juiste manier zoals
op pagina 12 wordt uitgelegd.
• Rijg de boven- en onderdraad opnieuw in
- gebruik kwaliteitsgaren.
• Plaats een andere maat en soort naald
zoals aanbevolen in het Informatievenster.
• Volg de adviezen voor de draadspanning.
• Volg adviezen voor versteviging.
• Wordt de draad zonder obstakels aange-
voerd/blijft hij nergens steken?
• Gebruik draadnetjes en kwaliteitsgaren.
Raadpleeg voor het gebruik van speciaal
garen zoals metallic enz. uw gebruikers-
handleiding Toebehoren voor advies over
speciale naalden.
• Plaats een andere maat en soort naald als
het Informatievenster dit adviseert.
• Rijg de boven- en onderdraad opnieuw in
- controleer of de draad goed is ingeregen.
• Gebruik verschillende garenpenposities
(verticaal of horizontaal).
• Vervang de steekplaat wanneer de opening
in de steekplaat is beschadigd.
• Wordt het juiste schijfje gebruikt voor de
draad?
• Breng de transporteur omhoog.
• Kies een grotere steeklengte.
• Plaats een andere maat en soort naald
zoals aanbevolen in het Informatievenster.
• Rijg de boven- en onderdraden opnieuw in.
• Gebruik verschillende garenpenposities
(verticaal of horizontaal).
• Gebruik draadnetjes en kwaliteitsgaren.
Wij adviseren bij gewoon naaiwerk voor
de boven- en onderdraad hetzelfde naai-
garen te gebruiken. Voor decoratief naaien
adviseren wij een borduurgaren als boven-
draad en gewoon naaigaren op het spoeltje.
• Controleer de naald, deze kan beschadigd
zijn.
• Plaats een andere maat en soort naald
zoals aanbevolen in het Informatievenster.
• Rijg de boven- en onderdraad opnieuw in.
• Kies een ander soort garen dat beter past
bij de stof en de naaitechniek.
• Gebruik kwaliteitsgaren.
• Kies een kortere steeklengte.
• Gebruik versteviger.
• Controleer de draadspanning.
• Controleer de naald, deze kan beschadigd
zijn.
• Plaats een naald van de aanbevolen maat
en soort.
• Controleer of de naald goed en tot boven-
aan toe in de naaldklem is gestoken.
• Rijg de boven- en onderdraad opnieuw in.
• Gebruik het aanbevolen naaivoetje.
• Zet machine uit en weer aan voor een
reset.
• Raadpleeg uw dealer.
Onderhoud van de Platinum
Gebruik de toetsen voor de steeklengte
om de balans af te stellen. Met (-) worden
de steken in de rechter stekenrij dichter bij
elkaar gebracht (grotere dichtheid). Met (+)
worden de steken verder uit elkaar gehaald
(minder dicht).
Wanneer u op de toets CLR drukt, keert de
machine terug naar de modus steeklengte/
grootte van het knoopsgat. De instelling
blijft behouden totdat uw naaimachine wordt
uitgeschakeld.
Alleen de stekenkolom aan de
rechterzijde wordt gewijzigd. Breng de linker ste-
kenrij met de rechter rij in balans.
Breng de naaimachine terug naar de dealer
als u deze aanwijzingen voor het verhelpen
van problemen heeft opgevolgd en nog
steeds problemen heeft met de machine. Als
er een bepaald probleem is, is het erg handig
om met het gebruikte garen en een restlapje
van de gebruikte stof een proeflapje te
maken. Een proeflapje geeft vaak veel betere
informatie dan woorden.
De garantie op de naaimachine geldt niet
voor defecten of beschadigingen die veroor-
zaakt zijn door het gebruik van niet-originele
toebehoren of onderdelen.
• Spoel garen op een ander spoeltje.
• Plaats het spoeltje opnieuw in de machine,
controleer of de draad op de juiste manier
is ingeregen, pagina 10.
• Als de opening in de steekplaat beschadigd
is, vervang de steekplaat dan.
• Reinig de ruimte rondom het spoeltje.
• Controleer de loop van de draad bij het
spoelen.
• Zet machine uit en weer aan voor een reset.
• Plaats een andere naald, rijg de boven- en
onderdraad opnieuw in.
• Gebruik versteviger.
• Controleer de snelheid.
• Verwijder de steekplaat en borstel textiel-
resten van spoel en transporteur.
• Breng uw naaimachine naar de dealer voor
een onderhoudsbeurt.
• Zet de spoelas omhoog in naaipositie.
• Controleer of de stekkers goed in de
machine zijn gestoken.
• Controleer de stekker in het stopcontact
en de netspanning op het stopcontact.
• Breng de machine naar de dealer voor een
onderhoudsbeurt.
Onevenwichtige knoopsgaten?
Indien nodig kunt u voor speciale stof-
fen de knoopsgatbalans aanpassen. Om de
steekdichtheid van de rechter knoopsgatrij
in balans te brengen drukt u op beide pijlen
tegelijkertijd totdat het balanssymbool zicht-
baar is in het Informatievenster.
Onderhoud van de Platinum
Keuzemenu steken 19
Knoop, aannaaien 47
Knoopsgat
balans 53
dichtheid 46
lineaal 45
met inlegdraad 46
opensnijden 47
sensorvoet 44
stap voor stap 46
Knoopsgat met inlegdraad 46
Knoopsgat opensnijden 47
Knoopsgat-sensorvoet 3, 14, 44
Knoopsgat, stap voor stap 46
Leder 23
Menu
Alfabet submenu 21
Alfabetmodus 21
Steek 20
Naaien
knoop 47
ritssluiting 42
snelheid 18
Naaivoet
druk 14
hendel 14
verwisselen 14
Naaivoeten 13
Naald
Draadinsteker 8
kapot 12
posities 36
stop onder/boven 18
vervangen 12
Naalden 12
NORM 19
Nuttig naaiwerk 33-48
Achteruitnaaitoets 18
Aansluiten van
machine 4
voetpedaal 4
Doos met toebehoren 3
Doos met toebehoren verwijderen 5
Draadspanning 15
Draadspanning corrigeren 15
Extra garenpen 7
FIX 18
FUNC 19
Functies
FUNC 19
NORM 19
PROG 19
REP 19
Functietoetsen 18
Garenpen
Extra garenpen 7
Hoofdgarenpen 6
Garenschijfjes 6
Gebreide stof 22
Geheugen 19, 29
Geweven stof 22
Het spoeltje in de machine plaatsen 10
Hoofdgarenpen 6
Hulpstuk 41
Iconen in het Informatievenster 25, 27
Inhoudsopgave 1
Inrijgen
bovendraad 7
naald 8
spoel 10
tweelingnaald 9
Index
Toebehoren 5
Transporteur verzinken 16
Tweelingnaald
inrijgen 9
Versterkte rechte steek 38
Vervangen
gloeilampje 50
naaivoet 14
naald 12
Verzinken transporteur 16
Verzorging van Platinum 49-51
Vijfentwintig naaldposities 36
Voetpedaal 4, 5
Zaagsteek 35
Zigzag steken 38
Onjuiste draadspanning 15
Opbergen na het naaien 5
Opsporen van fouten 52-53
Outline block alfabet 21
Overzicht 2-3
Pijltoetsen 19
Platinum uitpakken 4
PROG 19, 29
Programmeren 29-32
Tekst en steken 31
Rechte steek 35
REP 19
Rijgen 37
Rimpelen 37
Ritssluiting 42
Schoonmaken 51
onder het spoeltje 51
spoelruimte 51
Spiegelen in de breedte 19, 32
Spiegelen in de lengte 19, 32
Spoel
plaatsen in de machine 10
spoelen 10
Spoelen vanaf de naald 11
Steekbreedte 18
Steekkeuze 20
Alfabet 21
alfabet submenu 21
nuttig en decoratief 20
Steeklengte 18
Steekplaat 51
Steekplaat vervangen 51
Steekplaat verwijderen 51
Steken in uw programma aanpassen 32
Steken of programma’s verwijderen 30
Stekenprogramma wijzigen 32
STOP 18, 30
Stoppen 40
Storingen 52-53
Stretchsteek 35
Index
Wij behouden ons het recht voor de machine-uitrusting en het as sor -
ti ment toebehoren zonder voorafgaande kennisgeving te wij zi gen of
wijzigingen aan te brengen in de prestaties of het ont werp.
Dergelijke wijzigingen zullen echter altijd in het voordeel zijn van
de gebruiker en ten goede komen aan het product.
VSM Group AB • SE-561 84 Huskvarna, Sweden
w ww .h us q va r n a vi k i n g . co m
412 99 26-36A • InHouse • © 2006 VSM Group AB • All rights reserved • Printed in Sweden on environmentally-friendly paper
Product specificaties
Merk: | Husqvarna |
Categorie: | Naaimachine |
Model: | Platinum 715 |
Heb je hulp nodig?
Als je hulp nodig hebt met Husqvarna Platinum 715 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden
Handleiding Naaimachine Husqvarna
24 September 2023
24 September 2023
24 September 2023
17 Juni 2023
8 Juni 2023
7 Juni 2023
3 Juni 2023
2 Juni 2023
1 Juni 2023
31 Mei 2023
Handleiding Naaimachine
- Naaimachine IKEA
- Naaimachine AEG
- Naaimachine Medion
- Naaimachine Siemens
- Naaimachine Aigger
- Naaimachine Alfa
- Naaimachine Ambiano
- Naaimachine Anker-Bernette
- Naaimachine Baby Lock
- Naaimachine Bernina
- Naaimachine Bestron
- Naaimachine Blaupunkt
- Naaimachine Brother
- Naaimachine Durabase
- Naaimachine Durkopp Adler
- Naaimachine Easy Home
- Naaimachine Easymaxx
- Naaimachine Elna
- Naaimachine Emerio
- Naaimachine Empisal
- Naaimachine ER
- Naaimachine Feiyue
- Naaimachine Gritzner
- Naaimachine Hema
- Naaimachine Hofmann
- Naaimachine Home Electric
- Naaimachine Huskystar
- Naaimachine Husqvarna-Viking
- Naaimachine Kayser
- Naaimachine Kenmore
- Naaimachine Kohler
- Naaimachine Lervia
- Naaimachine Lewenstein
- Naaimachine Lifetec
- Naaimachine Livoo
- Naaimachine Mediashop
- Naaimachine Micromaxx
- Naaimachine Mio Star
- Naaimachine Muller
- Naaimachine Necchi
- Naaimachine Novamatic
- Naaimachine Pfaff
- Naaimachine Primera
- Naaimachine Privileg
- Naaimachine Siemssen
- Naaimachine Silver
- Naaimachine Silvercrest
- Naaimachine Singer
- Naaimachine Sinojo
- Naaimachine Solac
- Naaimachine Termozeta
- Naaimachine Tesco
- Naaimachine Toyota
- Naaimachine Tristar
- Naaimachine Vendomatic
- Naaimachine Veritas
- Naaimachine Victoria
- Naaimachine W6
- Naaimachine Weasy
- Naaimachine Yamata
- Naaimachine Zippy
- Naaimachine Janome
- Naaimachine Jata
- Naaimachine Jocca
- Naaimachine Juki
- Naaimachine Crofton
- Naaimachine Guzzanti
- Naaimachine Mellerware
- Naaimachine Sinbo
- Naaimachine Carina
- Naaimachine Kunft
- Naaimachine Prince
- Naaimachine RCE
- Naaimachine Yamato
- Naaimachine Prixton
- Naaimachine Bernette
- Naaimachine Union Special
- Naaimachine Meister Craft
- Naaimachine Łucznik
- Naaimachine LERAN
- Naaimachine SteamMax
Nieuwste handleidingen voor Naaimachine
23 December 2024
23 December 2024
23 December 2024
23 December 2024
23 December 2024
23 December 2024
21 December 2024
20 December 2024
20 December 2024
20 December 2024