Casio 4348 Handleiding

Casio Horloge 4348

Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Casio 4348 (6 pagina's) in de categorie Horloge. Deze handleiding was nuttig voor 58 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/6
Gebruiksaanwijzing 4335 / 4348
1
Vertrouwd raken
Gefeliciteerd met de aankoop van dit CASIO horloge. Lees deze gebruiksaanwijzing
nauwkeurig om optimaal gebruik te kunnen maken van uw aankoop.
Waarschuwing!
=
De in dit horloge ingebouwde meetfuncties zijn niet bedoeld om professionele
metingen te verrichten. De door het horloge afgegeven waarden dienen
uitsluitend als een redelijke schatting.
=
De gegevens over de geografische lengte, maanstatus, maanfase-indicator en
getijgrafiek die op het display van dit horloge verschijnen, zijn niet voor
navigatiedoeleinden bedoeld. Gebruik altijd correcte instrumenten en bronnen
om gegevens voor navigatiedoeleinden te verkrijgen.
=
Dit horloge is geen instrument om laag en hoog getijgegevens te berekenen.
De getijgrafiek van dit horloge is uitsluitend bedoeld om een redelijke schatting
van de getijbewegingen te verschaffen.
=
CASIO COMPUTER CO., LTD stelt zich niet verantwoordelijk voor schade of
claims van derden die kunnen optreden door gebruik van dit horloge.
Algemene gebruiksaanwijzing
=
Druk op
om van functie te veranderen.
=
Druk in een willekeurige functie op om het display te verlichten.
Tijdfunctie
Gebruik de tijdfunctie om de huidige tijd en datum in te stellen en te bekijken. Het
horloge is uitgevoerd met een digitale en analoge tijdweergave. De bedieningen voor
het instellen van de digitale en analoge tijd zijn afwijkend.
=
Druk in de tijdfunctie op om tussen het thermometer- en temperatuurontwikkel-
lingsscherm te wisselen.
=
De getijgrafiek toont de beweging van het tij voor de huidige datum
overeenkomstig de huidige tijd van de tijdfunctie.
=
De maanfase-indicator toont de huidige maanfase overeenkomstig de huidige
datum van de tijdfunctie.
=
Zie “Thermometer” voor gedetailleerde informatie over de thermometer- en
temperatuurontwikkellingsgrafiek.
Belangrijk!
=
Stel de huidige tijd en datum en uw woonplaatsgegevens (gegevens voor de plaats
waar u het horloge gebruikt) correct in voordat u het horloge in gebruik neemt.
Zie "Woonplaatsgegevens” voor meer informatie.
De digitale tijd en datum instellen
Het horloge is voorgeprogrammeerd met UTC-verschilwaarden die elke tijdzone over
de gehele wereld representeren. Controleer voordat u de digitale tijd instelt eerst de
instelling van het UTC-verschil voor uw woonplaats (de plaats waar u het horloge
normaal gesproken gebruikt).
=
Let erop dat in de wereldtijdfunctie de tijden getoond worden op basis van de in de
tijdfunctie gemaakte tijd- en datuminstellingen.
Het instellen van de digitale tijd en datum
1. Houd in de tijdfunctie
ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm is geselecteerd.
=
Let erop u het correcte UTC-verschil voor uw
woonplaats instelt voordat u andere tijdfunctie-
instellingen maakt.
=
Zie de “UTC-verschil/stadscodetabel” voor
informatie over de mogelijke instellingen van het
UTC-verschil.
2. Druk op
om het knipperen op de volgende wijze
te verplaatsen om andere instellingen te selecteren.
3. Gebruik wanneer de instelling die u wilt wijzigen knippert en om deze als
hieronder beschreven te wijzigen.
=
Het UTC-verschil instelbereik is -12,0 tot en met +14,0 in stappen van 0,5 uur.
=
Zie hieronder voor informatie over andere instellingen dan die voor de tijd en datum.
Kalibratie temperatuursensor: "Thermometer"
Temperatuureenheid: "Thermometer"
4. Druk twee keer op om het instelscherm te verlaten.
=
De in de tijdfunctie geselecteerde 12-uur/24-uur weergave wordt in alle functies
toegepast.
=
De dag van de week wordt automatisch overeenkomstig de ingestelde datum
(jaar, maand en dag) getoond.
=
Als DST is ingeschakeld, is het instelbereik van het UTC-verschil -11,0 tot en
met 15,0 in stappen van 0,5 uur.
=
Iedere keer wanneer de seconde-instelling gewijzigd wordt, passen de analoge
wijzers zich overeenkomstig aan.
=
Zie “Zomertijd (DST)” voor gedetailleerde informatie over de zomertijdinstelling.
Zomertijd (DST)
Zomertijd (DST) zet de digitale tijd een uur vooruit ten opzichte van de standaardtijd.
Onthoud dat niet alle landen of zelfs locale gebieden gebruik maken van zomertijd.
Bij de digitale tijdfunctietijd tussen zomertijd (DST) en standaardtijd wisselen
1. Houd in de tijdfunctie
ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk een keer op om het DST-instelscherm te tonen.
3. Druk op
om tussen zomertijd (ON getoond) en
standaardtijd (OFF getoond) te wisselen.
4. Druk twee keer op om het instelscherm te verlaten.
=
De DST indicator verschijnt in de tijd-, getij/
maangegevens-, alarm- en wijzersinstelfunctie om te
aan te geven dat zomertijd is ingeschakeld. Bij de
getij/maangegevensfunctie verschijnt de DST
indicator uitsluitend op het getijgegevensscherm.
Temperatuurgegevens-
oproepfunctie
Stopwatchfunctie
Wereldtijdfunctie
Getij-/maangegevensfunctie
Timerfunctie
Alarmfunctie
Druk op .
Wijzer-instelfunctie
Tijdfunctie
Over deze gebruiksaanwijzing
=
Afhankelijk van uw horlogemodel verschijnt de tekst
op het display als zwarte karakters op een lichte
achtergrond (module 4335) of lichte karakters op een
donkere achtergrond (module 4348). Bij alle
voorbeelden in deze gebruiksaanwijzing worden
donkere karakters op een lichte achtergrond gebruikt.
=
Knopbedieningen worden aangegeven met
gebruikmaking van de letters zoals in de illustratie
getoond.
=
Elke sectie van deze gebruiksaanwijzing verschaft u
de informatie die u nodig heeft om de bedieningen in
elke functie uit te voeren. Meer gedetailleerde en
technische informatie vindt u in de “Referentie”-sectie.
Module 4335
Module 4348
(Licht)
Temperatuurontwikkelingsscherm
Temperatuur-
ontwikkelings-
grafiek
PM-indicator Uren : Minuten Seconds
Weekdag
Maanfase-
indicator
Druk op .
Thermometerscherm
Thermometer
Getij
Uren
UTC-
verschil Minuten
Jaar
DST
Dag Maand
Seconden
Temperatuur-
eenheid
12/24-uur
weergave
Temperatuursensor-
kalibratie
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Seconden
Scherm: Om dit te doen:
Stel de seconden op 00 in
Wissel tussen zomertijd (ON)
en standaardtijd (OF)
Stel het UTC-verschil in
Verander de uren of minuten
Wissel tussen 12-uur ( )
en 24-uur ( ) weergave
Doe dit:
Druk op
Druk op
Gebruik (+) en (-)
Gebruik (+) en (-)
Druk op
Gebruik (+) en (-)
Verander het jaar
Verander de maand of dag
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
DST-indicator
Aan/uit-status
Gebruiksaanwijzing 4335 / 4348
2
Woonplaatsgegevens
In de maanfase-, getijgrafiek- en getij/maangegevensfunctie worden gegevens niet
juist getoond tenzij de woonplaatsgegevens (UTC-verschil, geografische breedte en
maaninterval) juist zijn ingesteld.
=
Het UTC-verschil is het tijdverschil tussen de tijdzone waarin de plaats zich bevindt
en de tijd in Greenwich (Engeland).
=
UTC is de afkorting voor Universal Time Coordinated, de internationale weten-
schappelijke tijdstandaard gebaseerd op nauwkeurig onderhouden atoomklokken
die de tijd tot op de microseconde nauwkeurig bijhouden. Schrikkelseconden
worden zonodig toegevoegd of afgetrokken om de UTC-tijd gesynchroniseerd met
de rotatie van de aarde te houden.
=
Het maaninterval is de verstreken tijd tussen de verplaatsing van de maan over een
meridiaan en het volgende hoge getij op die meridiaan. Zie “Maaninterval” voor
meer informatie.
=
Dit horloge toont de maanintervallen in uren en minuten.
=
De “Woonplaats/maaninterval gegevenslijst” verschaft informatie over het
UTC-verschil en de geografische lengte over de gehele wereld.
=
De volgende fabrieksinstellingen voor de woonplaatsgegevens (Tokyo, Japan) zijn
van toepassing als u het horloge net heeft aangeschaft of de batterijen heeft laten
vervangen. Verander deze instellingen zodanig dat ze overeenkomen met het
gebied waar u het horloge normaliter gebruikt.
UTC-verschil (+9.0); Geografische lengte (oost 140 graden); Maaninterval
(5 uur en 20 minuten)
Woonplaatsgegevens instellen
1. Houd in de tijdfunctie
ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk op
om het UTC-verschil instelscherm te
selecteren en controleer of de instelling correct is.
=
Gebruik als het UTC-verschil niet juist is
(+) en (-) om deze te veranderen.
3. Druk op
om het instelscherm van de geografische
lengte te selecteren.
4. Druk op
om het knipperen in de hieronder volgorde
te verplaatsen om andere instellingen te selecteren.
5. Gebruik als de instelling die u wilt wijzigen knippert en om deze zoals
hieronder beschreven te wijzigen.
6. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
De analoge tijd instellen
Voer de hieronder beschreven bediening uit als de door de analoge wijzers aangege-
ven tijd niet overeenkomt met de digitale tijd.
De analoge tijd aanpassen
1. Druk in de tijdfunctie zeven keer op om de
wijzers-instelfunctie te selecteren.
2. Houd
ingedrukt totdat de huidige digitale tijd
begint te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
3. Gebruik
om de instelling van de analoge tijd te veranderen.
=
Druk op
om de wijzers 20 seconden vooruit te verplaatsen.
=
Houd
ingedrukt om de analoge tijd versneld vooruit te verplaatsen.
=
Houd
ingedrukt en druk vervolgens op om de versnelde verplaatsing te
vergrendelen. De wijzers blijven zich dan versneld verplaatsen gedurende een
volledige 12-uur cyclus of totdat u op een willekeurige knop drukt. De
verplaatsing stopt automatisch nadat de tijd 12 uur vooruit verplaatst is of een
alarm (dagelijks alarm, uursignaal of timersignaal) klinkt.
4. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
=
Als u de instelfunctie verlaat zal de minutenwijzer zich aan de seconden aanpassen.
=
Druk op
om terug te keren naar de tijdfunctie.
Getij-/maangegevens
In de getij-/maangegevensfunctie kunt u de maanstatus
en maanfase voor een specifieke datum, evenals
getijbewegingen voor een specifieke datum en tijd voor
uw woonplaats kunt bekijken.
=
Als u de getij-/maangegevensfunctie selecteert,
verschijnen eerst de gegevens voor 6 uur ’s ochtends
op de huidige datum.
=
Als u om bepaalde redenen veronderstelt dat de getij-/maangegevens niet juist zijn,
controleer dan de tijdfunctiegegevens (tijd, datum en woonplaats) en maak de
benodigde aanpassingen.
=
Zie “Maanfase-indicator” voor informatie over de maanfase-indicator en
“Getijgrafiek” voor informatie over de getijgrafiek.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de getij-/maangegevens-
functie die u selecteert door op te drukken.
Getij-/maangegevensschermen
Druk in de getij-/maangegevensfunctie op om tussen het getij- en maangegevens-
scherm te wisselen.
=
Als u de getij-/maangegevensfunctie selecteert, verschijnen eerst de
maangegevens (maanstatus en maanfase) voor de huidige datum in de tijdfunctie.
Maangegevens voor een specifieke datum bekijken
1. Druk in de getij-/maangegevensfunctie op om het maangegevensscherm te
selecteren.
2. Gebruik
(+) en (-) om de datum te selecteren waarvoor u de maangegevens
wilt bekijken.
=
U kunt een datum instellen in het bereik van 2000 tot en met 2099.
=
U kunt ook een datum specificeren voor getij- of maangegevens. Zie “Een datum
specificeren voor gedetailleerde informatie”.
Getijgegevens voor een specifieke datum bekijken
1. Druk in de getij-/maangegevensfunctie op om het getijgegevensscherm te
selecteren.
=
Allereerst wordt de getijgrafiek voor 6 uur ’s ochtends getoond.
2. Gebruik
(+) en (-) om de tijd te selecteren waarvoor u de maangegevens wilt
bekijken.
Een datum specificeren
1. Houd in de getij-/maangegevensfunctie
ingedrukt
totdat de jaarinstelling begint te knipperen, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk op
om het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
3. Gebruik terwijl een instelling knippert (+) en (-) om deze te wijzigen.
=
U kunt een datum instellen tussen 1 januari 2000 en 31 december 2099.
4. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
5. Gebruik
om het getij- of maangegevensscherm te laten verschijnen.
Thermometer
Het horloge maakt gebruik van een temperatuursensor om de temperatuur te meten.
Tijdens elke even minuut wordt een meting verricht en de laatst gemeten temperatuur
op het thermometerscherm getoond.
=
U kunt in de thermometerfunctie Celsius (ºC) of Fahrenheid (ºF) als eenheid
instellen. Zie “De temperatuureenheid specificeren) voor meer informatie.
=
Het bereik van de getoonde temperatuur is -10,0ºC tot en met 60,0ºC (of 14,0ºF tot
en met 140,0ºF).
=
U kunt de temperatuursensor kalibreren als u vermoedt dat de getoonde
temperatuur niet correct is. Zie “Temperatuursensor kalibreren” voor meer informatie.
Belangrijk
=
Temperatuurmetingen worden beïnvloed door uw lichaamstemperatuur (als u het
horloge om uw pols draagt), direct invallend zonlicht en vocht. Verwijder voor een
zo nauwkeurig mogelijke meting het horloge van uw pols en plaats het in een goed
geventileerde ruimte buiten bereik van direct invallend zonlicht en veeg al het vocht
van de horlogekast. Het duurt ongeveer 20 tot 30 minuten voordat de horlogekast
de omgevingstemperatuur heeft bereikt.
Temperatuurontwikkelingsgrafiek
Het horloge meet ook elk heel en half uur de temperatuur en slaat de resultaten in het
geheugen op om deze vervolgens voor de temperatuurontwikkelingsgrafiek te
gebruiken. Afhankelijk van de tijd in de tijdfunctie toont de temperatuurontwikkelingsgra-
fiek de gedurende de laatste 17 uur elk heel of half uur gemeten temperatuurverandering.
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Geografische
lengtewaarde
Geografische
lengte (oost/west)
Maan status
uren
Maan status
minuten
Geografische
lengte (oost/west)
Geografische
lengtewaarde
Instelling
Geografische
lengtewaarde
Geografische
lengte (oost/west)
Maan status
uren, minuten
Knopbediening
Gebruik
(+) en
(-) om de instelling te wijzigen.
=
U kunt een waarde in het bereik van 0
°
tot en
met 180
°
in stappen van 1 graad instellen.
Gebruik om tussen oostelijke (E) en
westelijke geografische lengte (W) te wisselen.
Gebruik (+) en (-) om de instelling te
wijzigen.
Scherm
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Maand - Dag
Tijd
Getijgrafiek
Maanfase-indicator
Druk op .
Maangegevensscherm
Maanstatus
Maanfase-indicator
Getijgegevensscherm
Getijgrafiek
Tijd
Maand - Dag
Maand DagJaar
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Jaar Maand - Dag
Druk op .
Thermometerscherm
T
hermometer
Temperatuurontwikkelingsscherm
Temperatuur-
ontwikkelings-
grafiek
Gebruiksaanwijzing 4335 / 4348
3
Als de minutentelling 0 tot en met 29 is, worden in de grafiek de laatste elk heel uur
gemeten temperatuurveranderingen getoond. Als de minutentelling 30 tot en met 59
is, worden de laatste elk half uur gemeten temperatuurveranderingen getoond. De
temperatuurontwikkelingsgrafiek wordt elke 30 minuten vernieuwd.
De horizontale grafiekas representeert de tijd. De rechterkolom geeft de laatst in het
geheugen opgeslagen temperatuurverandering aan en de linkerkolom de circa 17 uur
geleden gemeten temperatuurverandering (1 kolom = 1 uur). De verticale as
representeert het temperatuurverschil tussen 2 metingen.
=
Als het verschil meer dan + 10,0ºC (+ 18,0ºF) is, knippert het bovenste blokje in de
specifieke kolom.
=
Als het verschil meer dan - 10,0ºC (- 18,0ºF) is, worden geen blokjes in de
specifieke kolom getoond.
=
Als om bepaalde redenen een meetfout plaatsvindt, wordt slecht een enkel blokje
middenin de kolom getoond.
Temperatuurgegevens oproepen
De elk heel en half uur door het horloge verrichte metingen worden automatisch in het
geheugen opgeslagen. Het geheugen bevat maximaal 50 gegevens. U kunt de
temperatuurgegevens-oproepfunctie gebruiken om gegevens te bekijken.
=
Temperatuurgegevens worden automatisch genummerd, beginnend bij 01.
=
Als er 50 gegevens in het geheugen zijn opgeslagen, worden de oudste gegevens
(gegevensnummer 50) automatisch verwijderd als nieuwe temperatuurgegevens
worden opgeslagen. Aan de laatste gegevens wordt nummer 1 toegekend en de
overige nummers worden met 1 verhoogd (en worden derhalve 2 tot en met 50).
Het oproepen van temperatuurgegevens
1. Druk in de tijdfunctie twee keer op om de
temperatuurgegevens-oproepfunctie te selecteren.
=
De laatste in het geheugen opgeslagen gegevens
worden getoond.
2. Gebruik
(+) en (-) om door de gegevens te
bladeren.
=
Als u op drukt terwijl de oudste gegevens getoond
worden, gaat u naar de laatst opgeslagen gegevens.
=
Het gegevensnummer wordt met 1 opgehoogd als
een temperatuurmeting wordt uitgevoerd terwijl
gegevens getoond worden.
=
Als tijdens een temperatuurmeting een fout
plaatsvindt, wordt --.-“ getoond.
Stopwatch
De stopwatch maakt het mogelijk verstreken tijd,
tussentijden en twee finishtijden te meten.
=
Het bereik van de stopwatch is 99 uur, 59 minuten en
59,99 seconden.
=
De stopwatch loopt door, opnieuw startend vanaf 0,
nadat deze zijn limiet heeft bereikt, tenzij u de
stopwatch stopt.
=
De stopwatchmeting loopt door, zelfs als u de
stopwatchfunctie verlaat.
=
Als u de stopwatchfunctie verlaat terwijl een
tussentijd op het display bevroren is, wordt de
tussentijd gewist en gaat u terug naar de
vertreken-tijdmeting.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de stopwatchfunctie, die u selecteert door op te
drukken.
Timer
De timer kan worden ingesteld in een bereik van 1
minuut tot en met 100 uur. Een alarm klinkt als de timer
0 bereikt.
=
U kunt ook automatische herhaling selecteren
waarna de timer automatisch opnieuw vanaf de
ingestelde waarde begint als 0 bereikt wordt.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de timerfunctie, die u selecteert door op te drukken.
De timer gebruiken
Druk in de timerfunctie op om de aftelling te starten.
=
Als het einde van de aftelling bereikt is en automatisch herhalen is ingeschakeld,
klinkt het alarm gedurende 10 seconden of totdat u dit stopt door op een
willekeurige knop te drukken. De aftelling wordt automatisch opnieuw op de
startwaarde ingesteld als het alarm stopt.
=
Als automatisch herhalen is ingeschakeld, herstart de aftelling automatisch zonder
onderbreking als 0 bereikt wordt. Het alarm klinkt om aan te geven dat de aftelling
0 bereikt heeft.
=
De aftelling loopt door, zelfs als u de timerfunctie verlaat.
=
Om een aftelling volledig te stoppen, pauzeer deze dan eerst (door op te
drukken) en druk vervolgens op . Hierdoor gaat de afteltijd automatisch terug
naar de startwaarde.
De timer-starttijd en automatisch herhalen instellen
1. Houd als de starttijd in de timerfunctie op het display
getoond wordt
ingedrukt totdat de uurinstelling
van de starttijd begint te knipperen, wat aangeeft dat
het instelscherm geselecteerd is.
=
Gebruik als de starttijd niet getoond wordt de
bediening bij “De timer gebruiken” om deze te
laten verschijnen.
2. Druk op
om de het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
3. Voer afhankelijk van de huidig geselecteerde instelling op het display de volgende
bediening uit.
=
Gebruik terwijl de starttijd-instelling knippert, (+) en (-) om deze te
veranderen.
=
Stel 0:00 in om een starttijd van 100 uur te selecteren.
=
Druk terwijl de automatisch herhalen aan/uit-instelling (ON of OF) knippert op
om tussen automatisch herhalen aan (ON) en uit (OF) te wisselen.
4. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
=
De automatisch-herhalen-aan-indicator ( ) wordt op het aftelscherm getoon als
deze functie is ingeschakeld.
=
Veelvuldig gebruik van automatische herhaling en het alarm verkort de levensduur
van de batterij.
Alarm
Als het alarm is ingeschakeld, klinkt een signaal als de
alarmtijd bereikt is. U kunt ook een uursignaal
inschakelen waarna het horloge elk heel uur twee keer
een signaal geeft.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de alarmfunctie, die u selecteert door op te drukken.
De alarmtijd instellen
1. Houd in de alarmfunctie
ingedrukt totdat de
uurinstelling van de alarmtijd begint te knipperen, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
=
Door deze bediening wordt het alarm automatisch
ingeschakeld.
2. Druk op
om het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
3. Gebruik terwijl een instelling knippert (+) en (-) om deze te wijzigen.
=
Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van 12-uur weergave, let er dan op
dat u de tijd correct als ochtendtijd (A indicator) of middag/avondtijd
(P indicator) instelt.
4. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
Alarmbediening
Het alarm klinkt op de ingestelde tijd gedurende ongeveer 10 seconden, ongeacht in
welke functie het horloge is.
=
Door op een willekeurige knop te drukken stopt het alarm.
Het alarm testen
Houd in de alarmfunctie ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Meetwaarden
laatste 17 uur Laatste meetwaarde
+6.0 t/m +9.9°C (+10.8 t/m +17.9°F)
+2.0 t/m +5.9°C (+3.6 t/m +10.7°F)
-1.9 t/m +1.9°C (-3.5 t/m +3.5°F)
-5.9 t/m -2.0°C (-10.7 t/m -3.6°F)
-9.9 t/m -6.0°C (-17.9 t/m -10.8°F)
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Temperatuurverandering groter
dan +10.0
°C (+18.0°F)
Temperatuurverandering groter
dan -10.0
°C (-18.0°F)
Fout
Temperatuur Gegevensset-
nummer
Gegevensopslagtijd
1/100 Seconde
Minuten
Seconden
Uren
Verstreken tijd
Start Stop Herstart Stop Wissen
Start
Tussentijd
( getoond)
Loslaten tussentijd
Stop Wissen
Tussentijd
Twee finishtijden
Start Tussentijd Stop
Loslaten tussentijd
Wissen
Tweede renner
finisht.
Tijd tweede
renner op display.
Eerste renner
finisht.
Tijd eerste
renner op display.
Seconden
Uren Minuten
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Automatisch-herhalen-
aan-indicator
Aan/uit-status
Uursignaal-
aan-indicator
Alarm-aan-indicator
Alarmtijd
(Uren : Minuten)
AM-indicator
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Starttijd
(uren)
Starttijd
(minuten)
Automatisch
herhalen aan/uit


Product specificaties

Merk: Casio
Categorie: Horloge
Model: 4348

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Casio 4348 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Horloge Casio

Handleiding Horloge

Nieuwste handleidingen voor Horloge