Casio 2747 Handleiding

Casio Horloge 2747

Lees hieronder de đź“– handleiding in het Nederlandse voor Casio 2747 (4 pagina's) in de categorie Horloge. Deze handleiding was nuttig voor 108 personen en werd door 1 gebruikers gemiddeld met 5.0 sterren beoordeeld

Pagina 1/4
Module nr. 2747 2747-1
OVER DEZE GEBRUIKSAANWIJZING
ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING
• Druk op C om van functie te veranderen. Nadat u in een willekeurige
functie een bediening uitvoert (behalve B), keert u naar de tijdfunctie
terug door op C te drukken.
• In een willekeurige functie, druk op B om het display te verlichten.
TIJDFUNCTIE
Dit horloge beschikt over een afzonderlijke digitale en analoge tijdfunctie.
De bedieningen voor het instellen van de digitale en analoge tijd zijn
verschillend.
• In de tijdfunctie, druk op A om bij de displayweergave tussen het
datumscherm en het tijdscherm te wisselen.
Digitale tijd en datum
Gebruik de tijdfunctie om de digitale tijd en datum te bekijken en in te
stellen. Als u de digitale tijd instelt, kunt u ook instellingen maken voor
zomertijd (DST).
De digitale tijd en datum instellen
2. Druk twee keer op C om het knipperen op de hieronder getoonde wijze te
verplaatsen om andere instellingen te selecteren.
3. Als de gewenste instelling die u wilt wijzigen knippert, gebruik dan B en
D om deze als hieronder beschreven te veranderen.
4. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
• Door alleen de seconden op 00 in te stellen (zonder de uur-, minuten- of
zomertijdinstelling te wijzigen) wordt de analoge minutenwijzer automa-
tisch aangepast. Als u de instelling van het uur, de minuten of de zomer-
tijd wijzigt, dient u ook de bediening bij “De analoge tijd aanpassen” te
gebruiken om de analoge wijzers overeenkomstig aan te passen.
• Zie “Digitale zomertijd (DST) instelling” voor gedetailleerde informatie
over de instelling van de zomertijd.
• Als u de seconden opnieuw op 00 instelt terwijl de huidige seconde-
telling in het bereik van 30 tot en met 59 is, wordt de minutentelling met
1 verhoogd. In het bereik van 00 tot en met 29 worden de seconden
opnieuw op 00 ingesteld en blijft de minutentelling ongewijzigd.
• De weekdag wordt automatisch in overeenstemming met de instelling
van de datum (jaar, maand en dag) getoond.
• Het jaar kan worden ingesteld in het bereik van 2000 tot en met 2099.
• De in het horloge ingebouwde automatische kalender houdt rekening met
de variërende lengte van maanden en schrikkeljaren. Nadat u de datum
heeft ingesteld, dient er geen reden meer te zijn deze te wijzigen, behalve
nadat u de batterij van het horloge heeft laten vervangen.
Tussen 12-uur en 24-uur weergave kiezen
In de tijdfunctie, druk op D om tussen 12-uur weergave (aangegeven door
A of P op het display) of 24-uur weergave te kiezen.
• Bij de 12-uur weergave verschijnt de P (PM) indicator bij tijden in het
bereik 12 uur ’s middags tot middernacht en verschijnt de A (AM)
indicator bij tijden in het bereik van middernacht tot 12 uur ’s middags.
• Bij de 24-uur weergave wordt bij alle tijden geen indicator getoond.
• De 12-uur/24-uur weergave die u in de tijdfunctie selecteert, wordt in
alle functies toegepast.
Digitale zomertijd (DST) instelling
Zomertijd zet de tijd een uur vooruit ten opzichte van de standaardtijd.
Onthoud dat niet alle landen of zelfs locale gebieden gebruik maken van
zomertijd.
Bij de digitale tijd tussen zomertijd en standaardtijd wisselen
2. Druk een keer op C om het zomertijd instelscherm te tonen.
3. Druk op D om tussen zomertijd (ON getoond) en standaardtijd (OFF
getoond) te kiezen.
4. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
• De DST indicator verschijnt in de tijdfunctie, alarmfunctie en wijzers
instelfunctie om aan te geven dat zomertijd is ingeschakeld.
Instelling van de analoge tijd
Voer onderstaande bediening uit als de door de analoge wijzers aangegeven
tijd niet overeenkomt met de digitale tijd.
De analoge tijd instellen
3. Druk op D om de analoge tijd 20 seconden vooruit te zetten.
• Als u D ingedrukt houdt, wijzigt de analoge tijdinstelling versneld
vooruit.
• Knopbedieningen worden aangegeven door
gebruikmaking van de letters zoals in de
illustratie getoond.
• Elke sectie van deze gebruiksaanwijzing
verschaft u de informatie die u nodig heeft om
de bedieningen in elke functie uit te voeren.
Meer gedetailleerde en technische informatie
vindt u in de “Referentie”-sectie.
1. In de tijdfunctie, houd A ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
1. In de tijdfunctie, houd A ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
1. In de tijdfunctie, druk zes keer op C om de
wijzers instelfunctie te selecteren.
2. Houd A ingedrukt totdat de huidige digitale
tijd begint te knipperen, wat aangeeft dat het
analoge instelscherm geselecteerd is.
2747-2
• Als u de analoge tijdinstelling een groot stuk vooruit wilt zetten, houd
dan D en B tegelijkertijd. Hierdoor wordt de versnelde verplaatsing
vergrendeld, zodat u beide knoppen los kunt laten. De versnelde
verplaatsing gaat door totdat u een willekeurige knop indrukt. De
verplaatsing van de wijzers stopt ook automatisch als tijd 12 uur
vooruit is gezet of een alarm (dagelijks alarm, uursignaal of
timersignaal) klinkt.
4. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
• Om terug te keren naar de tijdfunctie, druk op C.
TELEMEMO
• Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de
telememofunctie die u selecteert door op C te drukken.
Een nieuwe telememo gegevenset aanmaken
• Als het nieuwe gegevens scherm niet verschijnt, betekent dit dat het
geheugen vol is. Om een nieuwe gegevensset op te slaan dient u eerst
een in het geheugen opgeslagen gegevensset te verwijderen.
3. Gebruik D en B om het karakter op de positie van de cursor in het
naamgedeelte te veranderen. Het karakter verandert op de volgende
wijze.
• U kunt spaties, letters, symbolen en nummers invoeren voor de naam.
Voor gedetailleerde informatie, zie de “Karakterlijst”.
4. Als het gewenste karakter zich op de positie van de cursor bevindt, druk
op C om de cursor naar rechts te verplaatsen.
5. Herhaal stap 3 en 4 totdat de naam compleet is.
• U kunt tot en met acht karakters voor de naam invoeren.
• Het naamgedeelte wordt gekenmerkt door een lange cursor en het
nummergedeelte door een korte cursor.
• Het naamgedeelte bevat acht posities en u dient dus net zolang op C te
drukken totdat de cursor voorbij de achtste positie verplaatst wordt om
naar het nummergedeelte te gaan.
• Het nummergedeelte bevat 16 posities. Door net zolang op C te
drukken totdat de cursor voorbij de 16e positie verplaatst wordt, gaat u
terug naar het eerste karakter van het naamgedeelte.
7. Gebruik D en B om het karakter op de positie van de cursor in het
nummergedeelte te veranderen. Het karakter verandert op de volgende
wijze.
8. Als het gewenste karakter zich op de positie van de cursor bevindt, druk
op C om de cursor naar rechts te verplaatsen.
9. Herhaal stap 7 en 8 totdat de invoer van het nummer is afgerond.
• U kunt tot en met 16 cijfers voor het nummer invoeren.
10.Druk op A om uw gegevens op te slaan en terug te keren naar het
telememo gegevensscherm (zonder de cursor).
• Nadat u op A heeft gedrukt om de gegevens op te slaan, knippert de
naam gedurende ongeveer een seconde om aan te geven dat de
gegevenssets gesorteerd worden.
• Let erop dat bij een gegevensset in het naamgedeelte iets ingevoerd dient
te worden omdat deze anders niet opgeslagen kan worden.
Telememo gegevens oproepen
In de telememofunctie, druk op D (+) om door de telememo gegevenssets
op het display te bladeren.
• Er verschijnen uitsluitend naamgegevens als u door de telememo
gegevenssets bladert.
• Druk op A om bij het scherm tussen het naam- en nummergedeelte te
wisselen.
• De naam en het nummer bladeren van rechts naar links op het display.
Een scheidingsteken (â—„) wordt tussen het laatste en het eerste karakter
van de gegevens gevoegd.
• Als u op D drukt terwijl de laatste telememo gegevensset op het display
wordt getoond, verschijnt het nieuwe gegevensscherm.
Een telememo gegevensset wijzigen
1. In de telememofunctie, gebruik D om door de gegevenssets te bladeren
en de gegevensset die u wilt wijzigen te tonen.
2. Houd A ingedrukt totdat de knipperende cursor op het display verschijnt.
3. Gebruik C om het knipperen naar het karakter dat u wilt wijzigen te
verplaatsen.
4. Gebruik B en D om het karakter te wijzigen.
• Voor gedetailleerde informatie over het invoeren van karakters, zie
“Een nieuwe telememo gegevensset aanmaken” (stap 3 voor
naaminvoer en 7 voor nummerinvoer).
5. Nadat u de gewenste wijzigingen heeft gemaakt, druk op A om deze op
te slaan en terug te keren naar het telememo gegevensscherm.
Een telememo gegevensset verwijderen
1. In de telememofunctie, gebruik D om door de gegevenssets te bladeren
en de gegevensset die u wilt verwijderen te tonen.
2. Houd A ingedrukt totdat de knipperende cursor op het display verschijnt.
3. Druk tegelijkertijd op B en D om de gegevensset te verwijderen.
• De boodschap CLR verschijnt om aan te geven dat de gegevensset
verwijderd is. Nadat de gegevensset verwijderd is, verschijnt de cursor
op het display, klaar voor de invoer van gegevens.
4. Voer gegevens in of druk op A om terug te keren naar het telememo
gegevensscherm.
WERELDTIJD
Wereldtijd
De tijdinstellingen van de tijdfunctie en de wereldtijdfunctie zijn niet
gesynchroniseerd en u dient voor beide functies dus afzonderlijke
instellingen te maken. Bij dit horloge zijn een aantal stadscodes
voorgeprogrammeerd, waarbij elke stadscode de tijdzone representeert
waarin deze stad zich bevindt.
• Als u in de wereldtijdfunctie de tijdinstelling voor een willekeurige stad
wijzigt, veranderen de instellingen van alle andere steden
overeenkomstig.
• Als uw locatie niet bij de voorgeprogrammeerde stadscodes vermeld
wordt, selecteer dan de voorgeprogrammeerde stadscode die zich in
dezelfde tijdzone als uw locatie bevindt.
• Voor gedetailleerde informatie over stadscodes, zie “Stadscodetabel”.
De wereldtijd toont de huidige tijd in 30 steden
(29 tijdzones) over de gehele wereld.
• Alle bedieningen in deze sectie worden
uitgevoerd in de wereldtijdfunctie, die u
selecteert door op C te drukken.
Telememo maakt het mogelijk dat u tot en met 30
gegevenssets, elk bevattende naam- en telefoon-
nummergegevens, op kunt slaan. Gegevens worden
automatisch gesorteerd op naam. U kunt gegevens
oproepen door er op het display door te bladeren.
• Een telememo gegevensset bevat een naam- en
nummergegevens.
• Zie “Karakterlijst” voor gedetailleerde informatie
over hoe gegevens door het horloge worden
gesorteerd.
1. In de telememofunctie, druk tegelijkertijd op B en
D om het nieuwe gegevens scherm te tonen.
• Bij het nieuwe gegevens scherm wordt ---
getoond om aan te geven dat het naamgedeelte
geen tekst bevat.
2. Houd A ingedrukt totdat de knipperende cursor (-)
in het naamgedeelte van het display verschijnt, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
6. Nadat u de naam heeft ingevoerd, druk op C zoveel
als nodig om de cursor naar het nummergedeelte te
verplaatsen.
2747-3
De wereldtijd instellen
2. Houd A ingedrukt totdat de DST aan/uit-instelling van de wereldtijd
begint te knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
3. Druk op C om het knipperen op de hieronder getoonde wijze te
verplaatsen om andere instellingen te selecteren.
4. Terwijl een instelling knippert, gebruik D en B om deze te wijzigen.
• Als u tegelijkertijd op D en B drukt als een wereldtijdinstelling
knippert, wijzigt de getoonde tijd naar de instelling van de huidige tijd
van de tijdfunctie.
• Als de zomertijd aan/uit-instelling geselecteerd is (knippert), druk op
D om tussen zomertijd (ON) en standaardtijd (OFF) te wisselen.
• Als de instelling van het uur of de minuten geselecteerd is, gebruik D
(+) en B (-) om deze te wijzigen.
5. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
De tijd in een andere stadscode bekijken
In de wereldtijdfunctie, druk op D om door de stadscodes te bladeren.
Bij een stadscodetijd tussen standaard- en zomertijd wisselen
2. Houd A ingedrukt totdat de zomertijd aan/uit-instelling van de wereldtijd
begint te knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
3. Druk op D om tussen zomertijd (ON getoond) en standaardtijd (OFF
getoond) te wisselen.
4. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
• De DST indicator verschijnt op het display van de wereldtijdfunctie om
aan te geven dat zomertijd is ingeschakeld.
• Bij bovenstaande bediening wordt bij alle wereldtijd stadscodes tussen
zomertijd en standaardtijd gewisseld. Let erop dat u geen afzonderlijke
instellingen voor een specifieke stadscode kunt maken.
ALARMEN
• Er zijn vier alarmschermen in de alarmfunctie. Twee zijn voor de
eenmalige alarmen (aangegeven door de nummers AL1 en AL2), een is
voor het wekalarm (aangegeven door SNZ) en een voor het uursignaal
(aangegeven door SIG).
• Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de alarmfunctie,
die u selecteert door op C te drukken.
Een alarmtijd instellen
• Om een eenmalig alarm in te stellen, toon een van de schermen
aangegeven door AL1 of AL2. Om het wekalarm in te stellen, toon
het scherm aangegeven door SNZ.
• Het wekalarm herhaalt zich elke vijf minuten.
2. Nadat u een alarm geselecteerd heeft, houd A ingedrukt totdat de
uurcijfers van de alarmtijd beginnen te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
• Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op C om het knipperen tussen de instelling van het uur en de
minuten te verplaatsen.
4. Als een instelling knippert, gebruik D (+) en B (-) om deze te wijzigen.
• Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van de 12-uur weergave,
let er dan op dat u de tijd correct als ochtendtijd (A indicator) of
middag/avondtijd (P indicator) instelt.
5. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
Alarm bediening
Het alarm klinkt op de ingestelde tijd gedurende ongeveer 10 seconden,
ongeacht de functie waarin het horloge zich bevindt. In het geval van een
wekalarm wordt de alarmbediening elke vijf minuten, in totaal zeven keer,
uitgevoerd, totdat u het alarm uitschakelt.
• Alarm- en uursignaalbedieningen worden uitgevoerd in
overeenstemming met de digitale tijd van de tijdfunctie.
• Door op een willekeurige knop te drukken stopt het alarm.
• Door een van de volgende bedieningen uit te voeren gedurende een 5-
minuten interval tussen wekalarmen stopt de huidige
wekalarmbediening.
Het tijdfunctie instelscherm tonen.
Het SNZ instelscherm tonen.
Het alarm testen
In de alarmfunctie, houd D ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Een alarm en het uursignaal in- en uitschakelen
1. In de alarmfunctie, gebruik D om een alarm of het uursignaal te
selecteren.
2. Druk op A om deze in of uit te schakelen.
• De hieronder getoonde indicatoren knipperen op het display als het
dagelijks alarm en het uursignaal ingeschakeld zijn. Elke indicator
verdwijnt als de overeenstemmende functie is uitgeschakeld.
• De alarm/uursignaal aan indicatoren knipperen op het display in alle
functies.
• Een alarm aan indicator knippert als het overeenkomende alarm klinkt.
• De wekalarm aan indicator knippert gedurende de 5 minuten intervallen
tussen de alarmen.
TIMER
De timer starttijd instellen
1. In de timerfunctie, houd A ingedrukt totdat de uurcijfers van de timer
starttijd beginnen te knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm
geselecteerd is.
2. Druk op C om het knipperen tussen de uur- en minuteninstelling te
verplaatsen.
3. Als de gewenste instelling knippert, gebruik D (+) en B (-) om deze te
wijzigen.
• Om een starttijd van 24 uur in te stellen, stel 0:00 in.
4. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
De timer gebruiken
• Als het einde van de aftelling bereikt is, klinkt het alarm gedurende 10
seconden of totdat u deze stopt door op een willekeurige knop te
drukken. De timertijd wordt automatisch opnieuw op de starttijd
ingesteld nadat het alarm stopt.
• Terwijl een aftelling in voortgang is, druk op D om deze te pauzeren.
Druk nogmaals op D om de aftelling te hervatten.
• Om een aftelling volledig te stoppen, pauzeer deze dan eerst (door op D
te drukken) en druk vervolgens op A. Hierdoor keert de timertijd terug
naar de startwaarde.
• De aftelling gaat door, zelfs als u de timerfunctie verlaat.
De timer kan worden ingesteld binnen een bereik
van 1 tot en met 24 uur. Een alarm klinkt als de
timer 0 bereikt.
• Alle bedieningen in deze sectie worden
uitgevoerd in de timerfunctie, die u kunt
selecteren door op C te drukken.
1. In de wereldtijdfunctie, druk op D om door de
stadscodes te bladeren.
1. In de wereldtijdfunctie, gebruik D om de stadscode
te tonen waarvoor u de instelling van de
standaardtijd/zomertijd wilt wijzigen.
U kunt drie onafhankelijke dagelijkse alarmen
instellen. Als een alarm is ingeschakeld, klinkt het
alarm als de alarmtijd bereikt is. Een van de alarmen
is een wekalarm terwijl de andere twee eenmalige
alarmen zijn. U kunt ook een uursignaal inschakelen
waarna het horloge elk heel uur twee keer een signaal
g
eeft.
1. In de alarmfunctie, gebruik D om door de
alarmschermen te bladeren totdat het alarm
waarvan u de tijd wilt instellen getoond wordt. In de timerfunctie, druk op D om de timer te
starten.


Product specificaties

Merk: Casio
Categorie: Horloge
Model: 2747

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Casio 2747 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Horloge Casio

Handleiding Horloge

Nieuwste handleidingen voor Horloge