Blaupunkt Bremen MP 76 Handleiding

Blaupunkt Autoradio Bremen MP 76

Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Blaupunkt Bremen MP 76 (55 pagina's) in de categorie Autoradio. Deze handleiding was nuttig voor 34 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/55
http://www.blaupunkt.com
Bremen MP76 7 646 828 310
Gebruiksaanwijzing
Radio CD SD/MMC MP3
2
1
2
3 4 5 6 7
8910111213
14
210
Bedieningselementen
1 Toets voor het in-/uitschakelen van het
apparaat,
geluidsonderdrukking van het appa-
raat
2 Volumeregelaar
3 -toets, voor het ontgrendelen van
het afneembare bedieningspaneel
4 NEXT-toets, voor het weergeven van de
volgende pagina's in een menu,
wisselen van geheugenniveau bij radio-
weergave
5 Sneltoetsen, de werking van de snel-
toetsen is afhankelijk van de actuele
inhoud van het display
6 DIS•ESC-toets, voor het veranderen
van de weergave op het display en voor
het verlaten van menu's
7 -toets, voor het openen van de klep
en het afneembare bedieningspaneel
8 Joystick en OK-toets
9 MENU-toets, oproepen van het menu
voor de basisinstellingen (kort indruk-
ken)
Demomode in-/uitschakelen (lang in-
drukken)
: AUDIO-toets, lage tonen, hoge tonen,
balans, fader en X-BASS instellen (kort
indrukken)
DSA Max-Equalizer oproepen (lang in-
drukken)
; Display
< SOURCE-toets, voor het starten van de
CD-, resp. CD-wisselaar-weergave of
Compact Drive MP3 (alleen indien aan-
gesloten) resp. voor het starten van de
radioweergave
of
weergave van een externe audiobron
(alleen indien aangesloten)
= TUNER-toets, voor het direct selecte-
ren van de radioweergave
Oproepen van het radiofunctiemenu
(alleen mogelijk bij radioweergave)
> Opening voor MMC/SD
211
NEDERLANDS
Inhoud
Opmerkingen en accessoires ..........213
Afvoer afgedankte apparaten
(alleen EU-landen) ....................... 213
Verkeersveiligheid ....................... 213
Veiligheidsinstructie ..................... 213
Inbouw ....................................... 213
Speciale toebehoren
(niet meegeleverd) ....................... 213
Demomode activeren/deactiveren ... 214
Diefstalbeveiliging......................... 214
Afneembaar bedieningspaneel ...... 214
Bedieningspaneel verwijderen ....... 214
Bedieningspaneel plaatsen ........... 215
In- en uitschakelen .........................215
In-/uitschakelen met toets 1 ...... 215
In-/uitschakelen via het contactslot
van de auto ................................. 215
Volume .........................................216
Volume bij inschakelen instellen ..... 216
Letselgevaar! .............................. 216
Geluidsonderdrukking (Mute) ........ 216
Telefoon-Audio ............................ 216
Navigatie-Audio ........................... 217
Klankkleur en volumegedrag .......... 218
Lage tonen instellen ..................... 218
Treble instellen ............................ 218
Balans rechts/links (Balance)
instellen ..................................... 219
Balans voor/achter (Fader) instellen .. 219
X-BASS ......................................... 219
Display .......................................... 220
Afl eeshoek instellen ..................... 220
Displayhelderheid instellen ........... 220
Kleur van de toetsenverlichting
instellen ..................................... 220
Kleur van de displayverlichting
instellen ..................................... 221
Spectrumanalyzer instellen ........... 221
Display-inhoud inverteren ............. 222
Radioweergave ..............................223
Tuner instellen ............................. 223
Aantal antennes instellen .............. 223
Radioweergave inschakelen ........... 224
Radiomodus statisch/dynamisch
kiezen (alleen FM)........................224
RDS-comfortfunctie (AF, REG) ....... 225
Golfgebied/geheugenniveau kiezen .. 226
Zenders instellen ......................... 227
Gevoeligheid van de
zoekafstemming instellen .............. 227
Ontvangbare zenders kort
weergeven (SCAN) ....................... 228
Duur van het fragment instellen ...... 228
Zenders programmeren ................ 228
Zenders automatisch programmeren
(Travelstore) ............................... 228
Geprogrammeerde zenders
oproepen.................................... 229
Programmatype (PTY) ................. 229
Radio-ontvangst optimaliseren ...... 230
Weergave van radiotekst kiezen ..... 230
TIM – Traffi c Information Memory ... 231
TIM in-/uitschakelen ..................... 231
Opgeslagen verkeersberichten
afl uisteren .................................. 232
Vastleggen van verkeersberichten .. 232
Timer instellen............................. 233
Timer kiezen ............................... 233
Verkeersinformatie ........................ 234
Voorrang voor verkeersinformatie
in- en uitschakelen ....................... 234
Volume voor verkeersinformatie
instellen ..................................... 234
Cd-weergave .................................235
Gevaar voor vernieling van de
CD-speler! ................................. 235
CD-weergave starten, CD plaatsen . 235
CD verwijderen ............................ 235
Titel kiezen ................................. 235
212
DSA Max –Digital Sound
Adjustment ...................................247
DSA in-/uitschakelen .................... 247
Equalizer automatisch inregelen ..... 248
Voertuigakoestiek met/zonder
equalizer bekijken ........................ 249
Grafi sche equalizer handmatig
wijzigen ...................................... 249
Equalizer kiezen ..........................250
Equalizer resetten ........................ 250
Klank-voorinstelling (Presets) kiezen ...250
Podiumeffect instellen .................. 251
Klankeffect kiezen ........................ 252
DNC - Dynamic Noise Covering ....... 252
Inmeten van DNC ......................... 252
DNC uitschakelen ........................ 253
DNC-versterking kiezen ................ 253
Subwoofer en Centerspeaker .........254
Subwoofer-versterking instellen ..... 254
Subwoofer-fasepositie instellen ..... 254
Lage tonen doorlaatfi lter instellen .. 254
Subsonic-fi lter instellen ................ 255
Middenluidspreker "Centerspeaker"
instellen ..................................... 255
Hoge tonen doorlaatfi lter voor
voor/achter instellen .................... 256
Crossover ................................... 256
TMC voor dynamische
navigatiesystemen ........................257
Versterker/Sub-Out ....................... 257
Interne versterker in- en uitschakelen...257
Externe audiobronnen....................258
AUX-ingang in- en uitschakelen ...... 258
AUX-ingang benoemen.................. 258
Diversen ....................................... 260
Inschakelmelding invoeren ............ 260
Serienummer weergeven .............. 260
Apparaat resetten ........................ 260
Technische gegevens .....................261
Inhoud
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar) .... 236
Willekeurige weergave van de titels
(MIX) ......................................... 236
Titels herhalen (REPEAT) .............. 236
Titels kort weergeven (SCAN) ........ 236
CD-tekst tonen ............................ 236
Lichtkrant instellen ...................... 237
Verkeersinformatie tijdens
CD-weergave............................... 237
MP3-weergave ..............................237
Voorbereiding van de MP3-CD ....... 237
MMC/SD plaatsen/verwijderen ...... 238
MMC/SD plaatsen ........................ 239
MMC/SD verwijderen ................... 239
MMC/SD-weergave starten ............ 239
MP3-weergave van CD starten ....... 239
Bediening tijdens MP3-weergave ... 239
Titel kiezen ................................. 240
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar) .... 240
Titels kort weergeven (SCAN) ........ 241
Titels in willekeurige volgorde
weergeven (MIX) ..........................241
Losse titels of hele directories
herhaald afspelen (REPEAT) .......... 241
Displayweergave instellen ............. 241
CD-wisselaar-weergave (optie) ....... 243
Weergave van CD-wisselaar starten ... 243
CD kiezen ................................... 243
Titel kiezen ................................. 243
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar) .... 243
Titels kort weergeven (SCAN) ........ 243
Losse titels of hele CD's herhaald
afspelen (REPEAT) ....................... 244
Titels in willekeurige volgorde
weergeven (MIX) ..........................244
CD's een naam geven .................... 244
Clock - Kloktijd .............................. 246
KIoktijd instellen .......................... 246
Kloktijd continu op het display
weergeven .................................247
213
NEDERLANDS
Opmerkingen en accessoires
Opmerkingen en
accessoires
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u
het apparaat voor het eerst gebruikt.
Voor onze producten die binnen de Euro-
pese Unie gekocht zijn, bieden wij een fa-
brieksgarantie. De garantievoorwaarden
kunt u raadplegen op www.blaupunkt.de of
direct opvragen bij:
Blaupunkt GmbH
Hotline
Robert Bosch Str. 200
D-31139 Hildesheim
Afvoer afgedankte apparaten
(alleen EU-landen)
Voer uw afgedankte apparaat niet af
met het huisvuil!
Gebruik voor het afvoeren van het oude ap-
paraat de beschikbare retour- en verzamel-
systemen.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór
alles.
Bedien uw autoradio alleen wanneer
de verkeerssituatie dat toelaat.
Maak uzelf voor het begin van de rit
vertrouwd met het apparaat.
De akoestische waarschuwingssignalen
van politie, brandweer en reddingsdien-
sten moeten tijdig in het voertuig te ho-
ren zijn.
Beluister daarom tijdens het rijden
uw programma daarom alleen met
een gepast geluidsvolume.
Veiligheidsinstructie
De autoradio en het bedienings-
paneel van het apparaat (Flip-Release-
Panel) worden warm bij gebruik.
Raak het Flip-Release-Panel voor
het verwijderen daarom alleen aan
op de niet metalen oppervlakken.
Laat de autoradio, wanneer u deze
wilt uitbouwen, eerst afkoelen.
Inbouw
Wanneer u de autoradio zelf wilt inbouwen,
leest u dan de aanwijzingen voor inbouw en
aansluiting aan het einde van de gebruiks-
aanwijzing.
Speciale toebehoren
(niet meegeleverd)
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten
toebehoren.
Afstandsbediening
Met de afstandsbediening RC 08, RC 10 of
RC 10H (als speciale toebehoren leverbaar)
kunt u de meeste basisfuncties van uw auto-
radio veilig en handig bedienen.
In- en uitschakelen via de afstandsbedie-
ning is niet mogelijk.
Versterkers
Alle Blaupunkt- en Velocity-versterkers kun-
nen worden gebruikt.
CD-wisselaar (Changer)
Voor de apparaten kunnen de volgende CD-
wisselaars in de accessoirehandel worden
aangeschaft: CDC A 03, CDC A 08 en IDC
A 09.
214
Opmerkingen en accessoires Diefstalbeveiliging
Demomode activeren/
deactiveren
Het apparaat wordt af fabriek met geacti-
veerde demomode uitgeleverd. Tijdens de
demomode worden de verschillende func-
ties van het apparaat grafi sch geanimeerd
op het display weergegeven. U kunt de de-
momode ook uitschakelen.
Houdt de toets langer dan MENU 9
vier seconden ingedrukt om de demo-
mode uit- resp. in- te schakelen.
Diefstalbeveiliging
Afneembaar bedieningspaneel
Uw radio is ter bescherming tegen diefstal
uitgerust met een afneembaar bedienings-
paneel (Flip Release Panel). Zonder dit
bedieningspaneel is het apparaat voor een
dief waardeloos.
Bescherm het apparaat tegen diefstal en
neem het bedieningspaneel telkens mee
wanneer u de auto verlaat. Laat het bedie-
ningspaneel niet in de auto liggen, ook niet
op een verborgen plek.
De constructie van het bedieningspaneel
maakt een eenvoudige bediening mogelijk.
Opmerkingen:
Laat het bedieningspaneel niet val-
len.
Stel het bedieningspaneel nooit
bloot aan direct zonlicht of andere
warmtebronnen.
Bewaar het bedieningspaneel in de
meegeleverde etui.
Voorkom directe aanraking van de
contacten van het bedieningspaneel
met de huid. Reinig de contacten
indien nodig met een in alcohol ge-
drenkte, niet-pluizende doek.
Bedieningspaneel verwijderen
3
215
NEDERLANDS
Druk op toets 3.
De vergrendeling van het bedieningspaneel
wordt losgemaakt.
Trek het bedieningspaneel eerst recht-
standig en dan naar rechts uit het ap-
paraat.
Opmerkingen:
Na het loskoppelen van het bedie-
ningspaneel van het apparaat, scha-
kelt het apparaat uit.
Alle actuele instellingen worden op-
geslagen.
Een geplaatste CD blijft achter in het
apparaat.
Bedieningspaneel plaatsen
Schuif het bedieningspaneel van links
naar rechts in het apparaat.
Druk de linkerkant van het bedienings-
paneel in het apparaat tot deze borgt.
Opmerking:
Druk bij het plaatsen van het bedie-
ningspaneel niet op het display.
In- en uitschakelen
Om het apparaat in of uit te schakelen hebt
u de verschillende mogelijkheden.
In-/uitschakelen met toets 1
Om het apparaat in te schakelen drukt
u op toets .1
Het apparaat wordt ingeschakeld.
Om het apparaat uit te schakelen houdt
u toets langer dan twee seconden 1
ingedrukt.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
In-/uitschakelen via het
contactslot van de auto
Wanneer het apparaat correct met het con-
tactslot van de auto is verbonden en niet
met toets is uitgeschakeld, wordt het 1
met het contact in- en uitgeschakeld.
U kunt het apparaat ook bij uitgeschakeld
contact inschakelen.
Druk op toets 1.
Opmerking:
Ter beveiliging van de autoaccu wordt
het apparaat bij uitgeschakeld contact
automatisch na een uur uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging In-/uitschakelen
216
Volume
Het volume kan in stappen van 0 (uit) tot 50
(maximaal) worden ingesteld.
Om het volume te vergroten:
draai de volumeregelaar 2 naar
rechts.
Om het volume te verkleinen,
draai de volumeregelaar 2 naar links.
Volume bij inschakelen instellen
Het volume waarmee het apparaat bij in-
schakelen speelt, is instelbaar.
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de Dis-
play-aanduiding "VOLUME".
Druk op de sneltoets 5 met de Dis-
play-aanduiding "ON VOL".
Stel het gewenste volume in met de vo-
lumeregelaar .2
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Opmerking:
U kunt als inschakelvolume ook het
laatst beluisterde volume voor het uit-
schakelen kiezen. Druk daarvoor in het
"Volume-Menu" op de sneltoets met de
display-aanduiding "LAST VOL".
Letselgevaar!
Wanneer de waarde voor het in-
schakelvolume op het maximum is inge-
steld, kan het volume bij het inschakelen
zeer hoog zijn!
Wanneer het volume voor het uitscha-
kelen op het maximum was ingesteld en
de waarde voor het inschakelvolume op
"LAST VOL" is ingesteld, kan het volume
bij het inschakelen zeer groot zijn.
In beide gevallen kan ernstige gehoor-
beschadiging worden veroorzaakt!
Geluidsonderdrukking (Mute)
U kunt het volume snel onderdrukken
(Mute).
Druk kort op toets 1.
"MUTE" wordt op het display weergegeven.
Geluidsonderdrukking (Mute) opheffen
Druk opnieuw kort op toets 1
of
draait u aan de volumeregelaar .2
Telefoon-Audio
Wanneer uw autoradio is verbonden met een
mobile telefoon, wordt bij het "opnemen"
van de telefoon het geluid van de autoradio
onderdrukt en wordt het gesprek via de au-
toradioluidspreker weergegeven. Daarvoor
moet de mobiele telefoon conform de ge-
bruiksaanwijzing zijn aangesloten op het
autoradio.
Volume
217
NEDERLANDS
Wanneer tijdens een telefoongesprek een
verkeersbericht wordt ontvangen, kunt u
het verkeersbericht pas na afl oop van het
telefoongesprek horen, mits het bericht
dan nog wordt uitgezonden.
Wanneer tijdens een verkeersbericht een
oproep gaat, wordt de weergave van het
verkeersbericht afgebroken en kan het tele-
foongesprek worden gehoord.
U kunt het volume waarmee telefoonge-
sprekken inschakelen, instellen.
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de Dis-
play-aanduiding "VOLUME".
Druk op de sneltoets 5 met de Dis-
play-aanduiding "PHONE" voor de in-
stelling van het volume.
Stel het gewenste volume in met de vo-
lumeregelaar .2
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Opmerking:
U kunt het volume ook tijdens het te-
lefoongesprek met de volumeregelaar
2 instellen.
Navigatie-Audio
U kunt in plaats van een tweede externe au-
diobron ("AUX2", zie "Externe audiobron-
nen") een navigatiesysteem aansluiten.
Wanneer uw autoradio met een navigatie-
systeem is verbonden, wordt bij een ge-
sproken mededeling van de navigatie de
gesproken mededeling toegevoegd aan de
audiobron en via de autoradioluidsprekers
weergegeven.
Hiervoor moet het navigatiesysteem op de
in de inbouwhandleiding beschreven ma-
nier op de autoradio zijn aangesloten en in
het menu zijn ingeschakeld.
Welke navigatiesystemen op uw autoradio
kunnen worden aangesloten, kan uw Blau-
punkt-dealer u vertellen.
Navigatie-Audio activeren
U kunt op dit apparaat of een tweede ex-
terne audiobron of een navigatiesysteem
aansluiten. Daarvoor moet u in het menu
instellen welk apparaat is aangesloten.
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de Dis-
play-aanduiding "AUX".
Het AUX-menu wordt weergegeven.
Druk, wanneer u een navigatiesysteem
heeft aangesloten, net zo vaak op de
sneltoets 5 met de display-aandui-
ding "NAV/AUX2", totdat de instelling
"NAVIGATION ON" wordt weergege-
ven.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Volume
218
Navigatie-minimale volume instellen
Het volume waarmee de gesproken mede-
delingen van de navigatie worden toege-
voegd, is instelbaar.
Opmerking:
Stel het volume op het navigatiesysteem
op Maximum. Is de weergave af en toe
vervormd, reduceer dan het volume op
het navigatiesysteem een beetje.
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de Dis-
play-aanduiding "VOLUME".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "NAVI DIFF" voor in-
stelling van het volume.
Stel het gewenste volume in met de vo-
lumeregelaar .2
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Opmerking:
U kunt het volume ook tijdens de ge-
sproken mededeling met de volume-
regelaar 2 instellen. Deze instelling
geldt voor de actuele gesproken mede-
deling en wordt niet opgeslagen.
Klankkleur en
volumegedrag
Opmerking:
U kunt voor elke audiobron de instel-
lingen voor lage tonen en hoge tonen
apart uitvoeren.
Lage tonen instellen
Druk op de toets AUDIO .:
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
Druk op de sneltoets 5 met de Dis-
play-aanduiding "BASS".
Beweeg de Joystick naar boven 8
resp. naar rechts, om de lage tonen te
versterken of naar onderen resp. naar
links om de lage tonen te reduceren.
Wanneer het instellen voltooid is,
drukt u op de Joystick OK 8 of op de
toets AUDIO .:
Treble instellen
Druk op de toets AUDIO .:
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "TREBLE".
Beweeg de Joystick naar boven 8
resp. naar rechts, om de hoge tonen te
versterken of naar onderen resp. naar
links om de hoge tonen te reduceren.
Wanneer het instellen voltooid is,
drukt u op de Joystick OK 8 of op de
toets AUDIO .:
Volume Klankkleur en volumegedrag
219
NEDERLANDS
Balans rechts/links (Balance)
instellen
Druk, om de balans in te stellen, op de
toets AUDIO .:
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "BALANCE".
Beweeg de Joystick naar boven 8
resp. naar rechts of naar onderen
resp. naar links om de balansverdeling
rechts/links in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is,
drukt u op de Joystick OK 8 of op de
toets AUDIO .:
Balans voor/achter (Fader)
instellen
Druk, om de fader in te stellen, op de
toets AUDIO .:
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "FADER".
Beweeg de Joystick naar boven 8
resp. naar rechts of naar onderen resp.
naar links om het volume voor/achter in
te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is,
drukt u op de Joystick OK 8 of op de
toets AUDIO .:
X-BASS
X-Bass betekent de versterking van de
lage tonen bij een gering volume. U kunt
de X-Bass-versterking voor van de vol-een
gende frequenties: 32 Hz, 40 Hz, 50 Hz,
63 Hz of 80 Hz stapsgewijze van 0 - 6 instel-
len. Wanneer u 0 kiest, is de X-Bass-functie
gedeactiveerd.
Druk op de toets AUDIO .:
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
Druk op de sneltoets 5 met de Dis-
play-aanduiding "X-BASS".
Beweeg de Joystick 8 naar links of
rechts, om de frequentie die u wilt ver-
sterken, te selecteren.
Beweeg de Joystick naar boven om 8
de X-BASS te versterken of naar bene-
den om de X-BASS te reduceren.
Wanneer het instellen voltooid is,
drukt u op de Joystick OK 8 of op de
toets .AUDIO :
Klankkleur en volumegedrag X-BASS
220
Display
U kunt het display aanpassen aan de in-
bouwpositie in uw voertuig en aan uw ei-
sen.
Afl eeshoek instellen
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "DISPLAY".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "ANGLE".
Beweeg de Joystick naar boven 8
resp. naar rechts of naar beneden resp.
naar links om de afl eeshoek in te stel-
len.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Displayhelderheid instellen
Wanneer uw autoradio zoals in de gebruiks-
aanwijzing beschreven is aangesloten,
wordt de displayhelderheid samen met de
autoverlichting omgeschakeld. De display-
helderheid kunt u apart voor de nacht en
voor de dag in standen van 1-16 instellen.
Displayhelderheid
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "DISPLAY".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "BRIGHT".
In de bovenste regel van het display worden
"DAY" en "NIGHT" samen met de actueel in-
gestelde waarden weergegeven.
Verplaats de knipperende invoermar-
kering achter "DAY" resp. "NIGHT",
door de Joystick 8 naar links resp.
rechts te drukken.
Stel de gewenste waarde in. Beweeg
daarvoor de Joystick naar boven 8
resp. beneden.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Kleur van de toetsenverlichting
instellen
U kunt instellen in welke kleur de toetsen
van het apparaat worden verlicht.
U kunt kiezen uit 16 kleuren.
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "DISPLAY".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "KEYCOLOR".
Beweeg de Joystick naar boven 8
resp. naar rechts of naar beneden
resp. naar links om een kleur in te stel-
len. Met elke beweging van de Joystick
wordt een andere kleur geselecteerd.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Display
221
NEDERLANDS
Kleur van de displayverlichting
instellen
Voor de displayverlichting kunt u kiezen uit
een van de vier vooringestelde kleuren, zelf
een kleur uit het RGB-spectrum mengen
(rood-groen-blauw) of een kleur tijdens een
zoekdoorloop selecteren.
Vooringestelde kleur selecteren
Er zijn al vier verschillende kleurtinten in
het apparaat opgeslagen. U kunt kiezen
uit "Ocean" (blauw), "Amber" (barnsteen),
"Sunset" (rood-oranje) en "Nature" (groen).
Kies de kleur die het beste past bij het inte-
rieur van uw voertuig.
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "DISPLAY".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "COLOR".
Druk op de sneltoets 5 met de Display-
aanduiding van de gewenste kleur.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Kleur voor de displayverlichting mengen
Om de displayverlichting op uw smaak af te
stemmen kunt zelf u een kleur voor de dis-
playverlichting mengen met de drie basis-
kleuren rood, blauw en groen.
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "DISPLAY".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "COLOR".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "USER".
In het volgende menu kunt de bestand-
delen van de drie kleuren rood, blauw
en groen zelf vastleggen. Druk daarvoor
net zo vaak op de corresponderende
sneltoets 5 tot de weergegeven kleur
overeenkomt met uw wensen.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Kleur voor de displayverlichting kiezen
uit zoekdoorloop
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "DISPLAY".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "COLOR".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "COL-SCAN".
Het apparaat begint de kleuren van de dis-
playverlichting af te wisselen.
Wanneer u een van de kleuren wilt se-
lecteren, drukt u op de sneltoets 5
met de display-aanduiding "SAVE".
Wanneer u terug wilt naar het vorige
menu, zonder van kleur te veranderen,
drukt u op de sneltoets met de display-
aanduiding "BREAK".
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Spectrumanalyzer instellen
De Spectrumanalyzer in uw display toont u
het uitgangsniveau van de autoradio. Wan-
neer de Spectrumanalyzer is ingescha-
keld, wordt deze automatisch weergege-
ven wanneer u tijdens de weergave van een
Display
222
audiobron gedurende enige tijd geen toets
indrukt.
U kunt de Spectrumanalyzer ook uitscha-
kelen.
Spectrumanalyzer in-/uitschakelen
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "DISPLAY".
Druk zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "SPECTRUM",
tot de gewenste instelling "SPECTRUM
OFF" resp. "SPECTRUM ON" in de bo-
venste regel van het display wordt
weergegeven.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Display-inhoud inverteren
U kunt de weergave op het display inverte-
ren.
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "DISPLAY".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "INVERT".
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Display
223
NEDERLANDS
Aantal antennes instellen
Dit apparaat is uitgevoerd met twee RDS-ra-
dio-ontvangers (TwinCeiver). U kunt één of
twee antennes op het apparaat aansluiten.
Bij gebruik van twee antennes (dringend
aanbevolen, de tweede antenne wordt
meegeleverd) is bij DDA-radioweergave
een richtontvangst van de ingestelde zen-
der mogelijk. De richtontvangst betekent in
de meeste gevallen een duidelijke verbete-
ring van de ontvangstkwaliteit.
Opmerking:
Om een probleemloze werking van de
tuners te waarborgen, moet de hoofd-
antenne worden aangesloten op de on-
derste antennebus.
Om het aantal antennes in te stellen,
drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "TUNER".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "ONE ANTE" wanneer
een antenne op het apparaat is aange-
sloten.
Of
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "TWO ANTE" wanneer
twee antennes op het apparaat zijn
aangesloten.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Radioweergave
Dit apparaat is uitgerust met een RDS-ra-
dio-ontvanger. Veel van de ontvangbare
FM-zenders zenden een signaal uit dat
naast het programma ook informatie bevat
zoals de naam van de zender en het pro-
grammatype (PTY).
De naam van de zender wordt, zodra deze
wordt ontvangen, op het display weerge-
geven. Het programmatype kan indien ge-
wenst worden weergegeven. Lees hiervoor
de paragraaf "programmatype (PTY)".
Tuner instellen
Om optimaal functioneren van het radiodeel
te waarborgen, moet het apparaat worden
ingesteld op de regio, waarin u zich bevindt.
U kunt kiezen tussen Europa en Amerika
(USA). De tuner is af fabriek ingesteld op de
regio, waar het apparaat wordt uitgeleverd.
Bij problemen met de radio-ontvangst moet
u deze instelling controleren.
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "TUNER".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding voor de gewenste re-
gio "AREA EUR" of "AREA USA".
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Radioweergave
224
Radioweergave inschakelen
Wanneer het apparaat zich in de weergave-
soorten CD/MP3 of CD-wisselaar/Compact
Drive bevindt,
drukt u op de toets TUNER .=
Het radiobasismenu voor zenderkeuze
wordt weergegeven. De functies van de
radioweergave worden bestuurd via het ra-
diofunctiemenu. U komt in het radiofunctie-
menu wanneer u bij radioweergave de toets
TUNER = opnieuw indrukt.
Radiomodus statisch/dynamisch
kiezen (alleen FM)
U kunt voor de FM-radioweergave kiezen uit
twee modi:
Statische radioweergave
("PRESETS" en "DDA")
Bij statische radioweergave beschikt u bij
FM-weergave over vier geheugenniveau's
(FM1, FM2, FM3 en FMT). U kunt op elk
van deze geheugenniveau's zes stations
opslaan. Het ontvangstdeel stelt voor elke
opgeslagen zender automatisch bij het op-
roepen van de zender de frequentie met de
beste ontvangst in.
PRE-weergave (statisch)
Wanneer u slechts antenne op het ap-één
paraat heeft aangesloten en deze in het Set-
upmenu heeft ingesteld (zie. "aantal anten-
nes instellen"), geeft het apparaat met een
tuner de ingestelde zender weer en zoekt
met de tweede tuner steeds naar de beste
frequentie van de ingestelde zender (bij in-
geschakelde RDS-werking).
Digitale Directional Antenna-bedrijf –
DDA (statisch)
Wanneer u twee antennes op het apparaat
heeft aangesloten en deze in het Setup-
menu heeft ingesteld (zie "aantal antennes
instellen"), dan wordt de ingestelde zender
bij DDA-radioweergave met beide antennes
ontvangen. De TwinCeiver verwerkt daarbij
permanent de signalen van beiden anten-
nes en berekent daaruit een "zuiver signaal",
om ontvangststoringen te reduceren. Dit
door Blaupunkt ontwikkelde proces, heeft
hiervoor een richtantenne nodig. Met name
in gebieden met ontvangststoringen door
re ecties van huizen, bergen etc. wordt de
ontvangstkwaliteit duidelijk verbeterd. In
uitzonderingsgevallen, bijvoorbeeld bij ont-
vangst van twee verschillende zenders op
dezelfde frequentie kan dit leiden tot onge-
wenste ontvangsteffecten. In een dergelijk
geval moet u de dynamische radioweergave
kiezen (zie "Radiomodus kiezen" hierna).
Dynamische radioweergave
Bij een dynamische radioweergave beschikt
u over vijf niveaus (DL1 - DL5). Tijdens de
weergave van de ingestelde zender, zoekt
de tweede ontvanger op de achtergrond
naar zenders die ontvangen kunnen worden
en toont deze met korte naamsaanduiding
naast de sneltoetsen op de geheugenni-
veau's. De zenders worden continue geac-
tualiseerd, zodat u altijd alle te ontvangen
zenders kunt kiezen.
Radioweergave
225
NEDERLANDS
Radiomodus kiezen
Om tussen de modi status en dynamisch te
kiezen,
drukt u in de radioweergave op de toets
TUNER .=
Het radio-functiemenu wordt op het display
weergegeven.
Drukt u op de toets NEXT .4
De tweede pagina van het radio-functieme-
nu wordt op het display weergegeven
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "TUNER 2".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "DYN LIST" voor dyna-
mische radioweergave.
Druk op de sneltoets 5 met de display-
aanduiding "DDA" resp. "PRESETS"
voor een van de statische radioweer-
gavetypen.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
RDS-comfortfunctie (AF, REG)
De RDS-comfortfunctie AF (Alternatieve
frequenties) en REG (Regionaal) betekenen
een uitbreiding van de functionaliteit van
uw radio (alleen bij FM-radioweergave).
AF: Wanneer de RDS-comfortfunctie
geactiveerd is, zoekt het apparaat op
de achtergrond automatisch naar de
als beste te ontvangen frequentie van
de ingestelde zender.
REG: Sommige zenders verdelen hun
programma op bepaalde tijden in regio-
nale programma's met verschillende in-
houd. De REG-functie voorkomt dat de
Autoradio naar alternatieve frequenties
omschakelt met een andere regionale
programma-inhoud.
Opmerking:
REG moet afzonderlijk in het radio-
functiemenu worden geactiveerd/ge-
deactiveerd.
RDS-comfortfunctie in- of uitschakelen
Om de RDS-comfortfuncties AF en REG te
gebruiken,
drukt u in de radioweergave op de toets
TUNER .=
Het radio-functiemenu wordt op het display
weergegeven.
Druk zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "RDS", tot de ge-
wenste instelling "RDS ON" resp. "RDS
OFF" wordt weergegeven.
Om weer terug te keren naar het radio-ba-
sismenu,
drukt u op de toets TUNER = of de
Joystick .OK 8
De instellingen worden opgeslagen.
REG in- en uitschakelen
Om de RDS-comfortfunctie REG te gebrui-
ken,
drukt u in de radioweergave op de toets
TUNER .=
Druk op de toets NEXT 4, om de
tweede pagina van het radio-functie-
menu weer te geven.
Het radio-functiemenu wordt op het display
weergegeven.
Druk zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "REGIONAL" tot-
dat "REGIONAL ON" resp. "REGIONAL
OFF" weergegeven wordt.
Radioweergave
226
drukt u op de toets TUNER = of de
Joystick .OK 8
De instellingen worden opgeslagen.
Golfgebied/geheugenniveau
kiezen
Met dit apparaat kunt u zenders van de fre-
quentiebanden UKW (FM), alsmede MW,
LW en SW (AM) ontvangen. Voor het golfge-
bied FM zijn vier geheugenniveaus en voor
de golfgebieden MW, LW en SW resp. elk
één geheugenniveau beschikbaar.
Bij een dynamische radioweergave beschikt
u over maximaal vijf niveaus.
Op elk geheugenniveau kunnen zes zenders
worden geprogrammeerd.
Opmerking:
Wanneer uw apparaat op de Regio USA
is ingesteld, kunt u kiezen tussen de
golfgebieden FM en AM. Voor het golf-
gebied AM heeft u beschikking over de
extra geheugenniveau's AM1, AM2 en
AMT.
Golfgebied kiezen
Om een golfgebied FM, MW, LW of SW te
kiezen,
drukt u in de radioweergave op de toets
TUNER .=
Het radio-functiemenu wordt op het display
weergegeven.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "BAND".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "FM" voor het golfge-
bied FM.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "MW" voor het golfge-
bied MW.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "LW" voor het golfge-
bied LW.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "SW" voor het golfge-
bied SW.
Het radio-basismenu van het gekozen golf-
gebied wordt weergegeven.
FM-geheugenniveau kiezen
Voor het schakelen tussen de FM-geheu-
genniveau's FM1, FM2, FM3 of FMT,
drukt u net zo vaak op de toets NEXT
4 totdat het gewenste geheugenni-
veau wordt weergegeven op het dis-
play.
De geheugenniveau's worden in de volgor-
de FM1, FM2, FM3 en FMT opgeroepen.
Opmerking:
Wanneer uw apparaat op de regio
USA is ingesteld en u het golfgebied
AM heeft gekozen, kunt u met de toets
NEXT 4 ook kiezen tussen de AM-ge-
heugenniveau's AM1, AM2 en AMT.
Radioweergave
227
NEDERLANDS
Zenders instellen
U hebt verschillende mogelijkheden om
zenders in te stellen.
Automatische zoekafstemming
Beweeg de Joystick naar beneden 8
of naar boven.
De eerstvolgende ontvangbare zender
wordt ingesteld.
Handmatig afstemmen op zenders
U kunt ook handmatig zenders instellen.
Opmerking:
Er kunnen alleen met de hand zenders
worden ingesteld wanneer de RDS-
comfortfunctie gedeactiveerd is.
Beweeg de Joystick 8 naar links of
naar rechts.
Bladeren in zenderketens (alleen FM)
Wanneer een zender meerdere program-
ma's biedt, kunt u bladeren in deze zgn.
"zenderketen".
Opmerking:
Om deze functie te kunnen gebruiken,
moet de RDS-comfortfunctie geacti-
veerd zijn. U kunt zo alleen wisselen
tussen zenders die u al eerder ontvan-
gen hebt.
Beweeg de Joystick 8 naar links of
naar rechts.
Gevoeligheid van de
zoekafstemming instellen
U kunt kiezen of er alleen sterke of ook
zwakke zenders worden ingesteld.
drukt u in de radioweergave op de toets
TUNER .=
Het radio-functiemenu wordt op het display
weergegeven.
Drukt u op de toets NEXT .4
Opmerking:
Wanneer u uit de MW of LW-radioweer-
gave het radiofunctiemenu oproept,
bevindt zicht de sneltoets met de dis-
play-aanduiding "SENS" op de eerste
pagina.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "SENS".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "FM" of "AM", om de
gevoeligheid voor "FM" of "AM" in te
stellen.
Beweeg de Joystick naar boven 8
resp. naar rechts of naar beneden
resp. naar links, om de gevoeligheid in
te stellen.
U kunt de gevoeligheid in stappen van 1
tot 6 instellen. "Sensitivity 1" is de laag-
ste, "Sensitivity 6" de hoogste gevoeligheid
voor verafgelegen zenders.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Radioweergave
228
Ontvangbare zenders kort
weergeven (SCAN)
Met de scanfunctie kunt u alle ontvangbare
zenders kort laten weergeven. U kunt de
duur van het fragment in het menu instellen
tussen 5 en 30 seconden.
SCAN starten
Houd de Joystick langer dan OK 8
twee seconden ingedrukt.
Het scannen begint. "SCAN" wordt kort op
het display weergegeven, daarna verschijnt
de actuele zendernaam resp. de frequentie
van de zender.
SCAN beëindigen, zender verder
beluisteren
Druk op de Joystick OK .8
Het scannen wordt beëindigd, de als laatste
ingestelde zender blijft actief.
Duur van het fragment instellen
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "VARIOUS".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "SCANTIME".
Beweeg de Joystick naar boven 8
resp. naar rechts of naar beneden resp.
naar links, om de duur van het fragment
in te stellen.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Opmerking:
De ingestelde duur van het fragment
geldt ook voor het scannen bij CD/
MP3- en CD-wisselaarweergave.
Zenders programmeren
Zenders handmatig programmeren
Kies het gewenste FM-geheugenniveau
FM1, FM2, FM3, FMT of een van de
golfgebieden MW, LW of SW.
Stel de gewenste zender in zoals be-
schreven onder "zender instellen".
Houd u een van de zes sneltoetsen,
waaronder de zender moet worden op-
geslagen, langer dan 2 seconden inge-
drukt.
Zenders automatisch
programmeren (Travelstore)
U kunt de zes sterkste zenders uit de regio
automatisch programmeren (alleen FM).
De zenders worden opgeslagen op het ge-
heugenniveau FMT.
Opmerkingen:
Wanneer uw apparaat op de Regio
USA is ingesteld, kunt u ook bij AM-
radioweergave de Travelstore star-
ten. De zenders worden dan op het
niveau AMT opgeslagen.
Eerder op dit niveau geprogrammeer-
de zenders worden hierbij gewist.
Travelstore-werking starten
Drukt u in de radioweergave op de toets
TUNER .=
Het radio-functiemenu wordt op het display
weergegeven.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "T-STORE".
Het programmeren begint. Op het display
wordt "TRAVEL STORE" weergegeven. Na-
dat de procedure is afgerond, wordt de
Radioweergave
229
NEDERLANDS
Radioweergave
zender op geheugenpositie één van niveau
FMT (resp. AMT) weergegeven.
Geprogrammeerde zenders
oproepen
Kies het geheugenniveau resp. het golf-
gebied.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding van de zendernaam
resp. de frequentie van de gewenste
zender.
Programmatype (PTY)
Naast de naam van de zender geven som-
mige FM-zenders ook informatie door over
de inhoud van hun programma's. Deze in-
formatie kan door uw autoradio worden
ontvangen en weergegeven.
Zulke programmatypes kunnen bv. zijn:
CULTURE TRAVEL JAZZ
SPORT NEWS POP
ROCK CLASSICS
Met de PTY-functie kunt u gericht zenders
met een bepaald programmatype kiezen.
PTY-EON
Wanneer het programmatype gekozen en
de zoekdoorloop gestart is, schakelt het
apparaat van de actuele zender over op een
zender met het gekozen programmatype.
Opmerkingen:
Wanneer er geen zender met het ge-
kozen programmatype wordt gevon-
den, is een pieptoon te horen en ver-
schijnt op het display kort "NO PTY".
De laatst ontvangen zender wordt
opnieuw ingesteld.
Wanneer de ingestelde zender of een
andere zender uit de zenderketen op
een later tijdstip het gewenste pro-
grammatype uitzendt, schakelt het
apparaat automatisch van de actuele
zender, resp. vanuit de weergave van
CD-, MP3- of CD-wisselaar, over op
de zender met het gekozen program-
matype.
PTY inschakelen
Om de PTY-functie te gebruiken,
drukt u in de radioweergave op de toets
TUNER .=
Het radio-functiemenu wordt op het display
weergegeven.
Drukt u op de toets NEXT .4
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "PROG TYP".
Wanneer PTY wordt ingeschakeld, geeft
het display het actuele programmatype
weer. PTY wordt weergegeven op het dis-
play. Naast de sneltoetsen worden de 5
programmatypes weergegeven.
PTY uitschakelen
Om de PTY-functie uit te schakelen,
drukt u tijdens de weergave van het
programmatype op de sneltoets 5
met de display-aanduiding "PTY OFF".
Programmatype kiezen en zoekdoorloop
starten
Het PTY-menu bestaat uit meerdere pagi-
na's waarop de bekende programmatype
worden weergegeven. Om tussen de af-
zonderlijke pagina's van het PTY-Menu te
bladeren,
230
Radioweergave
drukt u op de knop NEXT 4, totdat
het gewenste programmatype naast
één van de sneltoetsen wordt weerge-
geven.
Druk op de sneltoets 5 met het ge-
wenste programmatype.
Beweeg de Joystick naar boven resp. 8
naar rechts of naar beneden resp. naar
links om de zoekdoorloop te starten.
De eerstvolgende te ontvangen zender met
het gekozen programmatype wordt inge-
steld.
Wanneer er geen zender met het gekozen
programmatype wordt gevonden, is een
pieptoon te horen en verschijnt op het dis-
play kort "NO PTY". De laatst ontvangen
zender wordt opnieuw ingesteld.
Wanneer u weer wilt wisselen naar weer-
gave van het programmatype,
roep dan de tweede pagina van het ra-
dio-functiemenu opnieuw op en druk
op de sneltoets 5 met de display-aan-
duiding "PROG TYP".
Radio-ontvangst optimaliseren
Storingsafhankelijke demping van de
hoge tonen (HiCut)
De HiCut-functie zorgt voor een reductie
van de stoorgeluiden bij slechte radio-
ontvangst. Wanneer er sprake is van ont-
vangststoringen, worden automatisch de
hoge tonen en daarmee ook de stoorgelui-
den afgezwakt.
HiCut instellen
Drukt u in de radioweergave op de toets
TUNER .=
De eerste pagina van het radio-functiemenu
wordt weergegeven.
Drukt u op de toets NEXT .4
Druk zo vaak op de sneltoets 5 met de
display-aanduiding "HIGH CUT" totdat
de gewenste instelling op het display
wordt weergegeven.
"HICUT 0" betekent geen, "HICUT 2" bete-
kent sterke automatische afzwakking van
de hoge tonen en storingsgeluiden.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
TUNER , om het menu te verlaten. =
De instellingen worden opgeslagen.
Weergave van radiotekst kiezen
Sommige zenders gebruiken het RDS-sig-
naal ook voor het doorgeven van lichtkrant-
teksten, de zgn. radioteksten. U kunt de
weergave van radiotekst toelaten of blok-
keren.
Drukt u in de radioweergave op de toets
TUNER .=
Het radio-functiemenu wordt op het display
weergegeven.
Druk zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "R-TEXT", tot de
gewenste instelling "RADIO TEXT ON"
resp. "RADIO TEXT OFF" wordt weer-
gegeven.
Drukt u op de toets TUNER = of de
Joystick .OK 8
De instellingen worden opgeslagen.
231
NEDERLANDS
TIM – Traf c Information
Memory
Het apparaat is uitgerust met een digitaal
spraakgeheugen, waarmee maximaal vier
verkeersberichten automatisch worden
vastgelegd. De maximale lengte voor vast-
gelegde berichten is vier minuten.
Bij ingeschakelde TIM-functie worden alle
verkeersberichten, welke twee uur na het
laatste keer uitschakelen van het apparaat
zijn ontvangen, vastgelegd. Daarnaast kunt
u twee vaste tijden (timer) instellen. Alle
verkeersberichten worden vastgelegd die
30 minuten vóór en 90 minuten na de in-
gestelde tijd via de gekozen verkeersinfor-
matiezender is uitgezonden. Deze functie
is met name nuttig wanneer u uw auto op
vaste tijden gebruikt.
Wanneer het laatste bericht ouder is dan
zes uur, worden alle berichten gewist.
Wanneer tijdens de TIM-weergave een
nieuwe verkeersbericht wordt ontvangen,
dan wordt de weergave afgebroken en het
nieuwe bericht vastgelegd.
Kans op beschadiging van de
elektrische antenne in een auto-
wasstraat. Een automatische elektri-
sche antenne blijft uitgeschoven wan-
neer TIM is geactiveerd en u het appa-
raat uitschakelt. In een autowasstraat
kunnen door uit uitgeschoven antenne
beschadigingen worden veroorzaakt.
Lees hiervoor het gedeelte "TIM uitscha-
kelen".
TIM in-/uitschakelen
Bij een ingeschakelde autoradio kunt u de
TIM-functie in- resp. uitschakelen.
Houdt in bij radioweergave de toets
TUNER = langer dan twee seconden
ingedrukt.
Het TIMPLAY-menu wordt weergegeven.
Wanneer verkeersberichten worden vast-
gelegd, wordt de laatste melding weerge-
geven. De meest actuele melding heeft
nummer "TIM1". In de bovenste regel van
het display word de zendernaam/frequen-
tie en in de onderste regel het tijdstip van
de registratie weergegeven.
Naast de bovenste beide sneltoetsen op
beide pagina's van het display wordt "TIM"
en het nummer van de bericht weergege-
ven.
Wanneer geen meldingen zijn vastgelegd,
wordt kort "NO TIM" op het display weer-
gegeven.
TIM uitschakelen
Wanneer u TIM wilt uitschakelen,
houdt in bij radioweergave de toets
TUNER = langer dan twee seconden
ingedrukt.
Het TIMPLAY-menu wordt weergegeven.
Drukt u op de toets NEXT .4
Het TIMSET-menu wordt weergegeven.
Druk zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "TIM ON" tot-
dat "TIM RECORD OFF" op het display
wordt weergegeven.
Drukt u op de toets TUNER = of de
Joystick .OK 8
De instellingen worden opgeslagen.
TIM – Traf c Information Memory
232
Opmerking:
Wanneer u het apparaat langer dan
72 uur niet inschakelt, wordt de TIM-
functie automatisch uitgeschakeld.
TIM inschakelen
Wanneer u TIM weer wilt inschakelen,
houdt in bij radioweergave de toets
TUNER = langer dan twee seconden
ingedrukt.
Het TIMPLAY-menu wordt weergegeven.
Drukt u op de toets NEXT .4
Het TIMSET-menu wordt weergegeven.
Druk zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "TIM ON" totdat
"TIM RECORD ON" op het display wordt
weergegeven.
Drukt u op de toets TUNER = of de
Joystick .OK 8
De instellingen worden opgeslagen.
Opmerking:
Na het uitschakelen van het apparaat
met het contact van het voertuig of de
toets 1 wordt kort de actuele toe-
stand "TIM ON" resp. "TIM OFF" op het
display weergegeven.
Opgeslagen verkeersberichten
a uisteren
Om de opgeslagen verkeersberichten af te
kunnen luisteren,
houdt in bij radioweergave de toets
TUNER = langer dan twee seconden
ingedrukt.
Het TIMPLAY-menu wordt weergegeven.
Wanneer verkeersberichten worden vast-
gelegd, wordt de laatste melding weergege-
ven. De meest actuele melding heeft num-
mer "TIM1". In de bovenste regel van het
display word de zendernaam/frequentie
en daaronder het tijdstip van de registratie
weergegeven. Na het eerste bericht worden
alle volgende berichten in oplopende volg-
orde weergegeven.
Wanneer geen meldingen zijn vastgelegd,
wordt kort "NO TIM AVAILABEL" op het dis-
play weergegeven.
Na de laatste melding wordt teruggescha-
keld naar de vorige weergavesoort.
Wanneer u terug wilt keren naar radioweer-
gave, zonder alle eerdere meldingen te be-
luisteren,
drukt u op de toets TUNER = of de
Joystick .OK 8
TIM-bericht kiezen
Naast de bovenste beide sneltoetsen op
beide pagina's van het display wordt "TIM"
en het nummer van de bericht weergege-
ven.
Wanneer u een van de weergegeven berich-
ten wilt beluisteren, zonder de andere be-
richten te beluisteren:
drukt u op de sneltoets 5 met de be-
treffende display-aanduiding "TIM1",
"TIM2", "TIM3" of "TIM4".
Vastleggen van
verkeersberichten
Bij een ingeschakeld apparaat worden ver-
keersberichten automatisch vastgelegd,
wanneer een verkeersinformatiezender
wordt ontvangen en de voorrang voor ver-
keersberichten is ingeschakeld.
TIM – Traf c Information Memory
233
NEDERLANDS
Wanneer u naar een zender luistert die zelf
geen verkeersinformatie uitzendt en het
apparaat bij ingeschakelde TIM-functie uit-
schakelt, wordt automatisch naar een Ver-
keersinformatiezender gezocht.
Timer instellen
Wanneer TIM is ingeschakeld, worden de
verkeersberichten van een ingestelde ver-
keersinformatiezender na het uitschakelen
van het apparaat gedurende 2 uur vastge-
legd. Daarnaast kunt u twee timers instel-
len, welke 30 minuten vóór en 90 minuten
na de ingestelde tijd alle verkeersinforma-
tie registreert. De timer richt zich daarbij op
de systeemtijd. Hoe u de systeemtijd instelt
kunt u lezen in hoofdstuk "Clock – Kloktijd".
Om een timer in te stellen,
houdt in bij radioweergave de toets
TUNER = langer dan twee seconden
ingedrukt.
Het TIMPLAY-menu wordt weergegeven.
Drukt u op de toets NEXT .4
Het TIMSET-menu wordt weergegeven.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "TIMER1" voor de eer-
ste of "TIMER2" voor de tweede timer.
Op het display wordt de ingestelde tijd
weergegeven, de uren knipperen.
Beweeg de Joystick naar boven of 8
naar beneden en stel het uur in.
Beweeg de Joystick naar rechts en 8
wijzig zo de invoerpositie.
De minuten knipperen.
Beweeg de Joystick naar boven of 8
beneden en stel zo de minuten in.
Om de instellingen op te slaan,
drukt u op de toets TUNER = of de
Joystick .OK 8
De instellingen worden opgeslagen.
Bij geactiveerde TIM is een aan-
gesloten elektrische antenne
uitgeschoven.
Opmerking:
Schakel, voordat u een wasstraat in-
rijdt absoluut TIM uit. Lees daarvoor
de paragraaf " TIM uitschakelen" in dit
hoofdstuk.
Timer kiezen
Nadat u de timer heeft ingesteld, kunt u kie-
zen tussen de beide timers. De timer die u
als laatste heeft ingesteld is steeds actief.
Om een timer te kiezen,
houdt in bij radioweergave de toets
TUNER = langer dan twee seconden
ingedrukt.
Het TIM PLAY-menu wordt weergegeven.
Drukt u op de toets NEXT .4
Het TIMSET-menu wordt weergegeven.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "TIMER1" om de eer-
ste of "TIMER2" om de tweede timer te
kiezen.
Drukt u op de toets TUNER = of de
Joystick .OK 8
De instellingen worden opgeslagen.
TIM – Traf c Information Memory
234
Verkeersinformatie
Dit apparaat is uitgerust met een RDS-EON-
ontvanger. Onder EON (E Onhanced ther
Network) verstaat men de overdracht van
zenderinformatie binnen een zenderketen.
In het geval van een verkeersbericht (TA)
wordt binnen de zenderketen automatisch
overgeschakeld van een zender zonder ver-
keersinformatie naar de desbetreffende
zender met verkeersinformatie van de zen-
derketen.
Na het verkeersbericht wordt het eerder be-
luisterde programma weer ingeschakeld.
Voorrang voor verkeers-
informatie in- uitschakelen
Drukt u in de radioweergave op de toets
TUNER .=
Het radio-functiemenu wordt op het display
weergegeven.
Druk zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "TRAFFIC", tot
de gewenste instelling "TRAFFIC INFO
ON" resp. "TRAFFIC INFO OFF" wordt
weergegeven.
Opmerking:
Tijdens doorgifte van een verkeersbe-
richt wordt het TA-menu weergegeven.
Om het actuele verkeersbericht te onder-
breken,
druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "TA EXIT".
Wanneer u de voorrang voor verkeersinfor-
matie in het algemeen wilt uitschakelen,
druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "TA OFF".
Opmerkingen:
U hoort een waarschuwingstoon:
wanneer u bij het beluisteren van
een zender met verkeersinformatie
het uitzendgebied daarvan verlaat.
wanneer u bij het beluisteren van
een CD het uitzendgebied van de in-
gestelde verkeersinformatiezender
verlaat en de daarop volgende auto-
matische zoekdoorloop geen nieuwe
verkeersinformatiezender vindt.
wanneer u van een zender met ver-
keersinformatie wisselt naar een
zender zonder verkeersinformatie.
Schakel dan ofwel de voorrang voor
verkeersinformatie uit of stel een zen-
der met verkeersinformatie in.
Volume voor verkeersinformatie
instellen
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de Dis-
play-aanduiding "VOLUME".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "TRAFFIC".
Stel het gewenste volume in met de
volumeregelaar .2
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
Verkeersinformatie
235
NEDERLANDS
CD-weergave
U kunt met dit apparaat gangbare audio CD's
met een diameter van 12 cm afspelen.
Zogenaamde CD-R's en CD-RW's ("zelf ge-
brande" CD's) kunnen in de regel worden
afgespeeld. Vanwege de verschillende kwa-
liteit van onbeschreven CD's kan Blaupunkt
geen garantie geven voor een optimaal
functioneren.
Voor optimaal functioneren moet u alleen
CD's gebruiken met het Compact-Disc-logo.
Er kunnen afspeelmoeilijkheden ontstaan
bij CD's met kopieerbeveiliging. Blaupunkt
kan het goed functioneren van CD's met ko-
pieerbeveiliging niet garanderen.
Gevaar voor vernieling
van de CD-speler!
Single-CD's met een doorsnede van
8 cm en CD's met contouren (Shape
CD's) mogen niet worden gebruikt.
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid
voor beschadigingen aan de CD-speler
door ongeschikte CD's.
CD-weergave starten,
CD plaatsen
Wanneer er nog geen CD in de speler zit,
druk op toets .7
Het bedieningspaneel wordt naar voren ge-
opend.
Plaats de CD met de bedrukte zijde bo-
ven in de CD-opening.
De CD wordt naar binnen in de CD-speler
getransporteerd.
Het transport van de CD mag niet worden
gehinderd of geholpen.
Het bedieningspaneel wordt automatisch
gesloten.
Het CD-menu wordt weergegeven of de CD-
weergave begint.
Wanneer er reeds een CD in de apparaat
zit,
druk dan zo vaak op toets SOURCE <
totdat "CD" weergave op het display
verschijnt.
Het CD-menu wordt weergegeven, de weer-
gave start op de plek waarop deze werd on-
derbroken.
CD verwijderen
Druk op toets .7
Het bedieningspaneel wordt naar voren ge-
opend, de CD wordt uitgeschoven.
Verwijder de CD voorzichtig.
Druk op toets .7
Het bedieningspaneel wordt gesloten.
Titel kiezen
Beweeg de Joystick 8 in een richting
(boven en rechts voor de volgende
resp. naar beneden en links voor de
vorige titel), tot het nummer van de ge-
wenste titel op het display wordt weer-
gegeven.
Wanneer de Joysticks 8 één keer naar be-
neden of naar links wordt gedrukt, wordt de
actuele titel opnieuw gestart.
CD-weergave
236
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)
Voor een snelle zoekdoorloop achterwaarts
resp. voorwaarts,
houdt u de Joystick 8 in een richting
(naar boven en rechts voor vooruit,
resp. naar onderen en links voor ach-
teruit) gedrukt, totdat de snelle zoekd-
oorloop wordt gestart.
Willekeurige weergave van de
titels (MIX)
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "MIX".
"MIX CD" wordt kort op het display weer-
gegeven. De volgende titel die wordt afge-
speeld, wordt willekeurig gekozen.
MIX beëindigen
Druk opnieuw op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "MIX".
"MIX OFF" verschijnt kort op het display.
Titels herhalen (REPEAT)
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "REPEAT".
"REPEAT TRACK" wordt kort op het display
weergegeven. De titel wordt herhaald tot-
dat REPEAT wordt gedeactiveerd.
Repeat beëindigen
Druk opnieuw op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "REPEAT".
"REPEAT OFF" wordt kort op het display
weergegeven. De weergave wordt normaal
voortgezet.
Titels kort weergeven (SCAN)
U kunt de titels van de CD kort laten weer-
geven.
Houd de Joystick langer dan OK 8
twee seconden ingedrukt.
De volgende titels van de CD worden in op-
lopende volgorde afgespeeld.
Opmerking:
De duur van het fragment is instelbaar.
Lees voor de instelling van de duur van
het fragment het gedeelte "Duur van
het fragment instellen" in het hoofdstuk
"Radioweergave".
Scan beëindigen, titel verder
beluisteren
Voor beëindigen van de scan-mode,
druk op de Joystick OK .8
De actueel weergegeven titel wordt verder
afgespeeld.
CD-tekst tonen
Sommige CD's zijn voorzien van zgn. CD-
tekst. De CD-tekst kan de naam van de ar-
tiest, het album of de titel bevatten.
U kunt de CD-tekst bij elke titelwisseling op
de onderste regel van het display als licht-
kranttekst laten weergeven.
Wanneer de geplaatste CD geen CD-tekst
bevat, wordt bij ingeschakelde CD-tekst kort
"NO TEXT" op het display weergegeven.
CD-tekst in-/uitschakelen
Druk zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "TEXT" totdat
"TEXT ON" resp. "TEXT OFF" op het dis-
play weergegeven wordt.
CD-weergave
237
NEDERLANDS
Lichtkrant instellen
U kunt de CD-tekst op de onderste regel van
het display als lichtkranttekst laten weerge-
ven.
CD-lichtkrant in-/uitschakelen
Druk zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "SCROLL", tot
de gewenste instelling "SCROLL ON"
(lichtkrachttekst ingeschakeld) resp.
"SCROL OFF" wordt weergegeven.
Verkeersinformatie tijdens CD-
weergave
Druk zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "TRAFFIC", tot
de gewenste instelling "TRAFFIC INFO
ON" resp. "TRAFFIC INFO OFF" wordt
weergegeven.
MP3-weergave
U kunt met uw radio MP3-bestanden van
een MMC/SD (MultiMedia-Card/Secure
Digital) of van een CD-R/CD-RW afspelen.
U kunt de MMC/SD's, die u op de Bremen
MP76 wilt afspelen met een standaard
MMC/SD lees- en schrijfapparaat en uw PC
met data beschrijven.
Voorbereiding van de MP3-CD
Door de combinatie van CD-writer, CD-
schrijfsoftware en onbeschreven CD kun-
nen problemen optreden bij de weergave
van de CD's. Wanneer er problemen optre-
den met zelfgebrande CD's, dient u over te
schakelen op een ander merk of een andere
kleur basis-CD's.
De opmaak van de CD moet ISO 9660 Level
1, Level 2 of Joliet zijn. Alle andere soor-
ten kunnen niet betrouwbaar worden afge-
speeld.
Vermijd multisessies. Wanneer u op de CD
meer dan één sessie schrijft, wordt slechts
de eerste sessie herkend.
U kunt op een CD maximaal 127 directories
aanmaken. Deze directories kunnen met dit
apparaat afzonderlijk worden gekozen.
In elke directory kunnen zich weer tot maxi-
maal 254 afzonderlijke Titels (Tracks) en
subdirectories bevinden, welke afzonder-
lijke geselecteerd kunnen worden. De di-
rectorystructuur mag maximaal 8 niveaus
diep zijn.
CD-weergave MP3-weergave
238
D01
D02
T001
T005
T004
T003
T002
D03
T001
T006
T005
T004
T003
T002
T011
T007
T008
T009
T010
D04
T001
T006
T005
T004
T003
T002
A
B
A Directory
B Titel · Bestanden
U kunt elke directory met de pc een naam
geven. De naam van de directory kan op het
display van het apparaat worden weergege-
ven. Geef de directory's en titels namen vol-
gens de werkwijze van uw CD-schrijfsoft-
ware. Opmerkingen daarvoor vindt u in de
handleiding van de software.
Opmerking:
U dient bij het benoemen van de direc-
tories en titels geen trema's en speciale
symbolen te gebruiken.
Wanneer u waarde hecht aan een cor-
recte volgorde van uw bestanden, moet u
schrijfsoftware gebruiken die de bestan-
den op alfanumerieke volgorde rangschikt.
Wanneer uw software niet over deze functie
beschikt, kunt u de bestanden ook handma-
tig sorteren. Daarvoor moet u voor iedere
bestandsnaam een nummer, bijv. "001",
"002", enz. plaatsen. Daarbij moeten ook
de voorafgaande nullen worden ingevoerd.
MP3-titels kunnen extra informatie bevat-
ten, zoals uitvoerende, titel en album (ID3-
tag). Dit apparaat kan ID3-tags van versie 1
op het display weergeven.
Voor het gebruik van MP3-bestanden met
dit apparaat moeten de MP3-bestanden de
extensie ".MP3" hebben.
Opmerkingen:
Om ongestoorde weergave te garande-
ren,
probeer niet om andere bestanden
dan MP3-bestanden te voorzien van
de extensie ".MP3" en deze vervol-
gens af te spelen!
Gebruik geen "gemengde" CD's met
niet-MP3-bestanden en MP3-titels.
Gebruik geen mix-mode-CD's met
CD-audiotitels en MP3-titels.
MMC/SD plaatsen/verwijderen
De MMC/SD-opening bevindt zich on->
der het afneembare bedieningspaneel,
rechts naast de contacten. Voor het plaat-
sen/verwijderen van een MMC/SD moet u
het bedieningspaneel afnemen. Lees daar-
voor het hoofdstuk "Afneembaar bedie-
ningspaneel".
Opmerkingen:
Blaupunkt kan het optimaal func-
tioneren van alle op de markt ver-
krijgbare MMC-/SD-kaarten niet
garanderen en beveelt daarom aan,
MMC-/SD-kaarten van "SanDisk" of
"Panasonic" te gebruiken. Deze mo-
MP3-weergave
239
NEDERLANDS
gen een maximale capaciteit hebben
van 512 MByte, omdat bij grotere
opslagcapaciteiten de werking niet
altijd kan worden gewaarborgd. De
kaarten moeten zijn geformatteerd
in een FAT16 bestandssysteem en
MP3 bestanden bevatten.
Voor een optimale toegang tot MMC/
SD dient u maximaal 20 directories
en maximaal 200 bestanden op een
MMC/SD op te slaan.
MMC/SD plaatsen
Verwijder het bedieningspaneel.
Schuif de MMC/SD met de bedrukte
kant naar boven en de contacten eerst
in de MMC/SD-opening , totdat de >
MMC/SD voelbaar vergrendelt.
Breng het bedieningspaneel weer aan.
MMC/SD verwijderen
Verwijder het bedieningspaneel.
Schuif de MMC/SD voorzichtig in de
opening > totdat u een lichte weer-
stand voelt.
De MMC/SD is nu ontgrendeld.
Trek de MMC/SD voorzichtig uit de ope-
ning.
Breng het bedieningspaneel weer aan.
MMC/SD-weergave starten
Druk zo vaak op de Source toets <,
totdat "MMC" op het display verschijnt.
De weergave begint met de eerste titel die
het apparaat herkent.
MP3-weergave van CD starten
De MP3-weergave vanaf CD wordt gestart
zoals de normale CD-weergave. Lees voor
het plaatsen de paragraaf "CD-weergave
starten/CD plaatsen" in het hoofdstuk "CD-
weergave".
Druk zo vaak op de Source toets <
totdat, "MP3" op het display wordt
weergegeven
De weergave begint met de eerste titel die
het apparaat herkent.
Bediening tijdens MP3-weergave
Uit directorylijst kiezen
U kunt een lijst laten weergeven van alle di-
rectories van de geplaatste CD of MMC/SD
en eenvoudig daaruit kiezen. De directories
worden met de namen weergegeven die u
bij het branden van de CD, resp. bij het ma-
ken van de MMC/SD heeft vastgelegd.
Druk tijdens de MP3-weergave op de
toets .NEXT 4
De titellijst van de actuele directory wordt
weergegeven.
Duw de Joystick 8 naar links of rechts
om naar de directorylijst te gaan.
Druk de Joystick 8 naar boven of naar
beneden om in de lijst te "bladeren".
Wanneer u een directory uit de lijst wilt
kiezen, plaats dan de invoermarkering
op de gewenste directory en druk de
Joystick .OK 8
De lijst met titels uit de gekozen directory
wordt weergegeven.
Verplaats de invoermarkering op de
gewenste titel en druk op de Joystick
OK .8
MP3-weergave
240
Druk op de toets NEXT 4 om het MP3-
hoofdmenu opnieuw weer te geven.
Directory met de Joystick kiezen
Om op- of neerwaarts naar een andere di-
rectory te gaan;
druk de Joystick 8 zo vaak naar boven
resp. onderen totdat het nummer van
de gewenste directory in de bovenste
regel van het display wordt weergege-
ven.
Opmerking:
Alle directory's die geen MP3-bestan-
den bevatten, worden automatisch
overgeslagen. Wanneer u bijvoorbeeld
luistert naar een titel uit directory D01
en met de Joystick de volgende di-8
rectory kiest, dan wordt de directory
D02, welke geen MP3-titel bevat (zie
afbeelding), overgeslagen en D03 af-
gespeeld. De weergave op het display
verandert dan automatisch van "D02"
naar "D03".
Titel kiezen
Titel uit titellijst kiezen
U kunt een lijst van alle titels van de actuele
directory laten weergeven en gemakkelijk
daaruit een titel kiezen.
Druk om de titellijst weer te geven op
de toets .NEXT 4
Druk de Joystick 8 naar boven of
naar beneden om in de titellijst te "bla-
deren".
Wanneer u een titel uit de lijst wilt kie-
zen, plaats dan de invoermarkering op
de gewenste titel en druk op de Joy-
stick OK .8
Druk op de toets NEXT 4 om het MP3-
hoofdmenu opnieuw weer te geven.
Titel met de Joystick kiezen
Om op- of neerwaarts naar een andere titel
van de actuele directory te gaan,
beweeg de Joystick naar rechts 8
voor de volgende, resp. naar links voor
de vorige titel, tot het nummer van de
gewenste titel op het display wordt
weergegeven.
Wanneer de Joysticks 8 één keer naar
links wordt gedrukt, wordt de actuele titel
opnieuw gestart.
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)
Voor een snelle zoekdoorloop achterwaarts
resp. voorwaarts,
houdt de Joystick 8 naar links, resp.
naar rechts gedrukt tot de snelle zoekd-
oorloop achteruit resp. vooruit begint.
MP3-weergave
241
NEDERLANDS
Titels kort weergeven (SCAN)
U kunt alle titels van de CD/SD/MMC kort
laten weergeven.
Houd de Joystick langer dan OK 8
twee seconden ingedrukt.
De volgende titels van de CD/SD/MMC wor-
den in oplopende volgorde afgespeeld.
Opmerking:
De duur van het fragment is instelbaar.
Lees voor de instelling van de duur van
het fragment het gedeelte "Duur van
het fragment instellen" in het hoofdstuk
"Radioweergave".
Scan beëindigen, titel verder
beluisteren
Voor beëindigen van de scan-mode,
Druk op de Joystick OK .8
De actueel weergegeven titel wordt verder
afgespeeld.
Titels in willekeurige volgorde
weergeven (MIX)
Om de titels van de actuele directory in wil-
lekeurige volgorde te laten weergeven,
druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "MIX".
Op het display wordt "MIX DIR" weergege-
ven.
Om de titels van alle directories van een ge-
plaatste MP3-CD/SD/MMC in willekeurige
volgorde te laten weergeven,
druk opnieuw op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "MIX".
Op het display verschijnt "MIX CD/SD/
MMC".
MIX beëindigen
Om MIX te beëindigen,
druk zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "MIX" totdat
"MIX OFF" op het display wordt weer-
gegeven.
Losse titels of hele directories
herhaald afspelen (REPEAT)
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "REPEAT".
"REPEAT TRACK" wordt kort op het display
weergegeven.
Om de hele directory herhaald te laten af-
spelen,
druk opnieuw op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "REPEAT".
"REPEAT DIR" wordt kort op het display
weergegeven.
Repeat beëindigen
Om het herhalen van de actuele titel resp.
de actuele directory te beëindigen,
drukt u zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "REPEAT" tot-
dat "REPEAT OFF" kort op het display
wordt weergegeven.
Displayweergave instellen
U heeft verschillende mogelijkheden de na-
men van de artiesten, de titels en de albums
(ID3-Tag) resp. de directories en het be-
stand te laten weergeven. De informatie uit
de ID3-Tag (Album, artiest en titel) kunnen
alleen worden weergegeven wanneer deze
bij het maken van de CD resp. het MP3-be-
stand zijn opgeslagen.
MP3-weergave
242
Tijdens de weergave wordt in de bovenste
regel van het display altijd de titel weerge-
geven. Daarbij wordt de titel na het wisse-
len van titel eenmaal als lichtkrant weerge-
geven en vervolgens eventueel tot 16 posi-
ties afgekort en weergegeven.
Opmerking:
Wanneer de titelnaam uit de ID3-tag
niet beschikbaar is, wordt de bestands-
naam weergegeven.
Voor de onderste regel van het display (in-
foregel) kunt u kiezen uit de weergave van
verschillende informatie.
Informatie in inforegel kiezen
In de onderste regel van het display (info-
regel) kunt u tussen de verschillende MP3-
informatie kiezen zoals titel, artiest, album
of directory-nummer (DIR) resp. bestands-
naam.
Druk net zo vaak op de sneltoets 5
met de display-aanduiding "INFO", tot
de gewenste info in de onderste regel
op het display wordt weergegeven.
Opmerking:
Wanneer de informatie over artiest,
titel en album niet als ID3-tag beschik-
baar is, kan deze ook niet worden ge-
kozen.
Alle informatie van een bestand één
maal laten weergeven.
Om alle beschikbare informatie van een ti-
tel, alsmede de naam van de directory en
het bestand één maal als lichtkrant te laten
weergeven,
drukt u op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "SHOW ALL".
De informatie wordt, voor zover beschik-
baar, in de inforegel één maal als lichtkrant
weergegeven. Tijdens de weergave knip-
pert "SHOW ALL" op het display.
Lichtkrant instellen
U kunt kiezen of de weergave, die u onder
"informatie in inforegel kiezen" heeft in-
gesteld, als lichtkrant ("SCROLL ON") of
slechts één maal ("SCROLL OFF") op het
display wordt weergegeven.
Druk zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "SCROLL" tot-
dat de gewenste instelling wordt weer-
gegeven.
U kunt alle titels van de CD/SD/MMC kort
laten weergeven.
Houd de Joystick langer dan OK 8
twee seconden ingedrukt.
De volgende titels worden in oplopende
volgorde afgespeeld.
Opmerking:
De duur van het fragment is instelbaar.
Lees voor de instelling van de duur van
het fragment het gedeelte "Duur van
het fragment instellen" in het hoofdstuk
"Radioweergave".
MP3-weergave
243
NEDERLANDS
of
drukt u de Joystick 8 zo vaak naar
boven resp. naar onderen tot het num-
mer van de gewenste CD op het display
wordt weergegeven.
Titel kiezen
Om op- of neerwaarts naar een andere titel
van de actuele CD te gaan,
drukt u de Joystick 8 zo vaak naar
links resp. naar rechts tot het nummer
van de gewenste titel op het display
wordt weergegeven.
Wanneer u de Joystick eenmaal naar 8
links drukt, wordt de actuele titel opnieuw
gestart.
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)
Voor een snelle zoekdoorloop voorwaarts
resp. achterwaarts,
houdt de Joystick 8 naar links, resp.
naar rechts gedrukt tot de snelle zoekd-
oorloop achteruit resp. vooruit begint.
Titels kort weergeven (SCAN)
U kunt de titels van de CD kort laten weer-
geven.
Houd de Joystick langer dan OK 8
twee seconden ingedrukt.
De volgende titels van de CD worden in op-
lopende volgorde afgespeeld.
Opmerking:
De duur van het fragment is instelbaar.
Lees voor de instelling van de duur van
het fragment het gedeelte "Duur van
het fragment instellen" in het hoofdstuk
"Radioweergave".
CD-wisselaar-weergave
(optie)
Welke CD-wisselaars/Compact Drive MP3's
met dit apparaat gebruikt kunnen worden,
kunt u vinden in hoofdstuk "Toebehoren"
van deze handleiding of via uw Blaupunkt-
vakhandel.
Opmerking:
Informatie over de behandeling van
CD's, het plaatsen van CD's en voor de
bediening van de CD-wisselaar vindt u
in de gebruiksaanwijzing van uw CD-
wisselaar.
Weergave van CD-wisselaar
starten
Druk zo vaak op de toets SOURCE <
totdat het CD-wisselaar-menu wordt
weergegeven.
De weergave wordt voortgezet op die plek
waar deze werd onderbroken. Wanneer het
magazijn uit de CD-wisselaar is genomen en
weer is geplaatst, wordt eerst het CD-maga-
zijn "gescand", de weergave begint dan met
de eerste titel van de eerste CD die de wis-
selaar herkend.
CD kiezen
Om op- of neerwaarts naar een andere CD
te gaan,
drukt u op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding van de gewenste CD
(CD1 - CD10). Wissel eventueel m.b.v.
de sneltoets 5 met de display-aandui-
ding "NEXT" resp. "PREVIOUS" tussen
de "pagina's" van de CD-wisselaar-ba-
sismenu's
Weergave van CD-wisselaar
244
Scan beëindigen, titel verder
beluisteren
Voor beëindigen van de scan-mode,
druk op de Joystick OK .8
De actueel weergegeven titel wordt verder
afgespeeld.
Losse titels of hele CD's herhaald
afspelen (REPEAT)
Om de actuele titel herhaaldelijk af te laten
spelen,
drukt u op de toets NEXT .4
Het CD-wisselaar-functiemenu wordt weer-
gegeven.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "REPEAT".
"REPEAT TRACK" wordt kort op het display
weergegeven.
Om de hele CD herhaald te laten afspelen,
drukt u, terwijl het CD-wisselaar-func-
tiemenu wordt weergegeven, opnieuw
op de sneltoets 5 met de display-aan-
duiding "REPEAT" .
In het display verschijnt kort "REPEAT CD".
Repeat beëindigen
Om het herhalen van de actuele CD te be-
eindigen;
drukt u, terwijl het CD-wisselaar-func-
tiemenu wordt weergegeven, zo vaak
op de sneltoets 5 met de display-
aanduiding "REPEAT" totdat "REPEAT
OFF" kort op het display wordt weer-
gegeven.
Titels in willekeurige volgorde
weergeven (MIX)
Om de titels van de actuele CD in willekeu-
rige volgorde weer te geven,
drukt u op de toets NEXT .4
Het CD-wisselaar-functiemenu wordt weer-
gegeven.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "MIX".
"MIX CD" wordt op het display weergegeven.
Om alle titels van alle geplaatste CD's in
willekeurige volgorde weer te geven,
Druk opnieuw op de sneltoets 5
met de display-aanduiding "MIX".
"MIX ALL" wordt op het display weergegeven.
MIX beëindigen
Om MIX te beëindigen,
druk zo vaak op de sneltoets 5 met de
display-aanduiding "MIX" totdat "MIX OFF"
kort op het display wordt weergegeven.
CD's een naam geven
Voor een betere herkenning van uw CD's
biedt de autoradio u de mogelijkheid indi-
viduele namen toe te kennen voor 99 CD's
(niet met Compact Drive MP3). De namen
mogen maximaal zeven tekens lang zijn.
Wanneer u meer dan 99 namen probeert te
geven, verschijnt op het display de aandui-
ding "FULL".
CD-naam invoeren/veranderen
Beluister de CD, waaraan u een naam
wilt toekennen.
Drukt u op de toets NEXT .4
Het CD-wisselaar-functiemenu wordt weer-
gegeven.
Weergave van CD-wisselaar
245
NEDERLANDS
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "CD NAME".
In de bovenste regel van het display wordt
de actuele naam van de CD weergegeven.
Wanneer u de aan de CD nog geen naam
heeft toegekend, worden zeven lage streep-
jes "_" weergegeven.
Druk op de sneltoets 4 met de dis-
play-aanduiding "EDIT".
U bevindt zich nu in de edit-modus. De eer-
ste invoerpositie knippert.
Beweeg de Joystick naar boven of 8
beneden en kies zo uw teken. Wanneer
een positie vrij moet blijven, kiest u een
underscore.
Beweeg de Joystick 8 naar links of
rechts en wijzig zo de invoerpositie.
Druk voor het opslaan van de naam op
de Joystick .OK 8
CD-naam wissen
Beluister de CD waarvan u de naam wilt
wissen.
Drukt u op de toets NEXT .4
Het CD-wisselaar-functiemenu wordt weer-
gegeven.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "CD NAME".
Houd de sneltoets 5 met de display-
aanduiding "CLEAR CD" langer dan
twee seconden ingedrukt.
De CD-naam wordt gewist.
Alle CD-namen wissen
Beluister een CD.
Drukt u op de toets NEXT .4
Het CD-wisselaar-functiemenu wordt weer-
gegeven.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "CD NAME".
Houd de sneltoets 5 met de display-
aanduiding "CLEAR ALL" langer dan
twee seconden ingedrukt.
De CD-namen worden gewist.
Weergave van CD-wisselaar
246
Clock – Kloktijd
KIoktijd instellen
De kloktijd kan automatisch via het RDS-
signaal worden ingesteld. Wanneer geen
zender welke deze functie ondersteund kan
worden ontvangen, kunt u de kloktijd ook
handmatig instellen.
Kloktijd automatisch laten instellen
Om de kloktijd automatisch te laten instel-
len,
Drukt u op de toets MENU . 9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "CLOCK".
druk zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "AUTOSYNC"
totdat "AUTOSYNC ON" op het display
wordt weergegeven.
"AUTOSYNC ON" betekent dat de kloktijd
automatisch via het RDS-signaal wordt in-
gesteld.
Kloktijd handmatig instellen
Om de kloktijd in te stellen, drukt u op
de toets .MENU 9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "CLOCK".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "TIME".
In de bovenste regel van het display worden
de uren en minuten weergegeven. De uren
knipperen.
Stel de uren in door de Joystick 8
naar boven of beneden te bewegen.
Om de minuten in te stellen,
drukt u de Joystick 8 naar rechts.
De minuten knipperen.
Stel de minuten in door de Joystick 8
naar boven of beneden te bewegen.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Datum instellen
Om de datum in te stellen,
drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "CLOCK".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "DATE".
In de bovenste regel van het display worden
het jaar (YY), de maand (MM) en de dag
(DD) weergegeven.
De invoerpositie voor het jaar knippert.
Stel het jaar in (bijv. "06" voor 2006)
door de Joystick naar boven of be-8
neden te bewegen.
Druk de Joystick 8 naar rechts om
de invoerpositie te verplaatsen naar de
maand.
Stel de maand in door de Joystick 8
naar boven of beneden te bewegen.
Druk de Joystick 8 naar rechts om
de invoerpositie te verplaatsen naar de
dag.
Stel de dag in door de Joystick naar 8
boven of beneden te bewegen.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Clock – Kloktijd
247
NEDERLANDS
Kloktijd continu op het display
weergeven
U kunt bij een uitgeschakeld apparaat en
ingeschakeld contact de tijd op het display
van het apparaat laten weergeven.
Drukt u op de toets MENU . 9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "CLOCK".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "OFFCLOCK".
"SHOW CLOCK", betekent dat de tijd wordt
weergegeven, "HIDE CLOCK" betekent dat
de tijd niet wordt weergegeven.
DSA Max –
Digital Sound Adjustment
Dit apparaat is voorzien van een regeling
voor digitale klankinmeting (DSA-Digital
S Aound djustment).
Hiervoor kunt u beschikken over drie zel n-
stellende gebruiker-equalizers (EQ1, EQ2
en EQ3). Elke gebruiker-equalizer bestaat
uit een gra sche 27-bands equalizer.
Voor elke gebruiker-equalizer staat steeds
vier kanalen (voor rechts/links en achter
rechts/links) ter beschikking.
De equalizers EQ1 - EQ3 kunnen m.b.v. de
meegeleverde inmeetmicrofoon automa-
tisch worden ingemeten.
De automatisch bepaalde waarden van de
gra sche equalizer kunnen ook handmatig
worden gewijzigd.
Voor een verdere klankoptimalisatie kunt u
daarnaast beschikken over een dynamische
rijgeluidmaskering (DNC), diverse voorin-
stellingen voor muziekstijllen (Preset EQ),
podiumeffecten en klankkleureffecten.
DSA in-/uitschakelen
DSA uitschakelen
Om de volledige equalizer uit te schakelen,
houd toets AUDIO : langer dan twee
seconden ingedrukt.
In het display wordt het DSA-menu ge-
toond.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "OFF".
"DSA OFF" wordt op het display weergege-
ven.
Clock – Kloktijd DSA Max – Equalizer
248
Opmerking:
U kunt elke module van de equalizer (ge-
bruiker-EQ, klank-voorinstelling, DNC,
podiumeffect en klankkleureffect) in
het betreffende menu afzonderlijk in-
en uitschakelen.
DSA inschakelen
Om de equalizer weer in te schakelen,
houd toets AUDIO : langer dan twee
seconden ingedrukt.
In het display wordt het DSA-menu ge-
toond.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "USER EQ".
Kies een equalizer-instelling.
Equalizer automatisch inregelen
U kunt voor drie verschillende situaties
elektronische inmetingen uitvoeren en op-
slaan (niet mogelijk wanneer Crossover is
ingesteld), bijv.:
EQ 1 alleen voor bestuurder
EQ 2 voor bestuurder en passagier
EQ 3 voor en achter passagiers
Tijdens de inmeting houdt u de microfoon
op de betreffende positie.
De positie van de inmeetmicrofoon voor de
situatie 1 (Voorbeeld alleen bestuurder) is
direct ter hoogte van het hoofd van de be-
stuurder, ca. 10 cm naast het rechter oor.
Voor situatie 2 moet de inmeetmicrofoon
op hoofdhoogte tussen bestuurder en bij-
rijder worden gepositioneerd.
Voor situatie 3 moet u de inmeetmicrofoon
in het midden van de voertuigruimte (links/
rechts, voor/achter) op hoofdhoogte posi-
tioneren.
Voor de inmeting moet een absoluut rustige
omgeving beschikbaar zijn. Externe gelui-
den verstoren de meting. Ramen deuren
en schuifdak moeten tijdens de inmeting
gesloten zijn. U moet daarbij op de bestuur-
dersstoel zitten.
Opmerking:
Er mogen geen objecten voor de luid-
sprekers aanwezig zijn. Alle luidspre-
kers moeten zijn aangesloten. De in-
meetmicrofoon moet op het apparaat
zijn aangesloten, het inmeten van de
equalizers moet plaatsvinden vooraf-
gaande aan de DNC-inmeting.
Om een equalizer in te meten,
houd toets AUDIO : langer dan twee
seconden ingedrukt.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "USER EQ".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding van de equalizer
("EQ-1", "EQ-2" of "EQ-3") die u wilt
inmeten.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "ADJUST".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "AUTO ADJ".
Op het display loopt een Countdown. Gedu-
rende deze tijd heeft u de gelegenheid de
inmeetmicrofoon te positioneren. Nadat de
Countdown is verstreken, vindt de inmeting
plaats.
Voer deze procedure voor alle equali-
zers uit.
Nadat de inmeetprocedure is voltooid,
wordt weer het menu van de gekozen equa-
lizer weergegeven.
DSC Max – Equalizer
249
NEDERLANDS
Voertuigakoestiek met/zonder
equalizer bekijken
U kunt de bepaalde waarden voor de voer-
tuigakoestiek bekijken. Bij het bekijken van
de instellingen kunt u kiezen uit de weergave
van de equalizer zonder vervorming ("PRE
EQ") of met vervorming ("POST EQ").
Houd toets AUDIO : langer dan twee
seconden ingedrukt.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "USER EQ".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding van de equalizer welke
u wilt bekijken.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "ADJUST".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "MANUAL".
U kunt de instellingen van de equalizers ge-
scheiden voor de voorste en achterste luid-
sprekers bekijken.
Opmerking:
Wanneer u de gra sche equalizer al
handmatig heeft gewijzigd of wanneer
u nog geen inmeting heeft uitgevoerd,
kunnen de hierna beschreven sneltoet-
sen niet worden gekozen.
Wanneer u de weergave van de equalizer
zonder vervormingen wilt kiezen,
drukt u op de sneltoets 5 met de
display-aanduiding "VIEW PRE" op de
linkerkant van het display voor voorin,
resp. op de rechterkant voor achter.
De instelling van de equalizer wordt weer-
gegeven.
Wanneer u de weergave van de equalizer
met vervormingen wilt kiezen,
drukt u op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "VIEW POST" op de
linkerkant van het display voor voorin,
resp. op de rechterkant voor achter.
De instelling van de equalizer wordt weer-
gegeven.
Om de weergave te verlaten,
druk op de Joystick OK 8 of op de
toets . AUDIO :
Gra sche equalizer handmatig
wijzigen
U kunt de automatisch bepaalde waarden
van de gra sche equalizer ook handmatig
wijzigen.
Houd toets AUDIO : langer dan twee
seconden ingedrukt.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "USER EQ".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding van de equalizer welke
u wilt instellen.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "ADJUST".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "MANUAL".
U kunt de equalizer gescheiden voor de
voorste en achterste luidspreker instellen.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "FRONT EQ" voor de
voorste, resp. "REAR EQ" voor de ach-
terste luidspreker.
De instellingen van de gra sche equalizer
worden weergegeven.
DSC Max – Equalizer
250
Om de frequentie te kiezen,
drukt u de Joystick 8 naar links of
rechts, tot de gewenste frequentie
wordt weergegeven.
Stel het niveau voor die frequentie in,
door de Joystick naar boven of be-8
neden te bewegen.
Terwijl u de equalizer instelt, worden de
waarden gra sch op het display weergege-
ven.
Voer zoals hierboven beschreven alle
instellingen voor beide kanalen uit.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
AUDIO , om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Equalizer kiezen
Na het inmeten resp. het handmatig instel-
len.
Houd toets AUDIO : langer dan twee
seconden ingedrukt.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "USER EQ".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding van de equalizer welke
u wilt gebruiken.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
AUDIO , om het menu te verlaten. :
De instellingen worden opgeslagen.
Equalizer resetten
U kunt alle automatisch bepaalde waarden
van de gekozen equalizer resetten.
Houd toets AUDIO : langer dan twee
seconden ingedrukt.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "USER EQ".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding van de equalizer welke
u wilt resetten.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "ADJUST".
Houd de sneltoets 5 met de display-
aanduiding "CLEAR" langer dan twee
seconden ingedrukt.
De automatisch bepaalde waarden van de
equalizer worden gewist.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
AUDIO , om het menu te verlaten. :
De instellingen worden opgeslagen.
Klank-voorinstelling (Presets)
kiezen
U kunt ook klank-voorinstellingen voor ver-
schillende muzieksoorten kiezen: Voor een
optimale klankkleur worden de voorinstel-
lingen voor het instellen van de actieve ge-
bruiker-equalizer "toegevoegd", d.w.z. de
gebruiker-EQs worden door de voorinstel-
lingen voor de verschillende muiziekstijlen
geoptimaliseerd.
Voorinstellingen voor de volgende muziek-
stijlen staan ter beschikking:
VOCAL
DISCO
ROCK
JAZZ
CLASSIC
De instellingen voor deze muziekstijlen zijn
reeds voorgeprogrammeerd.
Houd toets AUDIO : langer dan twee
seconden ingedrukt.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "PRESET".
DSC Max – Equalizer
251
NEDERLANDS
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding van de klank-voorin-
stelling die u wilt gebruiken.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
AUDIO , om het menu te verlaten. :
De instellingen worden opgeslagen.
Podiumeffect instellen
U kunt een podiumeffect inschakelen,
welke de muziek voor de bestuurder resp.
bijrijder "verlegt". Zo ontstaat de indruk dat
u zich direct voor een podium bevindt. Om
dit effect te ver jnen, kunt u de virtuele af-
stand tot uw luidsprekers wijzigen.
Podiumeffect kiezen
Houd toets AUDIO : langer dan twee
seconden ingedrukt.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "CH DELAY".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "ON" om het podium-
effect in te schakelen.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "OFF" om het podium-
effect uit te schakelen.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "LRSWAP" om de in-
stellingen te spiegelen.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "Adjust" om de afstand
tot de luidspreker in te stellen.
Een submenu verschijnt. Lees daarvoor
a.u.b. ook de volgende paragraaf:
Virtuele afstand tot de luidspreker
wijzigen
Om het podiumeffect verder te optimalise-
ren, kunt u de afstand van de afzonderlijke
in het voertuig ingebouwde luidsprekers tot
de linker voorstoel instellen. U kunt de af-
stand tot de voorste en tot de achterste luid-
spreker instellen tussen 0-275 cm .
Druk in het "Digital Staging Menu" op
de sneltoets 5 met de display-aan-
duiding "ADJUST".
Kies de sneltoets met de positie van de
luidsprekers, tot welke u de afstand wilt
instellen.
"RR" staat voor rechtsachter, "LR" voor
linksachter, "RF" voor rechtsvoor en "LF"
voor linksvoor.
Wanneer Crossover is geactiveerd, ver-
schijnen andere symbolen ("Lhigh" voor
"LF", "Rhigh" voor "RF", "Llow" voor "LR" e
"Rlow" voor "RR").
Draai aan de volumeregelaar of be-2
weeg de Joystick 8, om de afstand in
te stellen.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
AUDIO , om het menu te verlaten. :
De instellingen worden opgeslagen.
DSA Max – Equalizer
252
Klankeffect kiezen
U kunt voor uw muziek kiezen uit verschil-
lende klankeffecten:
KERK (CATHEDRAL)
THEATER
CONCERTHAL (CONCERT)
CLUB
STADION (STADIUM)
Deze klankeffecten zijn al voorgeprogram-
meerd.
Houd toets AUDIO : langer dan twee
seconden ingedrukt.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "EFFECTS".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding van het klankeffect dat
u wilt gebruiken.
Waneer u geen klankeffect wilt gebruiken,
druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "OFF".
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
AUDIO , om het menu te verlaten. :
De instellingen worden opgeslagen.
DNC - Dynamic Noise
Covering
D N Cynamic oise overing Dynamische rij-
geluidmaskering
Met DNC wordt een bij een stilstaand voer-
tuig als aangenaam ervaren volume tijdens
het rijden versterkt.
De versterking is verschilt voor de diverse
de frequentiebereiken, afhankelijke van de
geluidsontwikkeling in het voertuig.
Zo blijven volume en klankbeeld ook bij wis-
selende geluidsontwikkeling aangenaam
verstaanbaar. Met kortstondige geluiden,
zoals die bijvoorbeeld ontstaan bij het
oversteken van rails, wordt geen rekening
gehouden.
Inmeten van DNC
Voor een werking die is afgestemd op het
voertuig is inmeten via de meetmicrofoon
noodzakelijk. De DNC-inmeting a.u.b. pas
na de DSA-inmeting uitvoeren. Vóór de in-
meting moet u de inmeetmicrofoon met de
meegeleverde klittenband blijvend in de
buurt van de middenconsole, maar niet bij
de voetenruimte, op trillende posities of op
de ventilatie/verwarming bevestigen.
De opening van de inmeetmicrofoon moet
in de richting van de passagier wijzen. De
inmeting moet plaatsvinden op een rus-
tige plek met uitgeschakelde motor. Houdt
deuren, ramen en schuifdak gesloten en ga
tijdens de meting op de bestuurdersplaats
zitten.
DSA Max – Equalizer DNC
253
NEDERLANDS
DNC inmeting starten
Houd toets AUDIO : langer dan twee
seconden ingedrukt.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "DNC".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "ADJUST".
Op het display loopt een Countdown. Nadat
de Countdown is verstreken, vindt de inme-
ting plaats.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
AUDIO , om het menu te verlaten. :
DNC uitschakelen
Om DNC uit te schakelen,
houd toets AUDIO : langer dan twee
seconden ingedrukt.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "DNC".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "OFF".
"DNC OFF" wordt op het display weergege-
ven.
Om DNC weer in te schakelen,
selecteer een DNC-versterking
(DNC1 - DNC5).
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
AUDIO , om het menu te verlaten. :
De instellingen worden opgeslagen.
DNC-versterking kiezen
U kunt de DNC-versterking, dus de gevoe-
ligheid van de versterking van het volume
en het klankbeeld in vijf stappen instellen.
De instelling "DNC 1" is geschikt voor voer-
tuigen met een luide motor en muziek met
veel lage tonen. De instelling "DNC 5" is be-
doeld voor voertuigen met stille motor en
voor klassieke muziek. Bepaal door middel
van uitproberen wat voor u de meest aange-
name instelling is.
Om een DNC-versterking te kiezen,
houd toets AUDIO : langer dan twee
seconden ingedrukt.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "DNC".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "LEVEL".
Stel de versterking in met de Joystick
8.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
AUDIO , om het menu te verlaten. :
De instellingen worden opgeslagen.
DNC
254
Subwoofer en Centerspeaker
Subwoofer en
Centerspeaker
U kunt op dit apparaat een Subwoofer en
een middenluidspreker (Centerspeaker)
aansluiten.
Om het klankbeeld bij gebruik van subwoo-
fer en middenluidspreker verder te opti-
maliseren kunt u een het lage tonen door-
laat lter voor de Subwoofer en een hoge
tonen doorlaat lter voor voor- en achter
instellen.
Subwoofer-versterking instellen
U kunt een permanente volume-versterking
resp. afzwakking voor de aangesloten Sub-
woofer van -6 t/m +6 instellen en daarmee
de lage tonen weergave door de Subwoofer
benadrukken resp. afzwakken. De te kiezen
instelling hangt af van de inbouwstand en
inbouwpositie van de Subwoofers in uw
voertuig. Bepaal door middel van uitprobe-
ren wat voor u de meest aangename instel-
ling is.
Druk op de toets AUDIO .:
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "SUBOUT".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "GAIN".
Beweeg de Joystick naar boven 8
resp. naar rechts, om het niveau te ver-
sterken of naar onderen resp. naar links
om het niveau te reduceren.
Wanneer het instellen voltooid is,
drukt u op de Joystick OK 8 of op de
toets AUDIO .:
Subwoofer-fasepositie instellen
U kunt de fasepositie van de Subwoofer-uit-
gang op uw Subwoofer aanpassen en tus-
sen "-135° " en "180° " in stappen van 45°.
Druk op de toets AUDIO .:
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "SUBOUT".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "PHASE".
Beweeg de Joystick om een keuze 8
te maken uit de verschillende instellin-
gen.
Wanneer het instellen voltooid is,
drukt u op de Joystick OK 8 of op de
toets AUDIO .:
Lage tonen doorlaat lter
instellen
Met het lage tonen doorlaat lter kunt u een
frequentie de niëren tot waar de Subwoo-
fer moet werken. Alle signalen boven de
ingestelde frequentie worden "afgesneden"
en niet aan de Subwoofer doorgegeven.
U kunt tussen de frequenties "40 Hz",
"50 Hz", "63 Hz" en "100 Hz" kiezen. Wan-
neer uw Subwoofer via een ingebouwd lage
tonen doorlaat lter beschikt, kunt u ook de
instelling "FLAT" kiezen en daarmee alle fre-
quenties doorgeven aan de Subwoofer.
Pas deze instelling a.u.b. aan het frequen-
tiebereik en de mogelijkheden van uw Sub-
woofers aan. Lees daarvoor ook de docu-
mentatie van de subwoofer.
Druk op de toets AUDIO .:
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
255
NEDERLANDS
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "SUBOUT".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "LOWPASS".
Beweeg de Joystick om een keuze 8
te maken uit de verschillende instellin-
gen.
Wanneer het instellen voltooid is,
drukt u op de Joystick OK 8 of op de
toets AUDIO .:
Subsonic- lter instellen
Om storingen door extreem lage frequen-
ties te vermijden, kunt u het subsonische l-
ter inzetten, om de frequenties van het ap-
paraat aan de onderzijde te beperken. Dit
is met name zinvol bij kleine Subwoofers.
Door het subsonic  lter in te stellen worden
alle frequenties onder een ingestelde fre-
quentie onderdrukt. Bij de instelling van het
subsonische  lter moet u zich richten op de
luidsprekeruitrusting van uw voertuig.
U kunt kiezen uit de frequenties "20 Hz",
"25 Hz", "32 Hz" en "40 Hz". Daarnaast
kunt u voor de gekozen frequentie de kwa-
liteitsfactor "Q" in vijf trappen instellen:
"Q1"=0.5, "Q2"=0.7, "Q3"=0.9, "Q4"=1.1
en "Q5"=1.3.
Wanneer u de instelling "FLAT" kiest, wor-
den de frequenties van het apparaat niet
beïnvloed.
Druk op de toets AUDIO .:
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "SUBOUT".
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "SUBSONIC".
Beweeg de Joystick 8 naar links of
naar rechts, om een keuze te maken uit
de mogelijke frequenties.
Beweeg de Joystick naar boven of 8
naar beneden om de gewenste kwali-
teitsfactor voor de ingestelde frequen-
tie te kiezen.
Wanneer het instellen voltooid is,
drukt u op de Joystick OK 8 of op de
toets .AUDIO :
Middenluidspreker
"Centerspeaker" instellen
U kunt de frequentie kiezen, vanaf welke
een aangesloten Centerspeaker aange-
stuurd moet worden.
U kunt kiezen uit de frequenties
"200 Hz", "400 Hz", "800 Hz", "1600 Hz" en
"3200 Hz". Wanneer u de instelling "FLAT"
kiest, worden alle frequenties, ook de lage
tonen, via de Centerspeaker weergegeven.
Deze instelling moet u alleen kiezen wan-
neer uw Centerspeaker over een ingebouwd
hoge tonen doorlaat lter beschikt.
Naast de frequentie kunt u het niveau voor
de Centerspeaker instellen.
Druk op de toets AUDIO .:
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
Drukt u op de toets NEXT .4
"AUDIO MENU 2" verschijnt op het display.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "CENTRE".
Druk de Joystick 8 naar links of rechts
om de frequentie voor de Centerspea-
ker in te stellen.
Druk de Joystick 8 naar boven of be-
neden om het niveau voor de Center-
speaker in te stellen.
Subwoofer en Centerspeaker
256
Wanneer het instellen voltooid is,
drukt u op de Joystick OK 8 of op de
toets AUDIO .:
Hoge tonen doorlaat lter voor
voor/achter instellen
U kunt voor het voorste en achterste kanaal
gescheiden een hoge tonen doorlaat lter
instellen, welke alle frequenties onder de
ingestelde frequentie  ltert, zodat de ge l-
terde frequenties alleen door een aangeslo-
ten Subwoofer worden weergegeven.
Wanneer u de instelling "FLAT" kiest, wor-
den geen frequenties ge lterd en worden
alle signalen doorgegeven aan de luidspre-
ker. Met de instelling "AUTO" wordt het hoge
tonen doorlaat lter automatisch aangepast
aan de waarde die u heeft ingevoerd voor
het lage tonen doorlaat lter
Druk op de toets AUDIO .:
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
Drukt u op de toets NEXT .4
"AUDIO MENU 2" verschijnt op het display.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "HIPASS F" voor de
instelling van het hoge tonen doorlaat-
lter voor vóór.
Of
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "HIPASS R" voor de
instelling van het hoge tonen doorlaat-
lter voor achter.
Druk de Joystick 8 naar links of rechts
om de frequentie voor het hoge tonen
doorlaat lter in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is,
drukt u op de Joystick OK 8 of op de
toets AUDIO .:
Crossover
In de Crossover-modus worden de hoge fre-
quenties via de voorste, en de lage frequen-
ties via de achterste kanalen weergegeven.
Druk op de toets AUDIO .:
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
Drukt u op de toets NEXT .4
"AUDIO MENU 2" verschijnt onder in het
display.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "CROSSOVR".
Crossover is nu ingesteld.
Om de Crossover-modus nu te kunnen ge-
bruiken, moet u het hoge tonen doorlaat-
lter en het lage tonen doorlaat lter instel-
len.
Druk op de sneltoets 5 met de display-
aanduiding "HIPASS" voor de instelling
van het hoge tonen doorlaat lter.
Druk de Joystick 8 naar links of rechts
om de frequentie voor het hoge tonen
doorlaat lter in te stellen.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "LOWPASS" voor de
instelling van het lage tonen doorlaat-
lter.
Druk de Joystick 8 naar links of rechts
om de frequentie voor het hoge tonen
doorlaat lter in te stellen
De instellingen worden automatisch opge-
slagen.
Subwoofer en Centerspeaker
257
NEDERLANDS
TMC voor dynamische
navigatiesystemen
TMC betekent "Traf c Message Channel".
Via TMC wordt verkeersinformatie digitaal
verzonden, zodat deze door hiervoor ge-
schikte navigatiesystemen worden gebruikt
voor de routeplanning. Uw autoradio be-
schikt over een TMC-uitgang, waarop Blau-
punkt-navigatiesystemen kunnen worden
aangesloten. Welke navigatiesystemen op
uw autoradio kunnen worden aangesloten,
kan uw Blaupunkt-dealer u vertellen.
Versterker/Sub-Out
U kunt op de desbetreffende aansluitin-
gen van de autoradio externe versterkers
aansluiten. Daarnaast kunt u op het geïnte-
greerde laage tonen doorlaat lter van het
apparaat een Subwoofer aansluiten. Daar-
voor moeten de versterker en subwoofer
worden aangesloten zoals beschreven staat
in de inbouwhandleiding.
Wij adviseren het gebruik van afgestemde
producten uit de Blaupunkt- of Velocity-
productlijn.
Interne versterker in- /
uitschakelen
Wanneer u een externe versterker gebruikt,
kunt u de interne versterker van het appa-
raat uitschakelen (instelling "Internal Amp
Off").
Opmerking:
Controleer deze instelling wanneer de
luidsprekers geen geluid geven.
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "VARIOUS".
Druk zo vaak op de sneltoets 5 met
de display-aanduiding "AMPON", tot
de gewenste instelling "INTERNAL AMP
ON" resp. "INTERNAL AMP OFF" word
weergegeven.
Wanneer de interne versterker is ingescha-
keld, wordt de sneltoets "AMP ON" donker
weergegeven.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
TMC Versterker/Sub-Out
258
Externe audiobronnen
U kunt maximaal twee externe audiobron-
nen op het apparaat aansluiten. Zulke bron-
nen kunnen bv. een draagbare CD-speler,
MiniDisc-speler of MP3-speler zijn.
De eerste externe audiobron kunt u i.p.v.
een CD-wisselaar aansluiten (AUX1).
De tweede externe audiobron (AUX2) kunt
u extra op de CD-wisselaar of AUX1 aan-
sluiten.
In plaats van AUX2 kunt u een navigatiesy-
steem aansluiten. Lees daarvoor in de pa-
ragraaf "Navigatie-audio" in het hoofdstuk
"Volume instellen".
Om de AUX-ingangen te kunnen gebruiken,
moet u in het setupmenu de AUX-ingangen
inschakelen.
Voor het aansluiten van een externe audio-
bron hebt u een adapterkabel nodig. Deze
kabel kunt u verkrijgen via de Blaupunkt-
vakhandel.
AUX-ingang in-/uitschakelen
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de Dis-
play-aanduiding "AUX".
Het AUX-menu wordt weergegeven.
Wanneer u geen CD-wisselaar heeft aange-
sloten en een externe audiobron wilt aan-
sluiten,
drukt u op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "AUX1".
Door op de sneltoets "AUX1" te drukken
kunt u schakelen tussen de instellingen
"AUXILIARY 1 ON" en "AUXILIARY 1 OFF".
Wanneer u geen navigatiesysteem heeft
aangesloten en een externe audiobron wilt
aansluiten,
druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "NAV/AUX2".
Door op de sneltoets "NAV/AUX2" te druk-
ken kunt u schakelen tussen de instellingen
"AUXILIARY 2 ON" en "NAVIGATION ON".
Opmerking:
Wanneer een CD-wisselaar is aangeslo-
ten, kan de ingang "AUX1" niet worden
gewijzigd.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Opmerking:
Wanneer de AUX-ingangen zijn inge-
schakeld, dan kunnen deze met de
toets worden gekozen.SOURCE <
AUX-ingang benoemen
U kunt de AUX-ingangen benoemen, om
deze tijdens het kiezen van de bron m.b.v.
de toets beter toe te kunnen SOURCE <
kennen (U kunt bijv. de apparaatnaam van
het aangesloten apparaat gebruiken).
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de Dis-
play-aanduiding "AUX".
Het AUX-menu wordt weergegeven.
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "EDIT" onder "AUX1"
resp. "NAV/AUX2".
Externe audiobronnen
259
NEDERLANDS
De standaard tekst voor de gekozen ingang
wordt op het display weergegeven. De in-
voermarkering staat aan het begin van de
regel en knippert.
Om een naam in te voeren,
drukt u de Joystick 8 naar links of
rechts om de invoermarkering te ver-
plaatsen.
Stel de gewenste letter in door de Joy-
stick 8 naar boven of beneden te
drukken.
Druk, wanneer u de naam heeft inge-
voerd, op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Diversen
Inschakelmelding invoeren
Wanneer u uw apparaat inschakelt, wordt
een korte melding op het display als licht-
kranttekst weergegeven. Standaard is de
tekst "BLAUPUNKT-THE ADVANTAGE
YOUR CAR" ingesteld. U kunt in plaats daar-
van een eigen tekst invoeren, maximaal 35
karakters lang.
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "VARIOUS".
Druk op de sneltoets 5 met de Dis-
play-aanduiding "ON MSG".
De standaard tekst voor de inschakelmel-
ding wordt op het display weergegeven. De
invoermarkering staat aan het begin van de
regel en knippert.
Om een andere tekst in te voeren,
drukt u de Joystick 8 naar links of
rechts om de invoermarkering te ver-
plaatsen.
Stel de gewenste letter in door de Joy-
stick 8 naar boven of beneden te
drukken.
Druk, wanneer u de melding heeft inge-
voerd, op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
De instellingen worden opgeslagen.
Serienummer weergeven
U kunt het serienummer van het apparaat
op het display weergeven.
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "VARIOUS".
Externe audiobronnen Diversen
260
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "SER NUM".
Het serienummer van het apparaat wordt
in de bovenste regel van het display weer-
gegeven.
Druk op de Joystick OK 8 of de toets
MENU , om het menu te verlaten. 9
Apparaat resetten
U kunt het apparaat resetten op de af fa-
briek ingestelde parameters. Alle persoon-
lijke instellingen gaan daarbij verloren.
Drukt u op de toets MENU .9
Druk op de sneltoets 5 met de dis-
play-aanduiding "VARIOUS".
Houd de sneltoets 5 met de display-
aanduiding "NORMSET" langer dan
twee seconden ingedrukt.
Het apparaat schakelt uit en vervolgens
weer in.
Diversen Technische gegevens
Technische gegevens
Versterker
Uitgangsvermogen: 4 x 18 Watt sinus
bij 14,4 V en 1 %
vervorming aan 4 Ω.
4 x 26 Watt sinus
volgens DIN 45324
bij 14,4 V aan 4 Ω.
4 x 50 W max. power
Tuner
Golfgebied:
FM : 87,5 – 108 MHz
MW : 531 – 1 602 kHz
LW : 153 – 279 kHz
SW : 5,85 – 6,30 MHz
(49 m-band)
Frequentiebereik FM:
20 – 16 000 Hz
CD
Frequentiebereik:
15 – 20 000 Hz
Pre-amp out
4 Kanalen: 4 V / < 1 kΩ
AUX-ingang
Ingangsgevoeligheid:
1,2 V / 10 kΩ
Gewicht 1,45 kg
Wijzigingen voorbehouden!
319
ENGLISH DEUTSCHFRANÇAISITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
Bitte den ausgefüllten Gerätepass sicher aufbewahren!
Please keep the  lled-in radio pass in a safe place!
Prière de conserver soigneusement la carte d’autoradio remplie !
Tenete per favore il libretto di apparecchio, debitamente riempito, in un
posto sicuro!
Bewaar de ingevulde apparaatpas op een veilige plaats!
Vänligen förvara ifyllt apparatpass på säker plats!
Blaupunkt GmbH, Robert-Bosch-Straße 200, D-31139 Hildesheim
04/06 - CM-AS/SCS
(
dt, gb, fr, it, nl, sw)
Name: .....................................................................
Typ: ....................................................................
Serien-Nr: BP ................................................................
Gerätepass
Country: Phone: Fax: WWW:
Germany (D) 0180-5000225 05121-49 4002 http://www.blaupunkt.com
Austria (A) 01-610 39 0 01-610 39 391
Belgium (B) 02-525 5444 02-525 5263
Denmark (DK) 44 898 360 44-898 644
Finland (FIN) 09-435 991 09-435 99236
France (F) 01-4010 7007 01-4010 7320
Great Britain (GB) 01-89583 8880 01-89583 8394
Greece (GR) 210 94 27 337 210 94 12 711
Ireland (IRL) 01-46 66 700 01-46 66 706
Italy (I) 02-369 62331 02-369 62464
Luxembourg (L) 40 4078 40 2085
Netherlands (NL) 00 31 24 35 91 338 00 31 24 35 91 336
Norway (N) +47 64 87 89 60 +47 64 87 89 02
Portugal (P) 2185 00144 2185 00165
Spain (E) 902 52 77 70 91 410 4078
Sweden (S) 08-7501850 08-7501810
Switzerland (CH) 01-8471644 01-8471650
Czech. Rep. (CZ) 02-6130 0446 02-6130 0514
Hungary (H) 76 511 803 76 511 809
Poland (PL) 0800-118922 022-8771260
Turkey (TR) 0212-335 06 71 0212-346 00 40
USA (USA) 800-2662528 708-6817188
Brasil
(Mercosur) (BR) 0800 7045446 +55-19 3745 2773
Malaysia
(Asia Paci c) (MAL) +604-6382 474 +604-6413 640
Bremen MP76
7 646 828 310
8622405008


Product specificaties

Merk: Blaupunkt
Categorie: Autoradio
Model: Bremen MP 76

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Blaupunkt Bremen MP 76 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Autoradio Blaupunkt

Handleiding Autoradio

Nieuwste handleidingen voor Autoradio